Zoekresultaten 101-150 van de 21465 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:78 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-060/AL/GLD

    Verweerder heeft de belangen behartigd van de buren van klager in een geschil over een aan die buren verleende omgevingsvergunning. Partijen hebben op enig moment een vaststellingsovereenkomst gesloten. Dat verweerder het geschil heeft laten escaleren en daarna een volgens klager zinloos kort geding is gestart, kan de voorzitter op grond van de stukken niet vaststellen. Verweerder mocht verder afgaan op de juistheid van het van zijn cliënten ontvangen feitenmateriaal. Klager kon zich tegen de in zijn ogen onjuiste standpunten van verweerder in de procedure verweren, zoals hij dat ook heeft gedaan. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-075/AL/OV

    voorzittersbeslissing. Verweerder heeft namens zijn cliënt naar een mevrouw een brief gestuurd om na te vragen of de verklaring, die door klager was overgelegd in een procedure tegen de cliënt van verweerder, van haar afkomstig was. Indien dat het geval was, heeft verweerder haar als ex-werkneemster van een bedrijf van zijn cliënt gewezen op de gevolgen van mogelijke schending van haar geheimhoudingsbeding. Van beïnvloeding door verweerder van een mogelijke getuige is de voorzitter niet gebleken. Onduidelijk is ook of mevrouw als getuige is opgeroepen in de procedure, waarbij verweerder verder niet betrokken was.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:77 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-069/AL/NN

    Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-090/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van curator grotendeels verjaard. Voor zover wordt geklaagd over de voortvarendheid en het salaris van verweerder, kon klaagster zich wenden tot de rechter-commissaris. Vertrouwen in de advocatuur is niet geschaad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-625/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Klacht deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet. De raad passeert het verweer dat verweerder enkel op vriendschappelijke basis hulp wilde bieden aan klaagster en haar niet als advocaat wilde bijstaan. De raad acht op grond van de communicatie aannemelijk dat bij klaagster de indruk is ontstaan dat verweerder haar als advocaat in de huurkwestie bijstond en namens haar actie zou ondernemen. De raad is van oordeel dat verweerder over deze voor klaagster belangrijke kwestie onvoldoende met haar heeft gecommuniceerd en dat hij niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid en voortvarendheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. In zoverre is de klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-026/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat: verweerder de gedragsregels 1, 2, 6, 8, 14, 16, 20, 24 en 29 en de kernwaarde (financiële) integriteit heeft geschonden, in strijd met de waarheid heeft verklaard dat S. bereid was om rechtshulp te verlenen , het oogmerk heeft gehad om zichzelf en / of S. wederrechtelijk te bevoordelen, laakbaar heeft gehandeld, heeft getreiterd, de rechtshulp heeft getraineerd en bullenbakgedrag heeft vertoond, procedures maandenlang op zijn beloop heeft gelaten en juridisch werk op klager heeft afgeschoven, discriminerend gedrag heeft vertoond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:46 Hof van Discipline 's Gravenhage 240180

    Klaagster verwijt de advocaat van de wederpartij misleiding door aan klaagster opzettelijk onjuiste mededelingen te doen over een cessie van vorderingen, die (nog) niet definitief was. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder - met de stelling in zijn brief dat de curator alle vorderingen had overgedragen - aan klaagster feitelijke informatie heeft verstrekt, waarvan hij wist dat die niet juist was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:47 Hof van Discipline 's Gravenhage 240064W

    Wrakingsverzoek ongegrond. Van uitzonderlijke omstandigheden is geen sprake. De door verzoeker beschreven gang van zaken op de zitting, levert naar het oordeel van de wrakingskamer geen ( objectieve vrees voor) mogelijke vooringenomenheid op. Veronderstelde onbekendheid met de procesorde, wat daar ook van zij, biedt dat evenmin

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:48 Hof van Discipline 's Gravenhage 240175

    Bekrachtiging beslissing raad. Klager verwijt verweerder dat hij niet tegen klager mocht optreden, omdat verweerder ook direct of indirect voor hem heeft opgetreden. Ook verwijt hij verweerder gebrek aan onafhankelijkheid, (financiële) belangenverstrengeling en het niet spreken van de waarheid. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:44 Hof van Discipline 's Gravenhage 240179

    Klacht tegen eigen advocaat. Het hof is het – voor zover het bij het hof voorligt – eens met de beslissing van de raad dat de bijstand van verweerder niet ondermaats is geweest, al had verweerder naar het oordeel van het hof wel beter met klager kunnen communiceren over zijn plan van aanpak en risicoanalyse dan hij heeft gedaan. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:45 Hof van Discipline 's Gravenhage 240165

    Intrekking klacht door klaagster. Vernietiging beslissing raad. Naar het oordeel van het hof bestaan geen redenen van algemeen belang die met zich brengen dat de behandeling van de klacht moet worden voortgezet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:40 Hof van Discipline 's Gravenhage 240299

    Klaagster verzoekt om aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen, omdat de advocaat die eerder aangewezen was nog steeds bereid is om klaagster bij te staan. Het hof verklaart het beklag van klaagster daardoor ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:41 Hof van Discipline 's Gravenhage 240208

    Klager klaagt over de dienstverlening door zijn advocaat. De raad van discipline heeft geoordeeld dat verweerder klagers zaken niet voortvarend genoeg heeft behandeld, als gevolg waarvan hij een waarschuwing opgelegd heeft gekregen. De overige klachtonderdelen, die zien op de overdracht van klagers zaken en de bijstand bij een tuchtrechtelijke procedure, heeft de raad ongegrond verklaard. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring en tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Hof van Discipline bekrachtigt het oordeel van de raad en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:42 Hof van Discipline 's Gravenhage 240185

    Verzet tegen voorzittersbeslissing waarin het verzoek tot verwijzing van een klacht tegen de deken is afgewezen. Het hof verklaart het verzet ongegrond, nu een duidelijke en concrete onderbouwing voor verwijzing ontbreekt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:36 Hof van Discipline 's Gravenhage 240213

    Bekrachtiging beslissing raad. Het stond verweerster vrij haar wederpartij (een accountant) in een sommatiebrief bij niet nakoming een mogelijke tuchtklacht aan te kondigen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:43 Hof van Discipline 's Gravenhage 240182

    Klager verwijt de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure in strijd te hebben gehandeld met gedragsregels 20 en 21 doordat hij niet tegelijkertijd met het indienen van het verweerschrift bij de rechtbank een afschrift daarvan aan klager heeft verzonden. De raad van discipline heeft de klacht ongegrond verklaard en overwogen dat gedragsregel 21 niet van toepassing is, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Ook is geen sprake van schending van gedragsregel 20 of het fair play beginsel. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend en had er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven te houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad en overweegt hiertoe dat in het bestuursrecht op grond van artikel 8:39 van de Algemene wet bestuursrecht de bestuursrechter de regie over de wisseling van de stukken tussen partijen heeft en niet de advocaat.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:37 Hof van Discipline 's Gravenhage 240267

    Verzoek aanwijzing advocaat artikel 13 afgewezen. Beklag ongegrond. Klager kan niet eisen dat hem een advocaat wordt toegewezen die bereid is te doen wat klager van die advocaat verlangt

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-055/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft als advocaat opgetreden voor het bestuur van een coöperatieve vereniging waarvan ook klager lid was. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder, als advocaat van de wederpartij van klager, met zijn advisering onvoldoende onafhankelijk is geweest of door middel van dwaling, bedrog en druk de belangen van klager onnodig of onevenredig heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:38 Hof van Discipline 's Gravenhage 250078

    Afwijzende verwijzing 46 lid 5 Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:71 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-472/AL/GLD

    De raad verklaart een klacht van een gemeente over (onder meer) de wijze van communiceren van de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-493/AL/NN

    Verzet. De raad raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-861/AL/MN/D

    Dekenbezwaar. Beslissing na een eerdere schorsing ex. artikel 60ab Aw. De raad heeft vastgesteld dat verweerder inhoudelijk ondermaats gepresteerd en de onderzoeks- en toezichthoudende taken van de deken heeft gefrustreerd. Zelfs na de door de raad opgelegde schorsing ex artikel 60ab Advocatenwet heeft verweerder geweigerd om met de deken mee te werken en zijn dossiers die hij nog onder zich had, aan de deken over te dragen. Met dit handelen en nalaten heeft verweerder op ernstige wijze gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden deskundigheid en integriteit en met de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. De aard en de ernst van deze feiten rechtvaardigen zonder meer een zeer zware maatregel. Bij het bepalen van de maatregel is van belang dat (tijdens het onderzoek van de deken en op de zitting van de raad) volstrekt niet is gebleken dat verweerder beseft dat hij onbetamelijk heeft gehandeld. Het gedrag van verweerder na zijn schorsing door de raad en het feit dat de gemachtigde van verweerder op de zitting van de raad heeft aangevoerd dat verweerder de dossiers wel aan de deken wil geven maar alleen op zijn eigen voorwaarden, zijn tekenend voor het gebrek aan inzicht in het verwijtbare van zijn handelen. De raad is, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Hoewel verweerder zich inmiddels zelf heeft laten uitschrijven van het tableau en dus niet meer werkzaam is als advocaat, is de raad van oordeel dat de maatregel van schrapping van het tableau de enige passende maatregel voor verweerder is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:74 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-023/AL/NN

    Klacht tegen de curator in het faillissement van een Stichting waarvan klager, volgens de curator, feitelijk bestuurder was. Klager stelt dat verweerder in zijn rol van curator de belangen van klager heeft geschaad. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-043/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de analyse van de zaak en de daarop volgende onttrekking kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:46 Raad van Discipline Amsterdam 24-754/A/A

    Raadbeslissing; klacht over advocaat wederpartij in familierechtzaak gegrond. Verweerder heeft in zijn verweerschrift met grote stelligheid incidenten beschreven over klager in zijn rol als partner en vader, waarbij beschuldigingen van ernstige zaken zoals psychische en fysieke mishandeling, manipulatie en veelvuldig gokken als feit zijn gepresenteerd zonder dat verweerder duidelijk kenbaar heeft gemaakt dat het om de opvattingen van zijn cliënte gaat en zonder nader onderzoek te hebben gedaan naar de beschuldigingen van de ex-partner. Het past bij de terughoudendheid die van een advocaat in familierechtelijke kwesties mag worden verwacht dat, indien er in de processtukken of op de zitting beschuldigingen worden geuit van ernstige (strafbare) feiten en deze als feit worden gepresenteerd, er voldoende onderzoek moet zijn gedaan naar de juistheid van die beschuldigingen (vgl. Het Hof van Discipline, 19 augustus 2024, ECLI:NL:TAHVD:2024:226). Door dit niet te hebben gedaan, heeft verweerder in strijd met gedragsregels 7 en 8 en daarmee onbetamelijk gehandeld. Daarnaast heeft verweerder zich onwelwillend getoond door niet te reageren op het verzoek om informatie over de ziekte van zijn cliënte, terwijl deze informatie zeer relevant was omdat het de reden was voor het niet naleven van de door de rechter vastgestelde zorgregeling. Verweerder heeft ter zitting geen zelfinzicht getoond en onvoldoende laten zien zich bewust te zijn van zijn polariseerde rol in deze familierechtzaak. Omdat in die houding de kans op herhaling verscholen ligt en dit zoveel mogelijk voorkomen moet worden, kan niet worden volstaan met minder dan oplegging van een berisping met kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:47 Raad van Discipline Amsterdam 24-755/A/A 24-903/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klachten over de advocaat van de wederpartij van klager in een familierechtzaak. De uitlatingen van verweerster in haar correspondentie aan de advocaat van klager over een geweldsincident tussen klager en zijn ex-vrouw dienden een redelijk doel. Verweerster heeft in het belang van haar cliënte gehandeld en daarbij de belangen van klager niet onevenredig geschaad. Ook stond het verweerster als partijdig belangenbehartiger vrij om de advocaat van klager aan te schrijven en klager (via zijn advocaat) te verzoeken aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het feit dat later bleek dat klager (pas) vier maanden en niet al elf maanden niet meer aan zijn betalingsverplichting voldeed, acht de raad anders dan klager niet relevant. Ook overigens is niet gebleken dat verweerster onjuiste stellingen heeft ingenomen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:35 Hof van Discipline 's Gravenhage 240094

    Bekrachtiging beslissing raad. Belangen wederpartij niet onevenredig geschaad door het overleggen van een stuk waarin (ook) privacygevoelige informatie staat.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:42 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-070/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klager heeft geen eigen, rechtstreeks betrokken belang bij zijn klacht dat verweerder niet gemachtigd was om namens de wederpartij op te treden. Het is de voorzitter evenmin gebleken dat verweerder bewust onjuiste informatie heeft verstrekt. Duidelijk is dat er sprake was van een bestuurlijke wanorde, waarbij klager en de heer V enerzijds en de heren N en G anderzijds, zoals door de voorzieningenrechter in overweging 4.3 van het vonnis uiteen is gezet, elkaars bestuurslidmaatschap betwistten. Voor zover verweerder al feitelijk onjuiste gegevens verstrekt zou hebben, heeft verweerder uit mogen gaan van de juistheid van de gegevens die hij van zijn cliënt heeft gekregen. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:116 Raad van Discipline Amsterdam 24-117/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in beide onderdelen ongegrond. Er bestond voor verweerster in de gegeven omstandigheden voldoende aanleiding om klager in zijn hoedanigheid van bestuurder van de BV aan te spreken op zijn handelen en zij heeft met het aankondigen van een klacht tegen hem naar het oordeel van de raad de belangen van klager niet onevenredig geschaad. Dat klager het niet eens was met de door verweerster gebruikte bewoordingen, betekent niet dat verweerster de grenzen van de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:45 Raad van Discipline Amsterdam 24-857/A/A 24-860/A/A 24-864/A/A 24-865/A/A

    Herstelbeslissing. De zaaknummers ten aanzien van verweerders zijn in de beslissing en in het dictum abusievelijk omgedraaid.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:39 Hof van Discipline 's Gravenhage 250071

    Afwijzende verwijzing 45 lid c Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:41 Raad van Discipline Amsterdam 24-857/A/A 24-860/A/A 24-864/A/A 24-865/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De klachten tegen verweerder worden gegrond verklaard. Verweerder heeft in strijd gehandeld met een aan de rechter gedane toezegging. Mede gelet op de uitleg van verweerder hierover ter zitting dat hij zich niet bewust was van het kwalijke van zijn handelen en gelet op het feit verweerder niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, acht de raad in dit geval de maatregel van een waarschuwing op zijn plaats. De klachten tegen verweerster worden ongegrond verklaard nu uit de inhoud van de voor de klacht van belang zijnde correspondentie blijkt dat de communicatie over de conservatoire beslaglegging en de hierop volgende discussie enkel door verweerder is gevoerd. Enige betrokkenheid van verweerster blijkt hieruit niet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:33 Hof van Discipline 's Gravenhage 230191

    Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Wederzijds hoger beroep. Verweerder is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. De beroepsgronden van klager falen. Bekrachtiging van de beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-768/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Uit het klachtdossier blijkt dat de kantoorgenoot van verweerster klager al diverse keren had geïnformeerd over de beperkte rol die een slachtoffer als benadeelde partij in een strafzaak heeft. De beperkte rol van klager als benadeelde partij in deze strafzaak brengt niet mee dat de zaak van klager ruimschoots voor de zitting moet worden besproken noch dat van verweerster verlangd kon worden dat zij, zoals klager lijkt te menen, de strafbaarheid van verdachte zou trachten aan te tonen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-044/AL/MN

    voorzittersbeslissing. Verweerder heeft opgetreden voor een woningcorporatie in een geschil met klager. Tijdens een kortdurend verlof van verweerder heeft een kantoorgenote overgenomen. Zij heeft aanvullende producties, waaronder de volgens klager grievende en lasterlijke productie 40, ingediend. Ondanks de evident onjuiste ondertekening van de begeleidende brief aan de kantonrechter - namens verweerder - volgt uit de stukken dat zijn kantoorgenote de zaak toen tijdelijk had overgenomen. Dat verweerder achter de schermen de regie over de zaak heeft gehouden door haar instructies te geven die ook zo zijn uitgevoerd, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Een feitelijke grondslag ontbreekt aan het verweten handelen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:42 Raad van Discipline Amsterdam 24-534/A/A 24-542/A/A

    Raadsbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:34 Hof van Discipline 's Gravenhage 240093

    Klaagster klaagt dat verweerster tekort is geschoten in het verlenen van rechtsbijstand. Volgens de raad heeft verweerster te laat het deskundigenrapport bestudeerd, de haalbaarheid van de zaak beoordeeld en de strategie met klaagster besproken. Hierdoor zijn bij klaagster onjuiste verwachtingen gewekt, hetgeen verweerster tuchtrechtelijk kan worden aangerekend. De raad heeft verweerster een waarschuwing opgelegd. Hiertegen komt verweerster in beroep. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:39 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-722/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Verweerster heeft in het beroepschrift gesteld dat klager een gedrags- of persoonlijkheidsstoornis en een gok- en seksverslaving heeft en dat klagers minderjarige dochter E seksueel getinte handelingen had verricht bij de zoon. Deze stellingen zijn in ernstige mate grievend voor klager en zijn minderjarige dochter E, terwijl verweerster naar het oordeel van de raad niet, ook niet desgevraagd ter zitting, genoegzaam heeft kunnen onderbouwen waarom het in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte nodig was om deze grievende uitlatingen te doen. De raad neemt daarbij mede in aanmerking dat iedere (medische) onderbouwing voor de stelling dat klager een gedrags- of persoonlijkheidsstoornis en een gok- en seksverslaving heeft ontbreekt en dat de zorgen van de vrouw over de -vermeende – seksueel getinte gedragingen van dochter E door verweersters cliënte niet waren gemeld bij en derhalve evenmin waren onderzocht door de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis of de politie. Verweerster mocht niet zonder meer afgaan op de stellingen van haar cliënte. Het had op de weg van verweerster gelegen om uiterst behoedzaam te werk te gaan en voldoende distantie te bewaren ten opzichte van (deze stellingen van) haar cliënte. Verweerster heeft dit nagelaten en aldus haar taak, om te waken voor onnodige polarisatie, verzaakt. In zoverre is de klacht gegrond. Voor het overige ongegrond. Op grond van de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen: berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-770/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft medewerkers van klaagster rechtstreeks benaderd in lopende huurgeschillen, terwijl verweerder wist dat klaagster daarin werd bijgestaan door haar gemachtigde. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook is het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerder niet heeft gereageerd op herhaaldelijke verzoeken van de gemachtigde van klaagster en het gerechtshof om de ontvankelijkheid van het hoger beroep toe te lichten maar vervolgens wel in cassatie is gegaan van het arrest van het gerechtshof waarbij het hoger beroep niet ontvankelijk is verklaard. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-063/AL/NH

    Voorzittersbeslissing. Verweerder staat zijn cliënt bij in een geschil met diens wederzijdse buren over een aan de cliënt verleende omgevingsvergunning. Het verwijt van klagers dat verweerder bewust in strijd met de waarheid zou hebben verklaard richting Welstandscommissie, gemeente en de bezwaarcommissie is onvoldoende onderbouwd. In de procedure bij de bestuursrechter mocht verweerder afgaan op de van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Dat verweerder in de procedure bewust onjuistheden heeft verkondigd, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Evenmin is de voorzitter gebleken dat verweerder misbruik van zijn bevoegdheden heeft gemaakt door beslag te laten leggen onder klager 2 voor incassering van de verschuldigde proceskosten. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:43 Raad van Discipline Amsterdam 25-048/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang en deels kennelijk ongegrond; verweerder mocht afgaan op de informatie die hij van zijn cliënt had ontvangen. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten doen is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-833/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Door zijn persoonlijke betrokkenheid bij zijn cliënt, klaagster en het geschil tussen zijn cliënt en klaagster heeft verweerder zijn onafhankelijkheid in gevaar laten komen door de ex partner van klaagster bij te staan. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-676/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens gebrek aan eigen belang. Klacht voor het overige ongegrond. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de inhoud van de ingediende (proces-)stukken onaangenaam is getroffen en gelet op het hierboven onder 5.5 geschetste toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Evenmin gebleken dat verweerder onprofessioneel heeft gehandeld, geen blijk heeft gegeven van een oplossingsgerichte insteek en klager op onnodige kosten heeft gejaagd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-466/AL/DH

    Verzetbeslissing. Verzet voor een deel gegrond, omdat de voorzitter niet is ingegaan op de stelling van klaagster dat zij er pas op 23 december 2022 achter is gekomen dat geen melding bij Veilig Thuis was gedaan. Het betreffende klachtonderdeel is ongegrond, omdat verweerster mocht vertrouwen op de informatie die zij daarover van haar client kreeg. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerster die informatie destijds had moeten verifiëren is uit het klachtdossier niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:44 Raad van Discipline Amsterdam 25-061/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Voor zover verweerder wordt verweten misbruik te maken van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand door namens zijn cliënte zoveel procedures te voeren, heeft klager geen rechtstreeks belang en is de klacht niet-ontvankelijk. Verder is de klacht kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder namens zijn cliënte procedures start met het enkele doel klager financieel en mentaal te verzwakken. Tot slot heeft verweerder met zijn reactie op de Google review van klager de grenzen van het betamelijke opgezocht. Maar omdat de voorzitter op zich begrip heeft voor de boosheid van verweerder over de geplaatste review van klager en verweerder zijn review kort daarna weer heeft aangepast voert het te ver om verweerders handelen in deze context als onbetamelijk en klachtwaardig aan te merken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-834/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerster heeft de belangen van enkele cliënten veronachtzaamd door niet of slecht bereikbaar te zijn. Zij heeft ook beroepsfouten gemaakt. Omdat dit alles zich afspeelde in een periode waarin verweerster te maken had met ingrijpende persoonlijke omstandigheden, volstaat de raad met een berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-482/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De stelling van verweerster dat haar cliënt moet worden aangemerkt als klokkenluider en het beroep op de Klokkenluidersrichtlijn en de Wet bescherming Klokkenluiders maken niet dat het optreden van verweerster niet vatbaar is voor tuchtrechtelijke toetsing. Verweerster heeft bij herhaling vorderingen aanhangig gemaakt bij de overheidsrechter ondanks het feit dat in meerdere procedures is bevestigd dat de overheidsrechter niet bevoegd is vanwege een tussen partijen overeengekomen arbitragebeding. Verweerster heeft misbruik gemaakt van procesrecht. Verweerster heeft blijk gegeven van een gebrek aan vakbekwaamheid en onafhankelijkheid ten opzicht van haar cliënt. Het met voorbijgaan aan de domiciliekeuze laten betekenen van dagvaardingen aan de privé adressen van gedaagden, zonder gelijktijdige verzending van een afschrift van de dagvaarding aan hun advocaten, is een schending van gedragsregel 25 en in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerster heeft haar verantwoordelijkheid miskend voor de belangen van anderen en is niet in staat gebleken tot professionele distantie en terughoudendheid. Verweerster heeft bij herhaling en gedurende een periode van meerdere jaren tuchtrechtelijk verwijtbaar en in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en deskundigheid gehandeld. Op grond van de ernst van het vastgestelde tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en het feit dat verweerster reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld acht de raad oplegging van een schorsing voor de duur van twaalf weken, waarvan vier weken voorwaardelijk, passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-478/AL/MN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:69 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-858/AL/MN

    Verweerster heeft klager, een aannemer, onvoldoende geïnformeerd en geadviseerd over het aansprakelijk stellen en in vrijwaring oproepen van een onderaannemer. Hiermee heeft verweerster de belangen van klager geschaad. Verweerster is verder niet welwillend geweest bij het overdragen van dossiers van klager aan een opvolgend advocaat. De raad legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.