Zoekresultaten 1-50 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-933/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft ten onrechte de (historische) adresgegevens van klager opgevraagd bij de afdeling burgerzaken van de gemeente. De raad is van oordeel dat uit de in verweersters brief aan de gemeente vervatte onderbouwing van het verzoek om de uittreksels te verstrekken, in samenhang bezien met de inhoud van de door verweerster ingediende processtukken, genoegzaam is gebleken dat verweerster het verzoek aan de gemeente heeft gedaan met het doel om bewijs te vergaren. Bewijsvergaring mag echter geen reden zijn voor het opvragen van een uittreksel uit de registers. Verweerster heeft daarnaast in strijd gehandeld met gedragsregel 25 doordat zij bij brief van 16 februari 2024 rechtstreeks contact heeft opgenomen met klager. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-958/DB/LI

    Tussenbeslissing. Terug verwijzing naar deken

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:91 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-908/DB/LI 25-040/DB/LI 25-041/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen voormalig advocaat. De klacht dat verweerder mevrouw P ertoe heeft aangezet dan wel het haar heeft toegestaan om gebruik/misbruik te maken van cliënteninformatie uit klaagsters dossier, dan wel dat hij mevrouw P van informatie heeft voorzien, is niet-ontvankelijk. Het feit dat mevrouw P over de in deze klacht bedoelde informatie beschikte vloeit namelijk rechtstreeks voort uit de reeds tuchtrechtelijk verwijtbaar bevonden constructie, die inhield dat verweerder als advocaat van betrokken partijen een aandeelhoudersovereenkomst had opgesteld, terwijl hij daarbij zelf (indirect) partij was en (financiële) belangen had, terwijl die aandeelhoudersovereenkomst bepaalde dat verweerder maandelijks een bedrag van tenminste € 3.000,- mocht declareren, ongeacht de aard en omvang van de verrichte werkzaamheden. Hierover heeft het Hof van Discipline op 9 augustus 2024 (ECLI:NL:TAHVD:2024:214) reeds een onherroepelijke eindbeslissing genomen, waarbij aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing van zes weken is opgelegd. Om die reden kan klaagster gelet op het bepaalde in artikel 47b Advocatenwet niet in deze klacht worden ontvangen. Klaagster heeft verder onvoldoende onderbouwd, met concrete feiten en omstandigheden, dat zij door de gestelde overtreding van artikel 7.4 Voda en het door verweerder aanbieden van een ongeoorloofde abonnementsvorm rechtstreeks in haar eigen belangen is of kon worden geschaad. In zoverre niet-ontvankelijk. Verweerder had de aansprakelijkstelling van 22 maart 2024 met bekwame spoed moeten doorgeleiden aan zijn verzekeraar, hetgeen hij heeft nagelaten. Ook heeft hij ondanks de herhaalde verzoeken geen specificaties van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering aan klaagster verstrekt. In zoverre gegrond. Schorsing zes weken, waarvan vier voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7134

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een cardioloog. Klager is vanuit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland voor de overname van de behandeling, meer specifiek voor het plaatsen van een stent. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis. De cardioloog heeft klager op 18 maart 2020 op het poliklinisch spreekuur gezien en was hierna verantwoordelijk voor de stentprocedure die klager onderging.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de cardioloog.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-785/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:92 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-836/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van het gegeven advies. Niet gebleken dat verweerder klaagster onjuist heeft geadviseerd door klaagster voor te houden dat zij niet zonder bijstand van een advocaat in verzet kon gaan van een verstekvonnis. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7135

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Klager is na ontslag uit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland met de vraagstelling of sprake was van COPD. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Meer specifiek blijkt uit de stukken van de kliniek niet dat er een plekje op de longen zou zijn gezien, wat nader moest worden onderzocht, zoals klager betoogt. De reden voor verwijzing van de huisarts naar de longpoli was het onderzoeken van de aanwezigheid van COPD, zoals ook door de kliniek is genoteerd. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de longarts.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-818/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-950/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Hoewel het beter was geweest als verweerder gedurende de behandeling van klagers zaak rekening had gehouden met klagers behoeften op dit punt, is de raad van oordeel dat uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet blijkt dat verweerder zodanig is tekortgeschoten in de communicatie met klager, dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden, onvoldoende voortvarendheid heeft betracht en weinig tot niets voor klager heeft gedaan is evenmin gebleken. De overdracht van het dossier aan de opvolgend advocaat had zeker sneller gekund. Voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt aan verweerder ziet de raad echter onvoldoende aanleiding. Dat klager door de opgetreden vertraging in zijn belangen is geschaad is de raad namelijk niet gebleken. De klacht dat verweerder onbehoorlijke opmerkingen heeft gemaakt mist feitelijke grondslag. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-880/DB/OB

    Raadbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is naar het oordeel van de raad niet gebleken dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat zij hem in de strafzaak zou bijstaan. Bij die stand van zaken kan verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij niet aanwezig is geweest bij het politieverhoor en dat zij geen verzet heeft ingesteld tegen de strafbeschikking. Omdat verweerster klager in de OTS-procedure evenmin heeft bijgestaan, kan van de door klager verweten (ontijdige) onttrekking in die zaak geen sprake zijn. De klacht dat verweerster klager heeft beticht van het niet betalen van een factuur van € 321,00, die, aldus klager, nimmer is verzonden en mogelijk ook niet bestaat mist tot slot feitelijke grondslag. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755926/NT 24-31 756858/NT 24-35

    De klacht bestaat uit meerdere klachtonderdelen: a. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de woning niet meer op naam van erflaatster stond, maar dat zij één van de eigenaren was, wiens toestemming vereist was voor de verkoop en overdracht. De verkoop en overdracht van de woning heeft echter plaatsgevonden zonder dat klaagster als (mede)eigenaar daarmee akkoord was gegaan. Klaagster heeft nooit een volmacht afgegeven aan de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. De notaris had de akte dus niet mogen passeren. b. De notaris en de toegevoegd notaris hebben de identiteit (van de broer van klaagster) niet gecontroleerd. c. Klaagster heeft geen (concept)koopakte ontvangen. d. In de koopakte is onjuiste informatie vermeld. e. Er is sprake van belastingontduiking dan wel belastingontwijking waaraan klaagster mogelijk heeft meegewerkt. De kamer overweegt onder meer dat er geen beletselen waren voor de notaris om zijn ministerie te verlenen aan de overdarcht van de woning. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 240218

    Klacht over eigen advocaat. Het hof ziet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan de raad heeft gedaan en het hof sluit zich dan ook aan bij de beoordeling van de raad en neemt die over. Het hof voegt daar nog aan toe dat ook het hof niet is gebleken dat verweerder zonder planning of ongestructureerd te werk is gegaan, dat door hem risico’s verkeerd zijn ingeschat of dat hij ondeskundig zou zijn. Verder heeft het hof ook niet kunnen vaststellen dat verweerder excessief heeft gedeclareerd.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755566/NT24-26

    Klager heeft een kavel (1 C) gekocht waarop een villa mocht worden gebouwd. Het probleem is echter dat er maar één omgevingsvergunning is verleend voor kavel 1 (die bestaat uit de kavels 1a, 1b en 1c). Die omgevingsvergunning blijkt te zijn gebruikt door de koper van kavel 1a. Klager kan dus (nog) niet beginnen met bouwen. Dat probleem werd klager duidelijk in 2021. De klacht bestaat uit een aantal onderdelen. Klager verwijt de notaris dat hij zijn onderzoeksplicht niet is nagekomen. Ook verwijt klager de notaris dat hij niet wil meewerken aan de levering aan klager van het onverdeelde aandeel van de ex-echtgenote van klager in de eigendom van het perceel. De kamer verklaart de klacht grotendeels niet-ontvankelijk en voor een deel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7921

    Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Klaagster is bekend met gemetastaseerde baarmoederkanker. Op eigen initiatief koos klaagster voor een behandeling buiten de reguliere geneeskunde. Verweerder is de huisarts van klaagster. Klaagster verwijt verweerder het weigeren van het aanvragen van bloedonderzoek op tumormarkers en het aanvragen van röntgenfoto’s van de longen. Het college oordeelt dat het verzoek van klaagster buiten de reguliere huisartsenzorg valt, waardoor verweerder niet kan worden verweten dat hij het aanvragen van de onderzoeken weigert.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-036/AL/NN

    Klacht over eigen advocaat in een arbeidsrechtelijk geschil dat is beëindigd met een vaststellingsovereenkomst.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:151 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-248/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Uit de stukken is de voorzitter gebleken dat verweerster duidelijke afspraken heeft gemaakt met klager over de betaling van het voorschot en hem ook meermaals heeft gewezen op de gevolgen van niet tijdige betaling daarvan. Niet is gebleken dat klager tegen de door verweerster gestelde voorwaarde of tegen de hoogte van het aan hem in rekening gebrachte voorschot bezwaar heeft gemaakt. Het voorschot, dat gelijk was aan het griffierecht en de eigen bijdrage, kon verweerster ook in redelijkheid aan klager in rekening brengen. Klager heeft het voorschot niet op tijd betaald. Dat klager daartoe niet in staat was, kan verweerster niet worden aangerekend. Klager had ervoor kunnen kiezen om een andere advocaat in te schakelen, maar heeft dat niet gedaan waardoor de Hogerberoepstermijn is verstreken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:93 Hof van Discipline 's Gravenhage 240257

    Klager heeft bij de raad van de orde een verzoek ingediend tot inschrijving op het tableau zoals bedoeld in artikel 2 Advw. De raad van de orde heeft geweigerd dit verzoek in behandeling te nemen op grond van artikel 2 lid 9 Advw. Klager heeft tegen deze beslissing beklag ingediend bij het hof. Tegen het buiten behandeling laten van een verzoek tot inschrijving binnen de termijn van artikel 2 lid 9 Advw staat, anders dan bij een weigering om een verzoek tot inschrijving in behandeling te nemen op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 1 Advw, echter niet de mogelijkheid van beklag open. Het hof verklaart het beklag dan ook niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-263/AL/MN

    voorzittersbeslissing. Verweerster is een inspanningsverplichting met klager aangegaan, geen verplichting om een bepaald resultaat te behalen. Klager heeft bovendien schriftelijk ingestemd met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van het kantoor van verweerster waarin dat ook uitdrukkelijk zo is bepaald. Niet is gebleken dat verweerster is tekortgeschoten in de uitvoering van de haar verstrekte opdracht, die naar het oordeel van de voorzitter voldoende helder was omschreven. Dat klager niet bereid was om zijn medewerking aan een gesprek met de wederpartij te verlenen voor het beproeven een minnelijke regeling, kan verweerster niet worden aangerekend. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:94 Hof van Discipline 's Gravenhage 240332

    Maatregelappel. Klager heeft een klacht ingediend tegen zijn voormalig advocaat. Verweerder zou namens klager een gratieverzoek indienen. Gebleken is echter dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid geen door verweerder ingediend gratieverzoek heeft ontvangen. In deze procedure is niet vast te stellen of verweerder daadwerkelijk het gratieverzoek namens klager heeft ingediend. Wel staat vast dat verweerder niet heeft geverifieerd of het gratieverzoek in goede orde was ontvangen, terwijl klager wel meerdere keren heeft verzocht hem te informeren over de stand van zaken. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en heeft aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken opgelegd. Verweerder richt zijn beroep tegen deze opgelegde maatregel. Het hof ziet aanleiding de maatregel te verlagen tot een berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:153 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-272/AL/MN 25-273/AL/MN 25-274/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een advocaat van de wederpartij gedeeltelijke niet-ontvankelijk omdat er al eerder op dat onderdeel van de klacht door de raad is beslist. De voorzitter verklaart de rest van de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:95 Hof van Discipline 's Gravenhage 240334

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7380

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een patiënt tegen een tandarts kennelijk ongegrond. Klager verwijt de tandarts onzorgvuldig dossierbeheer en onvoldoende handelen rondom zijn privacy, doordat gegevens van een andere patiënt in zijn dossier zaten en gegevens van klager in een ander patiëntendossier terecht zijn gekomen na overdracht van het dossier aan een opvolgend tandarts. De voorzitter oordeelt dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht, maar dat de tandarts geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:158 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741931 / DW RK 23/399

    Gedeeltelijk gegronde klacht. De gerechtsdeurwaarders hebben afsluiting van de gasmeter aangekondigd, maar zijn niet komen opdagen, zonder berichtgeving. Daarnaast hebben de gerechtsdeurwaarders in rekening gebrachte 'afsluitkosten' op een steeds wisselend bedrag begroot, en een betaling van klager administratief niet verwerkt en ten onrechte een bedrag van € 80,00 aan nakosten in rekening gebracht. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 754488/NT 24-21

    De klacht bestaat uit meerdere onderdelen. Klager verwijt de toegevoegd notaris dat hij in plaats van een schenkingsovereenkomst (onderwerp: de onderneming en het perceel met vakantiewoning), zoals erflater gewild zou hebben, een testament heeft gepasserd waarin een legaat voor klager is opgenomen. De toegevoegd notaris zou klager hebben tegengewerkt ten gunste van de erfgenaam. Verder heeft klager kosten moeten maken omdat hij een rechtszaak tegen de erfgenaam moest aanspannen, heeft het anderhalf jaar geduurd totdat hij toegang kreeg tot de bedrijfsrekening en nog eens acht maanden voordat het perceel met de vakantiewoning op naam van klager werd gezet. De kamer verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:96 Hof van Discipline 's Gravenhage 240226

    Klager heeft een klacht ingediend tegen de advocaat van zijn ex-echtgenote met wie hij in een echtscheidingsprocedure was verwikkeld. De klacht houdt in dat verweerster in meerdere processtukken informatie uit het mediationtraject in het geding heeft gebracht en dat verweerster zich in de processtukken onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. De Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (hierna: de raad) heeft de klacht gegrond verklaard. Door de raad is aan verweerster de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verweerster richt haar hoger beroep tegen deze opgelegde maatregel. Het hof oordeelt dat de door de raad opgelegde maatregel in dit geval passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:149 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-905/AL/NN

    Klacht over eigen advocaat. Klagers hadden moeten worden geïnformeerd over verloop van kosten (declaraties aan rechtsbijstandsverzekeraar) en over mogelijke overschrijding van de maximale dekking.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:143 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-886/AL/GLD

    Verzet ongegrrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-919/AL/MN

    Gegrond verzet. De voorzitter heeft miskend dat de klacht niet alleen zag op de bijstand in een kwestie over het ten onrechte niet toekennen van een bijstandsuitkering, maar ook op het verhaal van schade van klager op de gemeente. De raad oordeelt vervolgens dat de bijstand van verweerster in de schadekwestie ontoereikend was verweerster heeft klager onvoldoende geadviseerd. De klacht is in zoverre gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7443

    Klacht tegen een radioloog over de beoordeling van een CT-scan van het bekken. Vraagstelling was gericht op de stand van de heupprothese en de schroeven. Klager verwijt de radioloog dat hij niet heeft gezien dat er sprake was van een abnormale hoeveelheid vocht in de buik. Klacht ongegrond. In de gegeven omstandigheden is het niet verwijtbaar dat de radioloog deze afwijking niet heeft gezien.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:145 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-960/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. De raad verklaart een klacht over de inhoudelijke aanpak van de zaak ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-027/AL/GLD

    Verzet niet ontvankelijk omdat het te laat is ingediend. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-832/AL/MN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:147 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-039/AL/NN

    De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:141 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-863/AL/GLD

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-611/AL/NN 24-612/AL/NN 24-613/AL/NN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:142 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-885/AL/GLD

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7278

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ. Tijdens klagers opname op de high intensive care van een GGZ-instelling was de verpleegkundig specialist zijn regiebehandelaar. De verpleegkundig specialist heeft klager regelmatig zelf onderzocht. De diagnose is navolgbaar en de medicatie was passend bij de gestelde diagnose. De verpleegkundig specialist heeft niet de crisismaatregel opgelegd. Wel heeft zij een beoordeling ten behoeve hiervan aangevraagd, dit is navolgbaar. Overig klachtonderdeel ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7279

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager was onder ambulante behandeling bij de crisisdienst van een GGZ-instelling. De psychiater was zijn regiebehandelaar. De psychiater heeft klager meerdere keren zelf onderzocht. De diagnose is goed onderbouwd en navolgbaar. De door de psychiater voorgeschreven medicatie, in samenspraak met klager, was passend gezien de diagnose. Overige klacht ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:83 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-258/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder bewust gebruik heeft gemaakt van onjuiste informatie en smadelijke beweringen heeft gedaan is niet gebleken. Ook het verwijt dat verweerder de afspraak, om de hoofdzaak binnen 30 dagen na het gelegde beslag aanhangig te maken, niet is nagekomen, mist feitelijke grondslag. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7877

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij hem via een rechterlijke machtiging gedwongen heeft laten opnemen. De arts had geen betrokkenheid bij deze opname. Hij heeft zeer zorgvuldig gehandeld door een vermoeden van dementie uit te spreken, maar een definitief oordeel daarover uit te stellen totdat klagers problematisch alcoholgebruik tot aanvaardbare proporties zou zijn teruggebracht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:84 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-847/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een ondernemingsrechtelijke en erfrechtelijke procedure. Klachten over het in het geheim samenspannen met klaagsters advocaten, het bijdragen aan het overlijden van zijn cliënt, het geheim houden dat een zitting door zou gaan, de wijze waarop verweerder stukken in een kort geding heeft ingediend, liegen, schending van artikel 21 Rv, het doen van onnodig grievende uitlatingen en het overtreden van gedragsregel 15 ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:101 Raad van Discipline Amsterdam 25-251/A/A

    Beslissing op verzoek extra termijn dekenbezwaar van 3 juni 2025

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2568

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft bij de huisarts het medisch dossier van zijn moeder opgevraagd. Hij verwijt de huisarts dat zij het medisch dossier niet aan hem heeft verstrekt. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege is het volledig eens met die beslissing en verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7277

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. In het kader van de voorbereiding van een crisismaatregel heeft de psychiater een medische verklaring opgesteld. De psychiater heeft klager zelf onderzocht en heeft op goede gronden tot haar diagnose kunnen komen. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:93 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2682

    Klacht tegen een apotheker. De zoon van klaagster (hierna: de patiënt) is overleden. Hij heeft door zijn behandelaren voorgeschreven medicatie gebruikt. Verweerster is werkzaam als apotheker in de apotheek waar de patiënt stond ingeschreven. Klaagster verwijt de apotheker dat er blindelings medicatie is uitgegeven aan de patiënt, dat er geen overleg heeft plaatsgevonden met de andere zorgverleners en dat het gebruik van de medicatie niet of onvoldoende is uitgelegd aan de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert dat niet is gebleken dat de apotheker op enig moment nalatig is geweest in de zorg voor de patiënt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:99 Raad van Discipline Amsterdam 25-223/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder is in zijn bijstand aan de werkgever van klager ruimschoots binnen de grenzen van het betamelijke gebleven. Het feit dat verweerder een andere arbeidsrechtelijke en/of juridische mening bij de uitleg van wetsartikelen heeft dan klager betekent niet dat het handelen van verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het verschil van inzicht is inherent aan het juridische geschil dat tussen partijen speelt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:100 Raad van Discipline Amsterdam 25-233/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van verweerster in een strafzaak. Tegenover het verweer van verweerster heeft klaagster haar klacht onvoldoende onderbouwd, terwijl in de overgelegde stukken ook geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden voor de juistheid van klaagsters verwijten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:95 Raad van Discipline Amsterdam 24-929/A/A 24-930/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:96 Raad van Discipline Amsterdam 25-185/A/A

    Voorzittersbeslissing; omvangrijke klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak; deels niet-ontvankelijk vanwege een niet-verschoonbare termijnoverschrijding en deels kennelijk ongegrond, vanwege het ontbreken van voldoende bewijs voor de verwijten van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:97 Raad van Discipline Amsterdam 25-191/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van een advocaat in een andere hoedanigheid, te weten in die van deken. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster zich bij de vervulling van haar functie als deken zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur zou zijn geschaad. Er is geen sprake van enig handelen of nalaten van verweerster dat in strijd is met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht wordt daarom in beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond verklaard.