ECLI:NL:TGDKG:2025:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749507 DW RK 24/161 MK/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2025:63
Datum uitspraak: 16-07-2025
Datum publicatie: 16-07-2025
Zaaknummer(s): C/13/749507 DW RK 24/161 MK/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) op e-mailberichten gereageerd. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 16 juli 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/749507 DW RK 24/161 MK/WdJ ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 18 april 2024, heeft de toenmalige advocaat van klager namens klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op

31 mei 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij e-mail van 23 april 2025 heeft de toenmalige advocaat van klager zich teruggetrokken als advocaat van klager. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 mei 2025 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 16 juli 2025.

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 14 mei 2025, heeft klager nadere stukken gestuurd. Deze stukken zullen niet worden meegenomen bij de beoordeling van de klacht, nu deze (omvangrijke) stukken niet uiterlijk tien dagen voor de zitting zijn ontvangen en niet zien op de oorspronkelijke klacht. Datzelfde geldt voor de klachten tegen de gerechtsdeurwaarder die klager op de zitting naar voren bracht. Ook dit zijn nieuwe klachten die niet in de beoordeling van de huidige klacht worden meegenomen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- De gerechtsdeurwaarder is belast met een vordering van het Zilveren Kruis op klager.

- Bij e-mail van 5 juli 2023 heeft de toenmalige advocaat van klager verzocht om nadere informatie. Bij e-mail van 14 augustus 2023 heeft de toenmalige advocaat van klager zijn e-mail gerappelleerd.

- Bij e-mail van 7 september 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat de opdrachtgever nog niet heeft gereageerd en dat er die dag een reminder is gestuurd.

- Bij e-mail van 21 februari 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder namens de opdrachtgever verwezen naar een eerdere e-mail van 21 juli 2022, waarin is gereageerd op door klager verzonden betaalbewijzen.

- Bij e-mail van 13 maart 2024 heeft de toenmalige advocaat van klager op de e-mail van 21 februari 2024 gereageerd en is de gerechtsdeurwaarder verzocht om nadere informatie en een inhoudelijke reactie op de e-mail van

5 juli 2023.

- Bij e-mail van 30 april 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder namens de opdrachtgever verzocht om betaalbewijzen.

- Bij e-mail van 31 mei 2024 heeft de toenmalige advocaat van klager betaalbewijzen van klager verzonden, die al eerder een aantal keren naar de opdrachtgever waren verzonden.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder tot op heden niet binnen een redelijke termijn een inhoudelijk reactie heeft gegeven op de brief van de toenmalige advocaat van klager van 13 maart 2024.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 De kamer overweegt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven en e-mails met betrekking tot een dossier dat bij hem in behandeling is binnen een redelijk termijn, in de regel twee weken, beantwoordt. De kamer stelt vast, en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting ook erkend, dat niet (tijdig) is gereageerd op de e-mails van de toenmalige advocaat van klager van

5 juli 2023 en 14 augustus 2023. Ook is tijdige beantwoording van de e-mail van de toenmalige advocaat van klager van 13 maart 2024 uitgebleven. Pas op 11 april 2024 is die advocaat er telefonisch van op de hoogte gebracht dat de e-mail van 13 maart 2024 is doorgestuurd naar de opdrachtgever, nadat een juridisch medewerker van het advocatenkantoor contact met het gerechtsdeurwaarderskantoor had opgenomen. Aangegeven is dat de gerechtsdeurwaarder nog in afwachting was van een reactie van de opdrachtgever en dat nogmaals om een reactie zal worden gevraagd. De kamer overweegt tot slot dat de stelling van klager dat is toegezegd dat de volgende dag een reactie zou komen, uitdrukkelijk door de gerechtsdeurwaarder wordt ontkend en deze stelling ook niet nader onderbouwd is door klager.

5.3 De kamer verklaart de klacht gelet op het niet (tijdig) reageren op e-mailberichten die namens klager waren verstuurd, gegrond en acht de maatregel van waarschuwing in dit geval passend en geboden. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte kosten, bestaande uit een forfaitair bedrag van € 50 en de kosten van verleende rechtsbijstand ad € 150 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift: waarde per punt € 150).

5.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, begroot op
    € 200, te betalen nadat de beslissing onherroepelijk is geworden;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht

ad € 50 vergoedt, nadat de beslissing onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, voorzitter, mr. M.C.M. Hamer en

mr. H.A. Roos, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juli 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.