ECLI:NL:TGDKG:2025:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2025:40
Datum uitspraak: 12-05-2025
Datum publicatie: 15-05-2025
Zaaknummer(s): C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder in strijd met de waarheid heeft verklaard ter zitting (van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders). De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder een vergissing heeft begaan, wat hem niet zonder meer ook schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 mei 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 25 juni 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 11 september 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld tijdens de openbare terechtzitting van 24 maart 2025. Daarbij zijn klager, zijn partner en de gerechtsdeurwaarder verschenen. De uitspraak is bepaald op 12 mei 2025.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • Tijdens de zitting van 22 september 2023 heeft de behandeling van een klacht van de partner van klager tegen de gerechtsdeurwaarder plaatsgevonden (zaaknummer C/13/715342 DW RK 22/114). Toen heeft de gerechtsdeurwaarder, blijkens de uitspraak van 3 november 2023 in hiervoor genoemd zaaknummer, verklaard de in beslag genomen Macbook Air (rosé gold) zich op zijn kantoor bevond.
  • Bij e-mail van 17 mei 2024 heeft klager de gerechtsdeurwaarder om een lijst van de goederen verzocht die de gerechtsdeurwaarder nog in zijn bezit c.q. in bewaring zou hebben.
  • Bij e-mail van 10 juni 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder een lijst toegestuurd met de zaken van klager die zich op zijn kantoor bevonden. Op de lijst ontbreekt de hiervoor genoemde laptop.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder tegenover de kamer voor gerechtsdeurwaarders een verklaring heeft afgelegd die in strijd is met de waarheid.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt dat hij ten aanzien van klager geen norm heeft geschonden omdat de procedure waarnaar wordt verwezen (C/13/715342 DW RK 22/114) geen betrekking heeft op klager, maar op diens partner. De partner van klager had moeten klagen. Klager heeft in deze geen recht.

3.2 Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder betwist een verklaring in strijd met de waarheid te hebben afgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft zich bij het afleggen van zijn verklaring over de locatie van de laptop vergist. Dit had er mee te maken dat er op dat moment meerdere zaken van klager op zijn kantoor lagen én er lange periode verstreken was tussen de beslaglegging en de zitting.

4. Ontvankelijkheid.

4.1 In de Gerechtsdeurwaarderswet is niet bepaald wie als klager kan optreden. Volgens de memorie van toelichting[1] kan een klacht worden ingediend door een particulier die zich door de behandeling van een gerechtsdeurwaarder in zijn belangen voelt aangetast. Naar het oordeel van het hof houdt dit in dat de klager voldoende eigen belang moet hebben, om als belanghebbende te worden aangemerkt en als klager te kunnen worden ontvangen in de tuchtprocedure[2].

4.2 Ten aanzien van de hiervoor genoemde laptop, heeft de gerechtsdeurwaarder in de procedure met zaaknummer C/13/715342 DW RK 22/114 aangevoerd – en is daarin gevolgd door de kamer – dat hij ervan uit heeft mogen gaan dat deze van klager was, omdat de partner van klager niet heeft kunnen aantonen dat het haar laptop was. Dit standpunt heeft de gerechtsdeurwaarder tot op heden gehandhaafd. Gelet op deze stellingname en het feit dat de laptop het onderwerp is van de vermeende ‘onjuiste verklaring’, heeft klager voldoende belang bij het indienen van de klacht en is klager daarin ontvankelijk.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Gerechtsdeurwaarders zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De kamer stelt vast dat er een lange geschiedenis is tussen klager en de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft meerdere titels ten uitvoer gelegd bij klager. Dat is veelal gepaard gegaan met het leggen van beslagen op een veelvoud aan (kleine) roerende zaken die meermaals tot discussies over de eigendom daarvan hebben geleid.

5.3 Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij zorgvuldig, accuraat en waarheidsgetrouw te werk gaat en ook dat hij als zodanig kan verklaren als hij – zoals gebeurde tijdens de mondelinge behandeling in de procedure met zaaknummer C/13/715342 DW RK 22/114 – daarop wordt bevraagd. Gelet op de historie, de omvang van de beslagen én tijdsverloop is echter voorstelbaar dat de gerechtsdeurwaarder zich daarbij heeft vergist in zijn uitlating ter zitting. De kamer overweegt daartoe dat de gerechtsdeurwaarder die een vergissing of (reken)fout begaat, zich daarmee niet zonder meer ook schuldig maakt aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk het gevolg is van grove onzorgvuldigheden of handelen tegen beter weten in. Daarvan is echter niet gebleken.

5.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. B. Brokkaar en mr. H.A. Roos, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 mei 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

[1] Kamerstukken II 1991/92, 22775, nr. 3

[2] o.a. Hof Amsterdam 27 oktober 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BL2309