ECLI:NL:TGDKG:2024:158 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741931 / DW RK 23/399

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:158
Datum uitspraak: 09-10-2024
Datum publicatie: 05-06-2025
Zaaknummer(s): C/13/741931 / DW RK 23/399
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Gedeeltelijk gegronde klacht. De gerechtsdeurwaarders hebben afsluiting van de gasmeter aangekondigd, maar zijn niet komen opdagen, zonder berichtgeving. Daarnaast hebben de gerechtsdeurwaarders in rekening gebrachte 'afsluitkosten' op een steeds wisselend bedrag begroot, en een betaling van klager administratief niet verwerkt en ten onrechte een bedrag van € 80,00 aan nakosten in rekening gebracht. Maatregel: berisping.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 oktober 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/741931 / DW RK 23/399 MK/JD ingesteld door:

[],
wonende te Amstelveen,
klager,

tegen:

1. [],
gerechtsdeurwaarder te Amersfoort,
2. [],
gerechtsdeurwaarder te Beverwijk,
3. [],
4. [],
toegevoegd gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
beklaagden, hierna gezamenlijk te noemen: de gerechtsdeurwaarders,
gemachtigde: [].

1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij brief met bijlagen, ingekomen op 9 november 2023, en later nog aangevuld, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 6 februari 2024, heeft gerechtsdeurwaarder sub 4 gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 augustus 2024, alwaar klager en gerechtsdeurwaarders sub 1 en 2 (tevens in hoedanigheid van gemachtigde van gerechtsdeurwaarders 3 en 4) zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op vandaag.

2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Bij vonnis van 16 maart 2023 van rechtbank Amsterdam heeft de kantonrechter Stedin gemachtigd om:

“– voor zover nodig middels tijdelijke en/of gedeeltelijke ontruiming – werkzaamheden te verrichten aan [de woning van klager, KvG], bestaande uit het opnemen van de meterstanden en het onderbreken van de gaslevering (…)”

Daarbij heeft de kantonrechter klager veroordeeld om aan Stedin te betalen:

“- € 120,00 aan buitengerechtelijke kosten
- € 70,00 aan afsluitkosten, voor zover verwijdering van de gasaansluiting heeft plaatsgevonden;”

Verder is klager veroordeeld in de proceskosten, tot aan de dag van de uitspraak begroot op € 395,22 en in de nakosten, begroot op € 19,00.

- Op 25 april 2023 heeft gerechtsdeurwaarder sub 3 het vonnis aan klager betekend en klager bevolen om (onder meer) de volgende bedragen te betalen:

“(…)
Hoofdsom conform titel € 120,00
Proceskosten € 395,22
Nasalaris € 80,00

Totaal € 595,22
De kosten van dit exploot € 116,79
Totaal te betalen € 712,01 + P.M.

Om binnen twee dagen nadat Stedin tot afsluiting van de onder 1. genoemde afsluiting(en) over is gegaan aan mij te betalen: de kosten van de afsluiting, zijnde een bedrag ad. Indien alleen gas of elektriciteit: € 123,78;
(…)”

- Bij brief van 8 mei 2023 van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 is aangekondigd dat binnenkort een gerechtsdeurwaarder zal langskomen om de elektra en/of gasaansluiting af te sluiten en is klager bericht dat de kosten hiervan minimaal € 350,00 bedragen. Klager heeft op 10 mei 2023 gereageerd dat deze brief niet ‘volgens vonnis’ is.
- Bij brief van 16 augustus 2023 van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 is aangezegd dat een gerechtsdeurwaarder op 8 september 2003 de energieaansluiting zal komen afsluiten en is klager bericht dat de kosten van afsluiting en binnentreding € 144,80 en € 274,19 bedragen.
- Bij brief van 18 augustus 2023 heeft klager (voor zover hier van belang) bezwaar gemaakt tegen de brief van 16 augustus 2023 en heeft hij de gerechtsdeurwaarders bericht dat hij van 8 september 2023 tot en met 11 september 2023 afwezig is.
- Bij brief van 21 augustus 2023 van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 is aangezegd dat op vrijdag 8 september 2023 de gasaansluiting zal worden afgesloten en dat de kosten voor afsluiting en binnentreding € 144,80 en € 274,19 zullen bedragen.
- Bij e-mail van 23 augustus 2023 heeft een medewerker van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 klager (voor zover hier van belang) bericht dat de kosten voor afsluiting € 70,00 bedragen.
- Bij brief van 11 september 2023 van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 is klager (voor zover hier van belang) het volgende bericht.

“Omdat er geen aansluiting en/of inhuizing is, was de planning dat afgelopen vrijdag 08 september 2023 een (t.)-gerechtsdeurwaarder op dit adres langs zou komen om de gasaansluiting af te sluiten. Hier zouden ook politie, een slotenmaker, en een monteur van Stedin bij zijn.
Nu hebben wij afgelopen vrijdag namiddag van onze deurwaarder vernomen dat door een calamiteit de afsluiting van de gasmeter niet is doorgegaan. Wij zullen de afsluiting opnieuw gaan inplannen.(…)
Mocht u niet thuis zijn of de deur niet openen, dan zal (…) het slot van uw voordeur worden opengemaakt en zal men naar binnen gaan om uw gas af te sluiten. De kosten hiervan moet u betalen. Deze kosten zijn op zijn minst € 350,00! Op dit moment bent u een bedrag verschuldigd van € 0,59.
(…)”

- Bij brief van 14 september 2023 van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 is klager bericht dat de afsluiting opnieuw is gepland op 27 september 2023. In deze brief wordt een bedrag van € 70,00 voor de afsluiting en een bedrag van € 274,19 voor het eventuele binnentreden vermeld.
- Op 27 september 2023 heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 de gasaansluiting van klager afgesloten.
- Bij brief van 25 oktober 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de volgende specificatie van de schuld aan klager gestuurd.

“(…)
Hoofdsom conform titel € 120,00
Proceskosten € 395,22
Betekeningskosten € 116,79
Reeds gevallen (executie-)kosten € 344,78
Nasalaris € 80,00
--------------
Subtotaal € 1.056,79
Ontvangen bij ons € 712,01
--------------
Totaal € 344,78
(…)”

- Op 1 december 2023 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente Amstelveen op de uitkering van klager.

3. De klacht
Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.
De gerechtsdeurwaarders hebben in strijd met artikel 1, 2, 4, 8, 10, 13 en 14 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gehandeld.
a. Op de aangekondigde datum is tweemaal niemand komen opdagen. De openstaande kosten werden echter verhoogd met € 0,59. Op 16 augustus 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangekondigd langs te komen op 8 september 2003 (poging 1). Op 21 augustus 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangekondigd om op 8 september 2023 langs te komen. Op 8 september 2023 is echter geen gerechtsdeurwaarder komen opdagen. Met klager is geen contact opgenomen, zodat hij de hele dag voor niets heeft gewacht. Pas op 11 september 2023 heeft klager bericht gekregen dat sprake was van een calamiteit.
b. Op de dag zelf wordt pas bepaald welke gerechtsdeurwaarder zal komen. Klager kan zo niet controleren of de juiste persoon toegang heeft tot de gasmeter.
c. In strijd met het vonnis wordt beweerd dat op klagers adres mag worden binnengetreden.
d. Er wordt geprobeerd hoge kosten te innen. Specificaties kloppen niet. In het vonnis staat dat klager € 70,00 moet betalen in het geval van afsluiting, maar Bosveld berekent € 274,19 extra. In de brief van 8 mei 2023 wordt een bedrag van € 350,00 genoemd. Het is intimiderend een hoger bedrag te noemen waarvan op voorhand bekend is dat dat niet klopt.
e. De toezegging om correspondentie ook per post te sturen wordt niet nagekomen. Klager heeft onder meer het proces-verbaal van de afsluiting van de energietoevoer niet ontvangen.
f. Gerechtsdeurwaarder sub 3, toegevoegd aan gerechtsdeurwaarder sub 1, heeft een exploot bezorgd dat in strijd is met het vonnis. De kosten zijn hoger dan in het vonnis. Pas op 23 augustus 2023 werden deze kosten aangepast.
g. In de brief van 8 mei 2023 staat het woord ‘binnenkort’. Langskomen op 27 september 2023 is niet binnenkort.
h. Op 27 september 2023 heeft klager de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat betreden van de woning niet is toegestaan gelet op punt 14 en ook op punt 1 van het vonnis, waarin staat ‘voor zover nodig’. De hulpofficier heeft de gerechtsdeurwaarder gecorrigeerd.
i. Klager heeft een brief van 25 oktober 2023 ontvangen waarin staat dat hij nog een bedrag moet betalen. Dit bedrag is niet juist.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht
5.1 Gerechtsdeurwaarders zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met de Gerechtsdeurwaarderswet en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Dit is bepaald in artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw). Klachten kunnen niet worden gericht tegen een medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor. Daarom kunnen de door klager in zijn klachtschrift onder C, D en H genoemde personen niet als beklaagden worden aangemerkt. Onder G heeft klager een “onbekende” gerechtsdeurwaarder vermeld. Dit is onvoldoende om vast te stellen tegen wie de klacht is gericht. In deze beslissing wordt beoordeeld of de in de aanhef van deze beslissing vermelde gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijt treft in de zin van artikel 34 Gdw.

Niet komen opdagen

5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de kamer als volgt. Bij brief van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3, en 4 is aanvankelijk afsluiting van het gas aangekondigd op 8 september 2003. Dat in het jaartal sprake is van een typefout is evident, mede gelet op de omstandigheid dat deze aankondiging is gedaan op 16 augustus 2023. Vervolgens heeft het kantoor op 21 augustus 2023 aangekondigd dat op 8 september 2023 afsluiting zou plaatsvinden. Dit is vervolgens niet gebeurd. Bij brief van het kantoor van 11 september 2023 is aan klager toegelicht dat sprake was van een “calamiteit”. De hulpofficier had op 8 september 2023 laten weten niet aanwezig te kunnen zijn. Gerechtsdeurwaarders 2, 3, en 4 hebben niet geprobeerd klager daarvan onverwijld op de hoogte te stellen, bijvoorbeeld door op dezelfde dag even te bellen met of een e-mail te sturen aan klager. De kamer acht dit onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klachtonderdeel a zal dan ook gegrond worden verklaard.

Identiteit gerechtsdeurwaarder

5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de kamer dat op gerechtsdeurwaar-ders geen plicht rust om vooraf te melden welke gerechtsdeurwaarder langs zal komen. Het lag op de weg van klager om de gerechtsdeurwaarder om een legitimatie vragen indien hij dat wenste. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken.

Binnentreden?

5.4 Ten aanzien van de klachtonderdelen c en h overweegt de kamer als volgt. Bij vonnis van 16 maart 2023 is Stedin gemachtigd om “voor zover nodig middels tijdelijke/gedeeltelijke ontruiming” de meterstanden van klager op te nemen en de gaslevering te onderbreken. De machtiging om te ontruimen impliceert de machtiging om binnen te treden. Ter zitting hebben de gerechtsdeurwaarders toegelicht dat de afsluiting op 27 september 2023 naast de voordeur van de woning is verricht, zonder de woning binnen te treden. Dat klager van tevoren is gewaarschuwd over kosten die binnentreding met zich meebrengt acht de kamer niet verwijtbaar; op dat moment was het de gerechtsdeurwaarder nog niet bekend waar de gasmeter zich bevond en dus of moest worden binnengetreden of niet. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is op dit onderdeel dan ook niet gebleken, zodat klachtonderdelen c en h ongegrond zullen worden verklaard.

Wisselende kostenposten

5.5 Ten aanzien van de klachtonderdelen d, f, en i overweegt de kamer als volgt. In het vonnis van 16 maart 2023 is klager expliciet veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 70,00 aan afsluitkosten. In het exploot van 25 april 2023 heeft gerechtsdeurwaarder 3 klager bevolen om een bedrag van € 123,78 aan afsluitkosten te voldoen “indien Stedin overgaat tot afsluiting”. In de specificatie van 25 oktober 2023 wordt de post afsluitkosten geheel niet genoemd. Daarin is een bedrag van € 344,78 aan ‘reeds gevallen executiekosten’ vermeld. In de brief van 16 augustus 2023 van het kantoor van de gerechtsdeurwaarders 2, 3, en 4 staat dat de kosten van afsluiting € 144,80 bedragen. Nadat klager bezwaar had gemaakt tegen de brief van 16 augustus 2023, is klager bij e-mail van 23 augustus 2023 bericht dat de afsluitkosten € 70,00 bedragen. De kamer constateert echter dat de brief van het kantoor van gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 van 21 augustus 2023 opnieuw een bedrag van € 144,80 voor afsluitkosten vermeldt. Deze gang van zaken acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het bedrag van de post ‘afsluitkosten’ wisselt telkens, en de post ‘Reeds gevallen (executie-)kosten’ is niet nader gespecificeerd, zodat onduidelijk is waar dit bedrag uit is opgebouwd. Of de post ‘Reeds gevallen (executie-)kosten��� in de specificatie van 25 oktober 2023 juist is, kan in deze procedure niet worden vastgesteld. De specificatie van 25 oktober 2023 is in zijn algemeenheid echter onjuist omdat het bedrag van € 9,00 dat klager op 27 september 2023 heeft betaald, niet op het gevorderde in mindering is gebracht. Gerechtsdeurwaarder 3 heeft op de zitting erkend dat hij dit bedrag van klager in ontvangst heeft genomen en dat dit bedrag ten onrechte niet tijdig is verwerkt. Ook deze handelswijze is naar oordeel van de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar.

5.6 Wat betreft het nasalaris overweegt de kamer dat klager bij vonnis van 16 maart 2023 is veroordeeld tot betaling van een nakosten (in dit geval nasalaris) van € 19,00. Bij exploot van betekening van 25 april 2023 heeft gerechtsdeurwaarder sub 3 klager bevolen om een bedrag van € 80,00 aan nasalaris te voldoen. Ondanks dat klager bij brief van 8 mei 2023 bezwaar heeft gemaakt tegen de gevorderde bedragen, heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 25 oktober 2023 opnieuw een nasalaris van € 80,00 gevorderd. Gerechtsdeurwaarder 3 heeft ter zitting erkend dat dit onjuist is. Naar oordeel van de kamer is deze handelswijze onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar.

5.7 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat klachtonderdelen d, f, en i gegrond zullen worden verklaard.

Toezending proces-verbaal

5.8 Ten aanzien van klachtonderdeel e overweegt de kamer dat gerechtsdeurwaarder 3 in het verweerschrift noch ter zitting is ingegaan op de stelling van klager dat hem op 27 september 2023 was toegezegd dat hem een proces-verbaal van de afsluiting van die datum zou worden toegestuurd, iets wat niet is gebeurd. Daarmee is voldoende aannemelijk dat gerechtsdeurwaarder 3 deze toezegging niet gestand heeft gedaan. Dit acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klachtonderdeel e zal om die reden eveneens gegrond worden verklaard.

Aankondiging ‘binnenkort’ afsluiten

5.9 Ten aanzien van klachtonderdeel g overweegt de kamer dat met de brief van 8 mei 2023, waarin gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 aankondigen ‘binnenkort’ het gas bij klager af te zullen sluiten, een zekere druk op klager wordt uitgeoefend. Pas op 16 augustus 2023 is een vervolgbericht gekomen dat de afsluiting is gepland in september 2023. Gerechtsdeurwaarder 3 heeft ter zitting toegelicht dat de praktische organisatie van de afsluiting stroef verliep. Gelet op de druk die uitgaat van de brief van 8 mei 2023 had het op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen om de vertraging tijdig aan klager te communiceren. Klachtonderdeel g zal om die reden gegrond worden verklaard.

Verantwoordelijke gerechtsdeurwaarders en maatregel

5.10 Ten aanzien van gerechtsdeurwaarder 1 is geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten gebleken. Gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 hebben niet toegelicht wie van hen verantwoordelijk is voor het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen waar klachtonderdelen a, d, g en i op zijn gericht. De kamer acht hen om die reden allen verantwoordelijk voor het beklaagde handelen. Voor het beklaagde handelen waar klachtonderdelen e en f op zien, is alleen gerechtsdeurwaarder 3 verantwoordelijk. De kamer zal gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 de maatregel van berisping opleggen voor de gegronde klachtonderdelen, nu het handelen van deze gerechtsdeurwaarders blijk geeft van herhaaldelijke onzorgvuldigheid over een langere periode. Dat gerechtsdeurwaarder 3 op meer onderdelen laakbaar gehandeld heeft maakt niet dat een andere maatregel passend is.

Proceskosten

5.11 Bij deze stand van zaken zal de kamer de gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b Gdw en de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) veroordelen in de proceskosten van klager en in de kosten van behandeling van de klacht door de kamer. Voor klager worden de proceskosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 50,00. De kosten van behandeling van de klacht door de kamer worden begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,00.

5.12 Op grond van artikel 37 lid 7 Gdw veroordeelt de kamer gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 om het betaalde griffierecht aan klager te vergoeden.

5.13 Dit alles leidt tot de volgende beslissing.


BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

ten aanzien van gerechtsdeurwaarder 1:

- verklaart alle klachtonderdelen ongegrond;

ten aanzien van gerechtsdeurwaarder 3:

- verklaart klachtonderdelen a, d, e, f, g, en i gegrond;
- verklaart klachtonderdelen b, c, en h ongegrond;

ten aanzien van gerechtsdeurwaarders 2 en 4:

- verklaart klachtonderdelen a, d, g, en i gegrond;
- verklaart klachtonderdelen b, c, e, f en h ongegrond;

en voorts:

- legt gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 de maatregel van berisping op;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,00, te betalen nadat deze uitspraak onherroepelijk is geworden;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500,00, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 Gdw te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarders het bedrag van de kostenveroordeling moeten voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarders zal worden medegedeeld;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarders 2, 3 en 4 aan klager het betaalde griffierecht van € 50,00 te vergoeden, nadat deze uitspraak onherroepelijk is geworden.


Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.C.M. Hamer, en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.