Zoekresultaten 1-50 van de 45209 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-894/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onder druk te zetten door te schrijven dat het recht om “in gesprek te gaan met een journalist over deze kwestie alsook de mogelijkheid om één of meerdere banken of hypotheekverstrekkers uitvoerig in te lichten” uitdrukkelijk wordt voorbehouden. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregelverweer slaagt niet: er zijn geen bijzondere omstandigheden om geheel af te zien van het opleggen van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2548

    Klacht tegen een directeur behandelzaken/klinisch psycholoog. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. Verweerster is klinisch psycholoog/psychotherapeut en directeur behandelzaken van de GGZ-instelling. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog namens klaagster dat zij als directeur behandelzaken ten aanzien van het ontslag van klaagster onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/7998

    Klacht van de inspectie tegen verpleegkundige gegrond. Schorsing van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarden. De verpleegkundige wordt verweten dat zij seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld en medische informatie over patiënten met een derde heeft gedeeld. Het college oordeelt dat de verpleegkundige seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld door tijdens de afkoelingsperiode een seksuele relatie aan te gaan met een voormalig patiënt. Ook heeft de verpleegkundige haar beroepsgeheim geschonden. Er was geen situatie op grond waarvan zij haar beroepsgeheim mocht doorbreken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-910/DH/RO

    Raadsbeslissing. Geen sprake van ne bis in idem. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst ingebracht waarop een geheimhoudingsbeding rust. Zij had daarmee redelijkerwijs bekend moeten zijn. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2702 en C2025/2703

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is in twaalf consulten over een periode van ruim drie maanden door de fysiotherapeut in de nek gemanipuleerd (gekraakt). De klacht omvat zeven onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat de klacht op twee onderdelen gegrond is: er was geen informed consent en verweerder is te lang doorgegaan met dezelfde behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege legt aan de fysiotherapeut de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt, onder bespreking van de informed consent over de behandeling van klaagster, zowel het beroep van klaagster als het beroep van de fysiotherapeut.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7222

    Verweerster, werkzaam bij een instelling die forensische ambulante zorg, klinische zorg en reclassering verleent, heeft als GZ-psycholoog zorg verleend aan klager. Klager is door het college niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Klager bedreigt verweerster langdurig na het beëindigen van de behandelrelatie tussen hen. Aan klager is door de rechtbank een contactverbod opgelegd. Het college oordeelt, aan de hand van de inhoud van brieven en de uitingen van klager in deze procedure, dat klager, hoewel de klacht op zichzelf wordt beoordeeld als een te behandelen klacht, zijn klacht enkel heeft willen indienen met als doel het contactverbod te omzeilen en bedreigingen te kunnen uiten aan het adres van verweerster. Het college overweegt, verwijzend naar artikel 3:303 BW, dat klager zijn klacht daarom zonder voldoende belang heeft ingediend en verklaart hem niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755064 DW RK 24/283 MK/WdJ

    Onzorgvuldigheden en onjuiste constateringen opgenomen in het proces-verbaal van verbindingen. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:132 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-911/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn voor het indienen van een klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:126 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-685/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2704

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is eind 2016 eenmalig door de fysiotherapeut onderzocht en behandeld vanwege pijn in de onderrug. Nadien heeft klaagster last van haar bovenrug, schouder en nek. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat zij verkeerd heeft behandeld (klachtonderdeel a). Daarnaast zou de fysiotherapeut van een telefoongesprek geen aantekening hebben gemaakt in het dossier (klachtonderdeel b). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. ongegrond, klachtonderdeel b. gegrond en legt aan de fysiotherapeut geen maatregel op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:177 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-088/AL/MN/D

    De raad heeft vastgesteld dat verweerder een derdengeldrekening heeft gebruik voor een ander doel dan het beheer van derdengelden. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Bij de beoordeling van de ernst van dit handelen is echter ook van belang dat niet is gebleken dat verweerder dit heeft gedaan om het geld buiten het zicht van derden te houden. Niet is gebleken dat verweerder door dit handelen (financieel) voordeel heeft gehad of dat belangen van derden zijn geschaad. Verder neemt de raad in aanmerking dat verweerder het verwijtbare van zijn handelen heeft ingezien. Gelet op alle feiten en omstandigheden is de raad van oordeel dat met de oplegging van een waarschuwing kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2565

    .

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7374

    Kennelijk ongegronde klacht tegen orthopedagoog in de functie van gedragswetenschapper bij jeugdzorginstelling. De gedragswetenschapper ondersteunt, adviseert en coacht de jeugdbeschermers. Dat verweerster bij haar advisering geen contact heeft gehad met klaagster en/of de dochter past bij de wijze waarop zij haar functie uitoefent en is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750812 / DW RK 24/196 MK/WdJ

    De kamer overweegt dat het niet aan de tuchtrechter is om te beoordelen of in strijd met het “Reglement Tarieven en Voorwaarden” is gehandeld. Klagers zijn voor die vraag aangewezen op het oordeel van de gewone rechter. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-165/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat in privé-hoedanigheid. Geen aanknopingspunten met de praktijkuitoefening van verweerster. De raad ziet in de camerabeelden geen (gewelddadig) gedrag vanuit verweerster dat maakt dat zij het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschonden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:127 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-776/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:123 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2664

    Klacht tegen een kaakchirurg. De klacht gaat over de ingreep die klaagster op 22 mei 2015 heeft ondergaan bij de kaakchirurg, waarbij haar tongriem is weggehaald. Klaagster bleef na de behandeling klachten houden en is meerdere keren teruggegaan en gezien door collega’s van de kaakchirurg. Zij is ontevreden over het behandeltraject en het resultaat, onder andere omdat de behandeling en de risico’s niet aan haar zijn uitgelegd en zij meer klachten heeft dan voorheen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2658

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft bij de huisarts het medisch dossier van zijn moeder opgevraagd. Hij verwijt de huisarts dat zij het medisch dossier niet aan hem heeft verstrekt. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege is het volledig eens met die beslissing en verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749507 DW RK 24/161 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) op e-mailberichten gereageerd. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:134 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-012/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:128 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-839/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat in een procedure waarbij klager geen partij is. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst met een geheimhoudingsbeding ingebracht in een procedure. Op het inbrengen daarvan is in een andere procedure beslist. Er is geen tuchtrechtelijk belang bij een oordeel over het refereren aan die al ingebrachte vaststellingsovereenkomst. Verweerster mocht daarnaast een beroep doen op artikel 118 Rv om klager in de lopende procedure te betrekken. Dat er finale kwijting is afgesproken staat daaraan niet in de weg. Niet gebleken dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door negatieve stellingen over klager naar voren te brengen in de procedure. Klager heeft verder geen eigen, rechtstreeks betrokken belang over de inhoudelijke procedure waarin hij geen partij is. Klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:118 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2481

    Klacht tegen een kaakchirurg. Klager is driemaal aan zijn kaak geopereerd door de kaakchirurg vanwege een onderbeet. Klager verwijt de kaakchirurg dat hij (a.) klager onvoldoende heeft geïnformeerd aan de operaties. Ook verwijt klager de kaakchirurg dat hij (b.) onzorgvuldig heeft gehandeld, waardoor klager dagelijks pijn heeft en zijn gezichtsvorm is veranderd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. gegrond. De kaakchirurg heeft klager onvoldoende geïnformeerd over de mogelijke complicaties. De door de kaakchirurg verstrekte informatiefolder is evenmin volledig. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. gegrond en legt aan de kaakchirurg op de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748496 DW RK 24/134 MK/WdJ

    Niet gebleken is dat vanuit het gerechtsdeurwaarderskantoor actief met klaagster is gecommuniceerd. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6718

    Kennelijk ongegronde klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige, werkzaam in een Penitentiaire Inrichting (PI). Verpleegkundige wordt verweten dat zij geen gesprek met klager is aangegaan nadat hij een overdosis tabletten had ingenomen. Ook wordt haar verweten dat zij de overplaatsing van klager naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) heeft aangevraagd en doorgezet terwijl dat door een gedragsdeskundige was afgeraden. Niet kan worden vastgesteld dat klager met verweerster heeft gesproken over de inname van een overdosis pillen en dat hij haar om hulp heeft gevraagd. Adequate psychologische hulpverlening. Overplaatsing was gezamenlijk besluit van meerdere zorgverleners, waaraan verweerster uitvoering heeft gegeven. Onvoldoende onderbouwing dat de overplaatsing zou zijn afgeraden door een gedragsdeskundige.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-876/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsrechtelijk geschil. Verweerster heeft het standpunt van haar cliënt over de echtheid van de handtekeningen onder de arbeidsovereenkomst naar voren gebracht. De door verweerster gekozen bewoordingen zijn niet te kwalificeren als grievende uitlatingen. Ook kan de raad niet vaststellen dat verweerster bewust feitelijke onjuistheden heeft verkondigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:129 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-840/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zijn kantoorgenoot niet te weerhouden van het refereren naar een al ingebrachte vaststellingsovereenkomst met een geheimhoudingsbeding. Klacht in zoverre ongegrond. Klacht over het pogen om schilderijen aan een vuistpand te onttrekken niet ontvankelijk omdat daarover te laat is geklaagd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:119 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2547

    Klacht tegen een verpleegkundig specialist ggz. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. De verpleegkundig specialist ggz was als zodanig en als ondersteuner/waarnemer van de regiebehandelaar bij de behandeling van klaagster betrokken. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de verpleegkundig specialist ggz namens klaagster dat zij ten aanzien van klaagster onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6870

    Kennelijk ongegronde klacht tegen verpleegkundige, werkzaam in een Penitentiaire Inrichting (PI). Klager verwijt de verpleegkundige dat hij geen medische zorg had mogen verlenen maar in plaats daarvan een arts had moeten inschakelen. Ook verwijt hij de verpleegkundige dat de rapportage over de verleende zorg niet klopt. Wondverzorging. Geen medische noodzaak om een arts in te schakelen. Uitgangspunt is dat het medisch dossier een juiste weergave is van hetgeen omtrent de zorgverlening aan de patiënt is genoteerd, tenzij het tegendeel blijkt of aannemelijk is gemaakt. Dat is niet het geval. Ook geen aanknopingspunt gevonden om aan de juistheid van de dossiernotities te twijfelen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:136 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-802/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024-7948

    Klacht tegen internist-endocrinoloog kennelijk ongegrond. Klager is na behandeling met immunotherapie (vanwege een uitgezaaid melanoom) in 2014 gediagnosticeerd met hypofysitis. Daarvoor is hij vervolgens door verweerder behandeld met onder meer schildklierhormoonsubstitutie. De klacht heeft betrekking op deze behandeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7904

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klagers verwijten verweerder onder andere dat hun zoontje (destijds 2,5 jaar oud) met koorts- en hoestklachten, geen tijdige en adequate zorg heeft gekregen. Tijdens het spreekuur heeft verweerder het zoontje onderzocht en afwachtend beleid geadviseerd. De klachten namen niet af en uit nader onderzoek bleek uiteindelijk dat er sprake was van kinkhoest. Het college overweegt dat het niet direct voorschrijven van antibiotica bij de klachten van klagers zoontje getuigt van zorgvuldigheid, omdat de richtlijnen een terughoudend antibioticabeleid adviseren bij kinderen met luchtweginfecties. Het college is van oordeel dat verweerder hiermee in de gegeven omstandigheden heeft gedaan wat hij redelijkerwijs kon doen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7882

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De vader van klager is enkele dagen na een operatie aan de blaas overleden. Volgens het college was de verpleegkundige voldoende op de hoogte van de EWS-controles, heeft zij deze ook uitgevoerd en voor wat betreft de maagretentie heeft zij het voorgeschreven beleid van de afdeling gevolgd. De verpleegkundige heeft terecht verklaard dat geen sprake was van een sepsis, delier of een instabiele patiënt. Wel is de verpleegkundige haar dossierplicht niet nagekomen, zo staan niet alle controles erin. Klacht deels gegrond. Verpleegkundige toont zelfinzicht en lering, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8332

    Klager verwijt de GZ-psycholoog dat de dagrapportages, die zijn opgemaakt door de leden van de groepsobservatie tijdens het verblijf van klager in de inrichting in 2015, ten onrechte zijn vernietigd. De voorzitter komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar de klacht kennelijk ongegrond is. De dagrapportages zijn terecht vernietigd en verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7752

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Het college kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de verpleegkundig specialist aan klager informatie over zijn plaatsing op de crisisafdeling en de verplichte medicatie heeft onthouden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8461

    Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen psychiater: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van een eerder beoordeeld feitencomplex, tegen deze beslissing is beroep ingesteld. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:175 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-837/AL/MN/D

    Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door (a) met het overleggen van de dickpics en met zijn uitlatingen over de wederpartij van zijn cliënte in de conclusie van antwoord de grenzen van het betamelijke in de betreffende familierechtelijke kwestie te overschrijden, (b) de benodigde PO punten in 2023 niet op orde te hebben waardoor verweerder niet voldeed aan de vereiste deskundigheid om zaken op het gebied van personen en familierecht te behandelen en (c) op 2 maart 2024 verkeerde prioriteiten te stellen en niet zelf te verifiëren of de betreffende gedetineerde consultatiebijstand wilde. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:176 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-340/AL/NN

    Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de haar toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij van klager in een langdurig familierechtelijke procedure niet overschreden. Als partijdige advocaat diende zij namens haar cliente gemotiveerd verweer te voeren tegen het wijzigingsverzoek van de partneralimentatie door klager. Zij mocht daarbij afgaan op de verkregen informatie zonder nader onderzoek. In deze tuchtrechtelijke procedure wordt niet de civiele procedure overgedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-928/AL/NN

    Klacht over de advocaat als wederpartij en over de advocaat in een geschil waarbij klaagster indirect betrokken was. De raad verklaart zich onbevoegd voor zover de klacht strafrechtelijke kwalificaties bevat en verklaart zich bevoegd voor zover de klacht geen strafrechtelijke kwalificaties bevat en verklaart de klacht in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:173 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-798/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:174 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-108/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening in letselschadezaak. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door over haar bijstand niets schriftelijk aan klager te bevestigen. Als gevolg daarvan is achteraf onduidelijkheid ontstaan over de omvang van de opdracht, het plan van aanpak, de onderhandelingen met de verzekeraar en de betaling voor de werkzaamheden van verweerster. Deze onduidelijkheid heeft uiteindelijk geleid tot de klacht. Klacht grotendeels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:117 Raad van Discipline Amsterdam 24-871/A/A

    Raadsbeslissing; gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. Verweerster heeft vanaf het aannemen van de zaken in oktober 2022 tot aan het indienen van de klacht in april 2024 klaagster ruim anderhalf jaar aan het lijntje gehouden en al die tijd nauwelijks concrete werkzaamheden verricht voor klaagster. Verweerster was zeer slecht bereikbaar en heeft klaagster op cruciale momenten - zoals bij het verweer bij de kantonrechter, het verzet tegen het verstekvonnis en de inbeslagname van haar auto - in de kou laten staan. Ook het verzoek van klaagster om haar dossier terug te geven, heeft verweerster niet naar behoren afgehandeld. Verweerster had niet voorzien in haar waarneming, terwijl zij door ingrijpende persoonlijk omstandigheden niet (steeds) in staat was haar werk naar behoren te doen. Het gaat om ernstige tekortkomingen, waarmee verweerster niet alleen de belangen van kaagster, maar ook het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De raad heeft echter ook oog voor de ingrijpende persoonlijke omstandigheden waaraan verweerster is blootgesteld. Verweerster heeft bovendien op zitting uiteindelijk inzicht getoond in haar handelen. Dit alles maakt dat de raad de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van vier weken en kostenveroordeling passend acht. Samenloop tussen de schorsing op grond van 60b Advocatenwet en de tuchtprocedure levert geen strijd met het ne bis in idem-beginsel op. Een 60b-procedure is immers geen tuchtrechtelijke procedure. De procedures kennen elk eigen criteria (zie Hof van Discipline, 12 juli 2010, ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0851).

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:118 Raad van Discipline Amsterdam 24-715/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:130 Hof van Discipline 's Gravenhage 250152

    Beklag artikel 13 ongegrond. Geen verplichte procesvertegenwoordiging vereist. Bovendien onvoldoende kans van slagen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:119 Raad van Discipline Amsterdam 25-343/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zijn verwijt, tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerster, van een onvoldoende feitelijke onderbouwing voorzien. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:131 Hof van Discipline 's Gravenhage 250147

    Beklag artikel 13 ongegrond. Onvoldoende kans van slagen op grond van 236 Rv.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:132 Hof van Discipline 's Gravenhage 250052

    Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof is van oordeel dat de deken het hernieuwde verzoek om aanwijzing van een advocaat op juiste gronden heeft afgewezen. Er is niet gebleken van een lopende procedure of het starten van een procedure waarvoor bijstand van een advocaat is vereist. Als vaste rechtspraak van het hof van discipline geldt dat een hernieuwd verzoek kan worden afgewezen als al een keer eerder een advocaat is aangewezen door een deken (zie HvD, 31-10-2017 ECLI:NL:TAHVD: 2017:209 en HvD, 14-02-2011, ECLI:NL:TAHVD: 2011:YA1409). Het hof benadrukt verder dat op klager een inspanningsverplichting rust om eerst zelf een advocaat te vinden die hem zou willen bijstaan. Eerst indien klager ten minste 5 serieuze doch vergeefse pogingen heeft gedaan om een advocaat te vinden èn de noodzaak van een nieuwe procedure in dezelfde zaak deugdelijk is onderbouwd, kan klager bij de deken om aanwijzing van een advocaat vragen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:120 Raad van Discipline Amsterdam 25-412/A/RO/W 25-413/A/RO/W 25-426/A/DH/W 25-427/A/RO/W

    Wraking afgewezen met misbruik van recht bepaling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:133 Hof van Discipline 's Gravenhage 240384

    Artikel 13 beklag ongegrond. Voor een huurzaak bij de kantonrechter geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:127 Hof van Discipline 's Gravenhage 250150

    Beklag artikel 13 gegrond. Klager dient over de slagingskansen van de door hem gewenste herzieningsprocedure te worden geadviseerd door een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, die hem ook kan toelichten op welke gronden een herzieningsverzoek wel of geen redelijke kans van slagen heeft.