ECLI:NL:TGZCTG:2025:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2531

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2025:87
Datum uitspraak: 14-05-2025
Datum publicatie: 14-05-2025
Zaaknummer(s): C2024/2531
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een arts, werkzaam op de afdeling cardiologie van een ziekenhuis. Klager lijdt aan hartfalen. Hij werd met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor een medicijn om kalium aan te vullen uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2531 van:
A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,
hierna: klager
tegen

C., arts, werkzaam in B.
verweerder in beide instanties,
hierna: de arts
gemachtigde: mr. A.M. Franse, verbonden aan het UMC Utrecht.
1. Kern van de zaak

1.1 Klager lijdt aan hartfalen en een verminderde linkerhartkamerfunctie. Hij werd in verband met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor Slow-K tabletten (een medicijn om kalium aan te vullen) uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering Slow-K heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering tijdens het autorijden een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden.

1.2 Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft de klacht op 17 juli 2024 kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en zal het beroep van klager verwerpen.

2. Verloop van de procedure

2.1 Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege te ’s Hertogenbosch met nummer H2023/6512 (ECLI:NL:TGZRSHE:2024:66).

2.2 Het Centraal Tuchtcollege heeft kennisgenomen van het beroepschrift van klager, de aanvullende gronden van het beroep en het verweerschrift van de arts.

2.3 De zaak is op de zitting van 7 april 2025 behandeld. Klager en de arts waren beiden aanwezig. De arts werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.M. Franse. Partijen hebben vragen van het college beantwoord en hun standpunten nader toegelicht. De spreekaantekeningen van beiden zijn aan het dossier toegevoegd.

3. Feiten

3.1 Het Centraal Tuchtcollege gaat net als het Regionaal Tuchtcollege uit van de volgende feiten.

3.2 Klager (geboren in 1947) lijdt aan hartfalen en een verminderde
linkerhartkamerfunctie waarvoor hij met medicatie wordt behandeld. Een bekende bijwerking van de door hem gebruikte medicatie is het krijgen van een hypokaliëmie (een te laag kaliumgehalte), waardoor een hogere kans op ernstige hartritmestoornissen bestaat.

3.3 Op 8 juli 2023 kwam klager met klachten (spierkrampen) op de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Omdat de klachten mogelijk het gevolg waren van een te laag kaliumgehalte, werd klager opgenomen op de afdeling Cardiologie waar hij medicatie kreeg toegediend.

3.3 In de van het medisch dossier van klager deel uitmakende lijst met medicatietoedieningen staat vermeld dat klager in eerste instantie kaliumchloridedrank 75MG/ML kreeg. Volgens dezelfde lijst werd er ook gestart met een kaliumbesparend medicijn. Van 9 juli 2023 tot en met 13 juli 2023 kreeg klager driemaal daags kaliumchloridetabletten (Slow-K) MGA 600MG toegediend. ‘Indien nodig’ kon extra kaliumchloridedrank worden gegeven. Dat is tweemaal gebeurd: in de avond van 9 juli 2023, (20.18 uur) en in de ochtend van 10 juli 2023 (8.00 uur).

3.4 Op 14 juli 2023, de dag voor zijn ontslag uit het ziekenhuis, werd een kaliumwaarde van 3,9 gemeten (de normaalwaarde is 3.5 - 5). Klager sprak met een collega van de arts af op proef de Slow-K tabletten te stoppen en het kaliumgehalte via de huisarts te laten controleren. Deze collega noteerde in het dossier (alle citaten voor zover van belang en letterlijk weergegeven): “geen kaliumsuppletie bij ontslag ondanks voorgeschiedenis van hypokaliemie (…), rol die hypokalemie speelde bij ontstaan huidige opname en advies geriatrie. Kalium vervolgen via huisarts. Huisarts gebeld en geadviseerd binnen maximaal 2 weken controle te doen (…). Overwegen starten kaliumsuppletie. (…).”

3.5 Diezelfde avond gaf klager aan de verpleging aan Slow-K tabletten te willen. In het dossier staat hierover vermeld: “Meneer is erg boos over het feit dat de medicatielijst (volgens hem) niet klopt. Hij wil geen (…) voorgeschreven hebben. En hij wil wel Slow K tabletten. Graag morgen even naar laten kijken.”

3.6 In de ontslagbrief van 15 juli 2023 schreef de arts: “Op verzoek van patiënt gestart met kaliumsuppletie middels slowK 3d600, wordt vervolgd via de huisarts. Verzoek aan de huisarts ter controle kalium op korte termijn (1-2 weken).”

3.7. Klager heeft enkele dagen nadat hij na zijn ontslag uit het ziekenhuis met drie tabletten per dag Slow-K was gestart ten gevolge van een black out in de auto een ongeval gehad. Na vermindering van de Slow-K tot één tablet per dag heeft hij geen black out meer gehad.

4. Beoordeling van het beroep

Waar gaat het in beroep over
4.1 Klager is het niet eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht alsnog gegrond te verklaren.

4.2 De arts heeft in beroep gemotiveerd verweer gevoerd en verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep te verwerpen.

Inhoudelijke beoordeling
4.3 Op basis van de stukken en de mondelinge toelichting daarop komt het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard. De behandeling van de zaak in beroep geeft geen aanleiding tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege neemt dat wat het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De overwegingen van het college’ heeft overwogen hier over. Daarmee sluit het Centraal Tuchtcollege aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De behandeling van de zaak in beroep geeft het Centraal Tuchtcollege wel aanleiding tot een paar aanvullende opmerkingen.

4.4 Het Centraal Tuchtcollege heeft er oog voor dat het incident waarbij klager in de auto onwel is geworden en daardoor een ongeval heeft gekregen voor hem heel ingrijpend was. Het Centraal Tuchtcollege heeft echter geen aanwijzingen dat de dosering van de Slow-K bij dit incident een rol heeft gespeeld. Dat klager na het incident de Slow-K heeft gereduceerd tot één tablet per dag en dat hij sindsdien geen onwel wordingen meer heeft meegemaakt, is hiervoor onvoldoende. Het Centraal Tuchtcollege merkt hierbij op dat het kaliumgehalte net voor of na de black out niet bekend is, omdat de huisarts dit toen niet heeft gemeten.

4.5 De door de arts bij ontslag voorgeschreven dosering van driemaal daags kaliumchloridetabletten 600mg (Slow-K) is een gebruikelijke dosering. Volgens de van het medisch dossier van klager deel uitmakende medicatietoedieningenlijst heeft klager de Slow-K in deze dosering al tijdens zijn opname gedurende enkele dagen ontvangen. Tijdens de opname heeft hij daarnaast in veel hogere doseringen kaliumchloridedrank gebruikt en hij heeft in die periode geen bijwerkingen van de kaliumchloride ervaren. In het patiëntendossier is ook geen melding gemaakt van bijwerkingen.

4.6 De medicatietoedieningenlijst bevat zeer gedetailleerde informatie over (de tijdstippen van) toediening van alle medicatie die klager tijdens de opname gebruikte. Klager stelt dat de informatie in de medicatietoedieningenlijst niet juist is en dat er sprake is van computerfraude. Volgens vaste jurisprudentie mag echter in beginsel worden uitgegaan van de juistheid van de informatie in het medisch dossier. In dit geval ziet het Centraal Tuchtcollege ook geen enkele aanleiding om aan de informatie in de medicatietoedieningenlijst te twijfelen. Daarbij wordt opgemerkt dat deze lijst niet alleen zeer gedetailleerd is, maar dat de bewuste informatie ook bevestiging vindt in andere delen van het medisch dossier van klager. De verschillende delen van het medisch dossier zijn in dit opzicht volledig consistent. Van fraude met het medisch dossier is het Centraal Tuchtcollege in het geheel niet gebleken.

4.7 Gelet op het vorenstaande, en gezien ook het – ondanks de ruime suppletie – nog betrekkelijk lage kaliumgehalte in het bloed van klager tijdens de opname in het ziekenhuis, heeft de arts op goede gronden besloten de kaliumchloridetabletten in een dosering van driemaal daags 600 mg bij ontslag opnieuw aan klager voor te schrijven. Hij heeft daarbij ook voor een goed vangnet gezorgd, door de huisarts te vragen het kaliumgehalte van klager op korte termijn (1-2 weken) te controleren. Van overdosering was geen sprake.

Conclusie
4.8 De conclusie is dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard. Dit betekent dat het beroep zal worden verworpen.


Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door Z.J. Oosting, voorzitter, A.S. Gratama en J.M.T. van der Hoeven Oud, leden-juristen, en E.M. Koomen en M. Michels, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E.D. Boer, secretaris.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 mei 2025.
Voorzitter w.g. Secretaris w.g.