ECLI:NL:TGDKG:2025:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2025:43
Datum uitspraak: 12-05-2025
Datum publicatie: 15-05-2025
Zaaknummer(s): C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht gegrond. Geen maatregel. De klacht van klager (over niet tijdig reageren op correspondentie) kent een dusdanige samenhang met een eerdere klacht tegen de gerechtsdeurwaarder waar een berisping voor was opgelegd dat nu volstaan kan worden met de constatering dat de klacht gegrond is.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 mei 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 28 november 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 4 januari 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 maart 2025. Daarbij zijn klager, zijn partner en de gerechtsdeurwaarder verschenen. De uitspraak is bepaald op 12 mei 2025.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • Bij vonnis van 13 februari 2020 is bepaald dat klager zijn paspoort aan de (gerechts)deurwaarder moest afgeven.
  • Op 14 februari 2020 heeft klager zijn paspoort ingeleverd bij het gerechtsdeurwaarderskantoor van beklaagde.
  • Bij brief van 15 september 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geïnformeerd dat zijn paspoort in ongerede was geraakt tijdens de verhuizing van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft daarbij meegedeeld dat de kosten voor het aanvragen van een nieuw paspoort door hem zullen worden vergoed.
  • Klager heeft op 25 maart 2022 een klacht bij deze kamer ingediend over het vermiste paspoort (zaaknummer: C/13/715556/ DW RK 22/123), waarna op 3 november 2023 uitspraak is gedaan (ECLI:NL:TGDKG:2023:82).
  • Op 21 december 2022 heeft klager een nieuw paspoort aangevraagd.
  • Bij e-mail van 17 januari 2023 heeft klager aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om de nota van het nieuwe paspoort te voldoen op het rekeningnummer van diens partner.
  • Bij e-mail van 17 februari 2023 heeft klager de gerechtsdeurwaarder herinnerd aan zijn verzoek van 17 januari 2023.
  • Op 22 februari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de nota voor het nieuwe paspoort van klager voldaan.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder niet tijdig heeft gereageerd op zijn e-mail van 17 januari 2023.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Gerechtsdeurwaarders zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij correspondentie met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso of executie binnen een redelijke termijn (van veertien dagen) beantwoordt. Nu de gerechtsdeurwaarder de e-mail van 17 januari 2023 ruim buiten deze termijn heeft beantwoord, is de klacht terecht voorgesteld.

4.3 Nu dit feit zodanig samenhangt met zaaknummer C/13/715556/ DW RK 22/123 (in welke zaak de gerechtsdeurwaarder een berisping heeft gehad voor het feit dat het paspoort van klager in ongerede is geraakt) en de gerechtsdeurwaarder de kosten voor het nieuwe paspoort binnen een redelijke termijn aan klager heeft betaald, is de kamer in dit specifieke geval van oordeel dat met gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel kan worden volstaan.

4.4 Omdat de klacht gegrond is verklaart, stelt de kamer vast dat de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 37 lid 7 Gerechtsdeurwaarderswet het door klager betaalde griffierecht (van € 50,00) aan hem dient te vergoeden.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht gegrond en ziet af van het opleggen van een
    maatregel;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot het betalen van de kosten in eerste aanleg aan klager, bestaande uit € 50,00 aan griffierecht, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. B. Brokkaar en mr. H.A. Roos, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 mei 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.