ECLI:NL:TADRSHE:2025:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2025:56
Datum uitspraak: 07-04-2025
Datum publicatie: 07-04-2025
Zaaknummer(s): 24-649/DB/OB
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 7 april 2025

in de zaak 24-649/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 oktober 2024 op de klacht van:

klager

over:

verweerster

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 26 januari 2024 heeft klager tegen verweerster een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”).

1.2 Op 2 september 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|24|009K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 23 oktober 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht deels niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 12 november 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 24 februari 2025. Verschenen is verweerster. Klager is niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de e-mail met bijlagen van klager van 5 februari 2025.

2. FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3. VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden het volgende in:

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Klager is ten onrechte veroordeeld. Klager is geen crimineel, maar juist slachtoffer en wil de erkenning krijgen waarop hij recht heeft.

4. BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. V.E.J. Noelmans, voorzitter, mrs. A.J.F. van Dok en mr. J.A.J.A. Luijten, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 7 april 2025.

Griffier Voorzitter

Verzonden op: 7 april 2025