ECLI:NL:TADRSHE:2025:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-171/DB/LI
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2025:73 |
---|---|
Datum uitspraak: | 06-05-2025 |
Datum publicatie: | 06-05-2025 |
Zaaknummer(s): | 25-171/DB/LI |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van eigenaar van het kantoor. Verweerder is verantwoordelijk voor het handelen van zijn medewerker die jurist is. Een advocaat is niet gehouden om een opdracht voort te zetten als hij daarin onvoldoende kans op een positief resultaat ziet. De opdracht kon daarom worden neergelegd. Klacht kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch
van 6 mei 2025
in de zaak 25-171/DB/LI
naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
over:
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 14 maart 2025 met kenmerk K24-106, door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de op de inventaris genoemde bijlagen 1-1 tot en met 7. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de nagezonden stukken van klaagster van 28 maart 2025.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Op de bankrekening van klaagster is beslag gelegd door andere erfgenamen van een nalatenschap. Uiteindelijk is klaagster via haar rechtsbijstandsverzekeraar op 27 november 2023 bij het kantoor van verweerder terechtgekomen, waarbij de rechtsbijstandsverzekeraar slechts de opdracht heeft verstrekt om het beslag te zuiveren.
1.2 Op 29 november 2023 is een opdrachtbevestiging gestuurd. Aanvankelijk heeft mr. Van H de zaak op zich genomen, maar omdat mr. Van H langdurig is uitgevallen is de zaak overgenomen door mr. B en vervolgens door mr. W, een jurist niet zijnde advocaat.
1.3 Op 18 december 2023 heeft mr. Van H stukken opgevraagd bij DAS en op 19 december 2023 heeft zij stukken opgevraagd bij klaagster.
1.4 Op 8 april 2024 heeft mr. B aan klaagster geschreven:
“Nu [mr. Van H] gedurende langere tijd is uitgevallen, zal ik het dossier (voorlopig) verder oppakken. U kunt mij terug berichten op dit e-mailadres. Uit het advies dat [mr. Van H] 28 februari jl. aan u heeft doen toekomen, volgt dat de opdracht vanuit DAS enkel ziet op het al dan niet zuiveren van het beslag dat op uw bankrekening is gelegd.
Om het beslag te kunnen zuiveren, moeten we kunnen aantonen dat aan u niet tijdig is verzocht om medewerking te verlenen aan het laten opnemen van de woning door een makelaar en om medewerking te verlenen aan bezichtigingen door geïnteresseerden. U heeft in uw e-mail aangegeven dat uit de correspondentie blijkt dat de makelaar alle sleutels had. Ik zal dit punt nagaan.
Heeft u buiten het voorgaande gegeven nog verdere informatie? Op grond van het bewijs dat op tafel ligt, kan een beslissing worden gemaakt omtrent de mogelijkheid tot zuivering van het gelegde beslag.”
1.5 Daarop heeft klaagster diezelfde dag gereageerd:
“Met [mr. Van H] is afgesproken om een notaris vereffenaar naar de contracten te laten kijken. Dit is een oplichtingszaak. Het betreft een pand met industriebestemming dat met een rommelcontract is verkocht als wonen bestemming. [Mr. Van H] zou een notaris vereffenaar benaderen, omdat de deling op de bank ook niet conform het vonnis is gedeeld. Het waterschadebedrag klopt niet. De woning is niet betaald. De dwangsom is niet volgens vonnis en niet volgens het schrijven wat ze zelf hebben gestuurd naar aanleiding van de betekenis en bevel. Dit moet allemaal in het dossier zitten. Bovendien moeten er volgens moeder, vader en zus [naam] testamenten zijn. De mensen bij de notaris waren allemaal vreemde mensen die nooit bij mijn ouders zijn geweest. Ik heb om identiteitscontrole gevraagd, wat de notaris niet deed. [naam] en [naam] zijn bij [naam] in [plaats] gevonden. Zij zijn slechts 10 jaar geworden. Het contract moet nietig verklaard worden. Dit is handelsrecht. Vandaar dat een advocaat dit moet doen. Aangezien het budget op is moet ik dit zelf betalen. Ik ben verzekerd bij ASR, die daarvoor DAS hebben en die mij doorgestuurd hebben naar U, omdat U handelsrecht heeft. Dit alles vind U in het dossier (…)”
1.6 Op 6 mei 2024 heeft mr. W aan klaagster geschreven:
“Ik heb uw dossier bestudeerd en er is mij veel onduidelijk. Allereerst wil ik vooropstellen dat onze opdracht van DAS uitsluitend strekt tot het zuiveren van het beslag. Zoals reeds door [mr. Van H] is aangegeven beschikken wij niet over voldoende informatie om te kunnen beoordelen of het beslag gezuiverd kan worden of niet. Wat ik in dat kader van u nodig heb, zijn de volgende stukken:
- Bewijsmateriaal waaruit blijkt dat u nimmer bent verzocht om medewerking te verlenen aan het opnemen van de woning na het vonnis, dan wel bewijsmateriaal dat u medewerking aan de makelaar heeft verleend voor het opnemen van de woning.
- Ditzelfde geldt ten aanzien van de andere dwangsommen, is alles verdeeld, heeft u medewerking verleent etc.? Dit is mij niet duidelijk en ik heb hier simpelweg meer bewijsmateriaal en informatie van nodig.
Indien u dit niet heeft zal ik de makelaar hierom moeten verzoeken. Ik voeg nogmaals het advies van [mr. Van H] toe met het verzoek dit nogmaals grondig na te lezen en alle daarin gesteld vragen te beantwoorden en alle stukken toe te sturen. Het enige wat ik in het dossier terugvind is de informatie dat het bankbeslag doel heeft getroffen. Zonder de andere gevraagde informatie kan ik niets voor u betekenen.
De andere door u aangehaalde punten zijn voor mij niet duidelijk. Ik zal kort ingaan op hetgeen ik begrijp dat u graag wilt dat wij voor u doen c.q. wat er volgens u niet juist is.
- De leveringsakte c.q. het contract van de verkoop van het huis zou niet juist zijn. Waarom dit niet juist zou zijn, is mij echter niet duidelijk. In het vonnis staat duidelijk dat de bestemming aangepast mag worden alvorens verkoop. Ik verwacht dat dit is gedaan. Verder is er met de verkoop niets mis, daar door de rechtbank een makelaar is aangesteld die het huis heeft verkocht en uw handtekening volgens het vonnis van de rechtbank niet vereist was voor verkoop.
- Het waterschadebedrag zou niet kloppen. Ook hier is mij niet duidelijk waarom dit niet zou kloppen. Dit bedrag is door de rechtbank vastgesteld. Als u van mening bent dat het bedrag dat door de rechtbank in het vonnis is vastgesteld niet klopt, dien ik te weten waarom. Ik kan u reeds aangeven dat het vonnis van de rechtbank onherroepelijk is, wat betekent dat wij hier in beginsel niks tegen kunnen doen.
Voor dit alles geldt op de eerste plaats dat u uw kostenmaximum bij uw verzekeraar heeft bereikt, u zult dus (als u wil dat wij ons in de vorige twee punten, dan wel nog aanvullende punten, gaan verdiepen) de kosten hiervoor zelf moeten betalen. Ik kan mij hier pas in gaan verdiepen indien u een nieuwe opdrachtbevestiging heeft getekend en u akkoord gaat met het betalen van deze (aanvullende) werkzaamheden. (…)
Ik ontvang graag de hierboven omschreven stukken en informatie. Als u de overige werkzaamheden op eigen kosten wil laten uitvoeren zal ik u de opdrachtbevestiging laten toekomen.”
-
- Op 7 mei 2024 heeft klaagster aan mr. W geschreven:
“Ik had graag dat volgens afspraak het leveringscontract nietig wordt verklaard. Dit is industriegrond. Als bestemming wonen verkopen is hier niet mogelijk. Dit is buiten de bebouwde kom. Dit pand heeft altijd een bedrijfsbestemming gehad. Dit is industriegrond. Het ertegenovergelegen pand van [naam] is industriegrond en het erachtergelegen schakelstation van [naam] is ook industriegrond. Dit is ook bewezen op de rechtbank Roermond, door mij en ik heb nog delingen uit het perceel laten halen. Het contract nietig verklaren is handelsrecht. Vandaar dat ik naar U doorverwezen ben. Als het budget op is, dat ik dat zelf moet betalen is mij bekend. Het tarief is [mr. Van H] afgesproken. Het leveringscontract is een oplichtingsding. Dit is niet door mij getekend, maar ook niet geverifieerd. Het notariële contract is niet opgesteld volgens de notariswet.
Tevens heb ik met [mr. Van H] afgesproken een notaris vereffenaar in te schakelen om de deling te controleren De deling is niet conform het vonnis en als U het contract niet kan beoordelen dit dezelfde notaris te laten doen.
Ik heb geen contact gehad met de makelaar. Hij is schijnbaar gewoon binnengekomen. Bij de notaris was hij in het bezit van alle sleutels. Dit staat in het leveringscontract. Onder dwang heb ik de banksaldo gedeeld. De sieraden zijn ze nog altijd niet komen halen. Ik heb diverse keren gezegd dat ze ze maar moeten komen halen. De dwangsom is niet conform het vonnis en niet conform het schrijven van de tegenpartij. De stukken zijn in uw bezit.
Nog een vraag die ik ook aan [mr. Van H] heb gesteld. Er is gelijktijdig een rechtszitting geweest in Roermond en Maastricht dezelfde plaats en hetzelfde tijdstip. We dwz. De tegenpartij en ik hebben in Roermond een uur moeten wachten, omdat er gelijktijdig dezelfde zaak ook een zitting in Maastricht was. De uitspraak hiervan is mij niet bekend. Kunt U hier navraag naar doen. [Klaagsters voorgaande advocaat] heeft Hoger Beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De uitspraak hiervan is mij ook niet bekend. De stukken zijn in uw bezit. Kunt U hier ook navraag naar doen.
Nogmaals alle stukken zijn in uw bezit. De stukken zijn in december al opgestuurd naar [mr. Van H].”
1.8 Daarop heeft mr. W diezelfde dag gereageerd:
“U geeft aan dat de makelaar sleutels had. Was u tevens niet aanwezig bij de bezichtigingen en het maken van de foto’s? Indien zowel de makelaar meteen na het vonnis de sleutels had en u niet aanwezig was of op een andere manier de verkoop, levering, bezichtigingen etc. verhinderde, zijn de dwangsommen mogelijk niet verbeurd. Hoe zit het met de andere dwangsommen? Graag hoor ik van u hoe, wanneer en of u aan het vonnis hebt voldaan en wat er precies niet klopt aan de dwangsommen. Waarom is de wederpartij de dwangsommen gaan innen?
U geeft aan dat u wilt dat het leveringscontract nietig wordt verklaard. Mij is echter niet duidelijk waarom. Dat het bestemmingsplan af zou wijken, doet er niet toe. Er is door de rechtbank bij het vonnis uitdrukkelijk bepaald dat het bestemmingsplan voor de verkoop gewijzigd kan worden en daarbij is een (mogelijk) foutief bestemmingsplan een probleem van de koper van de woning. Voor u maakt dit geen verschil en dit is geen oplichting. Daarnaast kon de woning verkocht en geleverd worden zonder uw handtekening, dit heeft de rechtbank bepaald. Ook hier is dus niks mis mee en ook dit is geen oplichting. Als deze twee punten het enige zijn wat volgens u niet klopt aan de leveringsakte kan ik met betrekking tot de verkoop van de woning niks voor u betekenen.
U wil overige werkzaamheden door mij laten verrichten. U weet dat u deze zelf moet betalen. U geeft aan dat in dit kader er een tarief met [mr. Van H] is afgesproken, deze mail kan ik niet terugvinden. Kunt u mij deze doen toekomen? Indien er niks op papier is gezet, zal ik u alsnog een opdrachtbevestiging voor deze werkzaamheden doen toekomen.
Ditzelfde geldt ten aanzien van het controleren van de verdeling van de nalatenschap. De afspraak met [mr. Van H] kan ik niet terugvinden. Kunt u mij ook deze mail laten toekomen? Ook voor dit aspect is een nieuwe opdrachtbevestiging nodig.
(…) Kortom, ik heb op dit moment toch echt nog meer en duidelijkere informatie van u nodig, voorzien van bewijsmateriaal. De stukken waar ik naar vraag heb ik niet in mijn bezit.”
1.9 Op 8 mei 2024 heeft mr. W aan klaagster geschreven:
“Ik wil benadrukken dat onze opdracht van DAS is om het beslag te zuiveren. Hiervoor hebben wij meer informatie van u nodig, zowel ik, als mijn collega’s [mr. Van H] en [mr. B] hebben u hier reeds om gevraagd, maar een antwoord op onze vragen blijft uit. Zonder deze informatie kan ik niets voor u betekenen.
Ten aanzien van het overige geldt het volgende. Voordat ik hier mee aan de slag kan, zal er een nieuwe opdrachtbevestiging op moeten worden gesteld. U zult dit immers zelf moeten betalen. U geeft aan dat er in dit kader mondelinge afspraken zijn gemaakt met [mr. Van H]. Deze zie ik niet terug in het dossier. Ik hoor graag van u wat deze afspraken zijn.
Vervolgens is mij nog immer niet duidelijk wat niet juist zou zijn aan de leveringsakte. U geeft aan een notaris in te willen schakelen om dit te laten controleren. U heeft mij hier niet voor nodig. Het staat u vrij om dit te doen.
Wellicht is het handig dit alles telefonisch te bespreken. Schikt het u om maandag 13 mei om 11:00 uur te bellen?”
1.10 Daarop heeft klaagster diezelfde dag gereageerd:
“Een eerste reactie. Van de verkoop ben ik niet op de hoogte gesteld. Het enige dat ik gemerkt heb is dat er mensen in het huis zijn geweest. Ik ben niet bij de verkoop betrokken geweest. Het enige wat ik gekregen heb is een leveringscontract van de makelaar ( per e-mail). Ik ben wel bij de notaris geweest, maar heb niet getekend. Identiteitscontrole doet hij wel achteraf. Betalen hoeft ook pas achteraf binnen 3 dagen. Verifieren hoeft niet. De notaris tekend het contract wel alleen. Controle wie erfgenaam en eigenaar is hoeft niet. Het hele contract voldoet niet aan de regels van het notariaat. Notariswet. De dwangsom is gewoon diefstal en een poging mij failliet te laten gaan. Dit is alleen niet gelukt, omdat de woningbouwvereniging hier niet aan wilde meewerken. Anders had ik op straat gestaan met niets. Dat is pas erven. Sinds wanneer is erven strafbaar. Dat er zelfs een vonnis is. Heb ik zelfs een strafblad, omdat ik de woning niet ononderhandelbaar wil afstaan voor €300000,--., omdat ze daar iemand voor hebben. Het leveringscontract voldoet niet aan de regels waaraan een notariële acte moet voldoen. Ik stel voor dat we daar een notaris voor benaderen op mijn kosten. Het nietig verklaren moet een advocaat doen. Dit is handelsrecht. Dit contract is niet volgens de notariswet opgesteld. De woning is niet betaald. En alleen als wonen betaald op papier. Als industriegrond zit er wel een verschil van een miljard in. Dit is wel lucratief stelen. Bovendien zijn zij allen geen erfgenaam. Dit kan een advocaat ook opvragen bij het CBG of dit een notaris laten doen. De dagvaarding moet U gekregen hebben. Daar zijn 2 zittingen over geweest, gelijktijdig in Roermond en Maastricht, zelfde dag zelfde tijd. In Roermond was handel, het vonnis is dit ook. De dagvaarding is civielrecht. Mogelijk dat dit in Maastricht hetzelfde nummer in civielrecht is. Ik stel voor dat U eerst nagaat wat hier de uitspraak is geweest. En dan een notaris raadplegen op mijn kosten. Dit is allemaal een zaak. Mogelijk dat de verzekeraar de kantoorkosten op zich wil nemen. Anders moeten we de kosten verhalen bij de tegenpartij. De stukken zitten in het dossier van [mr. Van H]. De afspraken zijn mondeling gedaan tijdens een gesprek met [mr. Van H] bij U op kantoor. Als U nog vragen heeft kunt U mij een mail sturen.”
1.11 Op 12 mei 2024 heeft klaagster aan mr. W geschreven:
“De rekening wat ik betaald heb voor een procedure te voeren heb ik U gestuurd. Er is een contract getekend met [mr. Van H]. Bij overdracht naar een collega blijft dit contract geldig. Dit staat immers in het contract. Ik heb zelf wat research gedaan. Mijn bevindingen wil ik U hiermee toesturen. (…) Ik heb al een contract getekend wat Mr. Van [H] heeft gestuurd. Dit moet in uw bezit zijn. Dit lijken mij reden genoeg om de dwangsom terug te vorderen en de levering van de woning nietig te laten verklaren.”
1.12 Op 13 mei 2024 heeft klaagster daarop aangevuld:
“Ik wil U erop wijzen dat DAS mij doorgestuurd heeft naar U , omdat U handelsrecht heeft. In een schrijven van Mr. Van [H] vandaag doorgestuurd per mail, kunt U dit ook nalezen. Dit betreft het nietig verklaren van de notariële acte en terugvorderen van de betaalde dwangsom. Ik heb vandaag een heel aantal punten aan U doorgemailld. MET WETSARTIKELEN. U schuift telefonisch alles aan de kant. ZONDER WETSARTIKELEN. Graag had ik van U een serieuze reactie op papier en dat U gewoon uw werk doet en de dwangsom terugvorderd en de acte nietig verklaard.”
1.13 Op 23 mei 2024 heeft mr. W aan klaagster geschreven:
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek van maandag 13 mei jl. stuur ik u deze mail. De door DAS aan ons kantoor verstrekte opdracht betreft de zuivering van het beslag dat door de overige erfgenamen is gelegd op uw bankrekening. De vraag is of dit beslag gezuiverd kan worden. De opdracht strekt zich niet verder dan dit onderwerp. Helaas ontbreken essentiële stukken en informatie, zoals de correspondentie van de wederpartij en de reden waarom de wederpartij de dwangsommen is gaan innen. Om het beslag te kunnen zuiveren, moeten we aantonen dat aan u niet tijdig is verzocht om medewerking te verlenen, dan wel dat u deze medewerking heeft verleend, dat is momenteel niet mogelijk.
[Mr. Van H] heeft u op 28 februari jl. om aanvullende stukken en informatie gevraagd, en mijn collega [mr. B] en ik hebben u hierover op 8 april en 6, 7 en 8 mei gemaild.
Uw aanvullende vraag over het nietig laten verklaren van de akte van levering van de notaris valt buiten de opdracht van DAS. Zoals ik u telefonisch heb aangegeven, zie ik weinig kans van slagen in een procedure hieromtrent. [Mr. Van H] heeft u in haar advies van 28 februari jl. al uitgelegd dat een procedure omtrent het nietig laten verklaren van de akte van levering geen kans van slagen heeft. Ik citeer uit haar advies:
“Wat betreft de woning dient te gelden dat als u niet hebt meegewerkt aan de verkoop en de levering van de woning, het vonnis in de plaats heeft getreden van die noodzakelijke medewerking. Met andere woorden: ondanks dat u heeft geweigerd de koopovereenkomst en de leveringsakte te ondertekenen, zijn deze alsnog geldig omdat het vonnis in de plaats is getreden van uw handtekening. De koopovereenkomst met koper de heer [naam] is dus rechtsgeldig. De leveringsakte is ook rechtsgeldig. De woning is dus rechtsgeldig overgedragen aan koper. De vraag- en verkoopprijs diende door een NVM-makelaar te worden bepaald. De erfgenamen zelf hadden hier dus geen invloed op (zie ook rechtsoverweging 4.7 van het vonnis van 3 augustus 2022). Tegen de verkoop en levering van de woning kan dus niet geageerd worden.”
De door u aangehaalde punten in uw mail van 13 mei jl. veranderen dit standpunt niet. De inhoud van deze mail riep bij mij ook veel vragen op en de gevraagde stukken en informatie bleven wederom uit. Om de situatie op te helderen, besloot ik u diezelfde dag te bellen. Tijdens ons gesprek bespraken wij de details van uw e-mail. Helaas kreeg ik niet de gelegenheid om mijn punten volledig uit te leggen, aangezien u mij herhaaldelijk onderbrak en mijn uitleg in twijfel trok. Het gesprek eindigde toen u zei: "U kraamt onzin uit," en vervolgens de verbinding verbrak. Ook de door u aangehaalde punten in dit telefoongesprek van 13 mei jl. veranderen mijn standpunt omtrent het nietig laten verklaren van de akte van levering niet.
Kortom, omtrent het nietig laten verklaren van de akte van levering zie ik geen kans van slagen. Om het beslag te kunnen zuiveren, heb ik meer informatie van u nodig, namelijk de correspondentie van de wederpartij omtrent de dwangsommen, stukken waaruit blijkt dat de makelaar inderdaad de sleutels van de woning had, of dat u deze aan hem heeft gegeven, dan wel andere informatie waaruit blijkt dat u uw medewerking heeft verleend. Zonder deze informatie kunnen we niet aantonen dat aan u niet tijdig is verzocht om medewerking te verlenen, dan wel dat u medewerking heeft verleend. Het is voor mij momenteel simpelweg niet helder waarom en wanneer de wederpartij de dwangsommen is gaan innen. Zodra ik deze informatie van u heb gekregen kan ik de wederpartij gaan aanschrijven.
Ik geef u hierbij een laatste termijn van 7 dagen om de ontbrekende stukken en informatie aan te leveren. Indien ik de stukken en informatie niet binnen deze termijn ontvang, zie ik mij genoodzaakt de opdracht terug te geven aan DAS en het dossier te sluiten.”
1.14 Op 23 mei 2024 heeft klaagster aan verweerder geschreven:
“Ik stuur U deze mail om te bemiddelen, omdat ik voor een dwangsom terugtevorderen en het nietig verklaren van een leveringscontract door DAS naar U ben doorverwezen. En dan is dat allemaal niet mogelijk volgens [mr. W]. Terwijl DAS de beoordeling al gedaan heeft.
Nogmaals in het contract van [mr. Van H] dat het beide opdrachten betreft. Dit heb ik U toegestuurd. De kosten voor procesvoering zijn betaald. De stukken heb ik naar [mr. Van H] gestuurd per post. De stukken zaten allemaal bij elkaar. Dat het niet duidelijk is waar het beslag op slaat. Dat is mij ook niet duidelijk. Dit is een oplichtingsding. Zij moeten bewijzen waar het beslag op slaat. Ik moet bewijzen dat ik iets niet gedaan heb!!!!! Dit is niet mogelijk. Ik ben totaal niet op de hoogte geweest van de verkoop en dus ook totaal niet bij betrokken geweest. Het leveringscontract van de woning(industriebestemming) Het is alleen al nietig te verklaren, wegens verkeerde bestemming. Deling van het perceel. Waar hebben ze de rest aan verkocht. Dit is iemand in zijn eigendomsrechten benadelen. Is dit vonnis wel geldig? U bent speciaal benaderd omdat U handelsrecht heeft. De stukken zijn per mail doorgestuurd. Voor eerdere correspondentie verwijs ik U naar eerdere mails. Ik wil U er op wijzen dat het tijd wordt dat er iets gedaan wordt. De verkoop door onbevoegden is bijna een jaar geleden. De dwangsom is ook al bijna een jaar geleden geïnd. Graag had ik dat U bemiddeld in deze zaak.”
1.15 Op 27 mei 2024 heeft verweerder aan klaagster geschreven:
Naar aanleiding van uw mail heb ik uw dossier grondig bestudeerd en overleg gehad met mijn collega, [mr. W]. Na zorgvuldige evaluatie van de situatie kom ik tot dezelfde conclusie als mijn collega(‘s). Het nietig laten verklaren van de akte van levering is niet haalbaar en valt buiten de opdracht van DAS. Onze opdracht is gericht op het zuiveren van het beslag.
Voor het succesvol zuiveren van het beslag hebben wij meer informatie van uw kant nodig. Ik zie dat mijn collega’s reeds meerdere malen om deze informatie hebben verzocht, maar dat dit nog niet is aangeleverd. Zonder deze informatie kunnen wij helaas niet verder met uw zaak.
Ik verzoek u daarom vriendelijk om zich aan de door mijn collega, [mr. W], gestelde termijn te houden en de gevraagde informatie aan te leveren. Indien wij de benodigde informatie niet tijdig ontvangen, zullen wij genoodzaakt zijn het dossier te sluiten en u terug te verwijzen naar DAS.
Voor verdere correspondentie en vragen verzoek ik u zich direct tot mijn collega, [mr. W], te wenden. Hij is volledig op de hoogte van uw dossier en kan u verder assisteren.”
1.16 Op 28 mei 2024 heeft klaagster aan verweerder geschreven:
“Heeft U mij wel naar de juiste advocaat toegewezen. Een leveringscontract nietig verklaren is handelsrecht. Dit heeft [mr. W] niet in portefeuille. U heeft toch meerdere advocaten in dienst die wel handelsrecht zaken doen. Waarom krijg ik een verkeerde advocaat toegewezen? Kunt U mij naar de juiste advocaat doorsturen die beide procedures opstart.”
1.17 Daarop heeft verweerder diezelfde dag gereageerd:
“Ons standpunt blijft gehandhaafd. Iedere jurist is in het Nederlands recht opgeleid en bovendien vindt er regelmatig kantooroverleg plaats.”
1.18 Op 14 juni 2024 heeft mr. W aan klaagster geschreven:
“Ik heb de door u gestuurde stukken bestudeerd. Ik zie dat u de dwangsommen bent verschuldigd daar u geen medewerking hebt verleend aan het opnemen van de woning door de makelaar. U heeft mij ook bevestigd dat u dit inderdaad niet heeft gedaan, u was namelijk niet bij dit proces betrokken. U had dit wel moeten zijn. U was pas betrokken bij de notaris en daarom bent u de dwangsommen verschuldigd en had de wederpartij het recht beslag op uw bankrekening te leggen voor de openvervallen dwangsommen. Ik heb nog aantal vragen voor u: (…).
Mijn conclusie is dusverre dit: de dwangsommen voor het niet verlenen van medewerking voor het opnemen van de woning, zijn naar mijn idee verbeurd. Ik acht een procedure hieromtrent dan ook niet haalbaar. Ten opzichte van het nietig verklaren van de akte van levering, weet u mijn standpunt reeds. Dit is niet haalbaar. Ik zal derhalve ook hieromtrent geen procedure starten.”
1.19 Op 16 juni 2024 heeft klaagster aan verweerder geschreven:
“De afspraak met DAS was 2 procedures te doen. Ik ben zelfs bereid het zelf te betalen. [Mr. W] doet helemaal niets!!!! Dit is niet volgens de afspraken. U moet Uw afspraken wel nakomen. Ik heb U zojuist de mail van [mr. W] doorgemaild. Kunt zu hierin bemiddelen?”
1.20 Op 26 juni 2024 heeft mr. W aan klaagster geschreven:
“Van mijn collega, [verweerder], heb ik het verzoek gekregen opnieuw contact met u op te nemen. Graag leg ik nogmaals kort uit waarom ik een procedure in uw zaak niet haalbaar acht.
Wij hebben van DAS enkel de opdracht gekregen om het beslag op uw bankrekening te zuiveren. Daarnaast heeft u ons verzocht om de akte van levering van de verkoop van uw woning nietig te laten verklaren. Het zuiveren van beslag houdt kortweg in dat het beslag van uw bankrekening wordt gehaald, niet dat geïnd geld wordt teruggevorderd. Omdat dit samenhangt met de verbeurde dwangsommen, hebben wij ook bekeken of deze terecht waren. U heeft aangegeven dat u niet betrokken was bij de verkoop van de woning, terwijl u hierbij volgens het vonnis wel actief betrokken had moeten zijn. Hierdoor zijn de dwangsommen verbeurd. U heeft in elk geval geen aanknopingspunten of bewijsmateriaal aangeleverd waaruit blijkt dat de dwangsommen niet verbeurd waren, waardoor een procedure hierover niet haalbaar is.
In mijn vorige mail heb ik u enkele vragen gesteld, voornamelijk om te achterhalen of er nog beslag op uw bankrekening ligt. Als dat het geval is, kan dit mogelijk gezuiverd worden. Tot nu toe heb ik hierop geen reactie van u ontvangen.
Ten aanzien van de akte van levering: deze is volledig rechtsgeldig. De titel is juist, er is geen sprake van oplichting, en de akte is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De andere personen zijn op grond van het vonnis erfgenaam en gerechtigd de woning te verkopen. U hoefde op grond van het vonnis de akte niet te ondertekenen. Er is geen deel perceel verkocht, en het stuk dat u heeft doorgestuurd van het kadaster bevestigt enkel dat u bent uitgeschreven als eigenaar van het perceel. Ook de bestemming van de woning is geen reden voor nietigheid van de akte van levering. Het feit dat er om de woning heen enkel industriële bestemming is, betekent niet automatisch dat de woning dezelfde bestemming heeft. Een procedure om de akte nietig te laten verklaren is daarom niet haalbaar.
Ik verzoek u nogmaals om uiterlijk volgende week woensdag te reageren op de door mij gestelde vragen in mijn vorige mail. Indien ik geen reactie ontvang, zal ik definitief overgaan tot sluiting van het dossier. Graag verzoek ik u ook om voortaan rechtstreeks contact met mij op te nemen en niet met mijn collega's.”
1.21 Op 28 juni 2024 heeft klaagster over mr. W een klacht ingediend bij de klachtencommissie van het kantoor, omdat mr. W geen procedures wil starten. De klacht is op 2 juli 2024 door de klachtenfunctionaris afgewezen:
“Wij moeten beoordelen of het starten van een procedure kans van slagen heeft. Indien er geen redelijke kans op succes bestaat dan is het onze taak om dit te melden, ook aan DAS. Het is dus niet zo dat wij in elke zaak gaan procederen. Uiteraard moet er enige kans van slagen zijn. [Mr. W] heeft de haalbaarheid beoordeeld en u meermaals bericht dat er geen redelijke kans op succes aanwezig is. Ik heb u reeds verwezen naar de door hem aan u gestuurde e-mails. Ik kom helaas niet tot een ander oordeel dan de bevindingen van mr. Wessing. Indien u zich niet kunt verenigen met dit oordeel kunt u dit aan DAS voorleggen. Vanwege het ontbreken van een redelijke kans op succes en overigens ook vanwege het feit dat onze opdracht is afgehandeld, zal ik het dossier op korte termijn sluiten. Het spijt mij u niet beter te kunnen berichten. Uiteraard kunt u contact met mij opnemen indien u vragen heeft over deze e-mail.”
1.22 Op 6 september 2024 heeft klaagster bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2. KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klaagster verwijt verweerder het volgende.
Verweerder is net als mr. W van mening dat de opdracht niet hoefde te worden uitgevoerd.
3. VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4. BEOORDELING
Toetsingskader
4.1 Verweerder is, als eigenaar van het kantoor waar jurist mr. W werkzaam is, op grond van artikel 13 lid 2 verantwoordelijk voor het handelen van deze medewerker. De voorzitter stelt ook vast dat verweerder zich expliciet heeft aangesloten bij het standpunt van mr. W dat de zaak geen slagingskans had. De voorzitter zal de klacht dan ook in volle omvang beoordelen. Daarbij wordt het volgende toetsingskader gehanteerd:
4.2 Deze klacht gaat over de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat. Er is pas sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen als de kwaliteit duidelijk onder de maat is geweest. De tuchtrechter houdt bij de beoordeling rekening met de vrijheid die een advocaat heeft bij de wijze waarop hij een zaak behandelt. Ook houdt de tuchtrechter rekening met de keuzes waar een advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Die (keuze)vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door bepaalde eisen die aan het werk van de advocaat worden gesteld. Als algemene professionele standaard geldt dat de advocaat te werk moet gaan zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende beroepsgenoot mag worden verwacht.
Beoordeling
4.3 Een advocaat is niet gehouden om een opdracht voort te zetten als hij daarin onvoldoende kans op een positief resultaat ziet. Dat geldt ook wanneer er afspraken zijn gemaakt met een rechtsbijstandsverzekeraar om een opdracht uit te voeren. Uit de hiervoor aangehaalde e-mailwisselingen volgt dat mr. W zich uitvoerig gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld tot hoe ver de aan hem gegeven opdracht strekte en dat de wensen van klaagster daarin niet haalbaar waren, omdat noodzakelijke informatie daarvoor ontbrak dan wel omdat daartegen geen juridisch houdbare onderbouwing was. Verweerder heeft zich daarbij aangesloten. Dat mocht hij doen en de voorzitter ziet geen aanknopingspunten om dat standpunt als (evident) onjuist te beschouwen. De opdracht kon vervolgens, mede gelet op gedragsregel 14 lid 2, worden neergelegd. Daarmee heeft verweerder niet klachtwaardig gehandeld. De klacht zal daarom kennelijk ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.A.M. Wijffels, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. M.A.A. Traousis als griffier en uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 6 mei 2025