ECLI:NL:TGDKG:2025:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748915 / DW RK 24/146 EdV/WdJ
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2025:30 |
---|---|
Datum uitspraak: | 02-04-2025 |
Datum publicatie: | 07-04-2025 |
Zaaknummer(s): | C/13/748915 / DW RK 24/146 EdV/WdJ |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | De vordering betreft een vordering op klager in persoon. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klager aan te schrijven en beslag te leggen op zijn privé onroerende en roerende zaken. De dagvaarding en het vonnis zijn aan klager betekend door achterlating van de exploten aan de huis- en echtgenote van klager. Klacht ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 2 april 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/748915 / DW RK 24/146 EdV/WdJ ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 6 april 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 5 juni 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij brief, ingekomen op 14 januari 2025 heeft klager onder meer verzocht om een versnelde behandeling. Bij e-mails met bijlagen, ingekomen op
11 februari 2015 heeft klager aanvullende stukken verzonden. Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 14 februari 2025, heeft de gerechtsdeurwaarder aanvullende stukken verzonden. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van
19 februari 2025 alwaar partijen online zijn gehoord. De uitspraak is bepaald op
2 april 2025.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- De gerechtsdeurwaarder is sinds augustus 2022 belast met een vordering van
[ ] op klager.
- Bij exploot van 6 december 2022 is klager gedagvaard te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Zwolle tegen 20 december 2022.
- Bij vonnis van de kantonrechter te Zwolle van 11 juli 2023 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.
- Bij exploot van 30 augustus 2023 is het vonnis van 11 juli 2023 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.
- Op 25 oktober 2023 is executoriaal beslag gelegd op de aanhanger en personenauto van klager.
- Bij exploot van 25 oktober 2023 is het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager in persoon betekend.
- Op 22 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal beslag gelegd op de onroerende zaak van klager, [ ] te [ ].
- Bij exploot van 27 november 2023 is het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager in persoon betekend.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:
a: diverse (vreemde) bedrijven heeft gemaild en aangeschreven die er niets toe deden en dit na het aanleveren van de juiste contractuele entiteit gegevens opzettelijk niet heeft hersteld;
b: na de eerste e-mails van klager een zakelijk verkeerde entiteit heeft omgeturnd naar een privéadres en de vrouw en kinderen van klager daar ook telkens mee lastigvalt;
c: geen dagvaarding en vonnis aan klager heeft betekend;
d: 1,5 miljoen aan privé onroerende en roerende zaken in beslag heeft laten leggen, terwijl deze nergens mee van doen hebben.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
5.2 Ten aanzien van klachtonderdelen a en b overweegt de kamer dat in het vonnis van de kantonrechter te Zwolle is opgenomen dat de zaak betreft een vordering van
[ ] gevestigd te [ ] tegen [ ] te [ ]. De vordering betreft dus een vordering op klager in persoon. In zijn oordeel heeft de kantonrechter aangegeven dat [ ] uit de manier van contracteren en de uitlatingen van klager mocht afleiden dat klager handelde namens zichzelf en niet namens zijn BV. Indien klager het met het vonnis niet eens was, had hij hiertegen in hoger beroep moeten gaan. Dit heeft klager niet gedaan, ondanks dat de gerechtsdeurwaarder klager hier de gelegenheid toe heeft gegeven. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt op deze klachtonderdelen.
5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de kamer dat uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat de dagvaarding voor de zitting van 20 december 2022 bij exploot van 6 december 2022 en het vonnis van 11 juli 2023 bij exploot van 30 augustus 2022, aan klager zijn betekend op de in artikel 46, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalde wijze door achterlating van de exploten aan de huis- en echtgenote van klager. Een exploot van een gerechtsdeurwaarder is een authentieke akte in de zin van artikel 156 lid 2 Rv. Op grond van het bepaalde in artikel 157 lid 1 Rv levert een zodanige akte dwingend bewijs op van de daarin gerelateerde verrichtingen van de gerechtsdeurwaarder. Dat betekent dat de inhoud daarvan vast staat behoudens tegenbewijs. Dat heeft klager niet geleverd. Het moet er daarom voor worden gehouden dat de dagvaarding en het vonnis aan klager zijn betekend door achterlating van de exploten aan de huis- en echtgenote van klager. Dit klachtonderdeel stuit hierop af. De stelling van klager dat nadat hij geen uitnodiging van de rechtbank heeft gekregen voor de zitting (mondelinge behandeling) van 12 juni 2023, kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten.
5.4 Ten aanzien van klachtonderdeel d stelt de kamer voorop dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het ten laste van klager (in persoon) gewezen vonnis van de kantonrechter van 11 juli 2023 te executeren. Klager staat op grond van artikel 3:276 van het Burgerlijk Wetboek met zijn hele vermogen in voor de vordering. Het staat de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 435 Rv vrij om beslag te leggen op alle vermogensobjecten van klager. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat de inbeslaggenomen auto en aanhangwagen niet bij klager zijn aangetroffen en de opdrachtgever expliciet opdracht heeft gegeven om ook beslag op de woning van klager te leggen. Dit is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Indien klager het met de tenuitvoerlegging van de titel niet eens is dient hij een executiegeschil aan te spannen tegen de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Het tuchtrecht biedt daarvoor niet de geëigende weg.
5.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H.J. Evers en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 april 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.