ECLI:NL:TADRAMS:2025:79 Raad van Discipline Amsterdam 25-173/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2025:79
Datum uitspraak: 28-04-2025
Datum publicatie: 02-05-2025
Zaaknummer(s): 25-173/A/NH
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is kennelijk ongegrond. Het in de dagvaarding noemen van de adresgegevens van de gedaagden was noodzakelijk en het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster hiermee de belangen van de wederpartij onevenredig zou hebben geschaad.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 28 april 2025
in de zaak 25-173/A/NH

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

over:

verweerster


De voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) van 17 maart 2025 met kenmerk fm/ss/24-475/2384410, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 9.

1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Vereniging D (hierna: de Vereniging) heeft een huurgeschil met een verhuurder (hierna: de verhuurder).
1.2 De verhuurder verhuurde campingstandplaatsen aan de leden van de Vereniging.
1.3 Verweerster heeft in dit geschil de verhuurder bijgestaan.
1.4 De verhuurder heeft de huurovereenkomsten met alle huurders van de Vereniging in september 2022 opgezegd. De Vereniging heeft zich tegen deze opzegging verzet.
1.5 Bij vonnis van 10 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) geoordeeld dat de huurovereenkomsten rechtsgeldig zijn opgezegd. Tegen dit vonnis heeft de Vereniging hoger beroep ingesteld.
1.6 In een separate kortgedingprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat de verhuurder de camping per 1 september 2024 mocht sluiten.
1.7 Omdat 163 leden van de Vereniging niet tot ontruiming van hun standplaatsen overgingen, is verweerder namens de verhuurder een ontruimingskort geding gestart tegen deze 163 leden van de Vereniging (hierna: de gedaagden).
1.8 Verweerster heeft vervolgens op 9 oktober 2024, onder opgave van alle gedaagden en overlegging van een concept dagvaarding, de rechtbank verzocht om een behandeling voor kort geding in te plannen.
1.9 In een e-mailbericht van 10 oktober 2024 heeft verweerster, op verzoek van de rechtbank, de door de rechtbank bepaalde zittingsdatum inclusief de conceptdagvaarding gedeeld met alle gedaagden. In de conceptdagvaarding zijn de namen en adresgegevens van alle gedaagden vermeld.
1.10 Op 22 oktober 2024 heeft klaagster namens de Vereniging een klacht over verweerster ingediend bij de deken.

2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klaagster verwijt verweerster dat zij de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) heeft overtreden en de privacy van de leden van de Vereniging heeft geschonden, door welk handelen onnodig en onevenredig nadeel is toegebracht aan de leden van de Vereniging.

3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4 BEOORDELING
4.1 Het algemene uitgangspunt is dat advocaten veel vrijheid hebben om te doen wat in het belang van hun cliënt nodig is. Partijdigheid is niet zonder reden een belangrijke kernwaarde voor advocaten (artikel 10a Advocatenwet). Toch is die vrijheid niet onbeperkt. Advocaten mogen zich bijvoorbeeld niet onnodig kwetsend uitlaten over de wederpartij. Ook mogen zij niet bewust onjuiste informatie geven. Maar zij hoeven in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat zij voor hun cliënt willen bereiken met de middelen waarvan zij zich bedienen, opweegt tegen het nadeel dat zij daarmee aan de wederpartij toebrengen. Wel moeten zij zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot noemenswaardig voordeel van hun cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen. Advocaten dienen verder de belangen van hun cliënt te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat hun cliënt hen verschaft. In het algemeen mogen zij afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen zijn zij gehouden de juistheid daarvan te verifiëren.
4.2 De voorzitter overweegt als volgt. De artikelen 45 en 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) verplichten tot het in de dagvaarding opnemen van de adresgegevens van de gedaagden. Het doel hiervan is dat deze gedaagden de dagvaarding op de juiste wijze kunnen ontvangen en dat zij zich kunnen verweren. Alleen in uitzonderlijke gevallen is er een extra bescherming van de privacy van gedaagden vereist. Dat hiervan in de onderhavige procedure sprake was, heeft klaagster naar het oordeel van de voorzitter niet onderbouwd. Het delen van de gegevens was om voornoemde redenen noodzakelijk en het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster hiermee de belangen van de wederpartij onevenredig zou hebben geschaad. Voor zover klaagster een beroep doet op een schending van de AVG, overweegt de voorzitter dat het niet tot de taak van de tuchtrechter behoort om hierover te oordelen. De beoordeling hiervan is voorbehouden aan de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP).
4.3 Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter geen gronden voor het aan verweerster gemaakte verwijt. Er is niet gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid zou hebben overschreden. De klacht wordt daarom, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond verklaard.

BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond

Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 april 2025.

Griffier Voorzitter

Verzonden op: 28 april 2025