Zoekresultaten 1051-1100 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:193 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-444/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft opgetreden als advocaat van de man. Het is op zichzelf niet ontoelaatbaar om zowel klaagster als de man aan te horen op haar kantoor. Het is immers toegestaan om met de wederpartij in gesprek te gaan, wanneer deze op dat moment niet wordt bijgestaan door een advocaat. Wel was het verstandiger/beter geweest om klaagster geheel niet te woord te staan tijdens een bespreking. Niet gebleken dat verweerster vertrouwelijke informatie over klaagster heeft aangehoord. Klaagster is niet daadwerkelijk in haar belangen geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6743

    Huisarts, destijds huisarts in opleiding. Klacht: a) patiëntenrechten geschonden; medisch dossier niet aangepast nadat klager had gewezen op fouten en geen kopie medisch dossier en logging-gegevens verstrekt, b) gehandeld vanuit tunnelvisie / verkeerde diagnose vorige huisarts.College: kennelijk ongegrond. Geen schriftelijk verzoek vernietiging gegevens medisch dossier, geen verzoek afgifte dossier, niet gehandeld vanuit tunnelvisie, terecht geen medische verklaring afgegeven als behandelend arts. KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750824 / DW RK 24/197 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:194 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-683/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over te laten betaling proceskostenveroordeling door verweerder. Klacht kennelijk van onvoldoende gewicht.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6744

    Huisarts. Klacht: a) patiëntenrechten geschonden; medisch dossier niet aangepast nadat klager had gewezen op fouten en geen kopie medisch dossier en logging-gegevens verstrekt, b) gehandeld vanuit tunnelvisie / verkeerde diagnose vorige huisarts.College: kennelijk ongegrond. Geen schriftelijk verzoek vernietiging gegevens medisch dossier, geen verzoek afgifte dossier, niet gehandeld vanuit tunnelvisie, terecht geen medische verklaring afgegeven als behandelend arts. KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733348 / DW RK 23/146 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft zonder overleg met klaagster dan wel het incassobureau beslag gelegd op de woning van de ex-partner van klaagster. De woning stond niet op de door klaagster ingevulde lijst van mogelijke verhaalsobjecten en de lopende alimentatieverplichting liep nog. Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:195 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-324/DH/DH

    Klacht tegen partner/klachtenfunctionaris voor handelen c.q. nalaten tijdens ziekte van advocaat-medewerker. Dat verweerder zijn zorgplicht als werkgever heeft geschonden is niet gebleken. Van betrokkenheid van verweerder bij klagers overige zaken is niet gebleken. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740185 DW RK 23/350 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft met het leggen van bankbeslag niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-392/DH/RO

    Klacht over voorschot en financiële afwikkeling in een letselschadezaak. Verweerder heeft klaagster een (fors) voorschot laten betalen, terwijl hij daar – gelet op de slechte financiële staat van zijn praktijk – geen verantwoordelijkheid voor kon nemen. Dat heeft er in geresulteerd dat verweerder uiteindelijk het bedrag heeft gecrediteerd, maar feitelijk niet heeft terugbetaald. Klaagster lijdt hierdoor financiële schade. Daar komt bij dat verweerder zich voor de door hem verrichte werkzaamheden tegelijk ook door de verzekeraar heeft laten betalen. Verweerder heeft feitelijk dus dubbel geïncasseerd voor dezelfde werkzaamheden. Verder heeft verweerder onvoldoende met klaagster gecommuniceerd. Vier weken schorsing, waarvan twee weken voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarde dat verweerder het door klaagster betaalde voorschot moet terugbetalen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740794 / DW RK 23/373 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld tijdens de ontruiming. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7068

    Klacht tegen huisarts over gebrek aan medewerking bij verkrijgen verklaring wilsbekwaamheid voor opheffing bewind, over dossiernotities en over het verstrekken van medische informatie aan onafhankelijke arts. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-619/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klachten over de factuur en al dan niet getroffen schikking zijn kennelijk niet-ontvankelijk. Hierover heeft de kantonrechter al geoordeeld. Klager kan deze onderwerpen daarom niet voorleggen aan de tuchtrechter. Klacht over het inschakelen van de deurwaarder en betekening op klagers oude adres kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:197 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-231/DH/DH

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in hoger beroep. Klacht met betrekking tot verweerders onttrekking gegrond: verweerder heeft zich slechts zes dagen voor de zitting onttrokken. Daarmee heeft de onttrekking plaatsgevonden op een ongelegen en ontijdig moment. Waarschuwing. Klager met betrekking tot het opvragen van bewijsstukken ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6742

    Huisarts. Klacht: a) onjuiste prognose herstel besnijdenis, b) onjuistheden en onjuiste data in dossier, c) gehandeld vanuit tunnelvisie / verkeerde diagnose vorige huisarts.College: kennelijk ongegrond. Geen onjuiste prognose herstel, onjuistheden dossier niet vastgesteld, niet gehandeld vanuit tunnelvisie, terecht geen medische verklaring afgegeven als behandelend arts. KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-685/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk nu deze is ingediend buiten de driejaarstermijn. Overweging ten aanzien van het door klager betaalde griffierecht.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/746139 / DW RK 24/63 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft haar eigen verantwoordelijkheid de opdracht marginaal te toetsen terzijde geschoven. Verzet en klacht gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5049

    Klagers zijn bij praktijkverpleegkundige in AZC geweest met 6-jarige dochter, die drie dagen koorts en keelpijn had. Dag later urinetest en nieuw onderzoek, dat geen bijzonderheden opleverde. Gedacht werd aan virale infectie, huisarts heeft beleid verpleegkundige goedgekeurd. Vijf dagen later bij HAP geweest, Hb-controle geadviseerd, maar gezin is overgeplaatst. Twee weken later is lymfoblastaire leukemie vastgesteld. Klacht tegen huisarts ongegrond, omdat hij geen aanleiding had om ander beleid in te zetten en geen indicatie om andere diagnose te overwegen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-329/DH/RO 24-330/DH/RO 24-332/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klachten over de eigen advocaten in een huurrechtelijk geschil. Verweerders hebben niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld in de wijze waarop zij de zaak van klager hebben behandeld en hebben overgedragen. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5050

    Arts in detentiecentrum heeft 6-jarig meisje gezien, drie dagen voor uitzetting van het gezin. Kort na uitzetting is lymfoblastaire leukemie vastgesteld. Klacht tegen arts ongegrond: gelet op de informatie die (voor zover het college kan nagaan) bij de arts bekend was (niet lekker, bloedneus, ziekenhuisbezoek zonder vervolgbehandeling en sinds een dag koorts), had hij geen indicatie om andere diagnose dan een virale infectie te overwegen en is hij niet in de zorg voor het kind tekortgeschoten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747985 / DW RK 24/116 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de hypotheekakte te executeren. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:242 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7227

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager is sinds 2016 bekend met psychotische episoden en vanaf april 2021 was de psychiater zorgverantwoordelijk voor klager. Op enig moment is klager (in een psychotische episode) uit een raam op de vierde etage gesprongen, met ernstige lichamelijke gevolgen. Klager is van mening dat de psychiater hem geen goede zorg heeft verleend, onder andere omdat zij te weinig actie ondernam terwijl klager en zijn familie dringend om hulp vroegen toen het slechter ging met klager.Het college overweegt als volgt. Op enig moment namen de psychotische symptomen toe bij klager. Omdat een switch van medicatie om die reden aangewezen was, welke switch klinisch moest gebeuren, werd besloten tot een zorgmachtigingsaanvraag. Voordat het tot een opname kon komen, vond het ernstige ongeval plaats. Uiteraard is het verdrietig dat klager nog voordat zijn opname had kunnen plaatsvinden onder invloed van angsten en wanen uit het raam is gevallen, maar dat treurige gegeven maakt naar het oordeel van het college niet dat achteraf moet worden geconcludeerd dat er meer vaart achter de opname had moeten worden gezet. Uit de stukken en de toelichting daarop van de psychiater blijkt niet dat er een opvallende vertraging is opgetreden in het proces rond de aanvraag. Evenmin blijkt daaruit dat er voldoende grond was voor een crisismaatregel. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:275 Hof van Discipline 's Gravenhage 230392

    Samenvatting Klacht over eigen advocaat. Hangende de hoger beroepsprocedure in de strafzaak van klager heeft verweerder de zaak overgenomen van de vorige raadsman. Klager verwijt verweerder dat hij bij gelegenheid van het overnemen van de zaak of daarna, bij het beëindigen van zijn rechtsbijstand, het strafdossier niet aan klager heeft verstrekt. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:243 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7081

    Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater is een intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met een cliënte die bij hem onder behandeling was. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwijt de psychiater grensoverschrijdend gedrag. Een vriendschappelijke relatie met een cliënt van deze aard is in strijd met de geldende beroepsnormen. De psychiater erkent de intensieve vriendschapsrelatie en het grensoverschrijdende karakter ervan. De klacht wordt gegrond verklaard.De psychiater heeft zich inmiddels uitgeschreven bij het BIG-register. Alles overwegende acht het college het op zijn plaats om de psychiater een voorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar op te leggen met een proeftijd van twee jaar, waarbij de voorwaardelijke schorsing ingaat op het moment dat de psychiater zich weer laat inschrijven in het BIG-register. Het college acht het aangewezen dat de psychiater zich bij een eventuele hervatting van werkzaamheden in de individuele gezondheidszorg laat begeleiden door een supervisor, dit om met name omstandigheden te (leren) herkennen die voldoende afstand tot een cliënt kunnen belemmeren. Gedurende de proeftijd kan deze supervisie door middel van een bijzondere voorwaarde worden zeker gesteld. Publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:188 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-317/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat. Van concrete inhoudelijke werkzaamheden is niet gebleken. Verweerder heeft het bovendien doen voorkomen alsof er een zitting geagendeerd was, die uiteindelijk zou zijn uitgesteld, maar van enige proceshandeling of contact met de (griffie van de) faillissementskamer van de rechtbank is geen sprake geweest. Klager heeft herhaaldelijk moeten vragen naar de stand van zaken, maar ook dit heeft er niet toe geleid dat verweerder actie is gaan ondernemen. Het gevolg daarvan is geweest dat klager werd geconfronteerd met het faillissement van zijn wederpartij nog vóórdat hij de kans had gekregen om tot (gedeeltelijke) incasso van zijn vorderingen te komen. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden, legt de raad de maatregel van schrapping op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:250 Hof van Discipline 's Gravenhage 240012

    Klacht tegen eigen advocaat. Beroep ingesteld door verweerder. Klacht over de gang van zaken rondom het instellen van hoger beroep in een strafzaak. Verweerder heeft buiten de appeltermijn hoger beroep voor klager ingesteld. In de klacht ligt naar het oordeel van zowel de raad als het hof ook een verwijt over gebrekkige schriftelijke vastlegging besloten. Het hof komt tot de slotsom dat verweerder in de appeltermijn te passief en daarmee onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:276 Hof van Discipline 's Gravenhage 240032

    Aan deze klacht gaat een hoog oplopende burenruzie vooraf, tussen twee broers, enerzijds en hun buren anderzijds. Tussen deze partijen zijn diverse procedures gevoerd. In een van de procedures hebben partijen op enig moment mediation geprobeerd. Tussen de broers en de buren is voor de mediation geheimhouding overeengekomen. De broers verwijten verweerder, advocaat van hun buren, dat hij de geheimhouding heeft geschonden door informatie uit de mediation te openbaren in een rechterlijke procedure. Het hof is met de raad van oordeel dat de prijsgegeven informatie ging over een door een van de broers jegens zijn buren geuite dreiging met een strafbaar feit en dat deze informatie daarom een uitzondering betrof op de overeengekomen geheimhouding. Het gebruik van de informatie diende bovendien een redelijk doel. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-585/DH/DH/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar tegen een Spaanse advocaat die is ingeschreven op het Nederlandse tableau op grond van artikel 16h Advocatenwet. Uitleg van Unierechtelijke (samenwerkings)verplichtingen voor buitenlandse advocaten op grond van Richtlijn 77/249/EEG en Richtlijn 98/5/EG.Verweerder heeft in strijd met artikel 16i Advocatenwet gehandeld door niet zijn oorspronkelijke beroepstitel van ‘abogado’ te voeren, maar die van ‘advocaat’. Verweerder heeft in strijd met artikel 16j Advocatenwet gehandeld door geen samenwerking te zoeken met een nationale advocaat. Tot slot heeft verweerder in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. De kwaliteit van verweerders dienstverlening is op het gebied van procesvoering (ver) onder de maat en zijn processtukken zijn voor rechtscolleges onbegrijpelijk. Dekenbezwaar gegrond. Twaalf weken schorsing, waarvan zes weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:277 Hof van Discipline 's Gravenhage 240042

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klaagster is met de dochters van haar overleden man verwikkeld in een geschil over de erfenis. Verweerder is de advocaat van de dochters. Klaagster is van mening dat verweerder in zijn bijstand aan de dochters onnodig conservatoir beslag heeft gelegd en een procedure is gestart zonder het Centraal Testamentenregister te raadplegen. De raad was het daarmee niet eens. Deze onderdelen van de klacht zijn in beroep opnieuw aan de orde. Het hof verklaart het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het niet raadplegen van het Centraal Testamentenregister alsnog gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-657/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Verweerster heeft de zaak van klager zorgvuldig aangepakt. Verweerder heeft klager een realistische inschatting kunnen geven van de kans op een succesvolle zaak tegen de verkopers door de inschakeling van het deskundigenbureau en haar analyse van de zaak op grond van het rapport van de deskundige. Het feit dat klager niet tevreden is met het rapport van het deskundigenbureau en dat de conclusie van verweerster teleurstellend voor klager is, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2403

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster kwam bij de huisarts voor een ingegroeide teennagel. De huisarts voerde een behandeling uit waarbij een verdoving is gezet, een reep teennagel is verwijderd en de nagelriem is verkleind. Klaagster hield pijnklachten, kreeg een blaar en uiteindelijk is lokale necrose ontstaan. Klaagster verwijt de huisarts met name dat hij te laat heeft doorverwezen naar een plastisch chirurg. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:278 Hof van Discipline 's Gravenhage 240046

    Verweerster is een voormalig deken. In haar hoedanigheid van deken is zij opgetreden tegen klaagster. Klaagster heeft vervolgens verschillende klachten ingediend tegen verweerster, die telkens verband houden met het handelen van verweersters als deken tegen haar. Het hof is met de raad van oordeel dat klaagster in deze zaak opnieuw klaagt over zaken waarover ze eerder ook al heeft geklaagd. Ne bis in idem, klaagster is in haar klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:273 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-202/AL/OV

    Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. De raad is op basis van het verweer, de overgelegde stukken en de toelichtingen daarop niet gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig en bekwaam rechtsbijstand aan klager heeft verleend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:279 Hof van Discipline 's Gravenhage 240199

    Beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet ongegrond. De bijstand die klaagster wenst hoeft niet te worden verleend door een advocaat.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2362

    Klacht tegen arts maatschappij en gezondheid. Klager verwijt de arts maatschappij en gezondheid dat zij, met het ondertekenen van de uitnodigingsbrief om een coronavaccinatie te halen, klager heeft geadviseerd zich te vaccineren met een coronaprik. Klager onderbouwt zijn klacht met bijlagen waaruit kan worden afgeleid dat hij kritiek heeft op het aangeboden vaccin. De arts maatschappij en gezondheid heeft, vanuit haar hoedanigheid van medisch programmamanager van het RIVM, de uitnodigingsbrief ondertekend waarin klager een coronaprik wordt aangeboden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen waarover wordt geklaagd niet valt onder de eerste tuchtnorm en dat de arts ook niet in strijd met de tweede tuchtnorm. Klager is van die beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen van de arts niet valt onder de eerste tuchtnorm en ook niet onder de tweede tuchtnorm. Het beklaagde handelen valt daarmee niet onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:274 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-213/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil niet professioneel en met onvoldoende distantie tot haar cliënte en het geschil opgesteld. Verweerster heeft zich niet de-escalerend opgesteld, wat in dit soort zaken wel van een advocaat wordt verwacht. Verweerster heeft hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op de omstandigheid dat verweerster niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, wordt verweerster een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:241 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6879

    Deels gegronde klacht tegen een psychiater. De echtgenoot van klaagster (hierna: de patiënt) leed aan ernstige psychische klachten. Hij was vanaf juli 2023 onder behandeling bij de psychiater. In oktober 2023 pleegde hij suïcide, tijdens een verblijf bij een instelling in het buitenland. Klaagster verwijt de psychiater nalatig en onprofessioneel handelen omdat zij afspraken niet is nagekomen, de behandeling bij een gespecialiseerde instelling niet goed heeft geregeld, en (in het algemeen en meest belangrijk) onvoldoende regie heeft gevoerd over de behandeling van de patiënt.Het college overweegt als volgt. Het verwijt van klaagster van het niet nakomen van specifieke afspraken vindt – tegenover de betwisting door de psychiater - onvoldoende steun in het dossier. Het college komt tot het oordeel dat het niet altijd (direct) reageren op e-mails van klaagster, en het pas enige dagen na haar vakantie (en daarmee later dan afgesproken) contact opnemen, een niet zodanige tekortkoming is dat de psychiater daarover een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Wel is het verwijtbaar dat de psychiater na het overlijden van de patiënt niet aan klaagster heeft laten weten dat zij op korte termijn niet meer voor de zorginstelling werkzaam zou zijn, en daarmee niet meer beschikbaar zou zijn voor een nabespreking.Ook is het college van oordeel dat de psychiater te weinig de regie naar zich toetrok, dan wel waarmaakte, toen de patiënt liet weten naar het buitenland te vertrekken. De psychiater stond voor een zeer moeilijk afweging en keuze, bij het voorgenomen vertrek van de patiënt naar het buitenland. Zij had ernstige bedenkingen tegen zijn plan en voorzag verder dat zij geen zicht zou hebben op zijn behandeling aldaar. In die situatie had de psychiater dan ook duidelijk kenbaar moeten maken de behandelrelatie te zullen stoppen waardoor het voor patiënt en klaagster duidelijk zou zijn dat de psychiater geen behandelverantwoordelijkheid wenste te nemen voor dit verblijf in het buitenland en wat daar zou gebeuren. De psychiater heeft dit evenwel niet gedaan en bleef daarmee verantwoordelijk voor de behandeling van deze patiënt, een verantwoordelijkheid die ze niet kon waarmaken en waarbij zij geen of althans onvoldoende regie voerde bij de behandeling van deze kwetsbare patiënt. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten.Hoewel het verwijt zodanig is dat in beginsel moet worden gekomen tot een berisping, ziet het college in de specifieke omstandigheden van het geval aanleiding om te volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:181 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2478

    Herzieningsverzoek. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft een klacht tegen de verpleegkundige gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard en daarbij aan de verpleegkundige de maatregel van berisping opgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft besloten tot openbaarmaking van deze berisping en de gronden waarop zij berust zoals bedoeld in artikel 9 en 11 Wet BIG. Dit betekent dat de berisping vanaf de datum dat de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege onherroepelijk is geworden vijf jaar lang zichtbaar is in het BIG-register. De verpleegkundige heeft bij het Centraal Tuchtcollege op de voet van artikel 52 Wet BIG een verzoek ingediend tot herziening van die beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het herzieningsverzoek te laat is ingediend en geen naderhand gebleken omstandigheden bevat die naar ernstig vermoeden bij eerdere bekendheid tot een andere beslissing zouden hebben geleid. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de verpleegkundige niet ontvankelijk in haar verzoek.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:280 Hof van Discipline 's Gravenhage 240295

    De klacht tegen de deken wordt niet verwezen. Enerzijds is de klacht prematuur, anderzijds kan klager zijn bezwaren tegen de klachtbehandeling door de deken uiten in de tuchprocedure bij de raad van discipline.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-692/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk voor zover klager daar reeds eerder over heeft geklaagd. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder treedt niet op als klagers advocaat in diens aansprakelijkstelling tegen verweerder. Misbruik van recht-bepaling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:165 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-691/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Het zoeken naar een minnelijke oplossing valt onder de vrijheid die een advocaat toekomt. Die oplossing komt bovendien tegemoet aan klagers wensen. Niet gebleken dat verweerder klager (onnodig) onder druk heeft gezet. Verweerder was niet gehouden de zaak voor de rechter te brengen en mocht zich aan de zaag onttrekken. Niet gebleken dat verweerder is omgekocht door de wederpartij. Verweerder mocht met zijn werkzaamheden wachten tot de eigen bijdrage was betaald. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:160 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-415/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder klagers zaak niet voortvarend heeft behandeld, dat verweerder de afspraken niet is nagekomen en dat hij slecht bereikbaar was. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:161 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-345/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. De raad is van oordeel dat verweerster in de randnummers 9, 18 en 126 van het verweerschrift van 6 november 2023 geen onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan. Met het in het geding brengen van een brief van de psycholoog van de vrouw waarin uitlatingen staan over klager, terwijl de psycholoog klager nooit heeft gesproken, heeft verweerster naar het oordeel van de raad wel tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Naar het oordeel van de raad zijn de in de brief gebezigde kwalificaties van de persoon en het gedrag van klager grievend voor klager en heeft verweerster niet, ook niet desgevraagd ter zitting, voldoende kunnen onderbouwen waarom het in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte nodig was om deze brief in het geding te brengen. Deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:162 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-481/DB/GLD

    Raadsbeslissing. Verzet gegrond omdat de voorzitter tot kennelijke onbevoegdheid had moeten beslissen. De raad verklaart de raad onbevoegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:163 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-480/DB/OV

    Raadsbeslissing. Verzet gegrond omdat de voorzitter tot kennelijke onbevoegdheid had moeten beslissen. De raad verklaart de raad onbevoegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:68 Accountantskamer Zwolle 24/2083 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Klager en zijn (ex-)vrouw hebben een conflict over de financiële afwikkeling van hun echtscheiding, meer in het bijzonder over de waarde van een BV waarvan zij allebei voor 50% aandeelhouder zijn. De vrouw is bestuurder van de BV en heeft betrokkene gevraagd om (onder andere) een samenstellingsopdracht voor de BV aan te nemen. Betrokkene heeft deze opdracht aanvaard. Klagers verwijten betrokkene onder andere dat hij voor de aanvaarding van de opdracht geen collegiaal overleg heeft gevoerd met de voorgaande accountant van de BV om te onderzoeken of er gronden waren die tot afwijzing van de opdracht hadden moeten leiden. Volgens klagers had betrokkene zorgen moeten hebben over de integriteit van de vrouw, omdat zij hem financieel zou hebben benadeeld. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene wel heeft voldaan aan de verplichting op grond van artikel 15a lid 1 VGBA om voor aanvaarding van de samenstellingsopdracht collegiaal overleg te voeren. Hij heeft (mede) op basis van dit collegiaal overleg kunnen concluderen dat er ten aanzien van de vrouw geen integriteitskwesties waren die aan aanvaarding van de opdracht in de weg stonden. De overige door klagers aangevoerde klachtonderdelen zijn ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:193 Raad van Discipline Amsterdam 24-356/A/A/D

    Dekenbezwaar. De deken verwijt verweerster dat zij herhaaldelijk niet of niet tijdig voldoet aan verzoeken van de deken om inlichtingen en dat verweerster met die opstelling de deken op onaanvaardbare wijze belemmert in haar toezichthoudende taak. Daarnaast wordt verweerster verweten dat zij tweemaal op een zitting van de raad inzake een tegen haar gericht 60b-verzoek, in strijd met de waarheid heeft verklaard. Voor het verwijt inzake het belemmeren van de deken in haar toezichthoudende taak is verweerster reeds op grond van het 60b-verzoek van de deken op 9 september 2024 door de raad voor onbepaalde tijd geschorst in de uitoefening van haar praktijk (de zaak met nummer 24-459/A/A). In de onderhavige zaak erkent verweerster dat zij met haar handelen en nalaten de deken in haar toezichthoudende taak belemmert. Dit bezwaaronderdeel wordt reeds daarom gegrond verklaard. Daarnaast stelt de raad vast dat verweerster, anders dan zij had verklaard, inderdaad zonder bericht afwezig is geweest bij een getuigenverhoor en dat zij tevens in strijd met de waarheid heeft verklaard dat zij al haar strafzaken had overgedragen aan een andere advocaat. Verweerster heeft zich nog beroepen op verdrietige persoonlijke omstandigheden, welke door de raad wel worden gezien maar naar het oordeel van de raad geen rechtvaardiging vormen voor het handelen van verweerster. Aan verweerster wordt daarom als maatregel een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van haar praktijk van zes weken opgelegd, welke ingaat nadat de schorsing op grond van het 60b-verzoek is geëindigd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:194 Raad van Discipline Amsterdam 24-261/A/A

    Raadsbeslissing; klacht tegen eigen advocaat. Klaagster stelt onder meer dat verweerster in een strafzaak een ondermaats verweer heeft gevoerd, dat verweerster haar ten onrechte heeft geadviseerd om niet op de zitting van de strafzaak aanwezig te zijn en dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de verdediging van klaagster neer te leggen. Klaagster wordt daarin niet gevolgd. Uit de overgelegde stukken blijkt namelijk dat klaagster steeds heeft ingestemd met de in de strafzaak te volgen strategie, dat klaagster er uiteindelijk zelf voor heeft gekozen om niet op zitting aanwezig te zijn en dat verweerster de verdediging van klaagster pas heeft beëindigd nadat verweerster hoger beroep had ingesteld en dat verweerster klaagster er op heeft gewezen welke termijn er nog was voor het indienen van onderzoekwensen in het hoger beroep. De klacht wordt in al haar onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:182 Raad van Discipline Amsterdam 24-311/A/A

    Raadsbeslissing; Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzet. Klacht te laat ingediend

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:195 Raad van Discipline Amsterdam 24-480/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening. De klacht heeft betrekking op de voortvarendheid van verweersters werk. De klacht is op één klachtonderdeel gegrond verklaard. Verweerster had de pleitnota zo kort voor de zitting aan klagers toegezonden dat de inhoud ervan niet meer besproken kon worden. Verweerster heeft meteen erkend dat dit niet goed is gegaan. De raad weegt dit mee in zijn oordeel. Ook heeft verweerster ter zitting aandacht gevraagd voor de werkdruk in de sociale advocatuur. En hoewel deze werkdruk niet ten koste van de cliënt mag gaan, heeft de raad wel begrip voor de druk waaronder verweerster als sociaal advocate klaarblijkelijk staat. Alles overwegende en in aanmerking nemende dat verweerster een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, ziet de raad aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:239 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6825

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een cardioloog. Klager is vanwege een hartinfarct opgenomen geweest in het ziekenhuis waar verweerder als cardioloog werkzaam was. Klager verwijt de cardioloog dat deze hem niet direct heeft doorverwezen voor een dotterbehandeling, maar heeft gekozen voor een behandeling met medicijnen. Het college overweegt dat het hartinfarct waarmee klager zich op de SEH presenteerde al langer dan 24 uur geleden was doorgemaakt. Dit valt af te leiden uit het dossier. Een dotterprocedure is dan niet meer zinvol. Verweerder heeft in overleg met zijn collega en het hartteam zijn behandeling bepaald en klager ook nog verwezen voor een second opinion. Het college is van oordeel dat de behandeling die klager van verweerder heeft gekregen zorgvuldig is geweest en in overeenstemming met de geldende richtlijnen. De klacht is kennelijk ongegrond.