Zoekresultaten 151-200 van de 44966 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:80 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-030/DB/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Verweerster kan niet worden verweten het executiegeschil niet te hebben opgestart. Zij was nog in afwachting op informatie van klaagster en kreeg geen contact meer met haar. Niet gebleken van valsheid in geschrifte. Nadat sprake is geweest van een vertrouwensbreuk, heeft verweerster zich op behoorlijke wijze aan de zaak onttrokken door de volgende dag ter zitting bij het gerechtshof om aanhouding te verzoeken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-035/AL/MN

    Verweerder heeft klager, die de Nederlandse taal nauwelijks machtig is, bijgestaan in een familiegeschil met diens ex-partner. Klager heeft in die periode een uitnodiging van de politie gehad voor verhoor wegens stalking en mishandeling van zijn ex-partner. Verweerder is met klager naar dat gesprek gegaan. De raad is niet gebleken dat verweerder voorafgaand aan dit gesprek met klager overleg heeft gevoerd over de dan te volgen strategie. Eerst tijdens het gesprek bij de politie is het verweerder pas duidelijk geworden dat het niet om een verhoor maar om een STOP-gesprek met klager ging en dat er, anders dan in de uitnodiging stond, geen tolk voor klager beschikbaar was. Alhoewel het advies van verweerder om de STOP-verklaring te ondertekenen wellicht in het belang van klager is geweest, vond verweerder zelf dat hij er beter aan had gedaan om de verbalisanten te vragen om het gesprek op 19 december 2022 te stoppen totdat er een tolk beschikbaar was. Verweerder had daarom tijdens het gesprek op 19 december 2022 moeten en kunnen ingrijpen door te zeggen dat klager tijdens het gesprek een tolk nodig had en dat het anders uitgesteld moest worden. Verweerder heeft hierin onvoldoende regie gevoerd. Dat heeft geleid tot misverstanden bij klager die voorkomen hadden kunnen worden. Klacht in zoverre gegrond. Overige verwijten ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:81 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-909/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht over het in strijd handelen met de kernwaarde partijdigheid en deskundigheid ongegrond. Verweerder heeft het budget van de rechtsbijstandsverzekeraar ruimschoots overschreden. Klager is daardoor na afloop van de procedure geconfronteerd met een factuur van ruim € 7.500,-, zonder dat hij erover is geïnformeerd dat het budget van de verzekeraar verbruikt was. Schending van de kernwaarde (financiële) integriteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7579

    Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich in 2014 ziekgemeld bij zijn werkgever. Hij was op dat moment opgenomen op een gesloten psychiatrische afdeling. Klager heeft twee weken doorgebracht op de gesloten afdeling en daarna bijna vier maanden op de open afdeling. De bedrijfsarts was werkzaam bij de arbodienst van de werkgever en werd verantwoordelijk voor de begeleiding van klager.Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zich niet autonoom en onafhankelijk heeft opgesteld enniet de richtlijnen heeft gevolgd die gelden voor het diagnosticeren van een beroepsziekte.Het eerste klachtonderdeel is ongegrond. Over het tweede klachtonderdeel overweegt het college het volgende. Het college stelt voorop dat op de bedrijfsarts de taak rust een (vermoede) beroepsziekte te diagnosticeren. De bedrijfsarts had eigenstandig onderzoek moeten doen naar de werkgerelateerde factoren die (mogelijk) ten grondslag lagen aan de aandoening van klager. Nu hij dit niet gedaan heeft, is het klachtonderdeel gegrond. Het college ziet desondanks geen aanleiding om de bedrijfsarts een maatregel op te leggen. Het college heeft hiertoe in aanmerking genomen dat de gebeurtenissen ruim tien jaar geleden hebben plaatsgevonden, op het moment dat de bedrijfsarts net in dienst was van de arbodienst. De bedrijfsarts heeft blijk gegeven van zelfreflectie en toegelicht het tegenwoordig anders aan te pakken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-045/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Ter zitting heeft klager gesteld het griffierecht van € 50 bij het indienen van zijn klacht bij de deken niet te hebben betaald. De deken had zijn klacht volgens hem daarom niet mogen doorzenden aan de raad. Volgens klager had hij daarom door de voorzitter niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Ook in de onderhavige verzetzaak dient klager volgens hem niet-ontvankelijk te worden verklaard. De raad oordeelt dat het niet voldoen van het griffierecht bij de klacht niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid. Bovendien staat in de aanbiedingsbrief van de deken dat het griffierecht is ontvangen door de deken. De voorzitter kon dus beslissen. Verzet is kosteloos, zodat klager ontvankelijk is in zijn verzet. De raad is evenwel van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:90 Hof van Discipline 's Gravenhage 230336

    Klacht over eigen advocaat. Het betreft een erfrechtkwestie. Het hof is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en handelend advocaat mag worden verwacht. Zoals de raad heeft overwogen is het voor een advocaat gebruikelijk om concepten aan cliënten toe te sturen ter voorkoming van miscommunicatie en zeker om feitelijke onjuistheden te vermijden. In deze zaak waren kennelijk meerdere concepten nodig om tot een goede afstemming te komen voor de brief aan de wederpartij. Verweerster heeft daarbij zoveel mogelijk het commentaar van klager verwerkt. Zij heeft ook toegelicht waarom zij iets wel of niet heeft overgenomen. Niet is gebleken dat verweerster daarbij ondermaats heeft gepresteerd. Dat er slordigheden in de concepten hebben gestaan verdient niet de schoonheidsprijs maar maakt het handelen van verweerster nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is het hof niet gebleken dat de door verweerster gemaakte berekeningen van de legitieme portie van klager evident onjuist waren. Weliswaar waren deze berekeningen afwijkend van de berekeningen van klager, maar verweerster had daar een goede verklaring voor (zij had bepaalde door klager opgevoerde posten niet overgenomen). Verweerster heeft de door haar opgestelde berekeningen ook uitvoerig toegelicht aan klager in haar e-mail van 30 november 2022. Dat er verschil in inzicht is maakt het handelen van verweerster nog niet ondeskundig of onbekwaam.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-807/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerder had aanleiding moeten zien om te twijfelen aan de informatie die hij van zijn cliënte had gekregen. Uit de brief van het Openbaar Ministerie volgde dat klager was veroordeeld voor belaging en niet mishandeling. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-808/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Deels niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem en deels ongegrond. Klacht gegrond voor zover verweerder griffierecht en een eigen bijdrage heeft gefactureerd aan klager. Allereerst mocht verweerder geen toevoeging aanvragen voor zijn advieswerkzaamheden aangaande het al dan niet instellen van hoger beroep omdat deze vielen onder het bereik van de al verstrekte toevoeging. Vervolgens had verweerder de factuur voor wat betreft het griffierecht moeten crediteren, omdat het hoger beroep niet was doorgezet en er dus geen griffierecht verschuldigd was, maar ook omdat er hoe dan ook geen hoger beroep tegen het vonnis mogelijk was. Verweerder had een proceskostenveroordeling van de tuchtrechter niet met deze onterechte factuur mogen verrekenen, bovendien zonder toestemming van klager. Schending kernwaarde (financiële) integriteit. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:48 Accountantskamer Zwolle 24/3563 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Klager heeft een tuchtklacht ingediend omdat hij vindt dat de accountant ten onrechte en te laat goedkeurende controleverklaringen bij de jaarrekeningen 2022 en 2023 van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft afgegeven. Daarin zouden opbrengsten uit geldelijke bijdragen en heffingen zijn verantwoord waarvoor geen wettelijke basis bestaat. Ook zouden de jaarrekeningen ten onrechte niet door alle bestuursleden van de NBA zijn ondertekend. Klager heeft de accountant hierover geïnformeerd en haar verzocht de goedkeurende verklaringen te herroepen. Volgens klager heeft betrokkene dat verzoek ten onrechte niet gehonoreerd en heeft zij in plaats daarvan klager op onprofessionele wijze beschuldigd van bedreiging wegens zijn aanzegging van een tuchtklacht. De Accountantskamer heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 250095

    Naar het oordeel van het hof heeft de deken zich op het standpunt kunnen en mogen stellen dat een vordering van klager tegen mr. Sch. geen redelijke kans van slagen heeft omdat de vordering is verjaard. Er zijn voldoende aanwijzingen dat klager al eerder moest of had kunnen weten dat de daadwerkelijke veilingkosten afweken (aanmerkelijk lager waren) van het bedrag (€ 10.000) dat hij had doorgekregen om te betalen om een executieveiling van zijn woning te voorkomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 250093

    Klachten tegen de inhoudelijke beoordeling van de zaak (in dit het geval het gestelde verzoek) raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals schending van hoor en wederhoor. Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (HvD 28 augustus 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:168, ECLI:NL:TAHVD:2017:169 en HR 23 juni 1995, NJ 1995/661).

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 250091

    Klager wenst aanwijzing van een advocaat om beroep in te stellen tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2024. Zoals de deken in haar reactie op het beklag ook heeft aangegeven, is de termijn waarbinnen dat nog kon inmiddels verstreken. Dit betekent dat klagers doel niet meer kan worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Op die grond dient het beklag van klager reeds te worden afgewezen. Ook overigens heeft de deken op juiste gronden beslist het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat af te wijzen. De deken heeft onder verwijzing naar het negatieve procesadvies van 2 advocaten op goede gronden vastgesteld dat het hoger beroep dat klager in wil stellen onvoldoende kans van slagen heeft. De deken is ook zelf tot deze conclusie gekomen. Voorts heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoende inspanningen heeft verricht om zelf een advocaat te vinden. Klager heeft pas bij zijn beklagschrift één schriftelijke afwijzing van een advocaat gevoegd. Hiermee heeft klager niet voldaan aan het verzoek van deken om drie schriftelijke afwijzingen in de dienen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7598

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenote van klaagster is als gevolg van COVID-19 (bij uitgebreid onderliggend lijden) overleden. Nadat de patiënt daags na een positieve zelftest telefonisch overleg met de huisarts heeft gevoerd, heeft de huisarts de klachten onvoldoende uitgevraagd, te weinig rekening gehouden met het feit dat patiënt behoorde tot een risicogroep en heeft een ontoereikend vangnetadvies gegeven. Ook na het bekend worden van een positieve PCR-test, had de huisarts een proactief beleid moeten voeren. Klacht grotendeels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 250072

    Klaagster wenst aanwijzing van een advocaat om cassatieberoep in te stellen De termijn om cassatie in te stellen is inmiddels verstreken. Dit betekent dat klaagsters doel – een rechtsmiddel instellen tegen deze beslissing – niet meer kan worden bereikt, zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Reeds op die grond dient het beklag van klaagster te worden afgewezen. Overigens is het hof met de deken, gezien het procesadvies van de cassatieadvocaat, van oordeel dat de procedure die klaagster had willen voeren geen redelijke kans van slagen heeft. Dit is een gegronde reden om het verzoek af te wijzen, wat de deken dan ook terecht heeft gedaan. Door klaagster zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht, die haar standpunt dat het cassatie-advies zonder haar toestemming is uitgebracht ondersteunen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7416

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het komt niet vast te staan dat de huisarts een heupfractuur bij klaagster heeft gemist. Er bestonden tijdens het eerste bezoek geen aanwijzingen voor een trauma of een heupfractuur en tijdens het tweede onderzoek heeft de huisarts adequaat gehandeld door patiënte (met spoed) naar het ziekenhuis te verwijzen. Het verwijt dat het inwinnen van informatie van zorgpersoneel leidt tot tunnelvisie treft geen doel. Datzelfde geldt voor het verwijt dat ten onrechte werd uitgegaan van een psychische oorzaak van de klachten. Er zijn geen aanwijzingen dat klaagster en haar mentor niet serieus genomen zijn. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 240064

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-724/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht onder eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de eigen advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7723

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds werkzaam op de huisartsenpost waar klaagster twee keer in vier dagen tijd op consult kwam. Tijdens het eerste bezoek was er geen aanleiding om klaagster door te verwijzen en het college acht het beleid en overleg met een internist zorgvuldig. Tijdens het tweede bezoek aan de HAP heeft de huisarts zorgvuldig gehandeld door klaagster vanwege ernstige verslechtering van de situatie door te verwijzen naar de SEH voor nader onderzoek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:82 Hof van Discipline 's Gravenhage 250158 250159

    Het hof stelt vast dat de klachten van klager verband houden met de werkzaamheden die verweersters als deken uitvoeren. Van de door hem geformuleerde klacht is echter alleen het eerste stukje geconcretiseerd. In het niet te woord (willen) staan van klager is echter naar het oordeel van het hof geen tuchtrechtelijk verwijt te ontwaren. Voor het overige is de door klager geformuleerde klacht niet onderbouwd. Daarom zal het hof de klachten niet verwijzen. Daarnaast is ontevredenheid over de gang van zaken in het onderzoek door een deken in verband met een door een klager ingediende tuchtklacht in het algemeen geen valide grond om een tuchtklacht tegen de betreffende deken in te dienen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:47 Accountantskamer Zwolle 24/3093 Wtra AK

    Betrokkene is samenstellend accountant van een onderneming. Hij deed ook werkzaamheden voor één van de aandeelhouders voor wie hij onder andere privé-en fiscale aangiften deed. Na het overlijden van die aandeelhouder zijn de aandelen overgegaan naar diens echtgenote, moeder van klaagster. De medeaandeelhouder wilde de aandelen van de echtgenote overnemen. Betrokkene heeft klaagster bericht dat hij geen werkzaamheden meer voor haar moeder kon verrichten, omdat hij de andere aandeelhouder adviseerde. Hij is aangebleven als accountant van de onderneming en heeft als adviseur van de medeaandeelhouder een aandelenwaardering opgesteld. Klaagster verwijt betrokkene onder meer dat hij een aandelenwaardering in het voordeel van de medeaandeelhouder heeft opgesteld, dat hij geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van signalen over handelen in strijd met wet- en regelgeving door de onderneming en dat betrokkene volmachten heeft laten opstellen die zeer ruime bevoegdheden gaven aan de medeaandeelhouder.De klacht is gedeeltelijk gegrond. Alhoewel betrokkene als samenstellend accountant wist dat na het overlijden van de aandeelhouder geen aandeelhoudersvergaderingen waren gehouden, heeft hij geen actie ondernomen. Hij heeft de bedreiging voor zijn objectiviteit als gevolg van het zowel optreden als accountant van de onderneming als het optreden als adviseur van een van de aandeelhouders niet tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Ook heeft de door hem opgestelde aandelenwaardering geen deugdelijke grondslag. De klachten over het opstellen van conceptvolmachten en tekortschietende communicatie zijn ongegrond. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Aan betrokkene is de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:89 Hof van Discipline 's Gravenhage 240282

    Verweerster heeft haar cliënte (de ex-echtgenote van klager) in het kader van een echtscheidingsprocedure geadviseerd om geld van de gezamenlijke rekeningen af te halen en op haar eigen rekening te zetten. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd. Het hof bekrachtigt de beslissing, maar verzwaart de maatregel tot een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:83 Hof van Discipline 's Gravenhage 250099

    Afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat het verzoek van klaagster om aanwijzing van een advocaat op goede gronden is afgewezen. De deken heeft terecht geoordeeld dat uit de VSO niet blijkt dat deze overeenkomst opengebroken kan worden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder in strijd met de waarheid heeft verklaard ter zitting (van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders). De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder een vergissing heeft begaan, wat hem niet zonder meer ook schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738917 DW RK 23/312 LvB/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er – kort gezegd – over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag heeft gelegd op roerende zaken van klager en daarmee rechtsregels uit de Faillisementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft overtreden. Niet is gebleken is dat er sprake van een enige beslaglegging is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7521

    Klager klaagt dat verweerster hem 15 capsules Tramadol heeft voorgeschreven, terwijl zij volgens hem had beloofd dat zij 30 capsules zou voorschrijven. Verweerster betwist dat zij een dergelijke belofte heeft gedaan.Dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven, kan het college uit het dossier niet opmaken. De aantekening “HR” (herhaalrecept) betekent niet (zonder meer) dat het om dezelfde hoeveelheid van hetzelfde medicijn gaat en dezelfde dosering. Het kan ook om een andere hoeveelheid en/of een andere dosering gaan. Het college kan enkel vaststellen dat verweerster met klager heeft besproken dat langdurig opiaatgebruik niet goed is en dat daarvoor geen indicatie bestond. Uit het feit dat verweerster het eerdere recept heeft aangepast naar 15 capsules en een lagere dosering, blijkt dat ze bewust een afweging heeft gemaakt over het aantal voor te schrijven capsules en de dosering.Omdat uit het dossier niet blijkt dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven en dit door klager ook onvoldoende aannemelijk is gemaakt, acht het college de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742430 / DW RK 23/412 EV/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De omstandigheden van het geval, waaronder de geringe overschrijding van de reactietermijn en een reactie die wel volgde op het rappel, maken dat er wordt afgezien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7404

    Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalige huisarts (verweerder). Ze maakt hem verschillende verwijten, waaronder het niet behandelen van haar fysieke klachten, een misdiagnose, het ontbreken van opvolging bij verergering van haar toestand, en het niet bieden van hulp bij psychosociale en financiële druk. Verweerder betwist de verwijten en stelde dat hij bij het merendeel van de door klaagster in haar klaagschrift genoemde consulten niet persoonlijk betrokken was Daar waar hij wel persoonlijk of als opleider betrokken was, treft hem volgens hem geen verwijt. Het college oordeelt dat een groot deel van de klachtonderdelen ongegrond is, omdat uit het medisch dossier niet blijkt dat verweerder daarbij betrokken was. Daar waar verweerder wel persoonlijk of als supervisor betrokken was, is naar het oordeel van het college overeenkomstig de geldende normen gehandeld. Het college kan niet vaststellen dat verweerder de problemen van klaagster niet serieus heeft genomen of dat hij niet empathisch was. Dat blijkt niet uit het medisch dossier en het college kan ook niet anderszins vaststellen dat verweerder hier een verwijt treft. Twee klachtonderdelen betroffen handelen of nalaten van verweerder meer dan tien jaar geleden en deze zijn om die reden verjaard. Het college oordeelt dan ook dat klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn of dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De klacht van klager (over niet tijdig reageren op correspondentie) kent een dusdanige samenhang met een eerdere klacht tegen de gerechtsdeurwaarder waar een berisping voor was opgelegd dat nu volstaan kan worden met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/762309 / DW RK 25/6 EV/SM

    Beslissing op verzet. Verzet niet-ontvankelijk. Het verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7727

    klacht tegen een verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager werd door zijn huisarts verwezen naar het samenwerkingsverband GGZ in verband met psychische klachten. In 2024 vond er een gesprek plaats tussen klager en de verpleegkundige om de mogelijkheden voor een geschikte verwijsplek te bespreken. Klager is niet tevreden met de gehele gang van zaken en maakt de verpleegkundige onder andere het verwijt dat hij geen garantie op een behandeling heeft gekregen en hij niet is betrokken bij het overleg met een zorginstantie. Het college oordeelt dat het niet de taak van de verpleegkundige was om bij klager een diagnose te stellen of hem te behandelen. Het college kan niet vaststellen dat van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753672 / DW RK 24/252 EV/SM

    Beslissing op verzet. Klager heeft zich er over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder executiemaatregelen uitvoert terwijl hij geen actueel overzicht van de vermeende vordering(en) kan overleggen. Daarvan is echter geen sprake geweest. De kamer sluit zich (daarom) aan bij beoordeling van de inleidende klacht en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7540

    Chirurg van privé kliniek voor behandeling van obesitas en overgewicht wordt verweten dat de operatie niet goed is uitgevoerd, procedures niet goed zijn gevolgd en onvoldoende uitleg is gegeven over contact in geval van calamiteiten. Na de operatie is een maagperforatie ontstaan. Complicatie. Geen sprake van nalatigheid of fouten. Onzekerheid en verwarring vanwege discrepantie tussen het op de website van de kliniek weergegeven beleid bij ontslag en het toegepaste beleid. Onduidelijke informatie over wat te doen bij calamiteiten. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2626

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij onvoldoende zorg heeft verleend toen klaagster voor een operatie op de afdeling neurologie en neurochirurgie van een ziekenhuis was opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het door klaagster hiertegen ingestelde beroep niet‑ontvankelijk, omdat het (aanvullend) beroepschrift niet voldoet aan de eisen die de wet aan een beroepschrift stelt. Het overgrote deel van het aanvullend beroepschrift van vijf pagina’s gaat over andere zorgverleners en over andere incidenten dan waarop de klacht tegen de verpleegkundige betrekking heeft. De verpleegkundige was bij deze incidenten op geen enkele wijze betrokken. Het Centraal Tuchtcollege komt niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2531

    Klacht tegen een arts, werkzaam op de afdeling cardiologie van een ziekenhuis. Klager lijdt aan hartfalen. Hij werd met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor een medicijn om kalium aan te vullen uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-215/AL/MN

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een slepend geschil over reputatieschade in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-597/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klager verwijt verweerder (onder meer) dat hij heeft opgetreden tegen hem, zijn oud-client. De raad oordeelt dat er geen sprake is van het optreden tegen klager. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7231

    Klacht deels gegrond, maatregel berisping. Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts subjectieve, niet-onderbouwde informatie over klaagster te hebben gegeven, die is terechtgekomen in een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Het college oordeelt dat de huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden, ongefundeerde en suggestieve informatie over klaagster heeft verstrekt en verstrekte schriftelijke informatie onvoldoende objectief heeft geformuleerd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:79 Hof van Discipline 's Gravenhage 240318

    Artikel 13 lid 1 Advocatenwet: Afwijzing door deken een nieuwe advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing gegrond. Uit de overgelegde brief en de toelichting door klager volgt voldoende dat er tussen hem en de door de deken aangewezen advocaat sprake is van een vertrouwensbreuk, zodat een hernieuwde samenwerking tussen klager en deze advocaat niet van klager kan worden verwacht. Het hof verzoekt de deken spoedig een andere advocaat aan te wijzen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7869

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht is dat de verpleegkundige grensoverschrijdend heeft gehandeld door seksueel contact te hebben met een cliënt die gedetineerd was binnen de inrichting waar zij werkzaam was en met wie zij een behandelrelatie had. De verpleegkundige erkent het haar verweten gedrag. De klacht is gegrond. Als maatregel wordt een voorwaardelijke schorsing van drie maanden opgelegd, onder bijzondere voorwaarden. Het college neemt daarbij onder andere in aanmerking dat het een eenmalige gebeurtenis betrof, dat de verpleegkundige inzicht heeft getoond en volledige openheid van zaken heeft gegeven tijdens het onderzoek van de IGJ, de tuchtprocedure en richting haar huidige werkgevers.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-18

    Klager is zelf notaris. Hij verwijt de notaris dat hij de ministerieplicht ontwijkt door een extreem hoog tarief te offreren voor een legalisatie. Hierdoor kon klager niet verder met zijn dossier. Klager heeft zijn klacht hoofdzakelijk onderbouwd met het verwijzen naar het algemeen belang. Het algemeen belang is niet een redelijk belang als bedoeld in artikel 99 Wna, ook niet voor een ambtgenoot aan de hand van een concrete casus. De stelling van klager dat hij niet verder kon met zijn dossier omdat zijn cliënte de handtekening niet liet legaliseren, geeft evenmin een redelijk belang. Die gedraging van zijn cliënte, die zo is gebleken ter zitting ook bij andere notarissen in haar omgeving terecht kon, kan de notaris niet worden verweten. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-767/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over rechtstreeks benaderen van de wederpartij is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7766

    Klacht ongegrond. Klacht van nabestaande tegen een huisarts. De zoon van klager (patiënt) belde de huisartsenpraktijk in verband met koorts, hoofpijn, overgeven en trillen. De hoofdpijn voelde volgens patiënt hetzelfde als toen hij een aantal jaar daarvoor hersenvliesontsteking had. De huisarts zag patiënt die dag op het spreekuur: zij wilde de volgende dag urineonderzoek doen en adviseerde hem een coronatest te doen. Patiënt werd de volgende ochtend dood in bed aangetroffen. Klager verwijt de huisarts dat zij patiënt niet direct naar het ziekenhuis heeft doorgestuurd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:80 Hof van Discipline 's Gravenhage 240095

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft opgetreden als advocaat van de wederpartij van de cliënt van klager. Klager verwijt verweerder dat hij in de zaak tussen de cliënten van klager en verweerder een brief aan de rechter heeft gestuurd waarin hij inhoudelijk op de zaak is ingegaan, nadat de uitspraakdatum door de rechter al was bepaald. Verweerder had daarvoor geen toestemming van klager. Het hof oordeelt dat verweerder zich – nadat de zaak voor uitspraak was komen te staan – niet zonder toestemming van de wederpartij met een brief tot de rechter had mogen wenden. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het handelen van verweerder kan niet anders worden opgevat dan als bewust napleiten. Dit is een fout die niet iedere advocaat zou kunnen overkomen. Het hof acht de maatregel van berisping eveneens passend en geboden en bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-61

    De toegevoegd notaris heeft zich er op voldoende zorgvuldige wijze van vergewist dat de wijziging van het testament erflaatsters daadwerkelijke wens was en dat zij de gevolgen van deze wijziging kon overzien. Nu de toegevoegd notaris, bekend met de diagnose fronto-temporale dementie, na haar uitgebreide besprekingen geen twijfel had over de wilsbekwaamheid, hoefde zij het Stappenplan niet te volgen en was nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflaatster niet nodig. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-801/AL/NN

    De raad verklaart een klacht over de deken ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7258

    Klacht tegen een chirurg ongegrond. Verweerder opereerde klager aan zijn knie na een val van de fiets. Twee weken na ontslag uit het ziekenhuis werd klager met spoed opgenomen en werd bij hem trombose in het geopereerde been en in de longen (ruiterembolus), en een herseninfarct vastgesteld. Klager vindt onder andere dat hij geen goede zorg van verweerder heeft gekregen door onvoldoende voorzorgsmaatregelen te treffen om trombose te voorkomen en hem niet goed voor te lichten over trombose als mogelijke complicatie. Het college ziet geen grond voor het oordeel dat het beleid rondom de operaties niet zorgvuldig is geweest of verweerder anderszins een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Hoewel het wellicht beter was geweest, was er op grond van de geldende richtlijnen en protocollen, het beleid van ziekenhuis waar verweerder werkzaam is en verweerders eigen klinische ervaring, geen eenduidige verplichting voor verweerder om klager vooraf expliciet over het risico op trombose in te lichten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:81 Hof van Discipline 's Gravenhage 230206W

    Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk, want te laat ingediend. Van berusting in de wraking door de gewraakte leden van het hof is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-204/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in een civielrechtelijke procedure. Niet gebleken dat verweerder in strijd met artikel 21 en 111 lid 3 Rv heeft gehandeld of rauwelijks heeft gedagvaard. Verweerder mocht namens zijn cliënt overgaan tot het executeren van het uitvoerbaar bij voorraad-verklaarde verstekvonnis. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-205/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over een advocaat. Tussen klager en verweerster bestond geen advocaat-cliëntrelatie. Een collegiaal verzoek om een processtuk mee te lezen is daarvoor onvoldoende. Omdat geen sprake is van een advocaat-cliëntrelatie kan de geheimhoudingsplicht niet zijn geschonden. Howel advocaten welwillend naar elkaar toe moeten zijn, gaat dit niet zo ver dat een onverplichte toezegging om een processtuk mee te lezen tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Geen sprake van onnodig kwetsende uitlatingen of leugens in het verweer op de klacht. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025-8383 t/m Z2025/8388

    Wraking van het voltallige zittingscollege die gegrond is, voor zover gericht tegen de voorzitter. De voorzitter heeft zonder enige context of bronvermelding kennis van een eerdere civielrechtelijke zaak, waarbij zij als familierechter en klaagster in de tuchtzaak betrokken waren, ingebracht. Daarmee heeft de voorzitter haar onpartijdigheid onvoldoende gewaarborgd.