ECLI:NL:TADRAMS:2025:95 Raad van Discipline Amsterdam 24-929/A/A 24-930/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2025:95 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-05-2025 |
Datum publicatie: | 02-06-2025 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 26 mei 2025 in
de zaken 24-929/A/A en 24-930/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 27 januari 2025 op de klachten van:
klager
over:
1. verweerster (24-929/A/A)
en
2. verweerder (24-930/A/A)
hierna samen: verweerders
gemachtigde: mr. L.E. Verwey
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 1 juni 2024 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) klachten ingediend over verweerders.
1.2 Op 11 december 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerken 2341705/JS/AS
en 2351244/JS/AS van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 27 januari 2025 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klachten over verweerders in één beslissing
kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan
partijen.
1.4 Op 27 januari 2025 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van
de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 april 2025. Daarbij
waren klager en verweerders met hun gemachtigde aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen
het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd
en van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden in dat klager de beslissing van de voorzitter
vooringenomen, onzorgvuldig en niet volledig gemotiveerd vindt. Ter zitting heeft
klager zijn verzet nader toegelicht.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van
een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet
slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft
rekening gehouden met alle feiten en omstandigheden van het geval, die hij relevant
acht. Dat dat mogelijk andere en niet alle feiten zijn die klager belangrijk vindt,
maakt niet dat de beslissing van de voorzitter niet door de feiten wordt gedragen.
Er hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter
juist is.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klachten.
De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. J.C. Ellerman en R. Vos, leden,
bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken ter openbare
zitting van 26 mei 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 26 mei 2025