ECLI:NL:TGZRZWO:2024:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7380
ECLI: | ECLI:NL:TGZRZWO:2024:137 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-12-2024 |
Datum publicatie: | 05-06-2025 |
Zaaknummer(s): | Z2024/7380 |
Onderwerp: | Onzorgvuldige dossiervorming |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht van een patiënt tegen een tandarts kennelijk ongegrond. Klager verwijt de tandarts onzorgvuldig dossierbeheer en onvoldoende handelen rondom zijn privacy, doordat gegevens van een andere patiënt in zijn dossier zaten en gegevens van klager in een ander patiëntendossier terecht zijn gekomen na overdracht van het dossier aan een opvolgend tandarts. De voorzitter oordeelt dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht, maar dat de tandarts geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
ZWOLLE
Voorzittersbeslissingvan 23 december 2024 op de klacht van:
A,
wonende in B,
klager,
tegen
C,
tandarts,
werkzaam in B,
verweerder, hierna ook: de tandarts,
gemachtigde: mr. L.H.E. Drenthe, werkzaam in Amsterdam.
1. De zaak in het kort
1.1 Klager was patiënt bij de tandarts. Klager verwijt de tandarts onzorgvuldig dossierbeheer en onvoldoende handelen rondom zijn privacy, doordat gegevens van een andere patiënt in zijn dossier zaten en gegevens van klager in een ander patiëntendossier terecht zijn gekomen na overdracht van het dossier aan een opvolgend tandarts.
1.2 De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’
betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk
is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht de voorzitter toe
hoe het tot deze beslissing is gekomen.
2. De procedure
2.1 De voorzitter heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 3 juli 2024;
- de brief van de secretaris van 23 juli 2024;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlagen (te weten een USB-stick), ontvangen op 6 augustus 2024;
- de brief van de gemachtigde van verweerder, ontvangen op 13 september 2024;
- het verweerschrift, ontvangen op 25 september 2024;
- de brieven van de gemachtigde van verweerder, ontvangen op 22 oktober 2024 en 11 november 2024, met aanvullende stukken, in reactie op de door de secretaris op 7 en 30 oktober 2024 verstuurde brieven;
- het e-mailbericht van de gemachtigde van verweerder van 10 december 2024;
- de brief van klager, ontvangen op 12 december 2024.
3. De klacht en de reactie van de tandarts
3.1 Klager verwijt de tandarts, samengevat, onzorgvuldig dossierbeheer, waarbij
de tandarts onvoldoende heeft gehandeld rondom de privacy van klager.
3.2 De tandarts heeft verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht
niet inhoudelijk te behandelen. Voor het geval de klacht wel inhoudelijk wordt beoordeeld,
heeft de tandarts verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
3.3 De voorzitter gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
4. De overwegingen
Ontvankelijkheid
4.1 Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de correspondentie met
klager en de gehele casus al door de huidige tandarts van klager in een procedure
tegen de tandarts bij het Centraal Tuchtcollege is ingebracht en dus al ter beoordeling
is voorgelegd aan het college en het Centraal Tuchtcollege.
4.2 Het college is van oordeel dat klager kan worden ontvangen in de klacht,
nu niet is gebleken dat de door hem ingediende klacht al eerder beoordeeld is. Het
college zal de klacht daarom verder inhoudelijk beoordelen.
Inhoudelijke beoordeling
4.3 Klager verwijt de tandarts onzorgvuldig dossierbeheer, omdat er - na overdracht
van het patiëntendossier aan een opvolgend tandarts - gegevens van een andere patiënt
in zijn dossier zijn aangetroffen, alsmede gegevens van klager in een dossier van
een andere patiënt zijn terechtgekomen na overdracht daarvan. Klager is van mening
dat de tandarts onvoldoende heeft gehandeld als het gaat om de privacy van klager.
De tandarts stelt dat er een ‘bug’ in het software programma Mediadent zat. Deze
bug leidde ertoe dat in bepaalde gevallen willekeurig namen en initialen van andere
dossiers mee werden gekopieerd als een bepaald dossier werd geëxporteerd. In één van
deze exports kwam, zo stelt de tandarts, de voorletter en achternaam van klager voor.
De export is volgens de tandarts verzonden naar een andere tandarts, eveneens een
medisch geheimhouder, die desgevraagd de eerdere export heeft vervangen door een nieuwe
export (zonder bovengenoemde gegevens van klager).
4.4 De voorzitter kan niet vaststellen wélke gegevens van klager er in een
ander dossier terecht zijn gekomen. Gelet op de stelling van de tandarts kan de voorzitter
enkel vaststellen dát er gegevens van klager in een ander patiëntendossier terecht
zijn gekomen en door een opvolgend tandarts zijn ontvangen bij export van het desbetreffende
dossier. Verder blijkt uit de door de tandarts overgelegde e-mails dat hij op 3 juli
2024 contact op heeft genomen met de tandartsenpraktijk waar de gegevens van klager
in het dossier terecht waren gekomen. Hij verwees hierin naar zijn eerdere verzoek
van 15 juni 2024 om de oude gegevens te verwijderen en verzocht hiervan een bevestiging
te krijgen. Na enige uitleg van de zijde van de tandarts, stuurde de tandartsenpraktijk
(waar de gegevens van klager in het dossier waren gekomen) op 9 juli 2024 een bevestiging
dat de nieuwe gegevens in goede orde waren ontvangen en aangepast. Verder blijkt uit
de stukken dat de tandarts op 2 juni 2024 contact had opgenomen met het support team
van Mediadent, waar hij hen wees op de ‘bug’ in de software waardoor in de DICOM-bestanden
verkeerde patiëntnamen stonden. Op 12 juni 2024 heeft de tandarts hier wederom een
e-mail over gestuurd, aangezien hij geen reactie had ontvangen. Hier is dezelfde dag
op gereageerd.
Met de door de tandarts overgelegde e-mailwisselingen heeft hij naar het oordeel
van de voorzitter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij actie heeft ondernomen zodra
hij erachter kwam dat er problemen waren met de export van patiëntendossiers, ook
specifiek ten aanzien van de gegevens van klager. De tandarts was al vóór 12 juni
2024 (het moment waarop klager deze specifieke klacht bij hem meldde) in contact met
het supportteam van Mediadent. Bovendien heeft de tandarts dezelfde dag nog een keer
gemaild naar Mediadent en heeft hij drie dagen later contact opgenomen met de tandartsenpraktijk
waar de gegevens van klager terecht waren gekomen met correctie van de gegevens. Tot
slot heeft de tandarts op 3 juli 2024 nog gecontroleerd of de eerdere gegevens daadwerkelijk
waren vernietigd en vervangen waren door de in juni verstrekte gegevens. Gelet op
deze omstandigheden kan de tandarts geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt
dat er sprake is geweest van onzorgvuldig dossierbeheer en dat onvoldoende is gehandeld
als het gaat om de privacy van klager.
4.5 Uit de voorgaande overwegingen volgt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
5. De beslissing
De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 23 december 2024 door M.J.C. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door M.H. van Ham, secretaris.
secretaris voorzitter
Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
- Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
- de voorzitter u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.
Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
- Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
- Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.
U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg,
maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u
is verstuurd.
Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.