Zoekresultaten 1-50 van de 516 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:123 Hof van Discipline 's Gravenhage 240099
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:123
Volgens klager heeft verweerster, de advocaat van zijn ex-partner, zich in een geschil over de ontbinding en afwikkeling van hun geregistreerd partnerschap bij de rechtbank na het geven van de beschikking schuldig gemaakt aan “napleiten”. Dat heeft verweerster volgens klager gedaan bij het door haar zelfstandig ingediende herstelverzoek, maar ook in haar reactie op het herstelverzoek dat door de gemachtigde van klager is ingediend. De raad heeft de klacht van klager ongegrond verklaard. Klager is tegen deze beslissing in beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Volgens het hof is er geen sprake van “napleiten”. Verweerster heeft binnen de haar toekomende vrijheid de belangen van haar client behartigd en heeft daarbij niet onnodig de belangen van klager geschaad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:117 Hof van Discipline 's Gravenhage 250135
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:117
De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen. Aan deze beslissing ten grondslag gelegd dat de vader van klager een advocaat heeft voor de procedures waarin vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Voor een AVG-procedure van de vader en een zaak van vader op het terrein van het Wdz-klachtrecht is geen vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, zodat voor aanwijzing van een advocaat geen reden is. Voor het klachtrecht van klager is evenmin vertegenwoordiging door een advocaat voorgeschreven. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:118 Hof van Discipline 's Gravenhage 240387
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:118
Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 240335
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:119
Klacht over de bijstand van de eigen advocaat. Klacht is niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 240330
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:120
Klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van private procespartij in een procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn schoonzoon het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 240329
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:121
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn cliënt (mr. P), een advocaat met wie klager een advocatenkantoor heeft gehad, en de schoonzoon van die cliënt, het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:115 Hof van Discipline 's Gravenhage 250201W
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:115
Wraking. Verzoeker stelt dat de tuchtrechters de noodzakelijke specialistische kennis van het bestuursrecht ontberen. Door dit kennisgebrek kunnen volgens het wrakingsverzoek de betrokken rechters namelijk (al dan niet onbewust) normen uit een ander rechtsgebied toepassen (subjectieve partijdigheid door een verkeerd intern referentiekader) of de specifieke bestuursrechtelijke waarborgen en de machtsongelijkheid miskennen, hetgeen de schijn van vooringenomenheid wekt en leidt tot een voor verzoeker nadelige, onjuiste rechtsvinding (objectieve partijdigheid). De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af. In het kader van de beoordeling van een wrakingsverzoek is de vraag of sprake is van voldoende deskundigheid niet van belang. De eventuele afwezigheid van voldoende deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat de tuchtrechter(s) wier wraking is verzocht bevooroordeeld en/of vooringenomen, dus partijdig, is (zijn).
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 240112
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:122
Klacht de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat het klachtonderdeel dat ziet op het rechtstreeks benaderen van klaagster gegrond is en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Op de zitting van het hof heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat hij zich kan vinden in het oordeel van de raad dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat zijn beroep alleen nog ziet op de opgelegde maatregel. Het hof ziet geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan, te weten een berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:116 Hof van Discipline 's Gravenhage 250141
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:116
Uit artikel 13 lid 3 Advocatenwet volgt dat het instellen van beklag alleen mogelijk is indien het verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De deken heeft onderaan de beslissing een rechtsmiddelenclausule opgenomen waardoor ten onrechte de indruk is gewekt bij klager dat hij een rechtsmiddel kon aanwenden tegen de toewijzende beslissing. De ten onrechte in de toewijzingsbeslissing opgenomen rechtsmiddelenclausule stelt het bepaalde in artikel 13 lid 3 Advocatenwet niet terzijde. Dit betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Artikel 13 lid 3 Advocatenwet biedt ook geen juridische grondslag om te vragen om een nieuwe aanwijzingsbeslissing van de deken als klager zich niet kan vinden in de werkwijze van de aangewezen advocaat (en/of de deken).
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:104
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:171
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-159/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:105
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen. Verweerder heeft niet schriftelijk vastgelegd wat hij tijdens het gesprek van 28 mei 2024 met klager had afgesproken, heeft niets in klagers zaak gedaan en zich, ondanks diverse contactpogingen van klager, onbereikbaar gehouden. Gelet op de aard van de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten acht de raad een voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-164/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de declaraties en de kwaliteit van de dienstverlening. Mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, is de raad van oordeel dat klaagster de klachtonderdelen over de kwaliteit van de verleende bijstand onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. De raad overweegt verder dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft om declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. Dat daarvan in dit geval sprake is, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat klaagster dit klachtonderdeel ook in de onderhavige klachtprocedure onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. Van een onduidelijke of ontoelaatbare tariefafspraak is voorts geen sprake. De verwijten dat verweerder de klacht niet serieus heeft genomen en dat verweerder klaagster heeft geïntimideerd en geprobeerd klem te zetten missen feitelijke grondslag. In alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-094/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:107
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door nodeloos een gerechtelijke procedure jegens klager te voeren en een deurwaarder op hem af te sturen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:111 Raad van Discipline Amsterdam 25-008/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:111
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het verwijt dat verweerder ondoelmatig, en daarmee in strijd met gedragsregel 6 lid 1, procedeert treft geen doel. Dat de onderliggende procedure lang duurt en hoge kosten voor partijen meebrengt, staat buiten kijf. De raad heeft echter niet kunnen vaststellen dat (uitsluitend) verweerder hiervoor verantwoordelijk moet worden gehouden, laat staan dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Verder is de raad niet gebleken dat verweerder in strijd met gedragsregel 8 bewust onjuiste informatie heeft verstrekt. Het staat verweerder als advocaat van de wederpartij vrij om het standpunt van zijn cliënte op partijdige wijze weer te geven. Het feit dat klaagster het oneens is met de manier waarop verweerder de stellingen namens zijn cliënte heeft verwoord, is inherent aan het civiele geschil dat partijen verdeeld houdt. Ook van het doen van grievende uitlatingen (gedragsregel 7) is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:112 Raad van Discipline Amsterdam 25-015/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:112
Raadsbeslissing; ongegronde klacht tegen een advocaat van een derde, te weten de advocaat van de voormalig opdrachtgever van klaagster. Van schending van gedragsregel 8 is niet gebleken. Verweerder mocht zich baseren op informatie die hij had ontvangen van zijn cliënte. Het is de raad niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten verrichten naar de juistheid van deze informatie. Dat verweerder ter zitting heeft verklaard dat hij achteraf gezien - en zeker gelet op de onderhavige klachtprocedure - beter wel nader onderzoek had kunnen doen naar de juistheid van de aan hem door zijn cliënt verstrekte informatie en dat achteraf bleek dat er toch niet zoveel bewijs was voor de door zijn cliënte ingenomen stelling, maakt nog niet dat verweerders handelen tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:170
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:113 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:113
Raadsbeslissing. Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:114 Raad van Discipline Amsterdam 25-330/A/NH
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:114
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht van een derde. Anders dan klager heeft betoogd, heeft verweerster niet specifieke gegevens over klager opgevraagd bij de gemeente. Verweerster heeft in verband met het entameren van een procedure opgevraagd welke personen op een bepaald adres stonden ingeschreven en vanaf wanneer dat het geval was. Verweerster ontving hierop onder meer de gegevens van klager. Hoewel het vervelend is dat klager verweersters handelwijze heeft ervaren als privacy schending, betekent dat niet dat verweerster de grenzen van het betamelijke heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:63
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:124 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-237/DH/RO
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verwijt over nodeloos procederen treft geen doel. Verweerster mocht namens haar cliënte verweer voeren op de door klager geïnitieerde procedures. Onvoldoende onderbouwd dat gedragsregel 8 is geschonden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:125 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-278/DH/DH
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:125
Voorzittersbeslissing. Klager heeft geen eigen, rechtstreeks betrokken belang bij zijn klacht of verweerster als advocaat van de wederpartij misbruik maakt van het toevoegingenstelsel. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-290/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:118
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een langlopende echtscheidingszaak ongegrond. Niet gebleken van onnodig grievende of evident ongefundeerde beschuldigingen. Dat verweerster bepaalde standpunten – die klager als kwetsend ervaart – herhaalt, maakt ze niet onnodig grievend. Het is niet aan klager om verweerster te beknotten in wat zij namens de vrouw aanvoert. Verweerster heeft in een exploot een toevoeging laten opnemen die niet in het dictum van het betreffende vonnis stond. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-338/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:169
Voorzitterbeslissing. De voorzitter verklaart diverse klachten over een advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-744/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:119
Raadbeslissing. Verweerder heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding gehandeld door bij een processtuk producties op te nemen met daarin uitlatingen van zijn cliënte over de mediation. Verweerder heeft de betreffende producties onvoldoende gecontroleerd en lichtvaardig ingediend. Hij heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en klagers vertrouwen dat alles uit de mediation geheim zou blijven geschaad. De raad ziet in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding te volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:103 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-313/DB/OB
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:103
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht en heeft geweigerd om te zoeken naar een redelijke oplossing is niet gebleken. Ook het verwijt dat dat verweerder gegevens heeft vervalst en bewust valse documenten heeft ingeleverd bij de rechtbank en andere instanties, mist feitelijke grondslag. Voor de juistheid van het verwijt dat verweerder klaagsters leven en financiële situatie heeft ondermijnd heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden. IN alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-883/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:120
Raadsbeslissing. Verweerder is in zijn bijstand aan klager op meerdere momenten onvoldoende voortvarend geweest. Zo heeft het starten van een kort geding bijna een jaar gekost, terwijl klager meermaals heeft aangegeven dat het financieel zo niet verder kon. Ook heeft verweerder, nadat betekening van het vonnis niet was geslaagd, het vonnis niet direct opnieuw laten betekenen. Verweerder heeft daarbij ook op meerder momenten onvoldoende met klager gecommuniceerd. Zo heeft hij klager onder meer niet laten weten dat de betekening niet geslaagd was. Hij heeft klager ook niet geïnformeerd over de beslissing om toch geen bodemprocedure te starten. Er is sprake van schending van de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-239/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:114
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor de belangen van klaagster uit het oog heeft verloren. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is in de verklaringen van de getuigen en in de conclusie van verweerder dat er geen redelijke kans is om de aansprakelijkheid voor de klachten en schade van klaagster erkend te krijgen, maar dat betekent niet dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor steken heeft laten vallen. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-252/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:121
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerster bij de behandeling van de klacht van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de overgelegde beslissing van verweerster blijkt dat verweerster alle onderdelen van de klacht van klager heeft behandeld en per klachtonderdeel uitvoerig uiteen heeft gezet hoe zij tot haar beslissing komt. Het tijdstip waarop de beslissing door verweerster aan klager is gemaild, zegt niets over de zorgvuldigheid waarmee verweerster de klacht heeft beoordeeld. Geen aanleiding om te twijfelen aan de objectiviteit en onafhankelijkheid van verweerster in haar rol van klachtenfunctionaris. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-246/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:115
Voorzittersbeslissing. Klacht grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerster in de periode waarover de klacht gaat geen advocaat was. Klacht over het betrekken van haar patroon bij de tuchtklacht is kennelijk ongegrond; dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wordt zelfs aangemoedigd gelet op de begeleiding van een patroon aan een advocaat-stagiair.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:166
Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:116
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:167
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:123
Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:117
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:168
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:106 Raad van Discipline Amsterdam 24-939/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Door klaagster niet tussentijds te informeren over de kosten, heeft verweerster niet aan haar informatieplicht richting klaagster voldaan. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten. De raad houdt bij de oplegging van de maatregel rekening met het schoon tuchtrechtelijk verleden van verweerster en het inzicht dat zij ter zitting heeft getoond in haar handelen. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing daarom passend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240365
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:112
Beklag artikel 13. Met de deken is het hof van oordeel dat klager ook in de beklagprocedure niet heeft onderbouwd dat de procedure die hij wil starten tegen de verzekeraar kans van slagen heeft. Daarvoor zou hoe dan ook nodig zijn dat de vaststellingsovereenkomst wordt vernietigd. Klager heeft niet onderbouwd waarom bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst sprake zou zijn geweest van door hem gestelde dwaling of misbruik van recht. De verklaringen over zijn (huidige) medische situatie zijn daarvoor onvoldoende.Het standpunt van de deken dat klager zich niet voldoende heeft ingespannen om zelf een advocaat te vinden omdat klager vier e-mails van advocaten heeft toegezonden die hem niet willen bijstaan, volgt het hof niet. Hierbij is van belang de “informatie aanwijzing ex art 13 advocatenwet” van de orde van Advocaten Gelderland waarin als vereiste voor een verzoek om aanwijzing van een advocaat -onder andere- is opgenomen: “U moet aantonen dat u zich voldoende en passend hebt ingespannen om zelf een advocaat te vinden en dat u desondanks niet of niet tijdig een advocaat hebt kunnen vinden die u vrijwillig wil bijstaan. U kunt dit aantonen door schriftelijk opgave te doen van namen van een relevant aantal (op het betreffende rechtsgebied deskundige) advocaten die u zonder succes hebt verzocht uw zaak te behartigen vergezeld van hun reacties met de reden van afwijzing.”Met de afwijzingen van een viertal advocaten, waarvan twee gemotiveerd te kennen hebben gegeven dat zij klager niet willen bijstaan omdat zij van mening zijn dat de procedure die klager wil voeren kansloos is, heeft klager voldaan aan de door de deken gestelde voorwaarde van het indienen van een relevant aantal afwijzingen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:107 Raad van Discipline Amsterdam 25-076/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:107
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. De raad concludeert dat verweerder veel tijd en moeite in de zaak van klaagster heeft gestoken. Daarbij heeft verweerder ook een resultaat in de zin van een redelijke regeling weten te bereiken. Dat dit alles veel tijd in beslag heeft genomen is duidelijk. Mogelijk had verweerder op sommige momenten duidelijker met klaagster kunnen communiceren door aan haar bijvoorbeeld meer vastomlijnde keuzes voor te leggen, maar de raad is alles bij elkaar genomen niet van oordeel dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:113 Hof van Discipline 's Gravenhage 240319
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:113
De klacht betreft het handelen of nalaten van verweerder als partner (‘kantooroudste’) van het advocatenkantoor tijdens afwezigheid en/of ziekte van een advocaat in dienstbetrekking bij het kantoor. Klager stelt dat verweerder verzuimd heeft om tijdig een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat verweerder in een andere zaak een jaar heeft gewacht met het uitbrengen van een advies en dat verweerder in een derde zaak verzuimd heeft een pro-forma verzoekschrift aan te brengen bij het Gerecht van de Europese Unie. De Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is van oordeel dat de raad op goede gronden de juiste beslissing heeft genomen en zal deze bekrachtigen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:108
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:114 Hof van Discipline 's Gravenhage 240231
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:114
Deze zaak betreft in hoger beroep een klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij. De klacht houdt in dat verweerder onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad door een ‘massaclaim’ tot verdeling van klagers aandeel in een perceel grond te starten. De Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft een berisping opgelegd. De hoger beroepsgrond dat de raad buiten de klachtomschrijving is getreden en de goede procesorde heeft geschonden en verweerder daardoor in zijn verdedigingsbelang is geschaad slaagt. Uitgaande van de klachtomschrijving is het hof van oordeel dat verweerder niet onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad. Het hof verklaart de klacht ongegrond en vernietigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:109 Raad van Discipline Amsterdam 24-907/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:109
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat. Klager heeft op verschillende momenten en in diverse berichten zijn ongenoegen over het handelen van verweerder geuit. Dit heeft er evenwel niet toe geleid dat verweerder zijn handelen heeft aangepast. Hoewel verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, zal de raad geen maatregel aan hem opleggen. De raad weegt hierin mee dat verweerder in 2023 is getroffen door een herseninfarct. Verweerder verkeert nu in een zodanige toestand dat de gemachtigde niet met hem heeft kunnen overleggen en daarom geen verweer namens hem heeft kunnen voeren. Verweerder is inmiddels uitgeschreven als advocaat.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:110 Raad van Discipline Amsterdam 25-327/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:110
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat in andere hoedanigheid (directeur opleidingscentrum). De toets van de voorzitter beperkt zich tot de vraag of verweerster met haar optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Daarvan is geen sprake. Geen schending gedragsregel 4. Deze gedragsregel ziet specifiek toe op een regel die in achtgenomen dient te worden bij de uitoefening van het beroep van advocaat.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-284/AL/MN
- Datum publicatie: 25-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:162
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-285/AL/MN
- Datum publicatie: 25-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:163
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-286/AL/MN
- Datum publicatie: 25-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:164
Voorzittersbeslissing. Klaagster klaagt voor de derde maal over dezelfde feiten en gedragingen. Deze klacht wordt, net als de tweede klacht, kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens ne bis in idem. De voorzitter neemt ook een misbruikbepaling op in de beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-296/AL/MN
- Datum publicatie: 25-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:165
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de ex-partner van klager in verschillende procedures bijgestaan. Klager beklaagt zich deels opnieuw over waarover de raad al eerder onherroepelijk heeft beslist. Daarnaast is een deel van de klachten buiten de driejaarstermijn door klager ingediend. Verweerster mocht afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie zonder verder onderzoek. Niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-277/AL/NN
- Datum publicatie: 25-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:161
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder op zorgvuldige wijze de belangen van klager behartigd. Dat klager het met het meermaals toegelichte (negatieve) advies van verweerder niet eens was, heeft geleid tot een patstelling tussen hen. Verweerder heeft zich met inachtname van het bepaalde in regel 14 daarna aan de zaak onttrokken. Voor de gedane werkzaamheden mocht verweerder kosten in rekening brengen en die verrekenen met het voorschot. Het restant daarvan is onverwijld door verweerder aan klager overgemaakt. Kennelijk ongegrond.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 11
- Volgende pagina zoekresultaten