Zoekresultaten 1-50 van de 45116 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:111 Raad van Discipline Amsterdam 25-008/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:111
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het verwijt dat verweerder ondoelmatig, en daarmee in strijd met gedragsregel 6 lid 1, procedeert treft geen doel. Dat de onderliggende procedure lang duurt en hoge kosten voor partijen meebrengt, staat buiten kijf. De raad heeft echter niet kunnen vaststellen dat (uitsluitend) verweerder hiervoor verantwoordelijk moet worden gehouden, laat staan dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Verder is de raad niet gebleken dat verweerder in strijd met gedragsregel 8 bewust onjuiste informatie heeft verstrekt. Het staat verweerder als advocaat van de wederpartij vrij om het standpunt van zijn cliënte op partijdige wijze weer te geven. Het feit dat klaagster het oneens is met de manier waarop verweerder de stellingen namens zijn cliënte heeft verwoord, is inherent aan het civiele geschil dat partijen verdeeld houdt. Ook van het doen van grievende uitlatingen (gedragsregel 7) is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:112 Raad van Discipline Amsterdam 25-015/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:112
Raadsbeslissing; ongegronde klacht tegen een advocaat van een derde, te weten de advocaat van de voormalig opdrachtgever van klaagster. Van schending van gedragsregel 8 is niet gebleken. Verweerder mocht zich baseren op informatie die hij had ontvangen van zijn cliënte. Het is de raad niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten verrichten naar de juistheid van deze informatie. Dat verweerder ter zitting heeft verklaard dat hij achteraf gezien - en zeker gelet op de onderhavige klachtprocedure - beter wel nader onderzoek had kunnen doen naar de juistheid van de aan hem door zijn cliënt verstrekte informatie en dat achteraf bleek dat er toch niet zoveel bewijs was voor de door zijn cliënte ingenomen stelling, maakt nog niet dat verweerders handelen tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2781
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte aantekeningen, en dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd door onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. De huisarts mocht weigeren om gegevens in het medisch dossier te vernietigen en de huisarts heeft voldoende inspanningen geleverd om klager zijn medisch dossier en de logging-gegevens van zijn medisch dossier te verstrekken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:170
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:113 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:113
Raadsbeslissing. Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:114 Raad van Discipline Amsterdam 25-330/A/NH
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:114
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht van een derde. Anders dan klager heeft betoogd, heeft verweerster niet specifieke gegevens over klager opgevraagd bij de gemeente. Verweerster heeft in verband met het entameren van een procedure opgevraagd welke personen op een bepaald adres stonden ingeschreven en vanaf wanneer dat het geval was. Verweerster ontving hierop onder meer de gegevens van klager. Hoewel het vervelend is dat klager verweersters handelwijze heeft ervaren als privacy schending, betekent dat niet dat verweerster de grenzen van het betamelijke heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:63
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2671
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:107
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:124 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-237/DH/RO
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verwijt over nodeloos procederen treft geen doel. Verweerster mocht namens haar cliënte verweer voeren op de door klager geïnitieerde procedures. Onvoldoende onderbouwd dat gedragsregel 8 is geschonden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2672
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:108
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7539
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74
Ongegronde klacht tegen oogarts. Vitrectomie na netvliesloslating. Volgens klager had de operatie eerder moeten plaatsvinden vanwege risicofactoren, is er niet adequaat gereageerd op de verergering van zijn klachten en is er onvoldoende verslaglegging. Spoedindicatie. Geen urgentie verhogende argumenten om van standpunt NOG af te wijken. Conclusies onafhankelijke onderzoekscommissie onvoldoende onderbouwd. Op goede gronden afgezien van suboptimale alternatieven. Geen dossieraantekeningen over tussentijdse telefonische hulpvraag van klager en medische afhandeling daarvan. Niet kan worden vastgesteld dat oogarts op de hoogte was. Geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de verslaglegging op dit punt.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:125 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-278/DH/DH
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:125
Voorzittersbeslissing. Klager heeft geen eigen, rechtstreeks betrokken belang bij zijn klacht of verweerster als advocaat van de wederpartij misbruik maakt van het toevoegingenstelsel. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2522
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:110
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een langlopende letselschade procedure na een ongeval een (derde) deskundigenrapport opgesteld. De conclusie in dat rapport is dat er bij klager sprake is van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis die niet het gevolg is van het ongeval. Klager is het niet eens met de wijze waarop de psychiater tot haar conclusies is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het rapport van de psychiater op drie punten niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit betreft de manier waarop de psychiater de door haar verkregen informatie heeft samengevat, de wijze van formuleren waardoor de schijn van vooringenomenheid is ontstaan en de onderbouwing van de diagnose (vermoedelijke) persoonlijkheidsstoornis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van de psychiater.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:104
De klacht tegen een psychotherapeut is deels verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Drie maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de psychotherapeut maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat klachtonderdelen a) en b) verjaard zijn en dat klachtonderdelen c) en d) wel inhoudelijk kunnen worden beoordeeld maar kennelijk ongegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2694
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:111
Klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klaagster is de zus van de psychiater. De verhoudingen tussen klaagster en haar familie is sinds jaren verstoord. De vader van klaagster en de psychiater (hierna: de vader) is in september 2012 opgenomen in een verpleeghuis. In augustus 2015 is vader overleden. Klaagster is daarna een erfrechtelijke procedure gestart tegen de psychiater en haar (andere) broer. De klacht van klaagster bestaat uit 6 klachtonderdelen. Zij verwijt de psychiater onder andere dat hij vader in 2012 wilsonbekwaam heeft verklaard en een geantedateerde schuldbekentenis heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in drie klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in één klachtonderdeel en de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2566
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:105
Klacht tegen een psychiater. Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. De psychiater heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van de psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:112 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2693
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:112
Ongegronde klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klager is de partner van de zus van de psychiater. De zus heeft de psychiater en zijn broer in rechte betrokken in een civiele procedure over de nalatenschap. Klager verwijt de psychiater dat hij in die procedure een valse verklaring heeft gegeven over de geestelijke gesteldheid en gezondheid van klager. Volgens klager heeft de psychiater hierdoor zijn beroepstitel misbruikt en de KNMG-gedragscode geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2670
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:106
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie gehad. Klager verwijt de huisarts dat zij een onjuiste prognose heeft gegeven over het herstel na de besnijdenis, dat zij hun vertrouwensrelatie heeft beschadigd en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2711 verzet
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:113
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige: het stellen van een onjuiste diagnose (schizofrenie), het geven van onvoldoende informatie over de diagnose schizofrenie en het verstrekken van medicatie waarvan klaagster bijwerkingen heeft ondervonden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in verband met verjaring en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster tegen deze beslissing verworpen. Het verzet tegen die beslissing is door het Centraal Tuchtcollege niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7828
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:167
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts onder meer dat hij haar niet heeft ingelicht over het feit dat een brug niet zonder verdikking kon worden gemaakt. Naar het oordeel van het college was het noodzakelijk om voorafgaand aan de behandeling aan de hand van een aantal kleurenfoto’s een goede inschatting te maken van de (on)mogelijkheden voor een oplossing. Daarnaast was het noodzakelijk om voorafgaand aan de behandeling een duidelijk en volledig zorgplan op te maken aan de hand waarvan klaagster geïnformeerd had moeten worden over de mogelijkheden, maar vooral de onmogelijkheden. Hieraan heeft het ontbroken. Voor het overige is de klacht ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7780
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:168
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon en over nalatigheden bij het bijhouden van het dossier. Het college overweegt dat de kroon bij de controles geen potentieel probleem vormde en dat nadere diagnose niet nodig was. Er was geen aanleiding om klaagster te verwijzen naar een implantoloog of om haar de optie van een second opinion aan te bieden. Het college heeft geen bijzonderheden geconstateerd in de verslaglegging van de controles die de tandarts heeft uitgevoerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7781
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:169
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft klaagster bij twee periodieke controles gezien. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon in het gebit van klaagster en nalatigheden bij de dossiervorming. Het college overweegt dat de kroon bij de controles geen potentieel probleem vormde en dat nadere diagnose niet nodig was. Er was geen aanleiding om klaagster te verwijzen naar een implantoloog of om haar de optie van een second opinion aan te bieden. Het college heeft geen bijzonderheden geconstateerd in de verslaglegging van de twee periodieke controles. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7782
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:170
Gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon en over nalatigheden bij het bijhouden van het dossier. Dat een spoedafspraak is afgezegd, omdat niet het juiste gereedschap in de praktijk aanwezig was, is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het valt de tandarts wel aan te rekenen dat zij er ten onrechte van is uitgegaan dat een nieuwe afspraak niet nodig zou zijn, en dat zij dit niet bij klaagster heeft geverifieerd. Een deel van de gebeurtenissen lijkt verder te wijten te zijn aan het functioneren van de balie van de tandartspraktijk. De tandarts heeft als praktijkvoerder onvoldoende haar verantwoordelijkheid genomen bij het aansturen van de medewerksters van de balie. Beide klachtonderdelen gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6643
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:171
Ongegronde klacht tegen een orthopedagoog-generalist. De orthopedagoog-generalist heeft een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd bij de dochter van klaagster. Daarna vonden adviesgesprekken plaats met klaagster en haar ex-partner over de bevindingen vanuit het onderzoek. Klaagster verwijt de orthopedagoog-generalist dat zij onprofessioneel heeft gehandeld en onvoldoende regie heeft gehouden. Daarnaast verwijt klaagster haar dat zij onterecht een melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Het eerste klachtonderdeel is deels verjaard, dus klaagster is voor dat deel niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht ongegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de orthopedagoog-generalist onprofessioneel heeft gehandeld dan wel onvoldoende regie heeft gehouden. Van partijdigheid of onzorgvuldigheid is niet gebleken. De orthopedagoog-generalist heeft naar voren gebracht dat zij wellicht na afronding van het psychodiagnostisch onderzoek had moeten stoppen met het traject met de beide ouders, ondanks dat klaagster haar had gevraagd de begeleiding voort te zetten. Het college onderschrijft dit, maar is tevens van oordeel dat dit niet voldoende is om een tuchtrechtelijk verwijt op te leveren. Voor wat betreft de Veilig Thuismelding is het college is van oordeel dat de orthopedagoog-generalist voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat zij bij het doen van de melding het stappenplan uit het afwegingskader heeft gevolgd en een zorgvuldige afweging heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7028
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:165
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft een arterielijn geplaatst in de rechteronderarm van klaagster. Als gevolg van een complicatie na het inbrengen van de arterielijn heeft klaagster een spoedoperatie moeten ondergaan en is er blijven schade ontstaan. Niet kan worden vastgesteld dat de arts bekend was met de wens van klaagster geen arterielijn in de rechterarm geprikt te krijgen. Geen aanwijzingen dat de ingreep niet zorgvuldig is uitgevoerd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8581
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:72
Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7917
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:166
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster een kies (element 46) verwijderd. Bij klaagster is een tandkasontsteking opgetreden. Ook kreeg zij te maken met losse botstukjes. Klaagster verwijt de kaakchirurg dat hij de operatie onjuist heeft uitgevoerd en onvoldoende nazorg heeft geboden. Het college heeft geen aanwijzingen dat de uitvoering van de operatie niet volgens de beroepsnormen is uitgevoerd. In verband met de klachten heeft klaagster gebruikelijke medicatie voorgeschreven gekregen. Het kan de kaakchirurg niet worden aangerekend dat zij allergische reacties op de medicatie kreeg. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8584
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:73
Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-16
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:15
Klager stelt dat hij de Lotto Jackpot heeft gewonnen en hij verwijt de notaris dat hij de prijs van klager niet heeft vastgesteld. Bij de trekking dient de notaris het proces te bewaken en te controleren of er geen onregelmatigheden plaatsvinden. Dat heeft de notaris gedaan. De notaris heeft verder voldaan aan de uit het deelnemersreglement voortvloeiende verplichting om vast te stellen op welke voorspellingen één of meer prijzen zijn gevallen. Het behoort niet tot de taak van de notaris om vast te stellen welk individu de juiste voorspelling heeft gedaan. De notaris heeft derhalve aan zijn verplichtingen voldaan. Ook voor het overige ziet de kamer geen reden om de klacht gegrond te verklaren. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-290/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:118
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een langlopende echtscheidingszaak ongegrond. Niet gebleken van onnodig grievende of evident ongefundeerde beschuldigingen. Dat verweerster bepaalde standpunten – die klager als kwetsend ervaart – herhaalt, maakt ze niet onnodig grievend. Het is niet aan klager om verweerster te beknotten in wat zij namens de vrouw aanvoert. Verweerster heeft in een exploot een toevoeging laten opnemen die niet in het dictum van het betreffende vonnis stond. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-338/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:169
Voorzitterbeslissing. De voorzitter verklaart diverse klachten over een advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-46
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:16
Klagers verwijten de notaris het volgende: de notaris had de executoriale verkoop dienen op te schorten in afwachting van de uitkomst van de lopende procedures, de notaris handelde als verlengstuk van de gemeente, de notaris heeft gehandeld in strijd met de verplichting zo hoog mogelijke opbrengst te verwezenlijken, de notaris had hypotheekhouder in gelegenheid moeten stellen het executietraject over te nemen, informatieplicht en eindafrekening. De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-744/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:119
Raadbeslissing. Verweerder heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding gehandeld door bij een processtuk producties op te nemen met daarin uitlatingen van zijn cliënte over de mediation. Verweerder heeft de betreffende producties onvoldoende gecontroleerd en lichtvaardig ingediend. Hij heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en klagers vertrouwen dat alles uit de mediation geheim zou blijven geschaad. De raad ziet in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding te volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:103 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-313/DB/OB
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:103
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht en heeft geweigerd om te zoeken naar een redelijke oplossing is niet gebleken. Ook het verwijt dat dat verweerder gegevens heeft vervalst en bewust valse documenten heeft ingeleverd bij de rechtbank en andere instanties, mist feitelijke grondslag. Voor de juistheid van het verwijt dat verweerder klaagsters leven en financiële situatie heeft ondermijnd heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden. IN alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-883/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:120
Raadsbeslissing. Verweerder is in zijn bijstand aan klager op meerdere momenten onvoldoende voortvarend geweest. Zo heeft het starten van een kort geding bijna een jaar gekost, terwijl klager meermaals heeft aangegeven dat het financieel zo niet verder kon. Ook heeft verweerder, nadat betekening van het vonnis niet was geslaagd, het vonnis niet direct opnieuw laten betekenen. Verweerder heeft daarbij ook op meerder momenten onvoldoende met klager gecommuniceerd. Zo heeft hij klager onder meer niet laten weten dat de betekening niet geslaagd was. Hij heeft klager ook niet geïnformeerd over de beslissing om toch geen bodemprocedure te starten. Er is sprake van schending van de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-239/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:114
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor de belangen van klaagster uit het oog heeft verloren. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is in de verklaringen van de getuigen en in de conclusie van verweerder dat er geen redelijke kans is om de aansprakelijkheid voor de klachten en schade van klaagster erkend te krijgen, maar dat betekent niet dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor steken heeft laten vallen. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-252/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:121
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerster bij de behandeling van de klacht van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de overgelegde beslissing van verweerster blijkt dat verweerster alle onderdelen van de klacht van klager heeft behandeld en per klachtonderdeel uitvoerig uiteen heeft gezet hoe zij tot haar beslissing komt. Het tijdstip waarop de beslissing door verweerster aan klager is gemaild, zegt niets over de zorgvuldigheid waarmee verweerster de klacht heeft beoordeeld. Geen aanleiding om te twijfelen aan de objectiviteit en onafhankelijkheid van verweerster in haar rol van klachtenfunctionaris. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:52 Accountantskamer Zwolle 24/4054 Wtra AK
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:52
Klacht tegen externe accountant die de jaarrekeningen van klagers, beleggingsmaatschappijen, over de jaren 2013 tot en met 2019 heeft gecontroleerd en voorzien van goedkeurende controleverklaringen. Klagers menen dat zij in die periode de dupe zijn geworden van fraude, die werd gepleegd door haar voormalig bestuurder en directeur samen met een projectontwikkelaar in Costa Rica. Volgens klagers heeft betrokkene de jaarrekeningen telkens ten onrechte goedgekeurd. De klacht is geheel gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling op voor de duur van zes maanden.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-246/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:115
Voorzittersbeslissing. Klacht grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerster in de periode waarover de klacht gaat geen advocaat was. Klacht over het betrekken van haar patroon bij de tuchtklacht is kennelijk ongegrond; dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wordt zelfs aangemoedigd gelet op de begeleiding van een patroon aan een advocaat-stagiair.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:166
Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:116
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:167
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:123
Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-55
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:14
De klacht is ingediend door een bewindvoerder. Voor zover de bewindvoerder klaagt over handelingen of nalaten jegens de onderbewindgestelde gaat zij daarmee buiten haar bevoegdheden als bewindvoerder en is zij in dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk. Voor zover de klacht ziet op het niet tijdig reageren op een schrijven van de gemachtigde heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard. Niet is gebleken dat er niet binnen een redelijke termijn werd gereageerd. Het verzoek tot verstrekken van de stukken werd gedaan en twee maanden later werd de klacht, op dat punt welhaast rauwelijks, ingediend.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:117
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:168
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7671
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160
Gegronde klacht van de IGJ tegen een arts. De IGJ is ontvankelijk en het rapport wordt in de beoordeling betrokken. De arts is werkzaam als arts aan gedetineerden en arrestanten. Het is aannemelijk geworden dat de arts twee bezoeken heeft afgelegd aan een patiënt met pijnklachten. Het verweer van de arts, dat hij patiënt maar één keer heeft gezien, is onvoldoende onderbouwd. De arts heeft op onzorgvuldige wijze off-label methadon verstrekt aan de patiënt die acute pijn had. Hij is daarmee afgeweken van de relevante richtlijnen en protocollen, zonder deugdelijke motivering. Daarnaast heeft de arts met betrekking tot de patiënt geen medisch dossier bijgehouden van zijn behandelcontacten met hem en de in dat kader voor de zorgverlening verrichte handelingen. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met omschrijving van bijzondere voorwaarden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7529
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager stelt dat de orthopedisch chirurg ten onrechte en zonder deugdelijk informed consent is overgegaan tot operatieve stabilisatie van zijn schouder. Volgens de orthopedisch chirurg vormde de ernstige pijnklachten van klager de belangrijkste indicatie voor de operatie en is een uitgebreide informed consent procedure gevolgd. Het college overweegt dat over de vraag wanneer bij chronische instabiliteit van de schouder tot een operatie moet worden overgegaan discussie mogelijk is. Er bestaan hiervoor geen richtlijnen. De vraag rijst of in dit geval niet te snel is besloten tot een AC-reconstructie, een in de ogen van het college ingewikkelde operatie met een onzekere uitkomst. Het is het college niet duidelijk geworden welke fysiotherapeutische behandeling klager precies heeft gehad. Mogelijk was in dit geval op zijn plaats geweest om in eerste instantie wat uitgebreider een afwachtend beleid te voeren, met gerichte behandeling door een schouderfysiotherapeut, waarna altijd nog tot een operatie had kunnen worden besloten. Daar staat tegenover dat klager ernstige pijnklachten had. Gelet op de bandbreedte die bestaat ten aanzien van de indicatiestelling is het college van oordeel dat het de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk niet kan worden verweten in dit geval tot operatie te hebben geadviseerd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:106 Raad van Discipline Amsterdam 24-939/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Door klaagster niet tussentijds te informeren over de kosten, heeft verweerster niet aan haar informatieplicht richting klaagster voldaan. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten. De raad houdt bij de oplegging van de maatregel rekening met het schoon tuchtrechtelijk verleden van verweerster en het inzicht dat zij ter zitting heeft getoond in haar handelen. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing daarom passend.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 903
- Volgende pagina zoekresultaten