Zoekresultaten 251-300 van de 44790 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:62 Raad van Discipline Amsterdam 25-129/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:62
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een advocaat die optreedt in een andere hoedanigheid is kennelijk ongegrond. Dat verweerder door het bekleden van de interim functie de belangen van verweerster, dan wel het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad of de kernwaarden zou hebben overtreden, heeft klaagster niet nader onderbouwd en dit is de voorzitter ook overigens niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-530/AL/MN
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:100
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-136/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:99
Voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet gebleken dat verweerster het gerechtshof en de deken in het kader van het klachtonderzoek foutief heeft ingelicht en daarmee de belangen van klaagster op enigerlei wijze heeft geschaad. Klaagster heeft uitdrukkelijk en schriftelijk ingestemd met het beroepschrift, zoals verweerster dat heeft ingediend. Na de vertrouwensbreuk met klaagster kon verweerster ervoor kiezen om zich als advocaat te onttrekken. Dat heeft zij op zorgvuldige wijze gedaan. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:63 Raad van Discipline Amsterdam 25-115/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:63
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft in zijn procedure namens de ex-echtgenote van klager de belangen van klager niet op ontoelaatbare wijze geschaad. Het zonder toestemming van de advocaat van klager opvragen van de zittingsaantekeningen is niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:64 Raad van Discipline Amsterdam 25-126/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:64
Voorzittersbeslissing; klacht niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2503
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:67
Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) zonder dit met klaagster te hebben afgestemd en tegen de wens van klaagster in een behandelbeperking in het dossier van klaagster heeft genoteerd, en b) in de terugkoppelingsbrief aan de huisarts van klaagster die behandelbeperking heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klaagster heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-624/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:96
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft zich in een privékwestie ten onrechte als advocaat van de dochter van klagers heeft voorgedaan. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:71 Hof van Discipline 's Gravenhage 240189
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:71
In deze zaak is aan de orde of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de rechter onjuist te informeren bij een verzoek om beslag te mogen leggen, een nog niet onherroepelijk vonnis te executeren, een faillissementsverzoek in te dienen ondanks de afspraak om de executie van een garagebox en appartementsrechten op te schorten en een gelegd beslag niet tijdig op te heffen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, waarbij het klachtonderdeel over het onjuist informeren niet ontvankelijk is verklaard en de overige onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:72 Hof van Discipline 's Gravenhage 240106
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:72
Het gaat om een klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie. De advocaat van de vrouw wordt verweten dat hij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan in het verweerschrift. Anders dan de raad van discipline verklaart het hof de klacht ongegrond. Verweerder heeft in hoger beroep verklaard dat toen hij zijn cliënte ging bijstaan er al veertien procedures waren gevoerd die aanzienlijke impact hadden gehad op de cliënte van verweerder. Verweerder wilde niet alleen die impact schetsen maar tevens duidelijk maken dat de door klager gevoerde procedures geen impact zouden hebben op de (gratis) rechtsbijstand door verweerder. Verweerder erkent dat zijn toon soms wat cynisch, overdrijvend of neerbuigend is. Het hof is dat eens met verweerder. Hij had ook andere bewoordingen kunnen gebruiken, maar dat enkele feit is nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Van de door verweerder gekozen bewoordingen kan naar oordeel van het hof in dit geval niet worden gezegd dat deze onnodig waren. De bewoordingen waren functioneel in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte, mede gezien het tot dan toe grote aantal gevoerde procedures en de impact van die procedures op de cliënte van verweerder. Van onnodige polarisatie door verweerder is naar oordeel van het hof dan ook geen sprake. Dat het voor klager niet prettig is om het te lezen begrijpt het hof, maar is, zoals gezegd, onder de gegeven omstandigheden niet toereikend voor een tuchtrechtelijk verwijt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 250067
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:67
Op grond van art. 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet kan klaagster slechts hoger beroep instellen tegen een beslissing van een raad waarbij de klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. In dit geval is de klacht van klaagster tegen verweerster (geheel) gegrond verklaard. Voor klaagster staat tegen de beslissing van de raad dan ook geen hoger beroep open, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel en, in dit geval, het niet stellen van een (verzochte) bijzondere voorwaarde in de vorm van een schadevergoeding (zie bijvoorbeeld HvD 31 augustus 2020,ECLI:NL:TAHVD:2020:166). Ook overigens is het hof van oordeel dat er geen grond is om schadevergoeding als bijzondere voorwaarde te stellen, nu de gewenste schadevergoeding niet eenvoudig is vast te stellen en niet concreet is onderbouwd. Klaagster kan dan ook niet worden ontvangen in haar hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7352
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is diabetespatiënt. In verband hiermee is periodiek bloed- en urineonderzoek uitgevoerd, waaruit naar voren kwam dat sprake was van fors verhoogde eiwitwaarden (albumine) in de urine. De huisarts heeft Perindopril voorgeschreven. Klaagster verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en dat hij haar niet direct heeft doorverwezen naar de specialist. Daarnaast verwijt zij de huisarts dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de door hem voorgeschreven medicatie. Het college oordeelt dat de huisarts is tekortgeschoten, doordat de laboratoriumuitslagen van klaagster dusdanig afwijkend waren dat hij een nefrotisch syndroom eerder in zijn medische beoordeling had moeten betrekken. Ook had hij zijn beleid daarop moeten afstemmen door niet na vier weken, maar binnen één tot twee weken een herbepaling te laten uitvoeren. Dat hij dit niet heeft gedaan valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Omdat de huisarts, na de late herbepaling, alsnog adequaat heeft gehandeld door klaagster te verwijzen naar de nefroloog kan worden volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-456/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:93
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, de oud-cliënten van zijn kantoorgenoot. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:68 Hof van Discipline 's Gravenhage 250051
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:68
Verzet tegen voorzittersbeslissing van de Raad van Discipline. Geen sprake van doorbreking appelverbod. De stelling dat er sprake is een nieuw opgekomen feit ter zitting van de raad dat door de raad is weggelaten leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van een oneerlijk proces. Kennelijk heeft de raad de stelling van klaagster gepasseerd of het gestelde feit niet als vaststaand aangenomen. De raad heeft overwogen dat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter verder ook geen nieuwe gezichtspunten heeft opgeleverd zodat er geen plaats is voor nader onderzoek naar de klacht. De omstandigheid dat klaagster het daar niet mee eens leidt niet tot het oordeel dat er sprake is geweest van schending van fundamenteel rechtsbeginsel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7452
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:86
Deels gegronde klacht tegen een arts maatschappij en gezondheid (vertrouwensarts). De baby van klagers is tijdens een vakantie onwel geworden en naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis werd letsel vastgesteld en de aard van het letsel gaf aanleiding om een melding te doen bij A, de B variant van Veilig Thuis. A heeft de melding doorgeleid aan Veilig Thuis in Nederland. Verweerster is als vertrouwensarts bij Veilig Thuis betrokken bij het onderzoek naar aanleiding van de melding. Klagers verwijten de vertrouwensarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens het onderzoek en maken 22 specifieke verwijten. Het college oordeelt dat de vertrouwensarts door een breuk in de tibia per vergissing te vertalen met een breuk in het kuitbeen in plaats van scheenbeen en bovendien te spreken van ribbreuken in plaats van een vermoeden daarvan, niet de zorgvuldigheid betracht die van haar verwacht mocht worden. Beide onzorgvuldigheden waren niet van dien aard dat zij doorslaggevend waren voor de beoordeling van de ernst van het letsel. Nu de vertrouwensarts inzicht in haar handelen en in het gewicht van zorgvuldige verslaglegging heeft getoond, is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel in deze zaak geen redelijk doel meer dient.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:20 Accountantskamer Zwolle 24/3270 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:20
Hersteluitspraak in de zaak met procedurenummer 24/3270 Wtra AK, uitgesproken op 7 april 2025. In de uitspraak van 7 april 2025 staat een accountantslid niet juist vermeld onder de beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-457/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:94
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, zijn oud-cliënten. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:69 Hof van Discipline 's Gravenhage 250039
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:69
In de beslissing van de voorzitter is het verwijzingsverzoek afgewezen omdat klager het klachtrecht tegen de deken voor een ander doel (persoonlijk ongenoegen) gebruikt dan waarvoor het is bedoeld (waarborg van de kwaliteit van de beroepsgroep). Het hof ziet op basis van het onderzoek in verzet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van het verwijzingsverzoek te komen dan die van de voorzitter. Dat de voorzitter gebruik heeft gemaakt van een verkeerde toetsingsnorm of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten is niet gebleken. Het hof is van oordeel dat klager met zijn klacht over het onderzoek van verweerder en zijn algemene stelling dat er sprake is van grove misstanden in het toezicht op de advocatuur, het klachtrecht gebruikt voor een doel waarvoor het niet is bedoeld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:21 Accountantskamer Zwolle 24/3430 Wtra AK 25/205 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:21
Klager is van mening dat betrokkene bij de controle van de financiële rechtmatigheids-verantwoording van een overheidsinstantie gebruik heeft gemaakt van een vervalst document, waarin misbruik is gemaakt van zijn persoonsgegevens. Ook zou betrokkene de werkverdeling tussen klager en zijn collega hebben geschonden en op klager een ongeoorloofde druk hebben uitgeoefend, wat heeft geleid tot gezondheidsproblemen en problemen met zijn dienstverband bij de overheidsinstantie. Toen betrokkene bekend raakte met deze gevolgen en het arbeidsconflict, heeft betrokkene volgens klager niet adequaat gereageerd. De klachten zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-601/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:95
De raad verklaart een klacht over de eigen advocaat ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:70 Hof van Discipline 's Gravenhage 240323
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:70
Ondanks verzoeken daartoe heeft klaagster niet aangetoond dat zij het beroepschrift tijdig bij het hof heeft ingediend. Bewijs daarvan ontbreekt. Evenmin heeft zij informatie verschaft op grond waarvan beoordeeld kan worden of de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Dat betekent dat het beroepschrift te laat bij het hof is ingediend en dat klaagster niet kan worden ontvangen in haar beroep.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:22 Accountantskamer Zwolle 24/3513 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:22
Betrokkene heeft een herstructurering geadviseerd aan zijn klant en deze ook geïmplementeerd. Die herstructurering is in een civiele procedure onrechtmatig bevonden. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet eerlijk en oprecht heeft opgetreden en enkel het belang van zijn klant heeft gediend. Betrokkene heeft ten behoeve van de civiele procedure een partijdeskundigenrapport opgesteld, dat naar het oordeel van de Accountantskamer in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid tot stand is gekomen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling op voor de duur van drie maanden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6662
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44
Gegronde klacht tegen apotheker. Maatregel: waarschuwing. Klaagster gebruikte halfjaarlijks Prolia® Denosumab vanwege osteoporose. Begin 2019 is klaagster gestopt met het gebruik van Prolia, omdat zij last kreeg van bijwerkingen. In het laatste kwartaal van 2019 is telefonisch contact opgenomen met klaagster over de medicatieontrouw naar aanleiding van een melding uit het systeem. Klaagster verwijt de apotheker onder andere onvoldoende informatie over de risico’s bij het stoppen met Prolia te hebben gegeven. Het college is van oordeel dat het op de weg van de apotheker lag om klaagster actief te informeren over de risico’s, waaronder het rebound effect.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7098
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45
Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog gegrond. Het college legt de maatregel van een waarschuwing op. De gz-psycholoog heeft in civielrechtelijk kader een forensisch onderzoek gedaan, wat geleid heeft tot (onder andere) een deelrapport over klager. Klager is het, samengevat, niet eens met de inhoud en totstandkoming van dit rapport. Het college is van oordeel dat het rapport niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7424
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:46
Klacht tegen apotheker kennelijk ongegrond. Klager was patiënt bij de apotheek van verweerder. Klager ging naar de apotheek om door de huisarts diezelfde dag voorgeschreven medicatie op te halen. Voor de ingang van de apotheek zakte klager in elkaar. Klager verwijt de apotheker onder andere dat hij hem in een hulpeloze toestand heeft gebracht/gelaten en omstanders heeft weerhouden om hulp te verlenen. Het college kan de feiten niet vaststellen omdat de lezingen van partijen hierover uiteen lopen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-806/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:90
Raadsbeslissing. De raad kan gelet op hetgeen wordt gesteld en is weersproken, het feit dat er geen schriftelijke opdrachtbevestiging is verzonden en uit de declaraties die aan klaagster zijn gezonden niet vaststellen dat tussen verweerder en klaagster een bepaald uurtarief is afgesproken, zodat de raad het ervoor houdt dat verweerder met klaagster niet zijn uurtarief heeft besproken. Dit klachtonderdeel is daarom gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-819/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:91
Raadsbeslissing. Uit het klachtdossier komt naar voren dat verweerster zich uitermate toegewijd en zelfs in weekenden heeft ingezet om de belangen van haar cliënte te behartigen. Dat zij daarbij steken zou hebben laten vallen is de raad niet gebleken. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Verweerster heeft zelfs nog meer gedaan dan binnen haar opdracht viel. Verweerster treft geen enkel tuchtrechtelijk verwijt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-505/AL/MN
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:85
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:66 Hof van Discipline 's Gravenhage 240114
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:66
De voormalige advocaat van klaagster, verweerster, heeft vragen beantwoord op verzoek van de advocaat van klaagster’s ex-partner in het kader van een klacht die tegen hem was ingediend. Klaagster klaagt erover dat verweerster hiermee haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. De raad van discipline heeft in een verzetprocedure geoordeeld dat dat niet zo is. Klaagster komt hiertegen in beroep. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-959/AL/GLD/D
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:92
Dekenbezwaar. Uit de transcripties van getapte telefoongesprekken van personen uit de kring van de cliënt van verweerder, kan de raad geen andere conclusie trekken dan dat verweerder tijdens de periode dat zijn cliënt als verdachte in beperkingen zat contact heeft opgenomen met derden en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met deze derden. Tijdens de beperkingen mag er geen zaakinhoudelijke informatie worden gedeeld met derden en naar het oordeel van de raad kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verweerder tijdens de beperkingen contact heeft opgenomen en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met derden. Dekenbezwaar gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van dertien weken, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-518/AL/A
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:86
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:87
Verzetsbeslissing. De onderhavige klacht ziet op hetgeen verweerder op de zitting bij de raad in 2023 heeft gezegd over een eerdere klacht. In een tegen een advocaat ingediende klacht mag deze zich in de betreffende klachtzaak verweren. Als vervolgens weer een nieuwe klacht zou kunnen worden ingediend ten aanzien van dat verweer van de advocaat, opent dat de weg naar een eindeloze reeks van klachten die doet denken aan het zogenoemde ‘Droste-effect’. Dat is niet de bedoeling van het klachtrecht. Als een klager het niet eens is met de beslissing van de raad staat daartegen de mogelijkheid van hoger beroep bij het Hof van Discipline open. Daarmee is het recht op een eerlijk proces - waar klager zich onder meer op beroept - gewaarborgd. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:88
Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-653/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:89
Verzetsbeslissing. In de toelichting op zijn verzetgrond herhaalt klager feitelijk zijn klacht, zonder dat hij de vaststaande feiten uit de beslissing van de voorzitter bestrijdt. In de kern komt het verzet erop neer dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond(en) niet slaagt/slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De beslissing is bovendien helder gemotiveerd. Aan de juistheid van de beslissing twijfelt de raad geenszins. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-109/AL/MN
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:84
Voorzittersbeslissing. Verweerder wordt in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van mevrouw R beklaagd. Klaagster heeft een financieel belang daarbij. Naar het oordeel van de voorzitter is niet gebleken dat verweerder door zijn optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klaagster klaagt deels over hetzelfde als waarover de rechtbank al gemotiveerd heeft beslist. De voorzitter maakt de overwegingen van de rechtbank tot de hare. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster als 1e hypotheekhouder heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 240101
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:65
Klaagster heeft verweerster gevraagd om haar bij te staan in huurkwesties. Klaagster verwijt verweerster dat zij onduidelijkheid heeft laten ontstaan over (de aard van) de bijstand die zij haar zou verlenen. De raad van discipline heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7413
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts is supervisor van een arbo-arts. Het is niet gebleken dat de re-integratie onnodig is vertraagd of dat een consult is geweigerd. De bedrijfsarts heeft gehandeld volgens de supervisievereisten. Ook van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:59 Hof van Discipline 's Gravenhage 240315
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:59
Beklag artikel 13 ongegrond. Deken had geen reden om opnieuw een advocaat aan te wijzen. Bovendien is de procedure waarvoor klager een advocaat aangewezen wilde krijgen met een uitspraak geëindigd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7264
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is gedurende acht maanden onder begeleiding geweest van de bedrijfsarts. Zij heeft tijdens deze begeleiding zichzelf laten onderzoeken, waarbij zij ook is gediagnosticeerd. Het college stelt vast dat de bedrijfsarts klaagster ten onrechte (meteen) naar een instelling heeft doorverwezen, gelet juist op het eerdere onderzoek ingezet door klaagster en zonder dat de bedrijfsarts zich op de hoogte heeft gebracht van het rapport van dit onderzoek. Ook wordt de manier waarop de bedrijfsarts met klaagster heeft gesproken over een second opinion tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Daarnaast is tekort geschoten in de dossiervoering. Klacht grotendeels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:60 Hof van Discipline 's Gravenhage 240308
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:60
Klacht over advocaat wederpartij. Klager heeft zes klachtonderdelen geformuleerd. Hij verwijt verweerder onder andere dat hij in de civiele procedure tegen klager heeft gesteld dat klager facturen heeft geantedateerd. Ook verwijt hij verweerder dat hij onjuiste stukken en verklaringen in het geding heeft gebracht. Verder verwijt klager verweerder dat hij tijdens de mondelinge behandeling onheus is bejegend door een toehoorder en dat verweerder zich onnodig grievend over hem heeft uitgelaten door te zeggen “hij spoort niet” of woorden van gelijke strekking. De raad heeft de klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2567
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:65
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in opdracht van het CBR onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager. De psychiater heeft een rapport opgemaakt en daarin onder andere geconcludeerd dat sprake was van een “stoornis in drugsgebruik licht” volgens de DSM-5. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig en onjuist heeft gehandeld omdat zij heeft gelogen om tot die diagnose te kunnen komen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de psychiater op basis van haar onderzoek in redelijkheid een stoornis in het drugsgebruik heeft kunnen classificeren. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:61 Hof van Discipline 's Gravenhage 240302
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:61
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klaagster heeft, ondanks vele verzoeken daartoe van de deken, geen (relevante) informatie gegeven waaruit blijkt welke vordering zij wenst in te stellen, wat de grondslag van die beweerdelijke vordering is, tegen wie zij een vordering wenst in te stellen, bij welke instantie zij een procedure wil starten en wat haar belang bij een dergelijke procedure is. Daardoor kan de haalbaarheid van een eventuele procedure niet worden beoordeeld. Evenmin kan worden beoordeeld of het zou gaan om een procedure waarvoor bijstand door een advocaat noodzakelijk/vereist is. De deken heeft het verzoek van klaagster op goede gronden afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2590 en C2024/2591
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:66
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is werkzaam bij het FACT-team van een ggz-instelling die gespecialiseerd is in verslavingszorg. Klager is zowel klinisch als ambulant in behandeling geweest bij deze instelling. De FACT-team behandelaar van klager in een brief antwoorden gegeven op vragen van het Bureau Rijbewijskeuringen in verband met een onderzoek naar klagers rijgeschiktheid. De brief is geschreven onder verantwoordelijkheid van de psychiater. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege twee klachten ingediend tegen de psychiater. In de eerste klacht verwijt klager de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en een onjuistheid heeft vermeld. In de tweede klacht verwijt klager de psychiater dat zij in haar verweerschrift naar aanleiding van de eerste klacht heeft gelogen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart beide klachten in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 240275D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:62
Bij de deken zijn over een periode van bijna drie jaren verschillende signalen en meldingen vanuit de strafrechtketen binnengekomen die zien op het optreden van verweerder als advocaat in het detentierecht. Op grond hiervan wordt verweerder verweten dat hij bij herhaling tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in diverse procedures en situaties met zijn opstelling en handelwijze blijk te geven van onbetamelijk en onprofessioneel gedrag. In deze zaak onderzoekt het hof aan de hand van de signalen en meldingen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Met betrekking tot bepaalde signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten niet vast staan. Met betrekking tot andere signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten wel vast staan, maar dat verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt valt te maken. Met betrekking tot overige signalen en meldingen valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Het hof legt de maatregel van een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:61
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:63 Hof van Discipline 's Gravenhage 240068
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:63
Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar voormalige advocaat. Hij heeft haar ongeveer drie jaar bijgestaan in een geschil met haar ex-echtgenoot. Volgens klaagster heeft verweerder onvoldoende met haar gecommuniceerd en heeft hij haar belangen onvoldoende behartigd, door niet te reageren op haar brief en haar klachtbrief. Ook in de daaraan voorafgaande periode heeft verweerder volgens klaagster niet gereageerd op haar verzoeken en heeft hij enkele maanden niets in haar zaak gedaan. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verweerder is in beroep gekomen van deze gegrondverklaring en de opgelegde maatregel. Het hof is van oordeel dat de beslissing van de raad niet volledig in stand kan blijven en legt aan verweerder de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:62
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:64 Hof van Discipline 's Gravenhage 240247
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:64
Klager verwijt zijn advocaat dat hij bij de klachtenfunctionaris in strijd met de waarheid heeft verklaard dat ze samen tot de conclusie waren gekomen dat klager geen recht had op gefinancierde rechtsbijstand. Ook verwijt hij verweerder dat hij klager een fout advies heeft gegeven, hij zonder klagers toestemming heeft gecommuniceerd met het Klachteninstituut financiële dienstverlening en klager geen kopie heeft gestuurd van de gevoerde correspondentie. De raad van discipline heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7411
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam als arbo-arts en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Geen sprake van bewust vertragen of ontzeggen van de aanvraag om een second opinion door klaagster. De arbo-arts heeft gehandeld overeenkomstig de supervisievereisten. Klaagster is wel (te) laat geïnformeerd over de supervisieconstructie, dit wordt door de arbo-arts erkend en gezien als verbeterpunt. Dit handelen had beter gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 240359
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:58
Verzoek opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet. Ten tijde van dit hoger beroep is op het dekenbezwaar als bedoeld in artikel 60ab lid 5 Advocatenwet echter onherroepelijk beslist, waarbij aan verzoeker een schorsing is opgelegd. Uit artikel 60ae Advocatenwet volgt dan dat de 60ab-schorsing van rechtswege is komen te vervallen. Gelet daarop heeft verzoeker geen rechtens te respecteren belang meer bij het onderhavige hoger beroep en wordt hij daarin niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:57
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.