ECLI:NL:TGZCTG:2025:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2671

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2025:107
Datum uitspraak: 30-06-2025
Datum publicatie: 02-07-2025
Zaaknummer(s): C2024/2671
Onderwerp: Onzorgvuldige dossiervorming
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2671 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

D.,huisarts, werkzaam te B., verweerster in beide instanties,

gemachtigde: mr. H.B.M. Vrieling, verbonden aan VvAA Legal te Utrecht.

1. De kern van de zaak

1.1 Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Een paar weken later heeft klager de huisarts geconsulteerd. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.

1.2 Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

2. Verloop van de procedure in beroep

2.1 Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Hertogenbosch van 20 november 2024 met nummer H2023/6744 (ECLI:NL:TGZRSHE:2024:132). De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.

2.2 Het Centraal Tuchtcollege heeft kennisgenomen van de inhoud van het dossier bij het Regionaal Tuchtcollege en van het beroepschrift en het verweerschrift in beroep.
2.3 De zaak is op de zitting van het Centraal Tuchtcollege van 14 mei 2025 tegelijk behandeld met de zaken C2024/2670, C2024/2672 en C2025/2781. De zaken zijn niet gevoegd. Klager en de huisarts waren op de zitting aanwezig. De huisarts werd bijgestaan door mr. Rippen, kantoorgenoot van mr. Vrieling. Partijen hebben vragen van het college beantwoord en hun standpunten nader toegelicht. De spreekaantekeningen die klager daarbij heeft gebruikt zijn aan het dossier toegevoegd.

3. De feiten

3.1 Net als het Regionaal Tuchtcollege gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten.

3.2 Klager is sinds 1 november 2022 patiënt bij de praktijk waar verweerster sinds 2000 werkzaam is (hierna: ‘de praktijk’). Op 9 januari 2023 heeft klager een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek.

3.3 Op 27 februari 2023 is klager bij verweerster op het spreekuur geweest. In het medisch dossier van klager heeft verweerster het volgende genoteerd (alle citaten inclusief taal- en typfouten):

“S Stress door moeilijke tijd. Gaat een klacht indienen. Heeft foto’s gestuurd naar een kliniek in [naam land] en die spreken over een “highly irregular procedure”. Hij wil graag dat ik ook nog kijk en noteer wat ik zie, dat werkt voor hem ondersteunend. Hij is verder wel veel rustige dan de vorige keer en slaapt beter. Hij meldt ook nog dat er bij een erectie aan de achterkant te weinig en aan de voorkant te veel huid lijkt te zitten.

O net onder de glans een wat oedemateuze rand, die in een golflijntje afloopt naar een diepliggend litteken

E Circumcisie

P besproken dat wij als huisartsen niet echt deskundig zijn in operatietechnieken e.d., daar kunnen we niets over zeggen. We kunnen alleen beschrijven wat we zien”.

3.4 Op 3 maart 2023 heeft weer een consult met verweerster plaatsgevonden. Verweerster heeft hierover het volgende genoteerd in het medisch dossier van klager:

“S Graag bellen: prive dingen bespreken over medisch dossier. Was het niet helemaal eens met iets wat er stond over second opinion, maar zag later dat er nieuwe dingen waren geschreven waar hij het wel mee eens is. Heeft gesproken met een andere besnijdenisarts, maar die wil de er niets over zeggen. Een waarom wij geen medische verklaring afgeven ?

E Circumcisie

P uitleg gegeven. In geval van een ti=uchtzaak worden er zo nodig medische deskundigen ingeschakeld. Wij kunnen niets verklaren over zaken waar we geen verstand van hebben. het is hem allemaal meer duidelijk geworden.”

3.5 Na het consult op 3 maart 2023 is verweerster niet meer bij de zorg aan klager betrokken geweest.

4. Beoordeling van het beroep
Waar gaat het in beroep over

4.1 Klager is het niet eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep van klager heeft tot doel dat het Centraal Tuchtcollege de zaak in volle omvang beoordeelt en de klacht alsnog gegrond verklaart.

4.2 De huisarts heeft verweer gevoerd en verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep van klager te verwerpen.

Inhoudelijke beoordeling

4.3 Het Centraal Tuchtcollege heeft kennisgenomen van de inhoud van de aan het Regionaal Tuchtcollege voorgelegde klacht en het debat dat partijen daarover schriftelijk bij dat tuchtcollege hebben gevoerd. Het door het Regionaal Tuchtcollege opgebouwde zaaksdossier is aan het Centraal Tuchtcollege gestuurd en door het Centraal Tuchtcollege bestudeerd. In beroep hebben partijen het debat schriftelijk nog een keer gevoerd. Daarbij heeft ieder van hen standpunten ingenomen over de door het Regionaal Tuchtcollege vastgestelde feiten en de door dat college gegeven beschouwingen en beslissingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2025 is dat debat voortgezet.

4.4 Op grond van de stukken en dat wat door partijen over en weer ter terechtzitting in beroep nog naar voren is gebracht, is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht van klager terecht in alle onderdelen ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege en neemt deze hier over. Het Centraal Tuchtcollege is evenals het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het beroepschrift en verweerschrift, en de toelichting van partijen op de zitting geven het Centraal Tuchtcollege wel aanleiding tot enkele aanvullende opmerkingen.

4.5 Klager heeft op de zitting nog toegelicht dat hij na elk consult thuis in het patiëntenportaal inlogde en daar minder informatie las dan wat tijdens het consult was besproken. Zo miste klager bepaalde onderzoeksuitslagen en beschrijvingen van zijn klachten. In het medisch dossier dat klager later ontving stond die informatie wel, aldus klager. De huisarts heeft op de zitting verklaard niet bekend te zijn met de verschillen tussen het digitale patiëntenportaal en het medisch dossier.

4.6 Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat een digitaal patiëntenportaal zoals door veel huisartsenpraktijken wordt gebruikt, beperktere informatie aan de patiënt laat zien dan wat in het medisch dossier staat genoteerd. In het portaal wordt namelijk niet het gehele medisch dossier getoond, maar alleen de belangrijkste delen van het medisch dossier zoals de medicatie, de zogeheten actieve episodes en notities van de huisarts achter de E en P regel. Dit is een gangbare werkwijze binnen de huisartsenzorg in Nederland. Het is begrijpelijk dat hierover misverstanden kunnen ontstaan tussen zorgverleners en patiënten, maar dit betekent niet dat de huisarts een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Het Centraal Tuchtcollege merkt tot slot nog het volgende op over de overweging vooraf van het Regionaal Tuchtcollege onder 6.6. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat niet kan worden vastgesteld of het consult van 3 maart 2023 telefonisch of in de praktijk heeft plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege merkt op dat het beter was geweest als uit de SOEP-registratie van het consult zou blijken wat voor consult het was geweest. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat in het medisch dossier bij het consult van 3 maart 2023 onder de tweede kolom “Srt” de “T” staat. Hieruit volgt dat het contact dat heeft plaatsgevonden een telefonisch contact was.

4.7 Het voorgaande betekent dat de het beroep zal worden verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door C.H.M. van Altena, voorzitter, Y. Buruma en M.W. Zandbergen, leden-juristen, en C.A. Lindeboom en W. de Ruijter, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E. van der Linde, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2025.

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.