Zoekresultaten 3001-3050 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-04 (2023.V5-REGGEBORG)
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:4
Op 25 december 2022, eerste Kerstdag, lag het ms Reggeborg ten anker op de rede Indian River anchorage D, circa 11 nautische mijlen ten oosten van Bethany Beach, Delaware, USA (bijlage 4, 32, 40 en 55). Aan boord werd er een speenvarken geroosterd op een barbecue (bbq). De bbq bevond zich in de lashing store cq fanroom aan stuurboord op het upper tween deck, een besloten ruimte waar niet geventileerd werd. Er stonden wel 2 deuren open, namelijk de toegangsdeur vanaf het raised quarter deck en de toegangsdeur naar ruim 2. Tijdens het roosteren van het speenvarken in die ruimte zijn kort achter elkaar 3 bemanningsleden onwel geraakt door koolmonoxide vergiftiging. Zij zijn met behulp van een hijsharnas uit de besloten ruimte geholpen door andere bemanningsleden. Eenmaal aan dek zijn er nog 2 bemanningsleden, die bij de bbq aanwezig waren, onwel geraakt. De 5 bemanningsleden, die door het inademen van koolmonoxide onwel waren geworden, zijn met een kustwachtvaartuig van boord gehaald, overgezet op een brandweerboot en naar de wal gebracht. Daar hebben zij een paar uur in een ziekenhuis doorgebracht voor medische beoordeling, behandeling en monitoring. Rond middernacht dezelfde dag, waren zij weer terug aan boord.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:75 Hof van Discipline 's Gravenhage 230092D
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:75
Bekrachtiging beslissing raad op dekenbezwaar. Verweerder heeft zijn kerntaak als rechtsbijstandverlener in een alimentatiezaak ernstig veronachtzaamd en onvoldoende medewerking verleend aan het dekentoezicht door niet (tijdig) te voldoen aan de verzoeken van de deken om stukken aan te leveren en geconstateerde tekortkomingen te herstellen. Ook is de dossieropbouw en dus de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats gebleken. Het beroep van verweerder op met name moeilijke persoonlijke omstandigheden faalt. Schorsing 12 weken, waarvan 8 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6839
- Datum publicatie: 21-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:33
Klacht tegen een gz-psycholoog kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt over een verklaring die door verweerder is opgesteld, waarmee klaagster geen arts-patiëntrelatie heeft. In de verklaring worden geen uitlatingen gedaan over klaagster, maar alleen over haar ex-partner. Aangezien klaagster geen antwoord heeft gegeven op de vragen gesteld in de brieven van het college, is niet duidelijk geworden waarom zij rechtstreeks belanghebbende en daarmee klachtgerechtigd is. Het klaagschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen en het college oordeelt daarom dat klaagster niet ontvangen kan worden in haar klacht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5940
- Datum publicatie: 21-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:34
Klacht tegen een verpleegkundige. Verweerster is de ambulant verpleegkundige en regiebehandelaar van klaagster geweest. Volgens klaagster heeft verweerster klaagster gedwongen bepaalde tabletten te slikken en diverse leugens over klaagster verspreid. Als gevolg van het laatste moest klaagster voor de rechter verschijnen. Er zouden namelijk meldingen gedaan zijn dat klaagster voor overlast zou zorgen. Klaagster verwijt verweerster – samengevat – dat zij overlastmeldingen over klaagster heeft verzonnen om haar voor de rechter te krijgen, dat zij klaagster heeft gepest en heeft gedwongen tabletten te slikken. Het college is van oordeel dat de verwijten van klaagster niet terecht zijn. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-068/AL/MN
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:72
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder namens zijn cliënt bij voorbaat kansloze procedures tegen klaagster is gestart. De voorzitter merkt daarbij op dat haar uit de stukken is gebleken dat niet alleen de cliënt van verweerder maar ook door klaagster talloze procedures zijn gestart, waarvan ook een aantal vorderingen van klaagster is afgewezen. Doordat sprake was en nog is van zoveel geschilpunten tussen partijen die kennelijk niet in onderling overleg zijn op te lossen, zullen de proceskosten voor beide partijen alleen nog maar verder oplopen. Het voeren van tuchtprocedures tegen de daarbij betrokken advocaten, zal de strijd tussen partijen onderling niet oplossen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-290/AL/MN
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:66
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-073/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:67
Voorzittersbeslissing. Klaagster heeft haar klacht onvoldoende concreet onderbouwd. Daarom wordt de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:58 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-679/DH/RO
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:58
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-002/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:68
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk (wegens gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-629/DH/RO
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:59
Klacht over de kwaliteit van dienstverlening in een echtscheidingszaak gegrond. Verweerder is tekort geschoten in zijn bijstand aan klager, met name door de gebrekkige (schriftelijke) informatieverstrekking. Verweerder heeft klager onvoldoende bijgestaan op het moment dat de vrouw het slot van de woning had veranderd en verder blijkt niet dat verweerder voldoende informatie aan klager heeft verstrekt. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:69 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-511/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:69
De raad heeft geoordeeld dat verweerder zich in een familierechtelijke procedure escalerend en onnodig grievend over de wederpartij van zijn cliënte heeft uitgelaten. Verweerder heeft zich daarmee niet gedragen zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Gelet op de aard en de ernst van dat handelen, en rekening houdend met de omstandigheid dat verweerder op de zitting van de raad geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond, is dat de oplegging van een berisping passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-532/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:63
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:60 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-691/DH/DH
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:60
Raadsbeslissing. Klacht van erfgenaam over de executeur-afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap. Klacht over excessief declareren is (op dit moment) niet-ontvankelijk, omdat de declaraties nog niet vaststaan. Verweerster moet daarover eerst rekening en verantwoording afleggen bij het afwikkelen van de nalatenschap. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de woning uit de nalatenschap aan haar eigen dochter/secretaresse te verkopen en door te proberen dit te verhullen aan de erfgenamen. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:70 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-408/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:70
De raad verklaart een verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-621/AL/OV
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:64
Klacht over eigen advocaat. De raad is van oordeel dat op grond van de stukken in het klachtdossier niet is gebleken dat de juridische bijstand door verweerder ondermaats is geweest. De door klager gegeven onderbouwing van dit verwijt is onvoldoende om tot die conclusie te komen. De raad verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:61 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-700/DH/DH/D
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:61
Dekenbezwaar. Schending van de geheimhoudingsplicht door uitlatingen aan de pers. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:71 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-598/AL/MN
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:71
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-542/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:65
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat, onder meer over het onttrekken aan de zaak door verweerder, wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-013/DH/DH
- Datum publicatie: 20-03-2024
- Datum uitspraak: 20-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:62
Voorzittersbeslissing. Klacht over door de advocaat van de wederpartij ingenomen standpunten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-752/DB/LI
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:45
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. De raad stelt vast dat een eerdere behandeling van de klacht als gevolg van een verzoek om uitstel van verweerder niet is doorgegaan. De raad betreurt het dat verweerder niet is verschenen en hij daardoor eventuele vragen van de raad niet heeft kunnen beantwoorden. De raad is van oordeel dat het hiervoor genoemde verweer van verweerder moet worden gepasseerd. Klaagster heeft ter zitting van de raad onweersproken gesteld dat de dochter verweerder nooit heeft gesproken, dat de dochter nooit op verweerders kantoor is geweest en dat de dochter verweerder ook geen opdracht heeft gegeven voor het aanhangig maken van een kort geding jegens klaagster. De raad heeft in de overlegde stukken ook geen opdrachtbevestiging aangetroffen, waaruit blijkt van een door de dochter aan verweerder verstrekte opdracht. Naar het oordeel van de raad is dan ook niet gebleken dat de dochter aan verweerder de opdracht heeft verstrekt om jegens klaagster op te treden en jegens klaagster een kort geding procedure aanhangig te maken. Door in de eerste brief aan klaagster een kort geding aan te zeggen en in november 2022 het kort geding ook daadwerkelijk aanhangig te maken, heeft verweerder onnodig polariserend opgetreden. Aldus heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet gehandeld overeenkomstig hetgeen van een advocaat in familiekwesties als de onderhavige mag worden verwacht en heeft hij de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden. De raad is op grond van het voorgaande van oordeel dat de klacht gegrond is. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5791
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:59
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager was opgenomen in een kliniek. Klager stelt dat de psychiater hem onder druk heeft gezet om Abilify depotmedicatie te accepteren terwijl hij daar nare bijwerkingen van ondervond. Verder verwijt hij de psychiater dat hij hem op zijn verzoek geen (volledig) medisch dossier heeft verstrekt. Volgens de psychiater was klager aanvankelijk tegen de medicatie, maar heeft hij hier onder enige drang mee ingestemd. Deze depotmedicatie was nodig om ontslag uit de kliniek mogelijk te maken. Het college oordeelt dat niet is gesteld of gebleken van dwang die in strijd is met de zorgvuldigheid. Verder oordeelt het college dat tijdens de opname in de kliniek voldoende aandacht is besteed aan de lichamelijke klachten van klager maar dat er geen oorzakelijk verband met de depotmedicatie kon worden gelegd. De psychiater heeft voldaan aan de verzoeken van klager om informatie over de medicatie en hij heeft zich voldoende ingespannen om erachter te komen wat klager (nog meer) wenste. Pas na het indienen van de klacht werd duidelijk dat het ging om een afschrift van het volledige medische dossier. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:46 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-676/DB/LI
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:46
Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over de financiële gang van zaken. Het verwijt dat verweerster, zonder klaagster vooraf te informeren en ondanks het feit dat zij was toegevoegd, honorarium bij klaagster in rekening heeft gebracht, is deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet en deels ongegrond. Van handelen in strijd met gedragsregel 18 is niet gebleken. Het verwijt dat verweerster klaagster het verschil in premie voor verweersters beroepsaansprakelijkheidsverzekering gedurende drie jaar heeft laten betalen is eveneens op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:47 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-524/DB/ZWB
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:47
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:48 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-114/DB/OB
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:48
Voorzittersbeslissing. De klacht vloeit voort uit een zakelijk geschil en heeft betrekking op gedragingen van verweerder als privépersoon en niet op gedragingen van verweerder die verband houden met zijn beroepsuitoefening als advocaat. Voor het ernstige verwijt dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden en van gedragingen die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen is evenmin gebleken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5132
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:14
verweerder (chirurg) wordt verweten, dat hij voorafgaand aan de operatie (het plaatsen van een thoracale stent/TEVAR) klager niet heeft geïnformeerd over het afsluiten van de bovenste middenrifslagader, dat er in het geheel niet is gesproken over afsluiten van aderen en dat er schade is toegebracht door het afsluiten van de bovenste middenrifslagader.Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen ongegrond zijn. Er is wel gesproken over het afsluiten van aderen, namelijk de zijtakken van de aorta. Er is namelijk gesproken over mogelijke complicaties waaronder een dwarslaesie. Er is niet gesproken over het afsluiten van de bovenste middenrifslagader. Dit is geen bekende complicatie bij een dergelijke operatie. Het is ook niet voorgekomen tijdens de operatie. De klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H20223/5605
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:15
Klaagster wordt behandeld in een ziekenhuis waarna een acute beenischemie optreedt. Er wordt in verband met aansprakelijkheid om een deskundigenrapport verzocht. Het rapport wordt opgemaakt door de chirurg. Klaagster verwijt vervolgens de chirurg dat hij een ondeugdelijk rapport heeft uitgebracht, de Rutherford classificatie onjuist heeft toegepast, geoordeeld heeft dat chirurgische interventie niet nodig was en ondanks verzoek daartoe van klaagster en haar eigen deskundige, het rapport niet heeft aangepast. Volgens klaagster had het rapport ook na akkoordbevinding door haar voormalig gemachtigde, niettemin moeten worden aangepast. Het college komt tot het oordeel dat het rapport voldoet aan de eisen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 735508/NT23-24
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:4
De kamer komt ten aanzien van alle klachtonderdelen in de negen dossiers tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. Voor zover de notaris een verwijt valt te maken, is dit in het licht van het totale plaatje van onvoldoende gewicht om tot een gegronde klacht te leiden. Bij haar oordeel heeft de kamer ook de duur van het onderzoek/de indiening van de klacht (bij elkaar iets meer dan 3 jaar) en de impact die dat heeft gehad op de notaris en zijn kantoor laten meewegen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5849
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:57
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is gedwongen opgenomen geweest in een GGZ-instelling. De psychiater was verantwoordelijk voor het medicatiebeleid, de zorgmachtiging en de verplichte zorg. Een psychiater van het FACT-team was verantwoordelijk voor de ambulante behandeling en begeleiding van klaagster. Voor deze behandelconstructie is gekozen omdat de behandelrelatie in het verleden vaak stuk liep op het medicatiebeleid. Klaagster heeft tijdens de ambulante begeleiding haar depot-medicatie gestaakt. Na verschillende waarschuwingen en aanzeggingen van verplichte zorg is uiteindelijk het FACT-team samen met de politie de woning van klaagster binnengetreden om haar op te halen voor een gedwongen opname in de GGZ-instelling. Klaagster verwijt de psychiater dat zij haar onvoldoende heeft geïnformeerd. Ook beschuldigt ze de psychiater van grensoverschrijdend gedrag en het toedienen van een te hoge dosering depotmedicatie. Uit de stukken blijkt dat de psychiater meerdere gesprekken heeft gevoerd met klaagster over het doel van de behandeling, de voor-en nadelen van de medicatie en de bijwerkingen. Ook is op verschillende momenten met klaagster gesproken over de zorgverantwoordelijkheidsverdeling. Het college kan niet vaststellen of klaagster agressief is bejegend door de psychiater. Het binnentreden van de woning was begrijpelijk en gerechtvaardigd. Het college heeft geen aanleiding om te twijfelen aan het feit dat klaagster de voorgeschreven dosering depotmedicatie heeft gekregen. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-563/DB/ZWB
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:44
Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken. De raad is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721341/NT 22-25 721342/NT 22-26
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:5
Klacht betreft geheimhoudingsplicht notarissen. Gelet op de op klager rustende verplichtingen uit hoofde van zijn verkrijgingstitel was de informatie over de overdracht van de onroerende zaak bedoeld om met de Beheervereniging, als belanghebbende, te delen. In de koopovereenkomst wordt ook de vastgoedbeheerder (de Beheervereniging) expliciet genoemd als partij waarmee de notarissen persoonsgegevens mogen delen. Vast staat bovendien dat klager bekend was met het voornemen, de noodzaak en de intentie van de notarissen om de Beheervereniging te informeren en dat hij de toegevoegd notaris daartoe, desgevraagd, de contactgegevens van de Beheervereniging heeft verstrekt. Van enig bezwaar van klager tegen het informeren van de Beheervereniging is de kamer niet gebleken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6584
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft op verzoek van Veilig Thuis een verklaring over klaagster gegeven. Klaagster vindt dat hij hiermee zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Ook vindt zij dat het afgeven van de verklaring niet volgens de regels is gegaan. De verklaring bevat bovendien onjuistheden en is onvolledig, volgens klaagster. Het college is van oordeel dat de psychiater informatie over klaagster mocht verstrekken zonder haar toestemming, maar dat hij wel eerst toestemming aan klaagster had moeten vragen en aan haar moeten laten weten welke informatie hij van plan was aan Veilig Thuis te geven. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421296 KL RK 23-62
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:10
De notaris is op 8 augustus 2018 benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster. Klager verwijt de notaris dat hij niet reageert naar klager en zijn taken als vereffenaar niet uitvoert. De kamer is van oordeel dat de notaris de vereffening van de nalatenschap niet voortvarend adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris geeft geen inzicht in welke werkzaamheden hij als vereffenaar heeft uitgevoerd. De kamer acht de maatregel van berisping passend omdat na de behandeling van de eerste klacht de notaris de communicatie naar klager niet heeft verbeterd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1979
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:58
Klacht tegen physician assistant (PA). Klager is door een uroloog wegens verminderde erecties na een trap in het kruis verwezen naar de PA in haar hoedanigheid van seksuoloog. Klager is bij de PA twee keer op consult geweest. Bij het tweede consult heeft de PA klager erectiepillen voorgeschreven. Daarna heeft zij klager voor herhalingsrecepten terugverwezen naar zijn huisarts. Klager is ontevreden over de behandeling door de PA en heeft daarover meerdere klachtonderdelen geformuleerd. Deze houden met name verband met het niet (direct) voorschrijven van erectiepillen en de communicatie tussen hem en de PA. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-682/AL/MN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:60
Raadsbeslissing. Klachten over de advocaat van de wederpartij zijn door de raad ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1980
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:59
Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster is werkzaam als seksuoloog in een ziekenhuis. Klager maakt haar verschillende verwijten over de door haar geleverde zorg. Klager spreekt haar aan als seksuoloog. Verweerster heeft naast haar BIG‑registratie als verpleegkundige ook een BIG-registratie als physician assistant. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat de feitelijke werkzaamheden van verweerster niet kunnen worden gerekend tot het deskundigheidsgebied van een verpleegkundige. Verweerster verricht zelfstandig voorbehouden handelingen, zoals het voorschrijven van medicatie. Verder heeft zij zich tegenover klager ook enkel als physician assistant gepresenteerd. Dat betekent dat er geen aanwijzingen zijn dat verweerster bij het handelen dat klager haar verwijt in de hoedanigheid van verpleegkundige is opgetreden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klacht tegen verweerster in die hoedanigheid kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418133 KL RK 23-32
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:9
Door in de akte van levering een passage op te opnemen uit de koopovereenkomst, waarin geen relevante informatie staat voor het passeren van de akte en waarvan die informatie zelfs schadelijk is voor klagers, heeft de notaris in strijd gehandeld met de voor een notaris vereiste zorgvuldigheid. De notaris is geen lijdelijk doorgeefluik van partijen hij dient zich er steeds van te vergewissen of door partijen gewenste inhoud van een akte als een leveringsakte voor de levering relevant is. Zo dat niet het geval is, dient de notaris die inhoud te weigeren. Klacht gegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-692/AL/MN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:61
De raad heeft geoordeeld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij een klacht van klager onvoldoende voortvarend bij zijn verzekeraar heeft gemeld en klager daarover niet goed op de hoogte heeft gehouden. De ernst van dit handelen en nalaten rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een maatregel. Gelet echter op de omstandigheid dat verweerder geen advocaat meer is, dient de oplegging van een maatregel geen redelijk doel meer. Er zal daarom worden volstaan met de gegrondverklaring van de klacht, zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2031
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:60
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is gedurende enkele weken opgenomen geweest in een psychiatrische kliniek. De verpleegkundige is betrokken geraakt bij klaagster nadat zij de kliniek heeft verlaten. De verpleegkundige heeft klaagster gesproken in aanwezigheid van haar moeder en haar psycholoog en hiervan aantekeningen gemaakt. Klaagster verwijt de verpleegkundige (a) dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd en feiten heeft verdraaid; (b) dat hij de moeder van klaagster heeft gestalkt en bedreigd; en (c) dat hij in een brief onjuiste opnamedata heeft genoemd en ten onrechte heeft opgeschreven dat behandeling ‘tot op heden’ nog plaatsvindt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-441/AL/OV
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:62
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24/053/DB/LI/D
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:43
Dekenbezwaar. Verweerder heeft zich, ondanks een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling en langdurige schorsing wegens het handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen, opnieuw schuldig gemaakt aan handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen. Aldus heeft verweerder opnieuw in ernstige mate tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur in ernstige mate geschaad. Gelet op de ernst van het aan verweerder gemaakte tuchtrechtelijk verwijt en zijn antecedentenlijst ziet de raad het beeld van een advocaat die blijk geeft zich onvoldoende bewust te zijn van voor de advocatuur elementaire beginselen en regelgeving en zich onvoldoende rekenschap geeft van de belangen die daarmee worden gediend. Ter zitting heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen. Uit de houding van verweerder, ook in deze procedure, is op te maken dat hij de ernst van de situatie blijkbaar niet inziet. De ernst van de verweten gedraging, verweerders houding ter zitting, het recidiverende karakter van verweerders misdragingen en zijn tuchtrechtelijk verleden laten geen andere keus dan de maatregel van schrapping. De raad zal op grond van het bovenstaande aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau opleggen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-901/AL/NN/D
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:58
Dekenbezwaar. De deken heeft naar aanleiding van een eerder tegen verweerder ingediend dekenbezwaar zeven dossiers bij hem opgevraagd. Op basis van de bevindingen van dat onderzoek in die zaken, waartegen verweerder bewust geen met stukken onderbouwd verweer heeft gevoerd, is de raad van oordeel dat verweerder op ernstige wijze is tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting zijn cliënten in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Verweerder heeft daarnaast in (een aantal van) die zaken in strijd met de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid gehandeld (artikel 10a lid 1 Advocatenwet). Verweerder heeft zich richting de deken gedragen op een wijze die een advocaat niet betaamt door haar toezichthoudende taak te frustreren (gedragsregel 29) en door de deken, vooral tijdens de zitting van de raad, herhaaldelijk persoonlijk aan te vallen en zelfs een bedreigende toon aan te slaan én ongefundeerde insinuaties richting de deken te maken. Verweerder miskent daarbij dat de persoon van de deken losstaat van het instituut van de deken. Tijdens de zitting is de raad ook gebleken dat verweerder geen enkel inzicht heeft in het laakbare van zijn handelen en dat hij de deken ongefundeerd beschuldigt van een hetze tegen hem. De raad heeft ook, gezien de opstelling van verweerder, grote zorgen over een goede belangenbehartiging van toekomstige cliënten van verweerder. Verweerder heeft zich ook niet stuurbaar getoond en lijkt geenszins bereid om zijn houding te veranderen of zich daarbij te laten coachen. Verweerder lijkt zich niets gelegen te laten liggen aan de regels die voor elke advocaat gelden, maar vaart in plaats daarvan volledig zijn eigen koers. Nu verweerder meer dan duidelijk heeft gemaakt dat hij niet anders zal optreden dan hij nu doet, komt de raad tot de conclusie dat verweerder dan niet thuis hoort in de advocatuur. Verweerder wordt dan ook geschrapt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:9 Accountantskamer Zwolle 23/1603 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:9
Klacht over rapport van feitelijke bevindingen. Betrokkene heeft zijn bevindingen gerapporteerd over de financiële middelen die een verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen heeft gebruikt voor investeringen in crypto-valuta. Volgens klager was het OM ook beoogde gebruiker van dit rapport, maar heeft betrokkene ten onrechte nagelaten met hem overleg te voeren. Betrokkene heeft in het rapport bewoordingen gebruikt die de indruk wekken dat een mate van zekerheid wordt geboden, hetgeen niet passend is bij een dergelijk rapport. Bovendien heeft betrokkene zijn bevindingen gebaseerd op onjuiste of onvolledige informatie zodat een deugdelijke grondslag ontbreekt. De Accountantskamer vindt alle verwijten van klager gegrond, behalve het verwijt dat betrokkene in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft gehandeld. Daarom is de klacht deels gegrond en legt de Accountantskamer aan betrokkene de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-679/AL/NN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:59
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5638
- Datum publicatie: 15-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:54
Gegronde klacht tegen een tandarts. Volgens klaagster heeft de tandarts onzorgvuldig gehandeld omdat zij jarenlang periodieke controles heeft uitgevoerd waarbij er nooit bijzonderheden waren, terwijl later (in 2021) wel parodontitis is vastgesteld. Het college overweegt dat de tandarts voorafgaand aan de vastgestelde parodontitis al in 2016 en 2017 verdiepte pockets heeft geconstateerd. Afgezien van februari 2016 blijkt niet dat dit heeft geleid tot nader onderzoek, behandeling of verwijzing naar een mondhygiënist of parodontoloog. Het college acht het voldoende aannemelijk dat in de tussenliggende periode (2017-2021) ook steeds sprake is geweest van verdiepte pockets. Bij goed onderzoek had de tandarts dit moeten opmerken en dat had aanleiding moeten zijn om in overleg met klaagster nader onderzoek te doen of een behandeling in te stellen. Ondanks de regelmatige periodieke preventieve controles, is pas in 2021 na een gebitsklacht van klaagster nader onderzoek ingesteld en is de parodontitis vastgesteld. Die was op dat moment al in een gevorderd stadium. Het college acht het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de tandarts niet eerder heeft geconstateerd wat de conditie van het tandvlees van klaagster was. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5945
- Datum publicatie: 15-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:55
Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster maakt de tandarts een drietal verwijten, waaronder het (laten) uitvoeren van onnodige handelingen. Zo heeft hij onnodig extra foto’s van haar gebit laten maken en een verstandskies getrokken die gerepareerd had kunnen worden. Op basis van het dossier komt het college tot het oordeel dat de beslissing van de tandarts om een peri-apicale opname te maken te rechtvaardigen was en dus niet klachtwaardig is. Tot hetzelfde oordeel komt het college ten aanzien van het maken van de foto, het orthopantomogram en de peri-apicale solo röntgenfoto. Naar het oordeel van het college kan ook niet gezegd worden dat de verstandskies zonder instemming van klaagster is getrokken of dat haar over de behandeling onvoldoende informatie is verstrekt. Het vorenstaande neemt niet weg dat het college vindt dat de handelwijze van de tandarts bij de consulten niet de schoonheidsprijs verdient en dat anders handelen beter zou zijn geweest, gelet op de stroeve, zo niet gespannen sfeer waarin de consulten plaatsvonden. Nu de klacht met name gaat over de onnodigheid van de behandeling en het college die klacht niet deelt, is het van oordeel dat het handelen van de tandarts zoals dat vaststaat niet genoeg is voor een tuchtrechtelijk verwijt. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6049
- Datum publicatie: 15-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:56
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster wilde een verwijzing voor het laten trekken van haar verstandskies. De tandarts constateerde een heftige ontsteking en vond het trekken van de verstandskies op dat moment niet verstandig. De tandarts heeft antibiotica voorgeschreven en klaagster geadviseerd om na haar vakantie een afspraak te maken bij een kaakchirurg voor extractie van de kies. Klaagster verwijt de tandarts dat zij niet goed en niet integer heeft gehandeld en verwijt de tandarts ook dat de praktijk geregeld niet bereikbaar is. Gelet op de inhoud van de overgelegde stukken concludeert het college dat de tandarts niet is tekortgeschoten in haar advies en behandeling en dat er geen sprake is geweest van het voorschrijven van een verkeerd medicijn. ‘Integer handelen’ betekent dat een zorgverlener eerlijk en oprecht moet handelen ten opzichte van de patiënt. Dat de tandarts in deze zaak de ernst van de situatie heeft benadrukt aan klaagster, acht het college terecht. Alles overziend kan het college niet vaststellen dat de tandarts niet integer heeft gehandeld. Het college oordeelt dat de praktijk van de tandarts tijdens de praktijkuren voldoende bereikbaar is en daarbuiten ook. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:13 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730660 / DW RK 23/79 EV/SM
- Datum publicatie: 14-03-2024
- Datum uitspraak: 08-03-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:13
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de zaak niet minnelijk heeft willen oplossen. De klacht is ongegrond. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5261
- Datum publicatie: 14-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:11
Klacht tegen tandarts over beugelbehandeling grotendeels gegrond. De tandarts was niet bekwaam voor het uitvoeren van deze orthodontische behandeling en dat heeft geleid tot een behandeling met een onjuiste techniek en een onjuiste uitvoering, die veel te lang heeft geduurd. Berisping en publicatie.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739531 / DW RK 23/331 EV/SM
- Datum publicatie: 14-03-2024
- Datum uitspraak: 08-03-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:14
Klacht gegrond: maatregel: schorsing drie maanden. De gerechtsdeurwaarder heeft onder meer een bewaringstekort laten ontstaan en bestaan en gerechtsdeurwaarderswerkzaamheden als toegevoegd gerechtsdeurwaarder verricht. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder niet voldaan aan de verplichting tot indiening van gegevens bij het BFT. Het klachtonderdeel dat er sprake zou zijn van een te grote afhankelijkheid van de geldschieter/opdrachtgever, kantoor y, is niet-ontvankelijk verklaard. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder, in aanloop naar zijn benoeming, erop heeft mogen vertrouwen dat dit onderdeel niet tot een discussie zou leiden nu het BFT al eerder in de gelegenheid is gesteld zich over dit punt uit te laten.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5076
- Datum publicatie: 14-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:12
“Klacht tegen een anesthesioloog. Klaagster, die werkzaam was als anesthesiemedewerkster in het ziekenhuis waar verweerder als anesthesioloog werkt, beklaagt zich erover dat a) verweerder zich structureel grensoverschrijdend tegenover haar heeft gedragen, b) hij de veiligheid van patiënten in gevaar heeft gebracht door zijn emotionele uitbarstingen en c) er bij hem geen sprake is van enig reflecterend vermogen, waardoor herhaling niet valt uit te sluiten. Het college verklaart klaagster ontvankelijk en verklaart klachtonderdeel b gegrond, maar legt aan verweerder geen maatregel op.”