Zoekresultaten 1-50 van de 45150 resultaten
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/446311 KL RK 25-10
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:22
Voorzitter legt niet onderbouwd wrakingsverzoek naast zich neer.Geen belanghebbende bij klachtonderdelen I en IITen aanzien van klachtonderdeel III ongegrond, niet onderbouwd wat eigen rechtspositie is en dus wat belang bij de klacht is.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:108 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-400/DB/LI/D
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 10-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:108
Verzoek art. 60ab Advocatenwet toegewezen. Het ne bis in idem-beginsel staat niet in de weg aan het (opnieuw) treffen van een ordemaatregel tot onmiddellijke schorsing. De aan verweerder opgelegde (reguliere) schorsingen lopen op zeer korte termijn af. De gebrekkige praktijkvoering van verweerder is dusdanig ernstig dat de raad het niet verantwoord acht dat potentiële nieuwe cliënten aan een advocaat worden blootgesteld die zich niet bewust is van de elementaire beginselen en kerntaken van de advocatuur. De raad vindt het onverantwoord dat verweerder op korte termijn zijn praktijk weer kan gaan uitoefenen, terwijl er nog geen goedgekeurde coach aanwezig is. Vrees aanwezig dat verweerder bij het hervatten van de praktijkuitoefening direct tuchtrechtelijk verwijtbaar zal handelen en zonder de noodzakelijke begeleiding opnieuw cliënten zal bijstaan. Onmiddellijke schorsing in de praktijkuitoefening voor onbepaalde tijd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2761
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:114
Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster heeft beroep aangetekend. Het beroepschrift is echter niet tijdig ontvangen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft in stand.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:124 Hof van Discipline 's Gravenhage 240386
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:124
Intrekking klacht door klaagster. Vernietiging beslissing raad. Naar het oordeel van het hof bestaan geen redenen van algemeen belang die met zich brengen dat de behandeling van de klacht moet worden voortgezet. Aan het hoger beroep van verweerder is het belang komen te ontvallen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/445370 KL RK 24-179
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:23
De oud-notaris heeft aanzienlijke onttrekkingen aan de derdengeldenrekening ten laste van cliëntendossiers en ten gunst van zichzelf en haar dochter gedaan. Zij heeft geprobeerd deze onttrekkingen te verhullen door ten onrechte de indruk te wekken dat geldbedragen ten bate van de betrokken dossiers werden overgeboekt, terwijl in feite het geld werd overgeboekt naar haar privérekening. Zij heeft ook in meerdere dossiers andere namen gebruikt bij haar overboekingen.De kamer acht gelet op het feit dat de oud-notaris de kerntaken van de notaris ernstig heeft veronachtzaamd een ontzetting uit het ambt de enige passende maatregel. Dat de oud-notaris reeds is gedefungeerd vormt hiervoor geen beletsel, verwijzing naar ECLI:NL:GHAMS:205:1737.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-356/DB/OB
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:109
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Uit het advies van verweerster aan haar cliënte blijkt niet dat verweerster heeft geadviseerd om paulianeus te handelen. Niet gebleken dat verweerster de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig zonder redelijk doel heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2695
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:115
Klacht is door het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam deels gegrond verklaard zonder oplegging van maatregel. Klager komt tijdig in beroep maar voert onvoldoende beroepsgronden aan. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De gedeeltelijke gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel blijft in stand.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:125 Hof van Discipline 's Gravenhage 240378
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:125
Wederzijds beroep met betrekking tot een klacht over de eigen advocaat. Het hof is met de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) van oordeel dat verweerder de norm van gedragsregel 15 heeft geschonden. Voor het overige ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht van klaagster te komen dan de raad. Dat verweerder (ongeoorloofde) druk op klaagster heeft uitgeoefend of zich schuldig heeft gemaakt aan ouderenmishandeling, is ook het hof niet gebleken. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, inclusief de maatregel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:126 Hof van Discipline 's Gravenhage 250212
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 10-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:126
Afwijzing verzoek tot verwijzing. De deken vervult de functie van vooronderzoeker in de tuchtprocedure. De deken ontleent zijn bevoegdheden aan de Advocatenwet. Artikel 46c van de Advocatenwet biedt geen grondslag om het vooronderzoek naar de klacht van klager over mr. S. door een andere deken dan verweerster te laten verrichten. Ook staat niet bij voorbaat vast dat verweerster de expertise mist om de klacht die klager heeft ingediend over mr. S. te behandelen. Ten slotte is met de uitkomst van het vooronderzoek de klachtprocedure niet beëindigd. Klager heeft dan de mogelijkheid zijn klacht over mr. S. in te dienen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7127
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75
Een klacht tegen een gz-psycholoog wordt ongegrond verklaard.Klager is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Verweerder was van juli 2020 tot en met mei 2024 zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt verweerder dat hij beloftes over het deelnemen van de reclassering aan de gesprekken met klager en het tijdstip van het insturen van de verlofevaluatie van klager niet is nagekomen en diens huidige verlofmachtiging heeft laten verlopen.Het college acht klager ontvankelijk in zijn klachten omdat deze betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg. De door klager gestelde feiten zeggen namelijk iets over de huidige status en voortgang van de behandeling van klager. Uit de stukken blijkt echter niet dat verweerder de door klager gestelde beloftes heeft gedaan of de verlofmachtiging van klager heeft laten verlopen. Deels blijkt daaruit eerder het integendeel. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De klacht is daarom ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7441
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76
Klager wordt in een klacht tegen een chirurg gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht wordt gedeeltelijk ongegrond verklaard. Verweerder voert in 2014 een fundoplicatie bij klager uit. Dat is een chirurgische operatie waarbij de bovenkant van de maag als een “manchet” om de onderkant van de slokdarm wordt gewikkeld. Op deze manier wordt voorkomen dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Klager dient in 2024 een klacht in over het vooronderzoek, de operatie en de nazorg. Het college oordeelt dat een aantal klachtonderdelen te laat is ingediend en daarom verjaard zijn en dat de andere klachtonderdelen geen steun vinden in het dossier en klager deze ook niet aannemelijk heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7514
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77
Tandarts. Klacht: bij extractie niet nagevraagd of verdoving werkte, niet geacht tot verdoving werkte, geen afspraken gemaakt wat te doen bij pijn verzoek te stoppen; doorgegaan met trekken kies terwijl klaagster herhaaldelijk riep dat zij pijn had en hand van de tandarts probeerde weg te duwen; doorgegaan met trekken terwijl begeleidster verzocht te stoppen en zei dat er sprake was van PTSS/trauma bij klaagster. Tandarts zou niet bekend zijn met termen PTSS/trauma en klaagster niet serieus genomen hebben. College: Ongegrond. Niet vast komen te staan of tandarts heeft gevraagd of verdoving was ingewerkt of afspraken heeft gemaakt wat te doen bij pijn of verzoek te stoppen. Wel aannemelijk geworden dat tandarts heeft gewacht tot verdoving was ingewerkt. Niet vast komen te staan dat klaagster heeft gezegd dat zij pijn had en tandarts heeft verzocht om stoppen. Ook geen aanknopingspunten in dossier. Niet verwijtbaar dat tandarts doorging met trekken kies, ondanks verzoek begeleidster om te stoppen omdat rol/status begeleidster niet bekend was. Aanwezigheid eventuele PTSS was tevens niet bekend en niet gebleken dat tandarts niet bekend zou zijn met termen PTSS/trauma. Klaagster wel serieus genomen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7597
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173
Klaagster kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt namens haar moeder (hierna: patiënte) die in behandeling bij de cardioloog is geweest. Na een aantal gesprekken met patiënte en haar familie is aan patiënte en een andere dochter uitgelegd dat er geen medische mogelijkheden meer waren en dat besloten is dat een nieuwe opname niet zinvol was. Klaagster verwijt de cardioloog dat hij de patiënte niet geïnformeerd heeft over de beslissingen betreffende niet behandelen en het no-returnbeleid. Het college is van oordeel dat onvoldoende concrete aanknopingspunten zijn te vinden die aannemelijk maken dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:123 Hof van Discipline 's Gravenhage 240099
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:123
Volgens klager heeft verweerster, de advocaat van zijn ex-partner, zich in een geschil over de ontbinding en afwikkeling van hun geregistreerd partnerschap bij de rechtbank na het geven van de beschikking schuldig gemaakt aan “napleiten”. Dat heeft verweerster volgens klager gedaan bij het door haar zelfstandig ingediende herstelverzoek, maar ook in haar reactie op het herstelverzoek dat door de gemachtigde van klager is ingediend. De raad heeft de klacht van klager ongegrond verklaard. Klager is tegen deze beslissing in beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Volgens het hof is er geen sprake van “napleiten”. Verweerster heeft binnen de haar toekomende vrijheid de belangen van haar client behartigd en heeft daarbij niet onnodig de belangen van klager geschaad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:117 Hof van Discipline 's Gravenhage 250135
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:117
De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen. Aan deze beslissing ten grondslag gelegd dat de vader van klager een advocaat heeft voor de procedures waarin vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Voor een AVG-procedure van de vader en een zaak van vader op het terrein van het Wdz-klachtrecht is geen vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, zodat voor aanwijzing van een advocaat geen reden is. Voor het klachtrecht van klager is evenmin vertegenwoordiging door een advocaat voorgeschreven. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7628
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174
Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager en de arts zijn bekenden van elkaar. De arts vernam tijdens een patiëntenbespreking dat klager plotseling was opgenomen. Zij bezocht hem twee keer en bekeek het medisch dossier. Klager verwijt haar dat dit ongeoorloofde inzage was en dat de arts medische informatie heeft gedeeld die anders was dan de informatie die door zijn behandelend arts werd gedeeld. De arts heeft inzicht getoond in de onjuistheid van haar handelen en mede gelet op de omstandigheden waaronder de schending van het inzagerecht heeft plaatsgevonden, het reflecteren van de arts ter zitting en de reeds genomen maatregelen naar aanleiding van de onbevoegde inzage, ziet het college geen aanleiding om de arts nog een maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:118 Hof van Discipline 's Gravenhage 240387
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:118
Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 240335
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:119
Klacht over de bijstand van de eigen advocaat. Klacht is niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 240330
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:120
Klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van private procespartij in een procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn schoonzoon het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 240329
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:121
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn cliënt (mr. P), een advocaat met wie klager een advocatenkantoor heeft gehad, en de schoonzoon van die cliënt, het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:115 Hof van Discipline 's Gravenhage 250201W
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:115
Wraking. Verzoeker stelt dat de tuchtrechters de noodzakelijke specialistische kennis van het bestuursrecht ontberen. Door dit kennisgebrek kunnen volgens het wrakingsverzoek de betrokken rechters namelijk (al dan niet onbewust) normen uit een ander rechtsgebied toepassen (subjectieve partijdigheid door een verkeerd intern referentiekader) of de specifieke bestuursrechtelijke waarborgen en de machtsongelijkheid miskennen, hetgeen de schijn van vooringenomenheid wekt en leidt tot een voor verzoeker nadelige, onjuiste rechtsvinding (objectieve partijdigheid). De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af. In het kader van de beoordeling van een wrakingsverzoek is de vraag of sprake is van voldoende deskundigheid niet van belang. De eventuele afwezigheid van voldoende deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat de tuchtrechter(s) wier wraking is verzocht bevooroordeeld en/of vooringenomen, dus partijdig, is (zijn).
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440576 / KL RK 24-127
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:20
De notaris heeft niet gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid- en voorlichtingsplicht. De notaris heeft de overdracht van het bedrijfspand uitgesteld voor nader onderzoek, om de overdracht op een juridisch correcte en verantwoorde manier te realiseren. De kamer oordeelt dat dit een juiste werkwijze was. Ten aanzien van het klachtonderdeel over de declaraties van de notaris verwijst de kamer naar de geschillencommissie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7945
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager is onvrijwillig opgenomen op een gesloten afdeling voor mensen met dementie in een verpleeghuis. Klager verwijt verweerster met name dat zijn opname te lang heeft geduurd. Het college is van oordeel dat het niet te lang heeft geduurd voordat een (her-)beoordeling van de diagnose van klager heeft plaatsgevonden. Weliswaar was niet met zekerheid te bevestigen of uit te sluiten dat er sprake was van dementie, maar er bestond wel een reden voor opname.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 240112
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:122
Klacht de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat het klachtonderdeel dat ziet op het rechtstreeks benaderen van klaagster gegrond is en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Op de zitting van het hof heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat hij zich kan vinden in het oordeel van de raad dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat zijn beroep alleen nog ziet op de opgelegde maatregel. Het hof ziet geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan, te weten een berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:116 Hof van Discipline 's Gravenhage 250141
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:116
Uit artikel 13 lid 3 Advocatenwet volgt dat het instellen van beklag alleen mogelijk is indien het verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De deken heeft onderaan de beslissing een rechtsmiddelenclausule opgenomen waardoor ten onrechte de indruk is gewekt bij klager dat hij een rechtsmiddel kon aanwenden tegen de toewijzende beslissing. De ten onrechte in de toewijzingsbeslissing opgenomen rechtsmiddelenclausule stelt het bepaalde in artikel 13 lid 3 Advocatenwet niet terzijde. Dit betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Artikel 13 lid 3 Advocatenwet biedt ook geen juridische grondslag om te vragen om een nieuwe aanwijzingsbeslissing van de deken als klager zich niet kan vinden in de werkwijze van de aangewezen advocaat (en/of de deken).
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/444582 / KL RK 24-173
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 19-06-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:21
De notaris heeft de boedelgoederen onzorgvuldig beheerd. De boedelbeschrijving is onder omstandigheden te laat opgesteld.Door trage communicatie en het uitblijven van tijdige actie door de notaris is onnodige vertraging in de afwikkeling van de nalatenschap opgelopen. De notaris heeft erkend dat het proces af en toe sneller had kunnen verlopen.De overige twee klachtonderdelen zijn ongegrond. Voor de gegrond verklaarde onderdelen legt de kamer de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:104
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:171
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-159/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:105
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen. Verweerder heeft niet schriftelijk vastgelegd wat hij tijdens het gesprek van 28 mei 2024 met klager had afgesproken, heeft niets in klagers zaak gedaan en zich, ondanks diverse contactpogingen van klager, onbereikbaar gehouden. Gelet op de aard van de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten acht de raad een voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-164/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de declaraties en de kwaliteit van de dienstverlening. Mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, is de raad van oordeel dat klaagster de klachtonderdelen over de kwaliteit van de verleende bijstand onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. De raad overweegt verder dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft om declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. Dat daarvan in dit geval sprake is, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat klaagster dit klachtonderdeel ook in de onderhavige klachtprocedure onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. Van een onduidelijke of ontoelaatbare tariefafspraak is voorts geen sprake. De verwijten dat verweerder de klacht niet serieus heeft genomen en dat verweerder klaagster heeft geïntimideerd en geprobeerd klem te zetten missen feitelijke grondslag. In alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-094/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:107
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door nodeloos een gerechtelijke procedure jegens klager te voeren en een deurwaarder op hem af te sturen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8556
- Datum publicatie: 04-07-2025
- Datum uitspraak: 03-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:75
Voorzittersbeslissing. Klager kennelijk niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht. Klager (tandarts) dient – na diverse eerdere (tucht)klachten – weer een tuchtklacht in tegen een collega tandarts met wie hij een conflict heeft. Ondanks een poging van het Centraal Tuchtcollege tijdens een zitting op 7 april 2025 klager tot andere inzichten te brengen, volhardt klager in zijn handelwijze en heeft hij opnieuw een tuchtklacht tegen aangeklaagde ingediend. De voorzitter komt tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van aangeklaagde om te worden beschermd tegen het steeds opnieuw indienen van klachten tegen hem.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:296 Hof van Discipline 's Gravenhage 240300
- Datum publicatie: 04-07-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:296
Verzoek tot verwijzing van een klacht tegen de deken afgewezen. Klager heeft geklaagd over de deken naar aanleiding van een afwijzende beslissing van die deken op het verzoek om op grond van artikel 13 Advw een advocaat aan te wijzen. De voorzitter overweegt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van andere zaak, waarin een rechtsmiddel openstaat, ter discussie te stellen. Klager kan het onderzoek naar en de afwijzende beslissing op zijn verzoek aan verweerster om een advocaat aan te wijzen ter discussie stellen binnen de kaders van een beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw. Klager heeft het beschikbare rechtsmiddel ook ingesteld. Binnen de kaders van de beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw kan de klager naar voren brengen op welke punten het onderzoek en de beslissing van de deken niet deugen en dat het hof tot een andere conclusie zou moeten komen dan de deken.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:53 Accountantskamer Zwolle 24/4284 Wtra AK
- Datum publicatie: 04-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:53
Gegronde klacht. De Accountantskamer legt de maatregel van berisping op. Betrokkene heeft in 2022 en 2023 meerdere conceptjaarrekeningen 2020 van een holding samengesteld en de aangifte vennootschapsbelasting (vpb) 2020 verzorgd, nadat de directeur-grootaandeelhouder (dga) van de holding in 2022 was overleden. Deze holding had een 1/3e belang in twee werkmaatschappijen. Twee andere holdings hadden daarin elk ook een 1/3e belang. Betrokkene was de accountant van de drie holdings en de twee werkmaatschappijen. Tussen de erfgenamen van de dga en de aandeelhouders van de andere twee holdings is een conflict ontstaan inzake de waardering van de aandelen van de holding van de dga in één van de werkmaatschappijen. De klacht betreft onder meer de door betrokkene samengestelde conceptjaarrekeningen 2020 van de holding, de aangifte vpb 2020, de boeking van vier betalingen en de overdracht van het dossier aan de opvolgers van betrokkene. De Accountantskamer verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond, omdat betrokkene het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geschonden. Het verwijt dat hij ook andere fundamentele beginselen heeft geschonden is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:111 Raad van Discipline Amsterdam 25-008/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:111
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het verwijt dat verweerder ondoelmatig, en daarmee in strijd met gedragsregel 6 lid 1, procedeert treft geen doel. Dat de onderliggende procedure lang duurt en hoge kosten voor partijen meebrengt, staat buiten kijf. De raad heeft echter niet kunnen vaststellen dat (uitsluitend) verweerder hiervoor verantwoordelijk moet worden gehouden, laat staan dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Verder is de raad niet gebleken dat verweerder in strijd met gedragsregel 8 bewust onjuiste informatie heeft verstrekt. Het staat verweerder als advocaat van de wederpartij vrij om het standpunt van zijn cliënte op partijdige wijze weer te geven. Het feit dat klaagster het oneens is met de manier waarop verweerder de stellingen namens zijn cliënte heeft verwoord, is inherent aan het civiele geschil dat partijen verdeeld houdt. Ook van het doen van grievende uitlatingen (gedragsregel 7) is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:112 Raad van Discipline Amsterdam 25-015/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:112
Raadsbeslissing; ongegronde klacht tegen een advocaat van een derde, te weten de advocaat van de voormalig opdrachtgever van klaagster. Van schending van gedragsregel 8 is niet gebleken. Verweerder mocht zich baseren op informatie die hij had ontvangen van zijn cliënte. Het is de raad niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten verrichten naar de juistheid van deze informatie. Dat verweerder ter zitting heeft verklaard dat hij achteraf gezien - en zeker gelet op de onderhavige klachtprocedure - beter wel nader onderzoek had kunnen doen naar de juistheid van de aan hem door zijn cliënt verstrekte informatie en dat achteraf bleek dat er toch niet zoveel bewijs was voor de door zijn cliënte ingenomen stelling, maakt nog niet dat verweerders handelen tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2781
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte aantekeningen, en dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd door onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. De huisarts mocht weigeren om gegevens in het medisch dossier te vernietigen en de huisarts heeft voldoende inspanningen geleverd om klager zijn medisch dossier en de logging-gegevens van zijn medisch dossier te verstrekken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:170
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:113 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:113
Raadsbeslissing. Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:114 Raad van Discipline Amsterdam 25-330/A/NH
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:114
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht van een derde. Anders dan klager heeft betoogd, heeft verweerster niet specifieke gegevens over klager opgevraagd bij de gemeente. Verweerster heeft in verband met het entameren van een procedure opgevraagd welke personen op een bepaald adres stonden ingeschreven en vanaf wanneer dat het geval was. Verweerster ontving hierop onder meer de gegevens van klager. Hoewel het vervelend is dat klager verweersters handelwijze heeft ervaren als privacy schending, betekent dat niet dat verweerster de grenzen van het betamelijke heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:63
Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2671
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:107
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:124 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-237/DH/RO
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verwijt over nodeloos procederen treft geen doel. Verweerster mocht namens haar cliënte verweer voeren op de door klager geïnitieerde procedures. Onvoldoende onderbouwd dat gedragsregel 8 is geschonden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2672
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:108
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7539
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74
Ongegronde klacht tegen oogarts. Vitrectomie na netvliesloslating. Volgens klager had de operatie eerder moeten plaatsvinden vanwege risicofactoren, is er niet adequaat gereageerd op de verergering van zijn klachten en is er onvoldoende verslaglegging. Spoedindicatie. Geen urgentie verhogende argumenten om van standpunt NOG af te wijken. Conclusies onafhankelijke onderzoekscommissie onvoldoende onderbouwd. Op goede gronden afgezien van suboptimale alternatieven. Geen dossieraantekeningen over tussentijdse telefonische hulpvraag van klager en medische afhandeling daarvan. Niet kan worden vastgesteld dat oogarts op de hoogte was. Geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de verslaglegging op dit punt.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:125 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-278/DH/DH
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:125
Voorzittersbeslissing. Klager heeft geen eigen, rechtstreeks betrokken belang bij zijn klacht of verweerster als advocaat van de wederpartij misbruik maakt van het toevoegingenstelsel. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2522
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:110
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een langlopende letselschade procedure na een ongeval een (derde) deskundigenrapport opgesteld. De conclusie in dat rapport is dat er bij klager sprake is van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis die niet het gevolg is van het ongeval. Klager is het niet eens met de wijze waarop de psychiater tot haar conclusies is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het rapport van de psychiater op drie punten niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit betreft de manier waarop de psychiater de door haar verkregen informatie heeft samengevat, de wijze van formuleren waardoor de schijn van vooringenomenheid is ontstaan en de onderbouwing van de diagnose (vermoedelijke) persoonlijkheidsstoornis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van de psychiater.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:104
De klacht tegen een psychotherapeut is deels verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Drie maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de psychotherapeut maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat klachtonderdelen a) en b) verjaard zijn en dat klachtonderdelen c) en d) wel inhoudelijk kunnen worden beoordeeld maar kennelijk ongegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2694
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:111
Klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klaagster is de zus van de psychiater. De verhoudingen tussen klaagster en haar familie is sinds jaren verstoord. De vader van klaagster en de psychiater (hierna: de vader) is in september 2012 opgenomen in een verpleeghuis. In augustus 2015 is vader overleden. Klaagster is daarna een erfrechtelijke procedure gestart tegen de psychiater en haar (andere) broer. De klacht van klaagster bestaat uit 6 klachtonderdelen. Zij verwijt de psychiater onder andere dat hij vader in 2012 wilsonbekwaam heeft verklaard en een geantedateerde schuldbekentenis heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in drie klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in één klachtonderdeel en de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2566
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:105
Klacht tegen een psychiater. Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. De psychiater heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van de psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 903
- Volgende pagina zoekresultaten