ECLI:NL:TGZCTG:2025:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2695

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2025:115
Datum uitspraak: 11-06-2025
Datum publicatie: 10-07-2025
Zaaknummer(s): C2025/2695
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Gegrond, geen maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht is door het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam deels gegrond verklaard zonder oplegging van maatregel. Klager komt tijdig in beroep maar voert onvoldoende beroepsgronden aan. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De gedeeltelijke gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel blijft in stand.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2025/2695 van:

A.,

wonende te B.,

appellant, klager in eerste aanleg,

hierna: klager,

tegen

C., arts,

werkzaam te D.,

verweerder in beide instanties,

hierna: medisch adviseur.

1. Verloop van de procedure

Klager heeft op 6 september 2023 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen de medisch adviseur een klacht ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de zaak doorgestuurd naar het bevoegde Regionaal Tuchtcollege te ‘s-Hertogenbosch. Bij beslissing van 11 december 2024, onder nummer H2023/5948 (ECLI:NL:TGZRSHE:2024:144), heeft dat College klachtonderdelen b), en d) deels gegrond verklaard, bepaald dat geen maatregel wordt opgelegd en de klacht voor het overige ongegrond verklaard. Voorts is bepaald dat de beslissing nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen.

Het Centraal Tuchtcollege heeft de zaak buiten aanwezigheid van partijen in raadkamer beoordeeld.

2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

2.1 In artikel 73 lid 2 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is bepaald dat het beroepschrift schriftelijk moet worden ingesteld. De inhoud van het beroepschrift moet voldoen aan de daaromtrent bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen. De algemene maatregel van bestuur is het Tuchtrechtbesluit BIG.

2.2 In artikel 19 lid 1, aanhef en onder c, Tuchtrechtbesluit BIG is bepaald dat het beroepschrift de gronden van het beroep moet bevatten.

2.3 Klager heeft een pro forma beroepschrift ingediend dat op 7 januari 2025 per e-mail en op 8 januari 2025 per post is ontvangen. Bij brief van 29 januari 2025 is klager in de gelegenheid gesteld de gronden van zijn beroep aan te vullen tot uiterlijk 26 februari 2025.

2.4 Op 18 februari 2025 heeft klager per e-mail verzocht om uitstel voor het indienen van de aanvullende beroepsgronden. Het Centraal Tuchtcollege heeft uitstel verleend tot 26 maart 2025. Klager heeft geen aanvullende beroepsgronden ingediend.

2.5 In beroep is de vraag aan de orde of klager in het beroepschrift voldoende gronden heeft aangevoerd om in het door hem ingestelde beroep te kunnen worden ontvangen.

2.6 Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat in het beroepschrift van klager de gronden niet zijn omschreven, nu daarin niet is aangegeven waarom hij het niet eens is met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Klager heeft evenmin gebruik gemaakt van de hem in beroep geboden mogelijkheid de beroepsgronden aan te vullen.

2.7 Het voorgaande betekent dat het beroepschrift niet aan het in artikel 73 lid 2 van de Wet BIG juncto artikel 19 lid 1, aanhef en onder c, Tuchtrechtbesluit BIG gestelde eisen voldoet. Klager wordt daarom op grond van het bepaalde in artikel 74 lid 1 Wet BIG niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde beroep. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege blijft daarmee in stand.

3. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: Z.J. Oosting, voorzitter, S.M. Evers en B.J.M. Frederiks, leden-juristen en J.H.M. de Brouwer en E.H. Groenewegen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door C.J.M. Manders, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2025.

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.