ECLI:NL:TGZCTG:2025:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2566

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2025:105
Datum uitspraak: 30-06-2025
Datum publicatie: 02-07-2025
Zaaknummer(s): C2024/2566
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen:
  • Niet-ontvankelijk
  • Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een psychiater. Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. De psychiater heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van de psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2566 van:

A., wonende in B., appellant, klager in eerste aanleg, hierna: klager,

tegen

C., psychiater, destijds werkzaam in D., verweerder in beide instanties, hierna: de psychiater, gemachtigde: mr. M.F. van der Mersch, werkzaam

in Amsterdam.

1. Kern van de zaak

1.1 Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. Verweerder heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van verweerder.

1.2 Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en zal het beroep van klager verwerpen.

2. Verloop van de procedure in beroep

2.1 Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing in raadkamer van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in ‘s-Hertogenbosch van 24 juli 2024 met nummer H2023/6624. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is als bijlage aan deze beslissing gehecht. De psychiater heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

2.2 De zaak is behandeld op de openbare zitting van het Centraal Tuchtcollege van 26 mei 2025. Klager, de psychiater en de gemachtigde van de psychiater waren daar aanwezig. Partijen hebben vragen van het college beantwoord en hun standpunten nader toegelicht. De spreekaantekeningen die klager en mr. Van der Mersch daarbij hebben gebruikt, zijn toegevoegd aan het dossier van het Centraal Tuchtcollege.

3. De feiten

3.1 Het Centraal Tuchtcollege gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de feiten zoals weergegeven in overweging ‘3. De feiten’ van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Deze weergave is in beroep niet of in elk geval onvoldoende, bestreden.

4. Beoordeling van het beroep

Waar gaat het in beroep over?

1. Volgens klager heeft verweerder onzorgvuldig/onjuist gehandeld, omdat:

  1. klager geen klachtenregeling van verweerder heeft gekregen;
  2. verweerder op geen enkel punt gehoor wil geven aan zijn brief van 23 oktober 2023;
  3. verweerder informatie doorstuurt naar zijn advocaat, maar verzuimt om klager te berichten;
  4. verweerder zich beroept op zijn deskundigheid als geregistreerde in het BIG-register waar klager ernstige twijfels over heeft.

4.2 Klager is het niet eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep van klager heeft tot doel dat zijn klacht alsnog gegrond wordt verklaard. In het beroepschrift maakt klager de psychiater verder de volgende vier verwijten:

1. klager wordt niet genoemd als opdrachtgever;

2. voor klager is onduidelijk wat in het rapport met de passage “niet heeft verteld of niet heeft kunnen weten” wordt bedoeld;

4. de psychiater heeft aan klager geen legitimatie getoond of afgegeven;

7. klager is door de psychiater niet verwezen voor een second opinion.

4.3 De psychiater kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep van klager te verwerpen.

Inhoudelijke beoordeling

4.4 Uit het oogpunt van een goede en eerlijke procesorde kunnen in beroep alleen die klachten ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege worden voorgelegd die deel uitmaken van de oorspronkelijke klacht die aan het Regionaal Tuchtcollege is voorgelegd. Nieuwe klachten vallen buiten het bereik van het beroep. Met uitzondering van het derde verwijt heeft klager de in zijn beroepschrift genoemde verwijten niet eerder ter beoordeling aan het Regionaal Tuchtcollege voorgelegd. Klager is niet-ontvankelijk in de nieuwe klachten die hij in beroep heeft toegevoegd. Dit betekent dat het Centraal Tuchtcollege deze klachten niet inhoudelijk kan beoordelen.

4.5 Op basis van de stukken en de mondelinge toelichting daarop komt het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht (in al haar onderdelen) terecht ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de behandeling van de zaak in beroep geen aanleiding geeft tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege en neemt datgeen wat het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De overwegingen van het college’ heeft overwogen hier over. Het Centraal Tuchtcollege is net als het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.6 Klager heeft op de zitting toegelicht dat hij na het gesprek op 9 mei 2023 positieve verwachtingen had van het advies van de psychiater en het rapport hem daarom heeft teleurgesteld. Het staat vast dat de psychiater tijdens het gesprek geen uitspraken heeft gedaan over de inhoud van zijn advies. De psychiater kan daarom niet worden verweten dat bij klager onbedoeld verkeerde verwachtingen zijn ontstaan. Het Centraal Tuchtcollege heeft de BIG-registratie van de psychiater gecontroleerd. Uit de BIG-registratie volgt dat de psychiater beschikt over de wettelijke vereisten om als psychiater te mogen werken. Voor de psychiater bestaat geen (wettelijke) verplichting tot het verstrekken van de door klager gevraagde gegevens.

Conclusie

4.7 Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard. Dit betekent dat het beroep van klager wordt verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart klager niet-ontvankelijk voor zover hij in beroep nieuwe klachten heeft ingediend;

verwerpt het beroep voor het overige.

Deze beslissing is genomen door Z.J. Oosting, voorzitter, H.M. Wattendorff en R.H. Zuijderhoudt, leden-juristen, en J.A.M. Rutgers en E.J. Stevelmans, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door

K.M. ten Pas, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2025

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE ’s-HERTOGENBOSCH

Beslissing in raadkamer van 24 juli 2024 op de klacht van:

A., wonende in B., klager,

tegen

C., psychiater,

destijds werkzaam in D., verweerder, hierna ook: de psychiater,

gemachtigde: mr. M.F. van der Mersch, werkzaam in Amsterdam.

7. Waar gaat de zaak over?

7. Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. Verweerder heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van verweerder.

8. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure

2. De procedure blijkt uit:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 14 november 2023;
  • de brief van de secretaris aan klager, gedateerd op 1 december 2023;
  • het aanvullende klaagschrift, ontvangen op 14 december 2023;
  • het verweerschrift met de bijlagen, ontvangen op 1 februari 2024.

2. De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

3. Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. Wat is er gebeurd?

3.1 Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager waren ingetrokken, heeft hij

een medisch adviesbureau opdracht gegeven onderzoek te verrichten met betrekking tot zijn psychische gesteldheid. Op 9 mei 2023 heeft verweerder dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Op 2 juni 2023 heeft verweerder rapport uitgebracht. Klager vraagt zich af of verweerder wel bevoegd was om dit onderzoek te verrichten en klaagt er onder meer over dat verweerder hem bepaalde informatie niet wil verstrekken.

4. De klacht en de reactie van de verweerder

2. Volgens klager heeft verweerder onzorgvuldig/onjuist gehandeld, omdat:

  1. klager geen klachtenregeling van verweerder heeft gekregen;
  2. verweerder op geen enkel punt gehoor wil geven aan zijn brief van 23 oktober 2023;
  3. verweerder informatie doorstuurt naar zijn advocaat, maar verzuimt om klager te berichten;
  4. verweerder zich beroept op zijn deskundigheid als geregistreerde in het BIG-register waar klager ernstige twijfels over heeft.

3. Verweerder heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Hij voert ten aanzien van klachtonderdeel a) het verweer dat de verantwoordelijkheden voor de klachtenregeling op het medisch adviesbureau rusten, en dat deze een klachtenregeling heeft die voor iedereen op de website te vinden en te raadplegen is. Verder heeft hij de verzoeken van klager niet als klacht opgevat. Ten aanzien van klachtonderdeel b) voert hij aan dat zijn advocaat heeft gereageerd op de brief van klager van 23 oktober 2023. Ten aanzien van klachtonderdeel c) voert hij als verweer dat hij bevoegd is informatie naar zijn advocaat te sturen. Ten aanzien van klachtonderdeel d) stelt hij dat het BIG-register een wettelijk verankerd systeem is waarop kan worden vertrouwd.

4. Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

Welke criteria gelden bij de beoordeling?

    1. De vraag is of verweerder de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende psychiater. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de psychiater geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.
    2. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
      Klachtonderdeel a) klager heeft geen klachtenregeling van verweerder ontvangen
    3. Op grond van artikel 13 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) dient de zorgaanbieder een klachtenregeling te verzorgen. In dit geval is het medisch adviesbureau de zorgaanbieder, zodat zij een klachtenregeling dient te verzorgen en niet de namens haar optredende individuele zorgverlener (verweerder). Verweerder heeft klager in zijn e-mailbericht van 27 juli 2023 ook voor verdere vragen verwezen naar de directeur van het medisch adviesbureau. Verweerder treft ter zake dan ook geen verwijt. Dit klachtonderdeel is dus ongegrond.

Klachtonderdeel b) verweerder wil op geen enkel punt gehoor geven aan de brief van klager aan verweerder van 23 oktober 2023

5.4. Klager verzoekt in deze brief om het identiteitsbewijs van verweerder, bewijzen van zijn opleiding, de naam van zijn hoogleraar, de beoordeling van zijn scriptie, zijn cijferlijst, zijn leidinggevende bij zijn opdrachtgever, zijn KvK-nummer, en zijn certificeringsbewijs voor beoordelingsbevoegdheid.

5.5. Het college oordeelt als volgt. Verweerder is BIG-geregistreerd. Het BIG-register is een wettelijk, openbaar register dat duidelijkheid geeft over de bevoegdheid van een zorgverlener. Alleen wie in het BIG-register staat, mag een beschermde beroepstitel voeren en mag de bij het beroep horende voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren. Registratie in het BIG-register betekent aldus dat de zorgverlener voldoet aan de wettelijke eisen (zoals het hebben van het juiste diploma) om de beschermde beroepstitel te mogen gebruiken en zelfstandig in het beroep te mogen werken. De registratie van verweerder als psychiater in dit register maakt dat hij bevoegd is het door hem uitgevoerde onderzoek te verrichten. Er bestaat geen (juridische) basis voor het moeten verstrekken van andere gegevens dan die in het BIG-register staan opgenomen. De weigering van verweerder om de gevraagde gegevens te verstrekken is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Klachtonderdeel c) verweerder stuurt informatie door naar zijn advocaat, maar verzuimt om klager te berichten

    1. Verweerder is gerechtigd om een advocaat in te schakelen die in deze kwestie namens hem optreedt. Op deze wijze kan een advocaat in het belang van een goede rechtsbedeling (mede) zorgdragen voor de rechtsbescherming van verweerder. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.

Klachtonderdeel d) verweerder beroept zich op zijn deskundigheid als geregistreerde in het BIG-register waar klager ernstige twijfels over heeft

5.7 Het college verwijst naar de motivering onder r.o. 5.5.Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Slotsom

5.8 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.

6. De beslissing

De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 24 juli 2024 door P.J.M. Rouwen, voorzitter,

L.A.J. Stouthamer-Verschuren en R.J.M. Lardinois, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door

T.G. Nijenkamp, secretaris.

secretaris w.g. voorzitter w.g.


Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG):

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • het college u geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het CTG, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te ‘s-Hertogenbosch. Het beroepschrift moet zijn ontvangen binnen zes weken nadat het RTG de beslissing aan u heeft verstuurd.

Vanwege mogelijke vertraging bij de bezorging van post, kunt u uw beroep ook per e-mail indienen. Dan weet u zeker dat het RTG uw beroep op tijd ontvangt. U stuurt dan binnen die zes weken uw e-mail naar TG-DenBosch@minvws.nl. U moet het originele beroepschrift nog wel per post nasturen.

U hoeft bij uw brief of e-mail niet meteen de reden(en) van uw beroep op te geven. U ontvangt van het CTG bericht over de extra tijd die u krijgt om die redenen later toe te sturen.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het CTG. U ontvangt hierover bericht. Als u helemaal of voor een deel gelijk krijgt, ontvangt u het griffierecht terug.