ECLI:NL:TNORDHA:2025:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-18
ECLI: | ECLI:NL:TNORDHA:2025:10 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-04-2025 |
Datum publicatie: | 13-05-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-18 |
Onderwerp: | Overig, subonderwerp: Overig |
Beslissingen: | Klacht niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | Klager is zelf notaris. Hij verwijt de notaris dat hij de ministerieplicht ontwijkt door een extreem hoog tarief te offreren voor een legalisatie. Hierdoor kon klager niet verder met zijn dossier. Klager onderbouwd zijn klacht hoofdzakelijk met het verwijzen naar het algemeen belang. Het algemeen belang is niet een redelijk belang als bedoeld in artikel 99 Wna, ook niet voor een ambtgenoot aan de hand van een concrete casus. De stelling van klager dat hij niet verder kon met zijn dossier omdat zijn cliënte de handtekening niet liet legaliseren, geeft evenmin een redelijk belang. Die gedraging van zijn cliënte, die zo is gebleken ter zitting ook bij andere notarissen in haar omgeving terecht kon, kan de notaris niet worden verweten. De klacht is niet-ontvankelijk. |
Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag
Beslissing d.d. 16 april 2025 inzake de klacht onder nummer 24-18 van:
[klager],
hierna: klager,
tegen:
[notaris],
notaris, gevestigd te [vestigingsplaats],
gemachtigde: mr. M.C.J. Höfelt, advocaat te Amsterdam,
hierna: de notaris.
1. Het procesverloop
1.1 De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, ingekomen op 26 maart 2024.
1.2 De Kamer heeft het antwoord van de notaris ontvangen.
1.3 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 maart 2025. Daarbij waren aanwezig klager, en de notaris bijgestaan door mr. M.C.J. Höfelt. Van de mondelinge behandeling zijn schriftelijke aantekeningen gemaakt. De notaris heeft een pleitnotitie overgelegd.
2. De feiten
2.1 Klager is zelf notaris in [vestigingsplaats].
2.2 Een cliënte van het notariskantoor van klager heeft bij de notaris, die gevestigd is in haar woonplaats, het tarief opgevraagd voor een legalisatie van haar handtekening.
2.3 Het tarief voor een legalisatie van een handtekening bij de notaris bedraagt € 395,- inclusief BTW en leges.
3. De klacht
3.1 Klager verwijt de notaris dat hij de ministerieplicht ontwijkt door een extreem hoog tarief te offreren voor een legalisatie. Klager kon hierdoor niet verder met zijn dossier.
3.2 Toen de cliënte aan een medewerkster van het notariskantoor aangaf dat het kantoor van klager gratis haar handtekening kan legaliseren, omdat zij daar cliënte is, kreeg zij de reactie zij zijn gek daar, wij zijn normaal”.
3.3 Klager heeft zelf ook enig onderzoek verricht naar het tarief voor een legalisatie bij zowel het kantoor van de notaris als bij andere notariskantoren. De notaris schaadt de eer en aanzien van het notarisambt, omdat de notaris hiermee het signaal afgeeft dat het in het notariaat gebruikelijk is om voor een simpele ambtshandeling die hooguit een half uur duurt een buitensporig tarief in rekening te brengen.
3.4 De notaris heeft zich aangesloten bij het netwerk van Nationale Notaris. Het is onbegrijpelijk dat zij naar buiten toe treden met de volgende tekst: “Nationale Notaris is een landelijk netwerk van hooggekwalificeerde notariskantoren met meer dan 50 notarissen in heel Nederland. Wij zijn een laagdrempelige organisatie die het verkrijgen van notariële producten en aanverwante diensten zo makkelijk mogelijk wil maken. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?”
4. Het verweer
4.1 De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang voor de beoordeling – hierna worden ingegaan.
5. De beoordeling van de ontvankelijkheid
5.1 Voordat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht kan toekomen, moet worden beoordeeld of de klacht ontvankelijk is. Volgens de notaris is de klacht niet-ontvankelijk omdat klager niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 99 lid 1 Wna. Klager heeft geen eigen belang en geen redelijk belang. Van het tuchtrecht als ultimum remedium kan evenmin sprake zijn, omdat klager alternatieve manieren om zijn mening te geven over de handelwijze van de notaris niet heeft benut.
5.2 Op grond van die wetsbepaling kan ieder die daarbij enig redelijk belang heeft een klacht indienen. Het begrip ‘enig redelijk belang’ moet ruim worden opgevat. De wetsgeschiedenis vermeldt hierover:
“(…) Dit belang kan volgen uit betrokkenheid bij een specifieke zaak of bestaan uit een belang bij de handhaving van de beroepsnormen en -regels voor het notariaat. Naast de cliënt van de notaris, de KNB en het Bureau kan hierbij, afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, worden gedacht aan belangenorganisaties, het openbaar ministerie en instanties die zijn belast met taken die raken aan werkzaamheden van de notaris, zoals gemeenten, de belastingdienst of het kadaster. Er geldt dan ook een ruim belanghebbendenbegrip: een rechtstreeks belang bij de klacht is niet zonder meer vereist, ook een indirect of afgeleid belang van de klager kan grond zijn voor ontvankelijkheid. Hiermee is een ruime toegang tot de tuchtrechtelijke klachtprocedure beoogd; ter ondersteuning van de corrigerende functie van het tuchtrecht en het zelfreinigend vermogen van de beroepsgroep. (…)” (Kamerstukken II, 2009-2010, 32 250, nr. 3, p. 26-27).
5.3 Vast staat dat klager geen cliënt was van de notaris. Klager stelt evenwel een redelijk belang te hebben, maar onderbouwt dit hoofdzakelijk met het verwijzen naar het algemeen belang dat hij met het indienen van de klacht voor ogen heeft. Het algemeen belang is niet een redelijk belang als bedoeld in artikel 99 Wna, ook niet voor een ambtgenoot aan de hand van een concrete casus. De behartiging van algemene belangen is evenmin opgedragen aan ambtgenoten in algemene zin of aan deze concrete notaris. De stelling van klager dat hij niet verder kon met zijn dossier omdat zijn cliënte de handtekening niet liet legaliseren, geeft evenmin een redelijk belang. Die gedraging van zijn cliënte, die zo is gebleken ter zitting ook bij andere notarissen in haar omgeving terecht kon, kan de notaris niet worden verweten. De klacht is niet-ontvankelijk.
BESLISSING
De Kamer voor het notariaat:
verklaart de klacht niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mrs. G.H.M. Smelt, voorzitter, S.L.M. Staals en J.W.A.P. Michels, in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.