Zoekresultaten 1-50 van de 45047 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2025/01

    Vermelding in conceptakte van privéadres van gevolmachtigde, die namens een bewindvoerder is opgetreden bij de levering van een woning aan de rechthebbende. Gevoel van veiligheid gevolmachtigde aangetast. Strijd met AVG? Art. 40 lid 2 sub c Wna. Klacht ongegrond. Als een vertegenwoordiger (bijvoorbeeld een bewindvoerder) die een kantoor houdt of werkzaam is op een kantoor ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor betreffen of als sprake is van een geheim adres, verdient het aanbeveling om na te gaan welke adresgegevens van de vertegenwoordiger in de akte kunnen worden vermeld.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/31

    Notaris heeft twee notariële akten gepasseerd met verklaringen die een persoon (die in verband werd gebracht met complottheorieën) onder ede bij haar heeft afgelegd over de gang van zaken bij een bewijsbeslag. In die verklaringen worden een gerechtsdeurwaarder en zijn assistent beschuldigd van (betrokkenheid bij) een levensdelict door tijdens de beslaglegging de remmen van een auto te saboteren. Had de notaris haar dienst moeten weigeren? Gelet op de waarde die aan zo’n beëdigde verklaring wordt gehecht, mag van een notaris worden verwacht dat deze bedacht is op een mogelijk ongeoorloofd doel dat daarmee wordt nagestreefd en beoordeelt welke gevolgen de verklaring kan teweegbrengen. De kamer oordeelt dat er in de gegeven omstandigheden voldoende aanleiding was voor gerede twijfel aan de goede bedoelingen van deze persoon en dat de notaris reeds daarom haar dienst had moeten weigeren of zich eerst door nader onderzoek had moeten overtuigen dat geen misbruik zou worden gemaakt van deze beëdigde verklaringen dan wel dat deze niet tot ongewenste gevolgen zou leiden. De notaris heeft de akte(n) zelf verstrekt aan advocaten van het multidisciplinaire samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt, zodat zij er rekening mee moest houden dat de advocaten deze zouden (kunnen) gebruiken als bewijs van de daarin verwoorde ernstige beschuldigingen om het standpunt van hun cliënt(en) te onderbouwen. Klacht gegrond. Berisping en geldboete van € 5.000,00 met proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-284/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:16 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/25

    Paard. Dierenarts wordt verweten dat zij onzorgvuldig en nalatig heeft gehandeld toen haar hulp als spoedarts tijdens een avonddienst werd ingeroepen vanwege een vermoedelijke koliekaanval bij het paard van klaagsters. Het college is, het geheel in retrospectief overziend, van oordeel dat het veterinair handelen van beklaagde en de keuzes die zij heeft gemaakt verdedigbaar zijn geweest en dat zij binnen de grenzen van de redelijk bekwame beroepsuitoefening heeft gehandeld. [ongegrond]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/43

    Hond. Met betrekking tot de behandeling van de hond van klaagster zijn tegen beklaagde vier klachten aangevoerd, te weten dat:1. de tijdens de eerste operatie door beklaagde afgenomen biopten niet voor onderzoek zijn ingestuurd althans bewaard, maar zijn weggegooid;2. beklaagde de hond zelf is blijven behandelen zonder dat hij een diagnose kon stellen, in plaats van de hond door te verwijzen naar een gespecialiseerde kliniek of collegiaal advies in te winnen;4. er een tweede operatie is uitgevoerd zonder dat er een diagnose was en derhalve ook niet duidelijk was of die operatie zinvol zou zijn; en7. dat de uiteindelijk door een tweedelijnskliniek gestelde diagnose door beklaagde onvoldoende serieus is genomen. [ gegrond; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:10 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/12

    Hond. Beklaagde wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij met betrekking tot de hond van klager, die naar achteraf is vastgesteld meest waarschijnlijk necrotiserende fasciitis had, in zijn onderzoek, diagnosestelling en behandeling is tekortgeschoten en de hond niet tijdig heeft verwezen naar een tweedelijnskliniek. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-285/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/19

    Hond. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat hij de hond van klaagster, die tijdens haar loopsheid bloed verloor en doodziek was, niet op een adequate en voortvarende wijze heeft behandeld, nu er sprake kon zijn van een baarmoederontsteking. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:11 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/80 2023/8

    Kat. Paraveterinair wordt verweten dat hij de zorgen van klaagster over haar kat, in het bijzonder over het niet terugbellen over een spoedecho, niet serieus heeft genomen. Dierenarts wordt verweten dat zij haar verantwoordelijkheid om te zorgen dat de dierenartsenpraktijk werd bezet door het juiste personeel onvoldoende heeft genomen en dat zij de zorgen van klaagster over haar kat niet serieus heeft genomen. [Gegrond met waarschuwing 2022/80] [Ongegrond 2023/8]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-286/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klaagster klaagt voor de derde maal over dezelfde feiten en gedragingen. Deze klacht wordt, net als de tweede klacht, kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens ne bis in idem. De voorzitter neemt ook een misbruikbepaling op in de beslissing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/10

    Kat. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat zij met betrekking tot een gebitsbehandeling bij de kat van klager veterinair nalatig heeft gehandeld, door onvoldoende informatie te verstrekken over de behandeling, de mogelijke gevolgen ervan, de eventuele alternatieve behandelmogelijkheden en door zonder voorafgaande toestemming meerdere kiezen bij de kat te trekken. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:12 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/37

    Paard. Dierenarts wordt verweten dat hij onvoldoende de risico’s van de keizersnede bij het paard van klaagster heeft genoemd, waardoor de keuze tussen de gespecialiseerde kliniek en de praktijk van beklaagde klaagster is ontnomen, dat hij tekort is geschoten met betrekking tot de bij het paard uitgevoerde keizersnede en dat hij onvoldoende nazorg heeft verleend door na de keizersnede weg te gaan naar een spoedgeval waardoor hij niet heeft kunnen voorkomen dat het paard haar been heeft gebroken en als gevolg daarvan moest worden geëuthanaseerd. [Ongegrond]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-296/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de ex-partner van klager in verschillende procedures bijgestaan. Klager beklaagt zich deels opnieuw over waarover de raad al eerder onherroepelijk heeft beslist. Daarnaast is een deel van de klachten buiten de driejaarstermijn door klager ingediend. Verweerster mocht afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie zonder verder onderzoek. Niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:7 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/49

    Hond. Beklaagde wordt verweten, in hoofdzaak, te zijn tekortgeschoten met betrekking tot de sterilisatie van de hond van klagers en de verleende zorg na de operatie, met als gevolg dat de hond is overleden. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:13 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/4

    Klachtambtenarenzaak. Beklaagde wordt verweten dat hij een rund heeft behandeld met een diergeneesmiddel waarvoor een wachttijd voor vlees gold en dit niet tijdig heeft geadministreerd. Hierdoor heeft het kunnen gebeuren dat bij het rund door een andere dierenarts een noodslachting is uitgevoerd terwijl het dier zich nog in de wachttijd van dat diergeneesmiddel bevond. De klachtambtenaar heeft verzocht beklaagde een berisping op te leggen. [gegrond; geen maatregel]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:1 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/11 2023/12 2023/13 2023/14

    Hond. Beklaagden wordt allen verweten dat zij nalatig hebben gehandeld door klaagster niet tijdig voor een consult op de praktijk langs te laten komen met haar oudere drachtige hond, maar in plaats daarvan haar telkens te hebben afgewimpeld met adviezen, wat ertoe heeft geleid dat op een andere praktijk moest worden overgegaan tot een keizersnede en bleek dat alle pups waren overleden en de geïnfecteerde baarmoeder van de hond moest worden verwijderd. [ 2023/11+12+13 ongegrond ][ 2023/14 gegrond ; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:8 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/58

    Hond. Beklaagde wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij tekort is geschoten in de uitvoering van de operatie waarbij een mastocytoom op de poot van de hond van klaagster is verwijderd en met betrekking tot de zorg die beklaagde na deze ingreep heeft verleend. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:14 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/33 2024/39

    Paard. Dierenartsen wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij nalatig hebben gehandeld door de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn in te schakelen na een bezoek aan de pony’s van klaagster en door vier pony’s ten onrechte te behandelen met het geneesmiddel Dectomax. Eén van de dierenartsen kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de verweten gedragingen die aan de klacht ten grondslag zijn gelegd, zodat klaagster in haar klacht tegen die dierenarts niet-ontvankelijk wordt verklaard. Klaagster kan evenmin worden ontvangen in haar klacht tegen de andere dierenarts over de melding die zij bij de LID heeft gedaan. Wel is de klacht tegen die dierenarts over het behandelen van pony’s met Dectomax gegrond. [gegrond met berisping]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:2 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/45

    Paard. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het verstrekken van antibiotica in verband met de behandeling van het paard van klaagster. Klaagster verwijt beklaagde tevens dat zij lang aan het lijntje is gehouden toen zij een afspraak met hem wilde maken en er niet werd gereageerd op terugbelverzoeken. [ deels gegrond; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:9 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/9 2024/10 2024/11

    Hond. Beklaagden wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld door een hond van klager zonder zijn toestemming te euthanaseren en door hem ten onrechte te adviseren een andere hond van hem eveneens te euthanaseren. [ 2024/9 niet-ontvankelijk ] [ 2024/10+11 ongegrond ]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-277/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder op zorgvuldige wijze de belangen van klager behartigd. Dat klager het met het meermaals toegelichte (negatieve) advies van verweerder niet eens was, heeft geleid tot een patstelling tussen hen. Verweerder heeft zich met inachtname van het bepaalde in regel 14 daarna aan de zaak onttrokken. Voor de gedane werkzaamheden mocht verweerder kosten in rekening brengen en die verrekenen met het voorschot. Het restant daarvan is onverwijld door verweerder aan klager overgemaakt. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:15 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/81

    Kat. Dierenarts wordt verweten dat zij heeft geweigerd de kat van klaagster, die benauwd was, verder te behandelen of te onderzoeken en dat zij de kat zonder zekerheid te hebben over de diagnose en zonder toestemming van klaagster heeft geëuthanaseerd. Klacht is gegrond, voor zover beklaagde met klaagster niet de mogelijkheid heeft besproken te trachten de kat middels een symptomatische behandeling comfortabel te krijgen, zodat klaagster meer tijd zou hebben om met de diagnose en de te nemen beslissing in het reine te komen, naast dat de euthanasie zonder toediening van premedicatie is uitgevoerd. [gegrond met waarschuwing]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/17 2023/40

    Hond. De klacht houdt in dat er met betrekking tot de sterilisatie van de hond van klagers en de verleende nazorg nalatig is gehandeld. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7660

    Deels gegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de betrokken ANIOS zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Nu de internist ten tijde van het verweten handelen dienst had als superviserend internist, en de ANIOS zijn handelen met haar heeft afgestemd, wordt de tekortkoming de internist tuchtrechtelijk aangerekend. Het college legt een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7228

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in totaal 24 kronen bij klager geplaatst. De klacht bestaat uit zes klachtonderdelen, waarvan er twee betrekking op de op de tandheelkundige behandelingen van klager en/of de daarvoor in rekening gebrachte bedragen. Klager is in vier klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze onvoldoende verband houden met het belang van de individuele gezondheidszorg. De overige twee klachtonderdelen zijn (gedeeltelijk) gegrond. De tandarts heeft klager ten onrechte extra kosten in rekening gebracht. Daarnaast heeft de tandarts een niet verwaarloosbaar aantal röntgenfoto’s zonder noodzaak gemaakt. Het college legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7724

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. Verweerster was destijds als arts-assistent op de SEH betrokken bij de opname en behandeling van klaagster. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat verweerster adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. Zij heeft op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen (na overleg met haar supervisor) het juiste beleid ingezet. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7744

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De internist was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Interne. Klaagster maakt de internist verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen het met de internist afgestemde beleid juist was. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7745

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De neuroloog was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Neurologie. Klaagster maakt de neuroloog verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de neuroloog adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat zij in redelijkheid tot de werkdiagnose migraine met aura kon komen. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7657

    Ongegronde klacht tegen een arts (ANIOS). De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de arts zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Gelet op zijn positie als ANIOS binnen het ziekenhuis, waarbij hij zijn handelen heeft afgestemd met zijn supervisor, valt deze tekortkoming hem echter niet persoonlijk tuchtrechtelijk aan te rekenen. De klacht is daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7746

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De arts was als arts-assistent van de afdeling Interne betrokken bij de behandeling van klaagster. Klaagster maakt de arts verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de arts adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7659

    Ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis, waar zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college stelt vast dat de internist geen bemoeienis heeft gehad bij het ontslaggesprek en evenmin bij het voorschrijven van de medicatie en de informatie daarover aan de thuiszorg en de huisarts. De klacht is dan ook (in alle onderdelen) ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 240377

    Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft in een incassozaak niets voor zijn cliënte gedaan, is toezeggingen niet nagekomen en heeft de cliënte ten onrechte in de waan gelaten dat er een procedure zou lopen. Dit is niet de eerste keer en het hof heeft verweerder eerder nog een kans gegeven orde op zaken te stellen. Bekrachtiging beslissing raad. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-695/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 240372

    SamenvattingKlaagster verwijt de advocaat van de wederpartij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen en onterechte beschuldigingen te hebben gedaan. De raad heeft klaagster ten onrechte op grond van het ne bis in idem-beginsel en de eis dat de klachten geconcentreerd hadden moeten worden ingediend deels niet-ontvankelijk verklaard. De beginselen van een goede procesorde staan in de onderhavige situatie niet aan een inhoudelijke beoordeling van de (tweede) klacht in de weg. Wel is sprake van niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding voor het betreffende deel van de klacht. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond).

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:102 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-206/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van een juridisch medewerker in alle onderdelen ongegrond. Als niet weersproken staat vast dat de juridisch medewerker klaagsters dossier onder verweerders verantwoordelijkheid in behandeling heeft gehad en dat verweerder voor het optreden van de juridisch medewerker ook in tuchtrechtelijke zin verantwoordelijkheid draagt. Klaagster verwijt verweerder dat de juridisch medewerker heeft verzuimd om het contact met de werkgever en het reïntegratiebedrijf van klaagsters echtgenoot over te nemen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in haar advisering aan klaagster op het verdedigbare standpunt gesteld dat inmenging van een jurist mogelijk zou leiden tot een verharding van de verhouding tussen klaagster en haar werkgever, hetgeen gezien klaagsters wens tot mediation, niet in klaagsters belang was. Klaagster verwijt verweerder verder dat de juridisch medewerker geen voortvarende actie heeft ondernomen, niet is overgegaan tot dagvaarden en dat zij heeft verzuimd om ervoor te zorgen dat de re-integratieverplichtingen door het UWV zouden worden overgenomen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in het korte tijdsbestek dat zij klaagsters dossier in behandeling heeft gehad in voldoende mate voor klaagster ingezet. Nu aan haar werkzaamheden vanwege de ontstane vertrouwensbreuk voortijdig een einde is gekomen, bestaat voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt dat de juridisch medewerker te weinig voor klaagster heeft gedaan of bereikt geen aanleiding. De klacht dat de juridisch medewerker heeft nagelaten een deugdelijk advies te geven voor wat betreft het (aannemen en/of aanhouden van een) vakantiebaantje is onvoldoende onderbouwd. Klaagster verwijt verweerder tot slot dat de juridisch medewerker niet heeft onderkend dat de weigerachtige houding van de wederpartij ter zake de re-integratieverplichtingen werd ingegeven door een bepaalde tactiek. De raad is van oordeel dat de juridisch medewerker zich in voldoende mate voor klaagster heeft ingezet. Dat de wederpartij een bepaalde tactiek hanteerde is uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet gebleken, zodat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel ontbreekt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:50 Accountantskamer Zwolle 24/3907 Wtra AK

    Betrokkene heeft samen met de aangifte IB voor zijn dochter ook aangifte gedaan voor zijn inmiddels ex-schoonzoon. Voor beiden had hij in het verleden de aangifte IB verzorgd, maar betrokkene mocht niet meer aannemen dat zijn ex-schoonzoon nog steeds wilde dat betrokkene ook zijn aangifte IB verzorgde. Zijn handelen was daarom onzorgvuldig. De Accountantskamer legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:98 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-774/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-316/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft in verschillende procedures opgetreden voor verschillende wederpartijen van klager. Naar het oordeel van de voorzitter is klager kennelijk niet-ontvankelijk in een aantal klachten wegens ontbreken van een eigen belang om daarover te klagen. Dat verweerder feitelijk onjuiste informatie heeft verstrekt is door klager onvoldoende concreet onderbouwd. Dat verwijt is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:99 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-773/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 250122

    De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen omdat rechtsbijstand door een advocaat voor een zitting bij de huurcommissie niet verplicht is. Nu geen sprake is van een procedure waarin vertegenwoordiging of bijstand van een advocaat verplicht is gesteld, is niet voldaan aan het gestelde in artikel 13 van de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-920/AL/OV

    Raadsbeslissing. De raad heeft een klacht over de advocaat van de wederpartij (gedeeltelijk) gegrond verklaard. De raad is van oordeel dat verweerder hiermee ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met de omstandigheden dat verweerder geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond en bovendien al eerder door de raad tot een maatregel is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van twee weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:100 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-772/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:105 Raad van Discipline Amsterdam 25-291/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op verweerster rustte geen verplichting om op e-mails van klager over praktische zaken te reageren. Niet is gebleken dat verweerster niet reageerde op e-mails die over de zaak zelf gingen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758743 / DW RK 24/377 MK/SM

    Beslissing op verzet. Verzet gegrond. Klacht niet-ontvankelijk vanwege indiening klacht (ruimschoots) buiten de termijn van drie jaren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758437 DW RK 24/369 MK/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich erover geen vooraankondiging van het gelegde beslag te hebben gekregen met betrekking tot een vonnis van vier jaar eerder. Klager is echter tot twee keer toe – in het jaar voorafgaand aan het gelegde beslag – schriftelijk gewezen op de openstaande vordering.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7722

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is tekort geschoten in de zorg aan patiënte, moeder van klagers, door niet beter te kijken naar de mobiliteit van het been en de mogelijke oorzaak van het feit dat zij niet meer kon lopen. De huisarts heeft zich ook niet voldoende vergewist van de zorgvraag en had hier extra navraag naar kunnen doen. De huisarts had klagers niet hoeven informeren over zijn aanstaande vakantie, nu hij een waarnemer had geregeld, maar hij had patiënte wel warm moeten overdragen aan de waarnemer. Grotendeels gegronde klacht. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de huisarts wordt in plaats van een berisping een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:57 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755612 DW RK 24/300 MK/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: Berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft, als professional, nagelaten haar client (c.q. klager) helder te informeren over gemaakte afspraken met de wederpartij, dan wel nagelaten te verifiëren of klager, als leek, heeft begrepen waar de gemaakte afspraken toe zouden leiden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:102 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een langslepend huurgeschil gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding en gedeeltelijk kennelijk ongegrond; verweerder heeft de zaak behandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/16

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749509 DW RK 24/162 MK/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voortvarend opgetreden bij de intrekking van een procedure bij de rechtbank. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder op enig moment niet meer gereageerd op correspondentie van klaagster.