ECLI:NL:TADRSHE:2025:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-958/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2025:90
Datum uitspraak: 26-05-2025
Datum publicatie: 06-06-2025
Zaaknummer(s): 24-958/DB/LI
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Tussenbeslissing. Terug verwijzing naar deken

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 26 mei 2025

in de zaak 24-958/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

gemachtigde

over:

verweerder

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 12 juni 2024 heeft de gemachtigde van klager tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”).

1.2 Op 20 december 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K24-076 van de deken ontvangen.

1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 14 april 2025. Verschenen zijn klagers gemachtigde en verweerder. Klager is niet verschenen.

1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de nagekomen e-mail met bijlagen van verweerder van 30 maart 2025.

2. KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:

1. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door zonder klagers toestemming vertrouwelijke informatie te delen met een journaliste;

2. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door zonder klagers toestemming voorafgaand aan de zitting een kopie van de pleitnota toe te sturen aan een journaliste;

3. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door zonder klagers toestemming een kopie van de pleitnota te verstrekken aan R.

3. BEOORDELING

3.1 De raad is van oordeel dat op basis van het door de deken op 20 december 2024 aan de raad doorgezonden klachtdossier de met de klacht samenhangende feiten en omstandigheden niet goed kunnen worden vastgesteld.

3.2 De raad ziet in het bovenstaande aanleiding om de zaak terug te verwijzen naar de deken en de deken te verzoeken om het onderzoek voort te zetten dan wel te heropenen en de raad van zijn bevindingen op de hoogte te stellen. In het bijzonder verzoekt de raad de deken om de raad te berichten of en in hoeverre tussen klager en verweerder schriftelijk is vastgelegd dat het verweerder vrijstond om met derden, waaronder de journaliste en R, te communiceren en informatie en/of stukken te delen. Indien sprake is van een dergelijke schriftelijke vastlegging verzoekt de raad de deken de stukken waaruit van die vastlegging blijkt aan de raad toe te sturen. In verband met het door de deken te verrichten onderzoek stelt verweerders voormalig kantoor, B Advocaten, het volledige dossier zowel fysiek als digitaal per direct ter beschikking aan de deken. De raad houdt de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verwijst de zaak terug naar de deken met het verzoek om overeenkomstig het overwogene in 3.2 het onderzoek naar de klacht en de daarmee samenhangende feiten voort te zetten dan wel te hervatten en de raad vervolgens binnen zes weken na verzending van deze beslissing schriftelijk over de uitkomsten van het onderzoek te informeren;

- houdt in afwachting van de ontvangst van de schriftelijke onderzoeksresultaten van de deken de behandeling van de onderhavige klachtzaak voor onbepaalde tijd aan;

- houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. P.A.M. Wijffels, voorzitter, mrs. U.T. Hoekstra en H.M.S. Cremers, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 26 mei 2025.

Griffier Voorzitter

Verzonden op: 26 mei 2025