Zoekresultaten 1-50 van de 44790 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder in strijd met de waarheid heeft verklaard ter zitting (van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders). De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder een vergissing heeft begaan, wat hem niet zonder meer ook schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738917 DW RK 23/312 LvB/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er – kort gezegd – over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag heeft gelegd op roerende zaken van klager en daarmee rechtsregels uit de Faillisementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft overtreden. Niet is gebleken is dat er sprake van een enige beslaglegging is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7521

    Klager klaagt dat verweerster hem 15 capsules Tramadol heeft voorgeschreven, terwijl zij volgens hem had beloofd dat zij 30 capsules zou voorschrijven. Verweerster betwist dat zij een dergelijke belofte heeft gedaan.Dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven, kan het college uit het dossier niet opmaken. De aantekening “HR” (herhaalrecept) betekent niet (zonder meer) dat het om dezelfde hoeveelheid van hetzelfde medicijn gaat en dezelfde dosering. Het kan ook om een andere hoeveelheid en/of een andere dosering gaan. Het college kan enkel vaststellen dat verweerster met klager heeft besproken dat langdurig opiaatgebruik niet goed is en dat daarvoor geen indicatie bestond. Uit het feit dat verweerster het eerdere recept heeft aangepast naar 15 capsules en een lagere dosering, blijkt dat ze bewust een afweging heeft gemaakt over het aantal voor te schrijven capsules en de dosering.Omdat uit het dossier niet blijkt dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven en dit door klager ook onvoldoende aannemelijk is gemaakt, acht het college de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742430 / DW RK 23/412 EV/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De omstandigheden van het geval, waaronder de geringe overschrijding van de reactietermijn en een reactie die wel volgde op het rappel, maken dat er wordt afgezien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7404

    Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalige huisarts (verweerder). Ze maakt hem verschillende verwijten, waaronder het niet behandelen van haar fysieke klachten, een misdiagnose, het ontbreken van opvolging bij verergering van haar toestand, en het niet bieden van hulp bij psychosociale en financiële druk. Verweerder betwist de verwijten en stelde dat hij bij het merendeel van de door klaagster in haar klaagschrift genoemde consulten niet persoonlijk betrokken was Daar waar hij wel persoonlijk of als opleider betrokken was, treft hem volgens hem geen verwijt. Het college oordeelt dat een groot deel van de klachtonderdelen ongegrond is, omdat uit het medisch dossier niet blijkt dat verweerder daarbij betrokken was. Daar waar verweerder wel persoonlijk of als supervisor betrokken was, is naar het oordeel van het college overeenkomstig de geldende normen gehandeld. Het college kan niet vaststellen dat verweerder de problemen van klaagster niet serieus heeft genomen of dat hij niet empathisch was. Dat blijkt niet uit het medisch dossier en het college kan ook niet anderszins vaststellen dat verweerder hier een verwijt treft. Twee klachtonderdelen betroffen handelen of nalaten van verweerder meer dan tien jaar geleden en deze zijn om die reden verjaard. Het college oordeelt dan ook dat klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn of dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De klacht van klager (over niet tijdig reageren op correspondentie) kent een dusdanige samenhang met een eerdere klacht tegen de gerechtsdeurwaarder waar een berisping voor was opgelegd dat nu volstaan kan worden met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/762309 / DW RK 25/6 EV/SM

    Beslissing op verzet. Verzet niet-ontvankelijk. Het verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7727

    klacht tegen een verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager werd door zijn huisarts verwezen naar het samenwerkingsverband GGZ in verband met psychische klachten. In 2024 vond er een gesprek plaats tussen klager en de verpleegkundige om de mogelijkheden voor een geschikte verwijsplek te bespreken. Klager is niet tevreden met de gehele gang van zaken en maakt de verpleegkundige onder andere het verwijt dat hij geen garantie op een behandeling heeft gekregen en hij niet is betrokken bij het overleg met een zorginstantie. Het college oordeelt dat het niet de taak van de verpleegkundige was om bij klager een diagnose te stellen of hem te behandelen. Het college kan niet vaststellen dat van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753672 / DW RK 24/252 EV/SM

    Beslissing op verzet. Klager heeft zich er over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder executiemaatregelen uitvoert terwijl hij geen actueel overzicht van de vermeende vordering(en) kan overleggen. Daarvan is echter geen sprake geweest. De kamer sluit zich (daarom) aan bij beoordeling van de inleidende klacht en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7540

    Chirurg van privé kliniek voor behandeling van obesitas en overgewicht wordt verweten dat de operatie niet goed is uitgevoerd, procedures niet goed zijn gevolgd en onvoldoende uitleg is gegeven over contact in geval van calamiteiten. Na de operatie is een maagperforatie ontstaan. Complicatie. Geen sprake van nalatigheid of fouten. Onzekerheid en verwarring vanwege discrepantie tussen het op de website van de kliniek weergegeven beleid bij ontslag en het toegepaste beleid. Onduidelijke informatie over wat te doen bij calamiteiten. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2626

    .

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2531

    Klacht tegen een arts, werkzaam op de afdeling cardiologie van een ziekenhuis. Klager lijdt aan hartfalen. Hij werd met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor een medicijn om kalium aan te vullen uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-215/AL/MN

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een slepend geschil over reputatieschade in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-597/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klager verwijt verweerder (onder meer) dat hij heeft opgetreden tegen hem, zijn oud-client. De raad oordeelt dat er geen sprake is van het optreden tegen klager. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7231

    Klacht deels gegrond, maatregel berisping. Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts subjectieve, niet-onderbouwde informatie over klaagster te hebben gegeven, die is terechtgekomen in een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Het college oordeelt dat de huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden, ongefundeerde en suggestieve informatie over klaagster heeft verstrekt en verstrekte schriftelijke informatie onvoldoende objectief heeft geformuleerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7869

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht is dat de verpleegkundige grensoverschrijdend heeft gehandeld door seksueel contact te hebben met een cliënt die gedetineerd was binnen de inrichting waar zij werkzaam was en met wie zij een behandelrelatie had. De verpleegkundige erkent het haar verweten gedrag. De klacht is gegrond. Als maatregel wordt een voorwaardelijke schorsing van drie maanden opgelegd, onder bijzondere voorwaarden. Het college neemt daarbij onder andere in aanmerking dat het een eenmalige gebeurtenis betrof, dat de verpleegkundige inzicht heeft getoond en volledige openheid van zaken heeft gegeven tijdens het onderzoek van de IGJ, de tuchtprocedure en richting haar huidige werkgevers.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-18

    Klager is zelf notaris. Hij verwijt de notaris dat hij de ministerieplicht ontwijkt door een extreem hoog tarief te offreren voor een legalisatie. Hierdoor kon klager niet verder met zijn dossier. Klager onderbouwd zijn klacht hoofdzakelijk met het verwijzen naar het algemeen belang. Het algemeen belang is niet een redelijk belang als bedoeld in artikel 99 Wna, ook niet voor een ambtgenoot aan de hand van een concrete casus. De stelling van klager dat hij niet verder kon met zijn dossier omdat zijn cliënte de handtekening niet liet legaliseren, geeft evenmin een redelijk belang. Die gedraging van zijn cliënte, die zo is gebleken ter zitting ook bij andere notarissen in haar omgeving terecht kon, kan de notaris niet worden verweten. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-767/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over rechtstreeks benaderen van de wederpartij is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7766

    Klacht ongegrond. Klacht van nabestaande tegen een huisarts. De zoon van klager (patiënt) belde de huisartsenpraktijk in verband met koorts, hoofpijn, overgeven en trillen. De hoofdpijn voelde volgens patiënt hetzelfde als toen hij een aantal jaar daarvoor hersenvliesontsteking had. De huisarts zag patiënt die dag op het spreekuur: zij wilde de volgende dag urineonderzoek doen en adviseerde hem een coronatest te doen. Patiënt werd de volgende ochtend dood in bed aangetroffen. Klager verwijt de huisarts dat zij patiënt niet direct naar het ziekenhuis heeft doorgestuurd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-61

    De toegevoegd notaris heeft zich er op voldoende zorgvuldige wijze van vergewist dat de wijziging van het testament erflaatsters daadwerkelijke wens was en dat zij de gevolgen van deze wijziging kon overzien. Nu de toegevoegd notaris, bekend met de diagnose fronto-temporale dementie, na haar uitgebreide besprekingen geen twijfel had over de wilsbekwaamheid, hoefde zij het Stappenplan niet te volgen en was nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflaatster niet nodig. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-801/AL/NN

    De raad verklaart een klacht over de deken ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7258

    Klacht tegen een chirurg ongegrond. Verweerder opereerde klager aan zijn knie na een val van de fiets. Twee weken na ontslag uit het ziekenhuis werd klager met spoed opgenomen en werd bij hem trombose in het geopereerde been en in de longen (ruiterembolus), en een herseninfarct vastgesteld. Klager vindt onder andere dat hij geen goede zorg van verweerder heeft gekregen door onvoldoende voorzorgsmaatregelen te treffen om trombose te voorkomen en hem niet goed voor te lichten over trombose als mogelijke complicatie. Het college ziet geen grond voor het oordeel dat het beleid rondom de operaties niet zorgvuldig is geweest of verweerder anderszins een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Hoewel het wellicht beter was geweest, was er op grond van de geldende richtlijnen en protocollen, het beleid van ziekenhuis waar verweerder werkzaam is en verweerders eigen klinische ervaring, geen eenduidige verplichting voor verweerder om klager vooraf expliciet over het risico op trombose in te lichten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-204/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in een civielrechtelijke procedure. Niet gebleken dat verweerder in strijd met artikel 21 en 111 lid 3 Rv heeft gehandeld of rauwelijks heeft gedagvaard. Verweerder mocht namens zijn cliënt overgaan tot het executeren van het uitvoerbaar bij voorraad-verklaarde verstekvonnis. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025-8383 t/m Z2025/8388

    Wraking van het voltallige zittingscollege die gegrond is, voor zover gericht tegen de voorzitter. De voorzitter heeft zonder enige context of bronvermelding kennis van een eerdere civielrechtelijke zaak, waarbij zij als familierechter en klaagster in de tuchtzaak betrokken waren, ingebracht. Daarmee heeft de voorzitter haar onpartijdigheid onvoldoende gewaarborgd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:78 Hof van Discipline 's Gravenhage 240293

    Klager heeft een klacht ingediend tegen zijn eigen advocaat. De klacht komt er op neer dat verweerder zijn belangen onvoldoende heeft behartigd, onder andere doordat verweerder niet is overgegaan tot het dagvaarden van de rechtsbijstandsverzekeraar van klager. De raad van discipline heeft geoordeeld dat uit het dossier geen aanknopingspunten volgen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat verweerder niet gehouden is gratis te werken als er geen dekking is van een rechtsbijstandsverzekeraar en klager niet akkoord gaat met het betalen van de werkzaamheden. De raad heeft de klacht daarom ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2544

    Gedeeltelijk niet-ontvankelijke klacht, en kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is patiënt bij de huisartsenpraktijk en de behandelrelatie verloopt moeizaam. Er is geprobeerd om middels een mediator de behandelrelatie te herstellen, maar dat is niet gelukt. Uiteindelijk heeft de huisarts de behandelovereenkomst beëindigd per medio 2020. Dit is de derde tuchtklacht van klager tegen de huisarts. Klager verwijt de huisarts het onrechtmatig opzeggen van de behandelingsovereenkomst, het overdragen aan een andere huisarts, het niet willen opstellen van verwijsbrieven in 2019 en het onnodig besmetten van zijn naam met een psychische aantekening in 2015/2016. RTG Zwolle: verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in de klacht, voor zover het betreft klachtonderdelen c en d, en verklaart de klacht kennelijk ongegrond voor zover het betreft klachtonderdelen a en b. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2675

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft eerder klachten tegen de huisarts ingediend, dit is de vierde klacht. Hij verwijt de huisarts in deze procedure dat zij hem onnodig heeft besmet met een psychische aantekening in zijn dossier. Voorzitter RTG: klager is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klachten en voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:129 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-197/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de ex-partner in een echtscheidingskwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:77 Hof van Discipline 's Gravenhage 240238

    Beroep tegen verzetsbeslissing. Klachten tegen advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure zijn ongegrond. Het hof laat nieuwe klachten en klachten jegens anderen dan verweerster buiten beschouwing. Ook laat het hof het verzoek diverse verklaringen voor recht uit te spreken buiten beschouwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7131

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Het college ziet geen aanwijzingen dat de fysiotherapeut bij een dry needling behandeling onjuist heeft gehandeld. Geen aanknopingspunten dat de door klaagster gestelde lichamelijke gevolgen zijn veroorzaakt door de dry needling behandeling. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7243

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is na een operatie aan haar linker enkel onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. Bij de eerste behandelafspraak heeft klaagster meegedeeld dat zij ook last had van haar nek/schouder. De fysiotherapeut heeft klaagster behandeld door middel van dry needling. Het college is van oordeel dat de fysiotherapeut ten onrechte een screening en risico evaluatie van de nekklachten achterwege heeft gelaten. Dat de nekklachten volgens klaagster verband hielden met de klachten aan haar linker enkel maakt niet dat een screening en risico evaluatie achterwege had kunnen blijven. Het college verwijst naar de KNGF-richtlijn Nekpijn. Dit geldt temeer nu de fysiotherapeut direct heeft gekozen voor een grondige dry needling behandeling. Dit klachtonderdeel is gegrond, de overige klachten zijn ongegrond. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:74 Hof van Discipline 's Gravenhage 240289

    Wederzijds hoger beroep. Klacht over ontoereikende dienstverlening in huurkwestie (schade door lekkages), het niet nakomen van afspraken en het (dreigen met) het neerleggen van werkzaamheden. De raad heeft de klacht gegrond verklaard voor zover het gaat over het onvoldoende voortvarend optreden van verweerder en voor het overige ongegrond verklaard. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:75 Hof van Discipline 's Gravenhage 250127 250145 250146

    Naar het oordeel van de voorzitter maakt klager door op steeds dezelfde wijze opnieuw en kort na elkaar volstrekt onbegrijpelijke klachten in te dienen die alle lijken te zijn gebaseerd op hetzelfde feitencomplex (Color Neon), misbruik van het klachtrecht. Toekomstige klachten van gelijke strekking – waarmee het hof bedoelt: klachten op grond van hetzelfde feitencomplex en/of klachten die onbegrijpelijk zijn geformuleerd zonder concrete aanwijzing van de gedraging die een deken en/of advocaat-medewerker van een ordebureau wordt verweten – worden niet meer door het hof in behandeling genomen / verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:76 Hof van Discipline 's Gravenhage 250153

    Afwijzende verwijzing. De klacht is zodanig gebrekkig geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee als lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. Met deze klacht, die zoals uit het overzicht in de uitspraak van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 18 november 2024, ECLI:NL:TADRSHE:2024:164, blijkt, verband houdt met klachten die klager blijft indienen tegen advocaten die hebben opgetreden in procedures rondom en na de beëindiging van klagers dienstverband bij [de werkgever], maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:87 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-134/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De weigering van verweerder om akkoord te gaan met de voorstellen van mr. S. voor de opheffing van het beslag is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het stond verweerder vrij om in het belang en in opdracht van zijn cliënte conservatoir beslag te laten leggen op het onroerend goed van klaagster en ook om niet akkoord te gaan met de voorstellen van mr. S. om dat beslag op te heffen. Ook mocht verweerder in het belang van zijn cliënte voorstellen dat de gelden via de notaris op zijn derdengeldenrekening zou worden gestort. Van het opzettelijk frustreren van de levering van het onroerend goed en het misbruiken van zijn derdengeldenrekening door verweerder, zoals klaagster heeft gesteld, is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7079

    Voorwaardelijke schorsing van vier maanden met een proeftijd van twee jaren voor huisarts. Tussen klager en de huisarts is eerst een vriendschap, vervolgens een behandelrelatie en daarna een liefdes- en seksuele relatie ontstaan. Klager verwijt de huisarts dat zij onjuist heeft ingespeeld/gehandeld door zich met zijn medische situatie te bemoeien, een behandelrelatie en affaire met klager is aangegaan en klager heeft geïsoleerd en misbruikt. Het college: klager is niet-ontvankelijk voor wat betreft de klachtonderdelen inhoudende dat de huisarts klager heeft geïsoleerd en misbruikt. Dit betreft handelen in de privésfeer dat onvoldoende weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg. De andere klachtonderdelen zijn gegrond. De huisarts heeft de professionele grenzen overschreden. Zij heeft zich vergaand gemengd in de medische situatie van klager, is tweemaal overgegaan tot een verrichting die niet onder reguliere huisartsgeneeskundige zorg valt en heeft de eigen huisarts van klager niet over haar handelen op de hoogte gebracht.Een (seksuele) relatie is nooit toegestaan in de relatie tussen zorgverlener en patiënt of tijdens de afkoelingsperiode, ook niet als er al een vriendschappelijke relatie was voordat de behandelrelatie is ontstaan.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7337

    Ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster is in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Zij stond onder behandeling van een physician assistant en er zijn meerdere echo-onderzoeken uitgevoerd en drainages verricht door verschillende radiologen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de radioloog in zijn algemeenheid dat er gedurende de behandeling vertraging is ontstaan waardoor het mammacarcinoom te laat is ontdekt. Er is nimmer een differentiaaldiagnose opgesteld en er is nimmer aanvullende beeldvormende diagnostiek en/of nader weefselonderzoek verricht. Voor de specifieke verwijten zie 4.2 van de beslissing. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat de radioloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld heeft tijdens het eenmalige consult met klaagster. Zij heeft klaagster gezien als `spoed patiënt’ tussen haar reguliere programma door, ter ontlasting van klaagsters klachten en ter overbrugging van de periode tot de operatie Daarbij weegt het college mee dat het onderzoek dat de radioloog bij klaagster verrichte een (overwegend) therapeutisch karakter had. Klacht ongegrond, publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:94 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-147/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een ontvangen e-mail uit een zaak waarbij zij niet betrokken was, door te sturen aan een kantoorgenoot die daar wel bij betrokken was. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:82 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2542

    Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De echtgenote van klager – hierna de patiënte - was opgenomen op de psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis waar de specialist ouderengeneeskunde werkzaam is. De patiënte verbleef daar tot haar overlijden. De patiënte was sinds 2014 bekend met de diagnose Alzheimer en er was sprake van gedragsproblemen en lijdensdruk. De patiënte had regelmatig last van urineweginfecties. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat zij op een aantal momenten tijdens het verblijf in het verpleeghuis niet op de juiste wijze heeft gehandeld in de (medische) begeleiding van de patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-148/DH/RO

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in verband met door verweerster namens haar cliënt ingenomen standpunten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7535

    Klacht ingediend tegen een ambulanceverpleegkundige namens overleden echtgenote. Klager verwijt verweerster dat zij ondeskundig heeft gehandeld bij het zetten van een infuusnaald ten behoeve van euthanasie en daarbij ongepaste kleding heeft gedragen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7341

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de internist dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De internist heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de internist adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Bovendien heeft de internist-oncoloog geen rol bij het diagnostisch traject van de afwijking in de borst, maar komt pas in beeld wanneer is vastgesteld dat sprake is van een kwaadaardige afwijking. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-790/AL/MN

    Klager beklaagt zijn eigen advocaat. Verweerder erkent dat de vordering van klager op de tegelleverancier en de tegelzetter is verjaard omdat hij deze vordering niet heeft gestuit. Klager heeft verweerder daarvan op de hoogte gebracht. In eerste instantie heeft verweerder voortvarend meegedacht over een oplossing. Later heeft klager opnieuw een hulpvraag bij verweerder neergelegd, met de mededeling dat de scheuren in de vloer erger werden. Na de verschillende e-mails daarover had het op de weg van verweerder gelegen om navraag bij klager te doen wat nodig en mogelijk was voor het nog verder behartigen van de belangen van klager. Verweerder heeft een jaar niets van zich laten horen. Aldus is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht voor klager en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De raad merkt nog op dat de raad niet beoordeelt of de beroepsfout tot aansprakelijkheid leidt. Daarvoor staan andere juridische wegen open. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-179/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht van twee advocaten tegen een wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2475

    Klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft in 2017 bij klaagster een operatie uitgevoerd om haar gezicht te vervrouwelijken (facial feminization surgery). Tijdens de operatie is aan beide zijden van de onderkaak een zenuw beschadigd geraakt. Sinds dat moment heeft klaagster last van een blijvende gevoelsverandering in haar kin en onderlip. Klaagster verwijt de kaakchirurg dat zij haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico op een blijvende beschadiging van de zenuw. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de kaakchirurg een waarschuwing opgelegd. De kaakchirurg heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond, waarmee de maatregel van waarschuwing komt te vervallen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:89 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-162/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsconflict. Verweerster heeft steeds het standpunt van haar cliënt, de werkgever, verwoord. Niet gebleken dat zij heeft gelogen, dat zij klager heeft geïntimideerd of dat zij klagers belangen nodeloos heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7534

    Klacht ingediend tegen een ambulanceverpleegkundige namens overleden echtgenote. Klager verwijt verweerster dat zij ondeskundig heeft gehandeld bij het zetten van een infuusnaald ten behoeve van euthanasie en daarbij ongepaste kleding heeft gedragen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7339

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-oncoloog. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de internist dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De internist heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de internist adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Bovendien heeft de internist-oncoloog geen rol bij het diagnostisch traject van de afwijking in de borst, maar komt pas in beeld wanneer is vastgesteld dat sprake is van een kwaadaardige afwijking. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:73 Hof van Discipline 's Gravenhage 240158

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk (verwijt dat verweerder tegengestelde belangen vertegenwoordigt door eerst voor de moeder van klaagster op te treden en na haar overlijden voor haar broer en zus) en deels ongegrond (verwijten dat verweerder niet doelmatig handelt en zich niet voldoende inzet voor een minnelijke oplossing).

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-180/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster was niet verplicht om te reageren op een voorstel van klager, in aanmerkingen genomen dat partijen al lang maar tevergeefs hadden geprobeerd om tot een vergelijk te komen.