ECLI:NL:TADRSHE:2025:100 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-772/DB/OB
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2025:100 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-06-2025 |
Datum publicatie: | 23-06-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-772/DB/OB |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 23 juni 2025
in de zaak 24-772/DB/OB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 december 2024 op de klacht van:
klaagster
over:
verweerster
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op 7 november 2023 heeft klaagster tegen verweerster een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”).
1.1 Op 25 oktober 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|23|148K van de deken ontvangen.
1.2 Bij beslissing van 23 december 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.3 Op 22 januari 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 26 mei 2025. Verschenen is klaagster. Verweerster is niet verschenen.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de nagekomen e-mail van mr. W (namens verweerster) van 5 maart 2025.
2. FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3. VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden het volgende in:
Klaagster voelt zich niet begrepen en aan de kant gezet. Klaagster heeft haar standpunten herhaald en met bijlagen onderbouwd.
4. BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. M.M.C. van de Ven en J.A. Bloo, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 23 juni 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 23 juni 2025