ECLI:NL:TADRAMS:2025:105 Raad van Discipline Amsterdam 25-291/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2025:105
Datum uitspraak: 16-06-2025
Datum publicatie: 20-06-2025
Zaaknummer(s): 25-291/A/NH
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op verweerster rustte geen verplichting om op e-mails van klager over praktische zaken te reageren. Niet is gebleken dat verweerster niet reageerde op e-mails die over de zaak zelf gingen.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 16 juni 2025
in de zaak 25-291/A/NH

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) van 30 april 2025 met kenmerk re/ss/24-569/2392301, door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 7. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de bij e-mail van 28 mei 2025 door klager nagezonden stukken.

1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Klager en zijn ex-echtgenote, die samen een minderjarige dochter hebben, zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Verweerster staat de ex-echtgenote in deze procedure als advocaat bij. Klager heeft zich enige tijd laten bijstaan door mr. S, totdat mr. S haar dienstverlening aan klager omstreeks mei 2024 had beëindigd.
1.2 In het kader van de echtscheidingsprocedure is ook een voorlopige voorzieningenprocedure gevoerd, waarin bepaald is dat de ex-echtgenote met uitsluiting van klager gerechtigd is tot het gebruik van de woning en waarin de minderjarige dochter aan de ex-echtgenote is toevertrouwd. Verder heeft de voorzieningenrechter bepaald dat zodra klager een eigen woonruimte heeft, er een zorgregeling zal gaan gelden, waarbij de dochter om de week een week bij klager zal verblijven.
1.3 Verweerster heeft op enig moment een kortgedingprocedure gestart. In die procedure heeft verweerster namens de ex-echtgenote verzocht om toestemming de woning zonder medewerking van klager te verkopen en daarnaast om aan klager een straat- en contactverbod op te leggen.
1.4 Ten behoeve van de kortgedingprocedure is mr. D door de Orde van Advocaten als advocaat aan klager toegewezen, omdat klager geen eigen advocaat kon vinden. Mr. D heeft klager uitsluitend bijgestaan in deze kortgedingprocedure.
1.5 Omdat klager tijdens de echtscheidingsprocedure vanaf omstreeks mei 2024 geen advocaat meer had, is hij zich rechtstreeks tot verweerster gaan wenden. Klager heeft verweerster veelvuldig per e-mail benaderd, waarbij hij ook praktische zaken aan de orde stelde die geen betrekking hadden op de echtscheidingsprocedure, zoals het van school halen van de dochter.
1.6 Verweerster heeft klager op verzoek van haar cliënte meerdere malen laten weten dat zij niet meer op zijn e-mails zou reageren als het praktische aangelegenheden betroffen die hij rechtstreeks met zijn ex-echtgenote kon bespreken. Zo schrijft verweerster klager op 22 juli 2024:
“Eerder heb ik u laten dat u (dergelijke) verzoeken aan cliënte kan voorleggen en met haar dient te communiceren. Ik sta cliënte enkel bij omtrent de echtscheiding. Cliënte heeft mij verzocht om niet meer op uw e-mails te reageren als het om praktische aangelegenheden gaat. U kunt dit immers gewoon met cliënte zelf bespreken. Daarnaast communiceer ik ook enkel namens cliënte en als zij aan u laat weten dat zij zich ergens niet in kan vinden dan zult u dat ook van mij horen.
Als u er onderling niet uitkomt, adviseer ik u om een eigen advocaat te raadplegen om uw mogelijkheden te bespreken. Het staat mij namelijk niet vrij u te adviseren daar cliënte mijn cliënte is.
Ik zal in het vervolg dus op verzoek van cliënte niet meer reageren op uw e-mails en verzoek u met klem om rechtstreeks met cliënte te communiceren. Op dit moment ga ik ervan uit dat ik voldoende duidelijk ben geweest.”
1.7 En schrijft verweerster bij e-mail van 16 oktober 2024 ook:
“Verder wil ik u er nogmaals op attenderen dat ik niet op uw e-mails en telefoontjes zal reageren. U dient samen met cliënte overleg te hebben en als u er onderling niet uitkomt, dient u een eigen advocaat in te schakelen.”
1.8 Op 2 december 2024 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster dat zij tekortgeschoten is in haar communicatie richting hem.
2.2 Klager heeft toegelicht dat het hem niet lukt een advocaat te vinden die hem in de echtscheidingsprocedure wil bijstaan. Gelet op deze situatie is klager van mening dat verweerster een wettelijke en ethische verplichting heeft om transparant en tijdig met hem te communiceren. Door dit na te laten handelt verweerster in strijd met de professionele beroepsnormen en belemmert zij de voortgang van de zaak. Klager ervaart schade als gevolg van dit gebrek aan communicatie, niet alleen voor hemzelf, maar ook voor de situatie van zijn dochter.

3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft het volgende aangevoerd. Omdat klager geen advocaat meer had, is hij zich rechtstreeks tot verweerster gaan wenden, hetgeen heeft geleid tot een omvangrijk aantal e-mails aan haar. Klager verlangt in zijn e-mails dat verweerster binnen een onrealistische termijn reageert, doet vele verzoeken en stelt gevolgen aan het geen gehoor geven aan deze verzoeken. Verweerster kan klagers verzoeken doorsturen aan haar cliënte en haar adviseren, maar is niet bevoegd haar cliënte tot bepaalde handelingen te dwingen. Bovendien heeft verweerster een geheimhoudingsplicht en is het haar niet toegestaan om zonder toestemming van haar cliënte met klager te communiceren. Op enig moment is verweerster door haar cliënte (de ex-echtgenote) uit kostenoverwegingen verzocht om niet meer te reageren op e-mails van klager die betrekking hebben op praktische zaken, die klager ook rechtstreeks aan zijn ex-echtgenote kan voorleggen. Verweerster heeft klager herhaaldelijk laten weten dat zij uitsluitend de ex-echtgenote bijstaat in de echtscheidingsprocedure en dat zij, op verzoek van haar cliënte, niet meer op klagers e-mails zou reageren. Daarnaast heeft ook de ex-echtgenote klager meerdere malen verzocht om rechtstreeks met haar te communiceren. Klager weigert echter deze instructie op te volgen en blijft zich tot verweerster wenden.

4 BEOORDELING
Maatstaf
4.1 Deze zaak betreft een klacht over de advocaat van de wederpartij. Voor alle advocaten geldt dat zij partijdig zijn en in principe alleen de belangen van hun eigen cliënt hoeven te behartigen. Zij hebben veel vrijheid om te doen wat in het belang van hun cliënt nodig is, maar die vrijheid is wel begrensd. Advocaten mogen de belangen van de wederpartij niet onnodig of op een ontoelaatbare manier schaden. Zij mogen zich bijvoorbeeld niet onnodig kwetsend uitlaten over de wederpartij. Ook mogen advocaten niet bewust onjuiste informatie verschaffen. Daarbij geldt dat advocaten er in beginsel van mogen uitgaan dat de informatie die zij van hun cliënt hebben gekregen juist is. Slechts in uitzonderingsgevallen zijn advocaten gehouden de juistheid van die informatie te controleren. Tot slot hoeven advocaten in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat zij voor hun cliënt willen bereiken, opweegt tegen het nadeel dat zij aan de wederpartij toebrengen.
4.2 Verder geldt dat in familierechtkwesties de advocaat ervoor moet waken dat de verhoudingen tussen partijen niet escaleren. Van de advocaat mag een zekere terughoudendheid worden verwacht in het doen van uitlatingen over de wederpartij die deze naar verwachting als kwetsend zal ervaren, en in het starten van procedures. De advocaat moet daarbij in iedere zaak afwegen:
- het belang van zijn cliënt bij het voeren van de procedure
- het belang van de wederpartij én dat van de kinderen bij het voorkomen daarvan,
- het verloop van het geschil tot dan toe en
- de kans op succes van de procedure.
Oordeel
4.3 Naar het oordeel van de voorzitter slaagt de klacht niet. Verweerster is de advocaat van de ex-echtgenote en dient uitsluitend haar belangen. Verweerster is niet verplicht op e-mails van klager over praktische zaken te reageren. Niet is gebleken dat verweerster niet reageerde op e-mails die over de zaak zelf gingen. Verweerster heeft, zoals het haar betaamt, gehoor gegeven aan het verzoek van haar cliënte om uit kostenoverwegingen niet meer op dergelijke e-mails van klager te reageren en klager er meermaals op gewezen dat zij niet langer zou reageren op zijn e-mails over praktische zaken en dat hij hierover rechtstreeks contact moest opnemen met zijn ex-echtgenote. Daarmee heeft verweerster als partijdige belangenbehartiger in het belang van haar cliënte gehandeld, zonder de belangen van klager onevenredig te schaden. Weliswaar is verweerster in familiezaken gehouden zo mogelijk de-escalerend op te treden, maar dat betekent niet dat verweerster zich heeft te gedragen zoals klager wenst. Dat klager geen eigen advocaat had maakt dit niet anders. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake en de klacht is daarmee kennelijk ongegrond.

BESLISSING
De voorzitter verklaart:
- de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.D. Arnold, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2025.


Griffier Voorzitter


Verzonden op: 16 juni 2025