Zoekresultaten 1-50 van de 21721 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-290/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een langlopende echtscheidingszaak ongegrond. Niet gebleken van onnodig grievende of evident ongefundeerde beschuldigingen. Dat verweerster bepaalde standpunten – die klager als kwetsend ervaart – herhaalt, maakt ze niet onnodig grievend. Het is niet aan klager om verweerster te beknotten in wat zij namens de vrouw aanvoert. Verweerster heeft in een exploot een toevoeging laten opnemen die niet in het dictum van het betreffende vonnis stond. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-338/AL/NN

    Voorzitterbeslissing. De voorzitter verklaart diverse klachten over een advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-744/DH/DH

    Raadbeslissing. Verweerder heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding gehandeld door bij een processtuk producties op te nemen met daarin uitlatingen van zijn cliënte over de mediation. Verweerder heeft de betreffende producties onvoldoende gecontroleerd en lichtvaardig ingediend. Hij heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en klagers vertrouwen dat alles uit de mediation geheim zou blijven geschaad. De raad ziet in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding te volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:103 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-313/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht en heeft geweigerd om te zoeken naar een redelijke oplossing is niet gebleken. Ook het verwijt dat dat verweerder gegevens heeft vervalst en bewust valse documenten heeft ingeleverd bij de rechtbank en andere instanties, mist feitelijke grondslag. Voor de juistheid van het verwijt dat verweerder klaagsters leven en financiële situatie heeft ondermijnd heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden. IN alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-883/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerder is in zijn bijstand aan klager op meerdere momenten onvoldoende voortvarend geweest. Zo heeft het starten van een kort geding bijna een jaar gekost, terwijl klager meermaals heeft aangegeven dat het financieel zo niet verder kon. Ook heeft verweerder, nadat betekening van het vonnis niet was geslaagd, het vonnis niet direct opnieuw laten betekenen. Verweerder heeft daarbij ook op meerder momenten onvoldoende met klager gecommuniceerd. Zo heeft hij klager onder meer niet laten weten dat de betekening niet geslaagd was. Hij heeft klager ook niet geïnformeerd over de beslissing om toch geen bodemprocedure te starten. Er is sprake van schending van de kernwaarde deskundigheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-239/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor de belangen van klaagster uit het oog heeft verloren. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is in de verklaringen van de getuigen en in de conclusie van verweerder dat er geen redelijke kans is om de aansprakelijkheid voor de klachten en schade van klaagster erkend te krijgen, maar dat betekent niet dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor steken heeft laten vallen. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-252/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerster bij de behandeling van de klacht van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de overgelegde beslissing van verweerster blijkt dat verweerster alle onderdelen van de klacht van klager heeft behandeld en per klachtonderdeel uitvoerig uiteen heeft gezet hoe zij tot haar beslissing komt. Het tijdstip waarop de beslissing door verweerster aan klager is gemaild, zegt niets over de zorgvuldigheid waarmee verweerster de klacht heeft beoordeeld. Geen aanleiding om te twijfelen aan de objectiviteit en onafhankelijkheid van verweerster in haar rol van klachtenfunctionaris. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-246/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerster in de periode waarover de klacht gaat geen advocaat was. Klacht over het betrekken van haar patroon bij de tuchtklacht is kennelijk ongegrond; dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wordt zelfs aangemoedigd gelet op de begeleiding van een patroon aan een advocaat-stagiair.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN

    Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W

    Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:106 Raad van Discipline Amsterdam 24-939/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Door klaagster niet tussentijds te informeren over de kosten, heeft verweerster niet aan haar informatieplicht richting klaagster voldaan. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten. De raad houdt bij de oplegging van de maatregel rekening met het schoon tuchtrechtelijk verleden van verweerster en het inzicht dat zij ter zitting heeft getoond in haar handelen. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing daarom passend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240365

    Beklag artikel 13. Met de deken is het hof van oordeel dat klager ook in de beklagprocedure niet heeft onderbouwd dat de procedure die hij wil starten tegen de verzekeraar kans van slagen heeft. Daarvoor zou hoe dan ook nodig zijn dat de vaststellingsovereenkomst wordt vernietigd. Klager heeft niet onderbouwd waarom bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst sprake zou zijn geweest van door hem gestelde dwaling of misbruik van recht. De verklaringen over zijn (huidige) medische situatie zijn daarvoor onvoldoende.Het standpunt van de deken dat klager zich niet voldoende heeft ingespannen om zelf een advocaat te vinden omdat klager vier e-mails van advocaten heeft toegezonden die hem niet willen bijstaan, volgt het hof niet. Hierbij is van belang de “informatie aanwijzing ex art 13 advocatenwet” van de orde van Advocaten Gelderland waarin als vereiste voor een verzoek om aanwijzing van een advocaat -onder andere- is opgenomen: “U moet aantonen dat u zich voldoende en passend hebt ingespannen om zelf een advocaat te vinden en dat u desondanks niet of niet tijdig een advocaat hebt kunnen vinden die u vrijwillig wil bijstaan. U kunt dit aantonen door schriftelijk opgave te doen van namen van een relevant aantal (op het betreffende rechtsgebied deskundige) advocaten die u zonder succes hebt verzocht uw zaak te behartigen vergezeld van hun reacties met de reden van afwijzing.”Met de afwijzingen van een viertal advocaten, waarvan twee gemotiveerd te kennen hebben gegeven dat zij klager niet willen bijstaan omdat zij van mening zijn dat de procedure die klager wil voeren kansloos is, heeft klager voldaan aan de door de deken gestelde voorwaarde van het indienen van een relevant aantal afwijzingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:107 Raad van Discipline Amsterdam 25-076/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. De raad concludeert dat verweerder veel tijd en moeite in de zaak van klaagster heeft gestoken. Daarbij heeft verweerder ook een resultaat in de zin van een redelijke regeling weten te bereiken. Dat dit alles veel tijd in beslag heeft genomen is duidelijk. Mogelijk had verweerder op sommige momenten duidelijker met klaagster kunnen communiceren door aan haar bijvoorbeeld meer vastomlijnde keuzes voor te leggen, maar de raad is alles bij elkaar genomen niet van oordeel dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:113 Hof van Discipline 's Gravenhage 240319

    De klacht betreft het handelen of nalaten van verweerder als partner (‘kantooroudste’) van het advocatenkantoor tijdens afwezigheid en/of ziekte van een advocaat in dienstbetrekking bij het kantoor. Klager stelt dat verweerder verzuimd heeft om tijdig een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat verweerder in een andere zaak een jaar heeft gewacht met het uitbrengen van een advies en dat verweerder in een derde zaak verzuimd heeft een pro-forma verzoekschrift aan te brengen bij het Gerecht van de Europese Unie. De Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is van oordeel dat de raad op goede gronden de juiste beslissing heeft genomen en zal deze bekrachtigen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:114 Hof van Discipline 's Gravenhage 240231

    Deze zaak betreft in hoger beroep een klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij. De klacht houdt in dat verweerder onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad door een ‘massaclaim’ tot verdeling van klagers aandeel in een perceel grond te starten. De Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft een berisping opgelegd. De hoger beroepsgrond dat de raad buiten de klachtomschrijving is getreden en de goede procesorde heeft geschonden en verweerder daardoor in zijn verdedigingsbelang is geschaad slaagt. Uitgaande van de klachtomschrijving is het hof van oordeel dat verweerder niet onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad. Het hof verklaart de klacht ongegrond en vernietigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:109 Raad van Discipline Amsterdam 24-907/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat. Klager heeft op verschillende momenten en in diverse berichten zijn ongenoegen over het handelen van verweerder geuit. Dit heeft er evenwel niet toe geleid dat verweerder zijn handelen heeft aangepast. Hoewel verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, zal de raad geen maatregel aan hem opleggen. De raad weegt hierin mee dat verweerder in 2023 is getroffen door een herseninfarct. Verweerder verkeert nu in een zodanige toestand dat de gemachtigde niet met hem heeft kunnen overleggen en daarom geen verweer namens hem heeft kunnen voeren. Verweerder is inmiddels uitgeschreven als advocaat.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:110 Raad van Discipline Amsterdam 25-327/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat in andere hoedanigheid (directeur opleidingscentrum). De toets van de voorzitter beperkt zich tot de vraag of verweerster met haar optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Daarvan is geen sprake. Geen schending gedragsregel 4. Deze gedragsregel ziet specifiek toe op een regel die in achtgenomen dient te worden bij de uitoefening van het beroep van advocaat.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-284/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-285/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-286/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klaagster klaagt voor de derde maal over dezelfde feiten en gedragingen. Deze klacht wordt, net als de tweede klacht, kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens ne bis in idem. De voorzitter neemt ook een misbruikbepaling op in de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-296/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de ex-partner van klager in verschillende procedures bijgestaan. Klager beklaagt zich deels opnieuw over waarover de raad al eerder onherroepelijk heeft beslist. Daarnaast is een deel van de klachten buiten de driejaarstermijn door klager ingediend. Verweerster mocht afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie zonder verder onderzoek. Niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-277/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder op zorgvuldige wijze de belangen van klager behartigd. Dat klager het met het meermaals toegelichte (negatieve) advies van verweerder niet eens was, heeft geleid tot een patstelling tussen hen. Verweerder heeft zich met inachtname van het bepaalde in regel 14 daarna aan de zaak onttrokken. Voor de gedane werkzaamheden mocht verweerder kosten in rekening brengen en die verrekenen met het voorschot. Het restant daarvan is onverwijld door verweerder aan klager overgemaakt. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 240377

    Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft in een incassozaak niets voor zijn cliënte gedaan, is toezeggingen niet nagekomen en heeft de cliënte ten onrechte in de waan gelaten dat er een procedure zou lopen. Dit is niet de eerste keer en het hof heeft verweerder eerder nog een kans gegeven orde op zaken te stellen. Bekrachtiging beslissing raad. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-695/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 240372

    SamenvattingKlaagster verwijt de advocaat van de wederpartij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen en onterechte beschuldigingen te hebben gedaan. De raad heeft klaagster ten onrechte op grond van het ne bis in idem-beginsel en de eis dat de klachten geconcentreerd hadden moeten worden ingediend deels niet-ontvankelijk verklaard. De beginselen van een goede procesorde staan in de onderhavige situatie niet aan een inhoudelijke beoordeling van de (tweede) klacht in de weg. Wel is sprake van niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding voor het betreffende deel van de klacht. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond).

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:102 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-206/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van een juridisch medewerker in alle onderdelen ongegrond. Als niet weersproken staat vast dat de juridisch medewerker klaagsters dossier onder verweerders verantwoordelijkheid in behandeling heeft gehad en dat verweerder voor het optreden van de juridisch medewerker ook in tuchtrechtelijke zin verantwoordelijkheid draagt. Klaagster verwijt verweerder dat de juridisch medewerker heeft verzuimd om het contact met de werkgever en het reïntegratiebedrijf van klaagsters echtgenoot over te nemen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in haar advisering aan klaagster op het verdedigbare standpunt gesteld dat inmenging van een jurist mogelijk zou leiden tot een verharding van de verhouding tussen klaagster en haar werkgever, hetgeen gezien klaagsters wens tot mediation, niet in klaagsters belang was. Klaagster verwijt verweerder verder dat de juridisch medewerker geen voortvarende actie heeft ondernomen, niet is overgegaan tot dagvaarden en dat zij heeft verzuimd om ervoor te zorgen dat de re-integratieverplichtingen door het UWV zouden worden overgenomen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in het korte tijdsbestek dat zij klaagsters dossier in behandeling heeft gehad in voldoende mate voor klaagster ingezet. Nu aan haar werkzaamheden vanwege de ontstane vertrouwensbreuk voortijdig een einde is gekomen, bestaat voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt dat de juridisch medewerker te weinig voor klaagster heeft gedaan of bereikt geen aanleiding. De klacht dat de juridisch medewerker heeft nagelaten een deugdelijk advies te geven voor wat betreft het (aannemen en/of aanhouden van een) vakantiebaantje is onvoldoende onderbouwd. Klaagster verwijt verweerder tot slot dat de juridisch medewerker niet heeft onderkend dat de weigerachtige houding van de wederpartij ter zake de re-integratieverplichtingen werd ingegeven door een bepaalde tactiek. De raad is van oordeel dat de juridisch medewerker zich in voldoende mate voor klaagster heeft ingezet. Dat de wederpartij een bepaalde tactiek hanteerde is uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet gebleken, zodat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel ontbreekt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:98 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-774/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-316/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft in verschillende procedures opgetreden voor verschillende wederpartijen van klager. Naar het oordeel van de voorzitter is klager kennelijk niet-ontvankelijk in een aantal klachten wegens ontbreken van een eigen belang om daarover te klagen. Dat verweerder feitelijk onjuiste informatie heeft verstrekt is door klager onvoldoende concreet onderbouwd. Dat verwijt is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:99 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-773/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 250122

    De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen omdat rechtsbijstand door een advocaat voor een zitting bij de huurcommissie niet verplicht is. Nu geen sprake is van een procedure waarin vertegenwoordiging of bijstand van een advocaat verplicht is gesteld, is niet voldaan aan het gestelde in artikel 13 van de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-920/AL/OV

    Raadsbeslissing. De raad heeft een klacht over de advocaat van de wederpartij (gedeeltelijk) gegrond verklaard. De raad is van oordeel dat verweerder hiermee ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met de omstandigheden dat verweerder geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond en bovendien al eerder door de raad tot een maatregel is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van twee weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:100 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-772/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:105 Raad van Discipline Amsterdam 25-291/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op verweerster rustte geen verplichting om op e-mails van klager over praktische zaken te reageren. Niet is gebleken dat verweerster niet reageerde op e-mails die over de zaak zelf gingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:102 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een langslepend huurgeschil gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding en gedeeltelijk kennelijk ongegrond; verweerder heeft de zaak behandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:103 Raad van Discipline Amsterdam 25-294/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond. De standpunten van verweerder betreffen de inhoud van het familierechtelijk geschil dat klager en de cliënte van verweerder verdeeld houdt. Het is niet aan de tuchtrechter daarover te oordelen, tenzij verweerder evident onjuist standpunten zou hebben ingenomen waarmee hij klagers belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze zou hebben geschaad. Onvoldoende is gebleken dat dit laatste het geval is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:104 Raad van Discipline Amsterdam 25-243/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is ten aanzien van klachtonderdeel c) kennelijk niet-ontvankelijk nu klager niet rechtstreeks in zijn belang is geraakt door de vraag of verweerder ter zitting al dan niet voldoende was voorbereid op het voeren van schikkingsonderhandelingen. De overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter mocht verweerder de uitlatingen over klager doen en hij heeft hiermee geen tuchtrechtelijke norm overtreden. Verweerder diende het belang van zijn cliënte en hij had van haar de informatie verkregen dat de door klager ingebrachte berichten vals waren, als ook dat klager enige tijd in detentie had verbleven. Dat er voor verweerder aanleiding bestond om hieraan te twijfelen, is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-856/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-855/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-280/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster staat de ex-partner van de zoon van klager bij in een echtscheidingsprocedure. In dat kader heeft verweerster uitlatingen over klager gedaan. Klager is ontvankelijk in zijn klacht. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de grenzen van de haar toekomende vrijheid niet overtreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-264/DB/NN/W

    Wraking kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 250202

    Een klacht tegen een deken is geen middel om de inhoud van een dekenvisie over de klacht tegen een andere advocaat ter discussie te stellen. Het klachtrecht is daarvoor niet bedoeld. Een klager kan de klacht tegen de andere advocaat, na betaling van het griffierecht, voorleggen aan de Raad van Discipline en laten beoordelen door de tuchtrechter. Klager heeft van die mogelijkheid ook gebruik gemaakt bij zijn klacht tegen mr. B. Binnen de kaders van die procedure kan klager naar voren brengen op welke punten de visie van de deken volgens hem niet deugt en dat de tuchtrechter tot een andere conclusie zou moeten komen dan verweerder. Nu klager het klachtrecht tegen verweerder gebruikt voor een ander doel dan waarvoor is het bedoeld zal de voorzitter de klacht tegen de deken wegens misbruik van klachtrecht niet verwijzen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:96 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-353/DB/OV/W

    wraking kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 240227

    Klager klaagt dat zijn advocaat hem bij het eerste gesprek (en ook later niet) heeft medegedeeld dat hij vervroegd met pensioen ging. De raad van discipline heeft zijn klacht ongegrond verklaard. Het Hof van Discipline bekrachtigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240279

    Verweerder heeft voor een vennootschap opgetreden terwijl hij daarbij slechts op instructies van één van de twee (indirect) zelfstandig bevoegde bestuurders afging. De raad van discipline heeft dat niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Wel wordt aan verweerder een waarschuwing opgelegd omdat verweerder bij het geven van een opdracht voor een onafhankelijk onderzoek bij de vennootschap er onvoldoende zorg voor heeft gedragen dat dit onderzoek op een evenwichtige wijze, met inachtneming van de posities van de beide bestuurders, zou zijn verricht. Tegen dit laatste oordeel is verweerder in hoger beroep gekomen. Verweerder verwijt de raad dat hij met het geven van een oordeel over -kortweg- het onderzoek buiten de reikwijdte van de klacht is getreden. Het Hof van Discipline komt tot diezelfde conclusie, vernietigt de beslissing van de raad op dit punt en verklaart de klacht ongegrond zoals die had moeten worden beoordeeld.