Zoekresultaten 1-50 van de 2883 resultaten
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29
- Datum publicatie: 24-04-2025
- Datum uitspraak: 27-02-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:5
1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439684 / KL RK 24-104
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 04-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:5
De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door het voeren van een onzorgvuldige organisatie, niet reageren contactverzoeken van klagers en het niet onverwijld rechtzetten van administratieve slordigheden. Deze klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Het al dan niet tonen van weinig tekenen van zelfreflectie valt niet onder de reikwijdte van het notarieel tuchtrecht. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Het verwijt dat sprake zou zijn van loyaal declaratiegedrag door de notaris is niet onderbouwd. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd wegens het niet betrachten van de nodige zorgvuldigheid die van een notaris wordt verwacht, noch het voldoen aan zijn zorgplicht jegens klagers.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440644 / KL RK 24-128
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 21-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:11
Klagers verwijten de notaris dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de relatie van erflater en erfgenaam voordat de verklaring van erfrecht is afgegeven. De klacht is ongegrond. De notaris ging zorgvuldig met de situatie om en deed voldoende onderzoek. De notaris heeft het oordeel van de voorzieningenrechter, over wie erfgenaam is, afgewacht. De notaris was gebonden aan de uitspraak van de voorzieningenrechter.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/442291 / KL RK 24-147
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 21-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:12
Klacht is ongegrond, omdat de notaris enkel de verplichting had de eerste koopovereenkomst in te schrijven in de openbare registers. Verder dan dat strekte haar ministerieplicht niet. Klager verwijt de notaris veel meer dan dat, derhalve ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/432637 / KL RK 24-28 C/05/432638 / KL RK 24-29 C/05/432641 / KL RK 24-30 C/05/432644 / KL RK 24-31 C/05/432647 / KL RK 24-32
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 13-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:13
notaris hoefde zijn ministerie niet te weigeren, was enkel aangesteld als veilingnotaris. Onderzoeksplicht gaat niet dusdanig ver dat de notaris het gehele voortraject van de deurwaarder moet controleren. Ongegrond.Ten aanzien van de andere notarissen geldt dat de klacht niet voldoende is onderbouwd middels een feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439697 / KL RK 24-106 C/05/439698 / KL RK 24-107
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 03-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:14
Klaagster verwijt de notarissen dat zij hun informatieplicht, wilscontroleplicht en waarschuwingsplicht hebben geschonden bij het opstellen en passeren van de notariële akte van uitgifte van aandelen. De klacht tegen de notaris is ongegrond. De klacht tegen de kandidaat-notaris is gegrond, zonder dat er een maatregel wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435140 / KL RK 24-52
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:9
Klaagster verwijt de notaris dat hij in zijn hoedanigheid als executeur-testamentair de nalatenschap niet voortvarend en correct heeft afgewikkeld. De Kamer is het daarmee niet eens. De notaris is druk geweest met het achterhalen van gegevens en uiteindelijk heeft een juridische procedure ertoe geleid dat een minnelijke regeling tot stand kwam. Het heeft er ook de schijn van dat het juist klaagster is geweest die veel discussie heeft opgeworpen. Dat staat haar uiteraard vrij, maar dan kan vervolgens niet de notaris verweten worden dat hij onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/30
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:8
Klaagster, die handelt voor zich in privé en als bestuurder van de VvE hoofdsplitsing, verwijt de notaris dat hij partijdig handelt door met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht te weigeren om inzage te verlenen in de verklaring van de VvE ondersplitsing die is gehecht aan de akte van levering ten aanzien van een (onder)appartementsrecht. Voor zover klaagster voor zich in privé handelt, ontbreekt een redelijk belang en is de klacht niet-ontvankelijk. De klacht is ongegrond voor zover klaagster handelt in haar hoedanigheid van bestuurder van de VvE hoofdsplitsing. De kamer stelt voorop dat de verklaring van de VvE ondersplitsing enkel de partijen bij de akte van levering en de VvE ondersplitsing bindt en geen werking heeft tegenover derden zoals de VvE hoofdsplitsing. Wie namens het bestuur van de VvE ondersplitsing de verklaring heeft afgelegd en hoe deze tot stand is gekomen, is vertrouwelijke informatie die onder de geheimhoudingsplicht van de notaris valt. De notaris beroept zich jegens klaagster q.q. dus terecht op zijn geheimhoudingsplicht.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-30 en 24-31
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:7
Klager verwijt de notarissen dat de verklaring van erfrecht niet is opgesteld conform het testament van erflaatster. Volgens klager zijn hij, zijn broer en de acht neven en nichten van erflaatster erfgenaam en niet slechts legataris. De notarissen hebben een eigen interpretatie aan het testament gegeven. Zij zijn op de stoel van de rechter gaan zitten. De Kamer is van oordeel dat de toegevoegd notaris na het raadplegen van literatuur en deskundigen kon beslissen klager niet als erfgenaam op te nemen in de verklaring van erfrecht en dat de notarissen die verklaring ook niet hoefden aan te passen. De opgemaakte verklaring van erfrecht is niet evident fout. De klacht op dit punt is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-14, 24-15, 24-16 en 24-17
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:8
Op 16 mei 2022 heeft notaris [C] een verklaring van erfrecht afgegeven. Uit deze verklaring van erfrecht blijkt dat klaagster en haar broer enig erfgenamen zijn en mr. [H] als opvolgend executeur-afwikkelingsbewindvoerder zelfstandig bevoegd is de goederen van de nalatenschap van erflaatster de beheren en daarover te beschikken. Klaagster verwijt de notarissen bij de afwikkeling van de nalatenschap onzorgvuldig handelen en/of nalaten. De kamer verklaart de klachten op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/27
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:7
Wijziging huwelijkse voorwaarden: klacht ingediend nadat door echtscheiding vragen waren gerezen over de wijziging. De gevolgen van de akte waren redelijkerwijs bekend vanaf het moment van passeren daarvan. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-45
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:9
Omdat een notaris hoofdelijk aansprakelijk is voor een correcte afdracht van verschuldigde overdrachtsbelasting, is terughoudendheid geboden en kan niet te snel worden uitgegaan van een vrijstelling. Pas uit de vaststellingsovereenkomst bleek dat het perceel grond dienstbaar was aan de door beide broers gevoerde onderneming en dat die onderneming door klager werd voortgezet. Eerst toen werd duidelijk dat een beroep kon worden gedaan op de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub b WBR. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 753951 / NT 24-18
- Datum publicatie: 16-04-2025
- Datum uitspraak: 27-03-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:3
1.1. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen enkele aanleiding had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en de mogelijkheid tot vrije wilsvorming van erflaatster, maar hij heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. In de gegeven omstandigheden had de notaris niet af mogen gaan op het oordeel van een van zijn medewerksters, zoals hij blijkens zijn bericht aan de bewindvoerder wel heeft gedaan. Dat de notaris erflaatster zelf heeft gesproken over de inhoud van de akte is niet komen vast te staan, laat staan op welke wijze dit zou zijn gebeurd. De notaris heeft de kamer er daarom niet van kunnen overtuigen dat hij zich met de vereiste zorgvuldigheid een indruk heeft gevormd van de wilsbekwaamheid van erflaatster en dat hij zich er naar behoren van heeft verzekerd dat erflaatster deze akte zelf heeft gewild en bij het vormen van haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed. De klacht is daarom gegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 754082/NT 24-19
- Datum publicatie: 16-04-2025
- Datum uitspraak: 27-03-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:4
1.1. Ook de tweede klacht is gegrond. De notaris heeft toegelicht dat zij met de ‘akte verdeling nalatenschap’ van 11 september 2022 een verdeling van de nalatenschap tussen de deelgenoten heeft beoogd te bewerkstelligen om te kunnen voldoen aan de vereisten voor een succesvol beroep op de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De notaris heeft ter zitting echter niet kunnen uitleggen hoe zij deze verdeling voor zich zag, wetende dat niet alle deelgenoten aan deze verdeling meewerkten. De notaris heeft ter zitting ook niet kunnen uitleggen wat de rechtsgevolgen zijn van de door haar verleden akte. Daarmee staat ook vast dat de notaris klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de gevolgen van de akte (Belehrung, klachtonderdeel 1). De rechtsgevolgen van de akte zijn de kamer na lezing van de akte ook niet duidelijk geworden. Zo is onduidelijk of alle bestanddelen die in de akte staan vermeld wel (volledig) tot de nalatenschap behoorden, is onduidelijk of sprake is van levering of afgifte van legaten en ook in hoeverre de beoogde rechtshandelingen alle kunnen zijn “ter uitvoering van” het keuzelegaat in het testament zoals in de akte staat vermeld. Bovendien is niet duidelijk wat het aan de kinderen gelegateerde of geleverde bloot eigendom van erflaatsters aandeel in de maatschap behelst voor zover dat aandeel de economische eigendom betrof van de in de akte genoemde percelen cultuurgrond. Hiermee staat al vast dat de notaris bij het opstellen en passeren van de akte onzorgvuldig en ondeskundig heeft gehandeld. De kamer zal daarom niet verder ingaan op andere verwijten die klaagster de notaris maakt ten aanzien van de inhoud van de akte (klachtonderdelen 2 tot en met 6). Vast staat dat klaagster goede redenen had om haar medewerking aan deze akte te weigeren.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-21
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:4
De notaris heeft laten weten dat zij erflaatster uitgebreid onder vier ogen heeft gesproken op het notariskantoor en de gevolgen van de wijzigingen van het testament met haar heeft doorgenomen. Mevrouw [G] bleef achter in de wachtkamer. De notaris heeft op verschillende manieren vragen aan erflaatster gesteld, waarop door erflaatster consistent werd geantwoord. Ook bleken de wijzigingen overeen te komen met de wijzigingen die erflaatster met haar advocaat had besproken. Daarna is het concept verstuurd naar erflaatster en met haar toestemming naar haar advocaat gestuurd. Hoewel de notaris geen twijfel had over de wilsbekwaamheid heeft zij volledigheidshalve, omdat de afspraak van erflaatster met de neuroloog al gepland stond, gewacht op een verklaring van deze arts. Daarin werd de wilsbekwaamheid bevestigd. Tijdens het passeren bleven [D] en [G] in de wachtkamer achter. Onder vier ogen heeft de notaris nogmaals gecontroleerd of de wijzigingen van het testament conform de wensen van erflaatster waren. Toen dat het geval bleek, heeft de notaris de akte gepasseerd. De Kamer is van oordeel dat niet gebleken is dat de notaris onzorgvuldig is geweest in haar beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflaatster direct voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van het testament. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-39
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:5
Klaagster verwijt de notaris dat zij de akte van levering heeft gepasseerd, terwijl partijen het nog niet eens waren over de inhoud van de depotovereenkomst. Voordat de Kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht kan toekomen, moet eerst (ambtshalve) worden beoordeeld of de klacht ontvankelijk is. Een vereniging wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. [A] is niet een bestuurder van klaagster. Niet is gesteld of gebleken dat de statuten van klaagster aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen. Van een machtiging aan [A] om klaagster te vertegenwoordigen is evenmin gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-40
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:6
Uit hetgeen in het verzetschrift en ter zitting naar voren is gekomen was klaagster op 9 oktober 2017 aanwezig bij het passeren van de hypotheekakte. Het moet er daarom voor gehouden worden dat klaagster vanaf die datum op de hoogte is geweest van het handelen van de notaris waartegen de klacht zich richt. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van een klacht tegen dit handelen in principe is geëindigd op 9 oktober 2020. Anders dan klaagster stelt, kan dus niet begin mei 2021, toen klaagster ermee bekend werd dat er een tweede recht van hypotheek op haar woning was gevestigd, worden aangemerkt als het (eerste) moment waarop klaagster kennis heeft genomen van het gesteld klachtwaardig handelen van de notaris en als aanvang van de termijn van drie jaar. Indien zou moeten worden aangenomen dat de gevolgen van het handelen of nalaten van de notaris pas in mei 2021 voor klaagster redelijkerwijs bekend zijn geworden, dan dient dat moment te worden aangemerkt als aanvang van de aanvullende vervaltermijn van een jaar. In dat geval is de aanvullende vervaltermijn begin mei 2022 verlopen. Nu de klacht op 5 maart 2024 is ingediend, is dit te laat. Omdat de klacht niet-ontvankelijk is, is het verzet ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-19 en 24-50
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:1
Klaagster verwijt de notaris dat de woning tegen een te lage verkoopprijs en met een te korte verkooptijd is verkocht en zonder te controleren of de man de werkzaamheden aan de woning had verricht om de woning in goede staat te krijgen. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij bij de overdracht van de woning heeft nagelaten om te controleren of aan alle hypotheekvoorwaarden was voldaan, inclusief het hebben van een Cardiff polis. De klacht is op alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-22 en 24-23
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:2
Klager verwijt de notarissen dat zij hebben nagelaten [A] voor, op of kort na 9 april 2021 te melden dat [I] (blijkbaar) een opdracht tot inschrijving van de koopovereenkomsten in de openbare registers heeft gegeven. De Kamer is van oordeel dat de notarissen daar niet toe gehouden waren. De in artikel 7:3 BW opgenomen Vormerkung strekt uitsluitend tot bescherming van de koper en betreft, zoals de notarissen terecht hebben gesteld, een eenzijdig recht van de koper. Zowel dit klachtonderdeel als de overige klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-28
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:3
Vast staat dat aan deze klachtprocedure dezelfde feiten ten grondslag liggen als aan de eerdere klachtprocedure, waarover in eerste aanleg (beslissing Kamer 17 mei 2023) en tweede aanleg (beslissing Hof 26 maart 2024) al is geoordeeld. Klager heeft onvoldoende begrijpelijk onderbouwd waaruit het klachtwaardig handelen van de notaris bestaat dat nieuw/anders is ten opzichte van het gestelde klachtwaardig handelen van de notaris in de eerste klachtprocedure. De klacht is in zoverre ongegrond en voor het overige niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:4 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/28
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:4
Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van twee (hoog)bejaarde testatrices. Ontvankelijkheid (redelijk belang). Beroep op geheimhoudingsplicht. Notaris is met instemming van klagers buiten hun aanwezigheid gehoord en heeft daarbij stukken ter inzage gegeven aan de kamer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:5 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/25
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:5
De klacht gaat over de verkoop en levering van een bedrijfswoning door de moeder van klaagster aan de jongste zus van klaagster, waarbij de oud-notaris betrokken was. De kamer is van oordeel dat de oud-notaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de koopprijs in de onderhavige familiaire transactie door uit te gaan van een actueel taxatierapport en de getaxeerde waarde te vergelijken met de op dat moment geldende WOZ-waarde. Van een (door het opstellen/passeren van de koopakte en de akte van levering) meewerken aan een constructie waarbij de zus werd bevoordeeld en moeder (en daarmee klaagster als toekomstig erfgename van moeder) werd benadeeld is niet gebleken. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:6 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/21
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:6
De notaris heeft onvoldoende zorgvuldig gehandeld door bij de totstandkoming van erflaters testament en de daarbij behorende beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater op verschillende vlakken onvoldoende regie te voeren. Zonder erflater te hebben gesproken heeft de notaris het onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflater aan (de echtgenoot van) klagers zus overgelaten die een eigen belang had bij de onterving van klager. Vervolgens heeft de notaris verzuimd de valse start te herstellen door alsnog deugdelijk onderzoek te doen naar de aan de arts gegeven opdracht en de aspecten die de arts daarbij in zijn advies heeft kunnen betrekken. Ook heeft de notaris zich afhankelijk gemaakt van het moment dat (de echtgenoot van) klagers zus de benodigde verklaring van de arts aan haar verstrekte. Een zorgvuldige afhandeling van een verzoek van erflater tot wijziging van zijn testament is hierdoor onder tijdsdruk komen te staan, waarbij het nog maar de vraag is of die tijdsdruk er in objectieve zin ook was. De klacht wordt in zoverre gegrond verklaard. Aan de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:3 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/23
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:3
De notaris heeft, in zijn hoedanigheid van executeur, een vrij overzichtelijke nalatenschap bijna tien jaar op zijn beloop gelaten. Hij heeft de twee goede doelen, die erflater tot zijn enige erfgenamen had benoemd, nooit geïnformeerd over het openvallen van de nalatenschap en in al die jaren nauwelijks iets gedaan om uitvoering te geven aan de laatste wil van erflater. Zo heeft de notaris diens inboedel, auto en woning laten verloederen en zelfs geen actie ondernomen toen hij er jaren geleden mee bekend werd dat de woning was gekraakt. De kamer heeft de notaris voorgehouden dat de indruk bestaat dat hij in deze zaak telkens als een struisvogel de kop in het zand heeft gestoken om zijn nalaten niet onder ogen te hoeven zien. Door zijn jarenlange nalaten en door ook niet (tijdig) te reageren op brieven van het ministerie, van de gemeente, van het BFT en van de kamer heeft de notaris er telkens blijk van gegeven voor zijn verantwoordelijkheid weg te lopen. Een eerder aan de notaris opgelegde tuchtmaatregel heeft niet geleid tot de daarmee beoogde gedragsverandering. Bij de kamer ontbreekt ieder vertrouwen dat de notaris in de toekomst niet op vergelijkbare wijze zal “weglopen” voor zijn verantwoordelijkheid. De kamer komt tot de slotsom dat het ter bescherming van het maatschappelijke vertrouwen in de zorgvuldige vervulling van het notarisambt noodzakelijk is om aan de notaris de tuchtmaatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440376 KL RK 24-123
- Datum publicatie: 10-03-2025
- Datum uitspraak: 26-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:10
Klaagster stelt dat het concept van het levenstestament niet overeenkomt met de wensen van moeder. Klaagster heeft aangevoerd dat zij de klacht primair namens haar moeder heeft ingediend op grond van een mondelinge volmacht. Ten tijde van het indienen van de klacht was moeder nog handelingsbekwaam. Zij had dus zelf kunnen klagen indien zij van mening was dat de notaris onzorgvuldig had gehandeld of klaagster daartoe schriftelijk kunnen machtigen. Uit niets kan verder blijken dat de moeder op de hoogte was van deze klacht of expliciet instemde met het handelen van klaagster. De conclusie is daarom dat niet is komen vast te staan dat moeder klaagster heeft gemachtigd de klacht namens haar in te dienen. Klaagster is geen partij bij het opstellen van het levenstestament en wordt daarin ook niet (als betrokkene) vermeld. Er is bij het levenstestament geen regeling getroffen of geweigerd die het vermogen of de positie van klaagster rechtstreeks raakt. De enkele omstandigheid dat klaagster de dochter is van moeder, en moeder voorts goederen en tegoeden heeft is onvoldoende om als belanghebbende te worden aangemerkt. Het bestaan van een familierechtelijke relatie geeft op zichzelf dus geen toegang tot het tuchtrecht. De stelling van klaagster dat het “gebruikelijk” is om kinderen als gevolmachtigde in het levenstestament op te nemen, wat daarvan ook zij, levert ook geen rechtstreeks persoonlijk belang van klaagster op. Klaagster kan niet als belanghebbende worden aangemerkt.Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/434223 KL RK 24-41
- Datum publicatie: 10-03-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:7
Klagers verwijten de notaris dat hij weigert om, ondanks verzoek daartoe (jaarlijks), rekening en verantwoording af te leggen over de door hem in depot gehouden gelden. De kamer is van oordeel dat de notaris in dit geval, vooral nu klagers daarom (meermaals) hebben verzocht, een volledig mutatieoverzicht van het verloop van de door hem in depot gehouden gelden, inclusief vermelding van (negatieve) rente en overige (bank)kosten, aan klagers had moeten toesturen. Door dit niet te doen en een weigerachtige houding aan te nemen heeft de notaris niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/434449 KL RK 24-45 C/05/434454 KL RK 24-46 C/05/434455 KL RK 24-47
- Datum publicatie: 10-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:8
Klager is notaris en houdt kantoor in een maatschap samen met de aangeklaagde notarissen. Hij schetst in zijn klacht een beeld van de interne twisten die zich in de maatschap afspelen. Die twisten hebben te maken met het ontvlechten van het kantoor en duiden op sterk getroubleerde onderlinge verhoudingen. Klager maakt de notarissen verwijten, maar volstaat met een summiere opsomming die een fragmentarische indruk maakt. Feitelijke onderbouwing door klager ontbreekt. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in een aantal klachtonderdelen en de overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/ 440884 KL RK 24-133
- Datum publicatie: 06-03-2025
- Datum uitspraak: 19-12-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:42
Verzet tegen voorzittersbeslissing waarbij de klacht van klagers kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De voorzitter heeft daarbij – kort samengevat – overwogen dat klagers hun klacht te laat hebben ingediend (buiten de driejaarstermijn) en dat voor toepassing van de uitzonderingstermijn van een jaar geen plaats is. De voorzitter heeft terecht beslist dat klagers kennelijk niet-ontvankelijk zijn. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439426 KL RK 24-99
- Datum publicatie: 06-03-2025
- Datum uitspraak: 23-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:4
BFT verwijt de notaris dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheidsplicht (artikel 17 Wna) en opschorting- en weigeringsplicht (artikel 21 lid 2 Wna) omdat: 1) de notaris een verklaring heeft afgegeven zonder nader onderzoek te doen en waarvan hij wist of kon weten dat deze in strijd was met de waarheid; 2) de notaris onvoldoende stappen heeft genomen om de dienst te weigeren of zijn dienst op te schorten totdat het dossier volledig was onderzocht.De kamer stelt vast dat de notaris de klachten niet heeft weersproken en erkent dat hij onvoldoende zorgvuldig is geweest. Het is onbegrijpelijk dat de notaris een verklaring van een derde heeft ondertekend – ook al was dit een professionele belastingadviseur – zonder voldoende onderzoek te doen of te overleggen met een collega. De notaris wist van de discussie met de belastingdienst en had zich kritisch moeten afvragen waarom hij deze verklaring ondertekende en of dit binnen de grenzen van zijn rol en verantwoordelijkheid viel. Volgaris/jurist moeten realiseren dat wat in de verklaring stond niet in overeenstemming was met de juridische werkelijkheid. Hij wist, althans hij had moeten weten, dat door het printen van de verklaring op vignetpapier, het gebruik van de ambtstempel en het voluit schrijven van de datum, de verklaring een formele uitstraling kreeg en zou worden gebruikt als notariële verklens de notaris gaf de verklaring de intentie van partijen weer, maar hij had zich als notaring bij de belastingdienst.Klacht gegrond. Schorsing voor de duur van 26 weken.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/ 436010 KL RK 24-61
- Datum publicatie: 06-03-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:6
Klagers verwijten de notaris dat hij 1) de vertrouwelijkheid van zijn gesprek met één van de klagers heeft geschonden door de inhoud te delen met erflater, waardoor de relatie van klagers met erflater is verslechterd 2) een testament heeft opgesteld waarvan de inhoud niet overeenkomt met de wil van erflater 3) geen antwoorden geeft op vragen van klagers over de totstandkoming van zijn advies 4) niet wil antwoorden op de vraag of hij met erflater onder vier ogen heeft gesproken 5) niet antwoord op de door klagers aan hem gestelde vragen 6) bij de afwikkeling van de nalatenschap niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend notaris mag worden verwacht en niet adequaat heeft gehandeld en niets gedaan om het conflict tussen de erfgenamen op te lossen. Klachtonderdelen 1, 2 en 3 ongegrond en klachtonderdelen 4, 5 en 6 gegrond. Maatregel: waarschuwing.De notaris had ervoor moeten kiezen om erflater onder vier ogen te spreken en extra stappen moeten nemen om te onderzoeken of erflater zijn wil onafhankelijk kon bepalen en deze in vrijheid kon uiten. Door de bedoelde stappen na te laten heeft de notaris onvoldoende gewaarborgd dat de testamenten van erflater wat inhoud en gevolgen betreft overeenstemden met zijn wil. De notaris heeft niet adequaat gereageerd op de door klagers gestelde vragen. Voor zover hier vragen bij zaten die hij niet kon beantwoorden wegens zijn geheimhoudingsplicht, had het op zijn weg gelegen dit aan klagers uit te leggen in plaats van zich te hullen in stilzwijgen. Dat de notaris hoopte dat de erfgenamen na de uitspraak van de kantonrechter nader tot elkaar zouden komen, is geen geldige reden voor het uitblijven van een reactie. De persoonlijke en zakelijke tegenslagen die de notaris in het afgelopen jaar heeft ervaren, zijn dat evenmin.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:2 Kamer voor het notariaat Amsterdam 751341 / NT 24-11
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 21-01-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:2
1.1. Hoewel klager geen partij is bij de akte van levering, heeft hij naar het oordeel van de kamer wel een belang bij zijn klacht omdat hij klaagt over de weigering van de notaris om hem nadere informatie te verstrekken. Daarnaast heeft hij belang bij zijn klacht over het – in zijn ogen – onvolkomen onderzoek door de notaris naar de herkomst van de gelden die bij de aankoop zijn gebruikt, nu hij stelt dat de aankoop van de woning grotendeels met gelden uit zijn beleggingsportefeuille – die zijn echtgenote deels heeft geliquideerd – is gefinancierd. Daarmee stelt hij zich kennelijk op het standpunt dat de notaris had behoren te achterhalen dat die gelden van hem afkomstig waren en dat zijn echtgenote – gelet op de reikwijdte van de aan haar verstrekte (tijdelijke) volmacht – daar niet over mocht beschikken. Klager is dan ook ontvankelijk in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 749807 / NT 24-10
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 09-01-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:1
1.1. De notaris heeft erkend dat zij de derdengelden in de twee consignatiedossiers van de derdengeldenrekeningen heeft overgeboekt naar de kantoorrekening en vervolgens naar de bankrekening van haar persoonlijke holding. Voorts heeft de notaris erkend dat zij in elk van beide consignatiedossiers een bedrag van € 10.000 heeft ingehouden.Uit de stukken van het dossier noch uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de notaris nog notariële diensten of werkzaamheden heeft verricht voor [notariskantoor A], zodat de notaris naar het oordeel van de kamer voornoemde bedragen zonder grondslag onder zich heeft gehouden. De notaris heeft daarmee gehandeld in strijd met het bepaalde in de artikelen 17, 25 lid 1 en 93 lid 1 Wna, zodat dit klachtonderdeel gegrond is.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435166 / KL RK 24-56
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:40
Klagers hebben hun woning verkocht en de kandidaat-notaris opdracht gegeven voor de levering. De koper heeft een waarborgsom gestort op de derdengeldenrekening van de notaris. Een maand voor de overdracht heeft koper aan klagers bericht dat zij de koopovereenkomst eenzijdig ontbindt dan wel vernietigd op grond van dwaling dan wel (tevens) bedrog. Klagers hebben bezwaar gemaakt en vragen de kandidaat-notaris om de waarborgsom niet te retourneren aan koper. De notaris heeft bij de KNB advies ingewonnen. De koper heeft laten weten dat zij de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd en daarmee is de grondslag voor verschuldigdheid van de waarborgsom weg. De waarborgsom kan niet worden vastgehouden op grond van artikel 25 lid 4 Wet op het Notarisambt (Wna). Zolang de vernietiging niet wordt teruggedraaid door een rechterlijk oordeel kan de koper de waarborgsom terugvragen. De kandidaat-notaris stuurt klagers een bericht dat ze geen gehoor kan geven aan het verzoek van klagers indien de koper de waarborgsom terugvraagt. Koper verzoekt de kandidaat-notaris nog diezelfde dag om de waarborgsom terug te geven en de notaris heeft aan dit verzoek voldaan. Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat zij in strijd heeft gehandeld met haar zorgplicht, door – in strijd met artikel 11.5 van de koopovereenkomst – de waarborgsom uit te keren aan de koper zonder dat zij hiervoor een gezamenlijke opdracht van klagers en de koper had en terwijl zij wist dat klagers het niet eens waren met de ontbinding/vernietiging van de koopovereenkomst door de koper.Bij de beoordeling van de klacht acht de kamer de tijdlijn van de gebeurtenissen van belang.De kamer acht het verwijtbaar dat de kandidaat-notaris het advies vervolgens een week heeft laten liggen en pas een dag voor de overdracht met klagers heeft gedeeld, waarna zij nog diezelfde dag de waarborgsom heeft overgeboekt naar de koper nadat de koper dit had verzocht. De kamer is van oordeel dat deze termijn tussen het delen van het advies met klagers en het overboeken van de waarborgsom, te kort is aangezien de kandidaat-notaris wist dat klagers bezwaar hadden tegen de ontbinding van de overeenkomst en het overboeken van de waarborgsom. Door te handelen zoals zij heeft gehandeld, heeft de kandidaat-notaris klagers de mogelijkheid ontnomen om zich - voordat de waarborgsom zou worden teruggeboekt - juridisch te oriënteren en eventuele vervolgstappen te zetten, zoals het in overleg gaan met de koper of het nemen van stappen om de waarborgsom zeker te stellen. Klacht gegrond en waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425317 / KL RK 23-97
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 29-10-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:41
Klager is directeur van een stichting. Tussen klager en het bestuur van de stichting is een conflict ontstaan over een voorgenomen structuurwijziging van de stichting. De notaris heeft namens het bestuur van de stichting, opdracht gekregen om de statuten en de structuur van de stichting te wijzigen. Klager heeft daar niet mee ingestemd en binnen het bestuur van de stichting bestond inmiddels ook geen overeenstemming meer over de voorgenomen wijzigingen. De concepten zijn nooit definitief gemaakt. Klager verwijt de notaris dat ze 1) fouten heeft gemaakt in voorgaande statuten, waardoor erfenissen niet meer bij de stichting terechtkomen 2) ze haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden 3) zich de opdracht tot het opstellen van nieuwe statuten heeft laten verstrekken, zonder te onderzoeken of deze persoon hiertoe bevoegd 4) de notaris zich niet onafhankelijk en onpartijdig heeft getoond, 5) de notaris klager onder druk heeft gezet en onheus heeft bejegend 6) de notaris zich ten onrechte niet heeft gerealiseerd dat het besluit tot structuurwijziging van de stichting ongeldig tot stand is gekomen 7) de notaris de fout in dreigt te gaan doordat de stichting haar ANBI-status verliest door de voorgestelde structuurwijziging. Klacht wordt deels niet-ontvankelijk verklaard omdat klager geen belanghebbende is en deels ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435162 KL RK 24-55
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 30-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:3
Klaagster verwijt de notaris dat zij in strijd met haar onafhankelijkheid en geheimhoudingsplicht heeft gehandeld doordat: 1) de notaris in maart 2023 een verklaring heeft afgelegd aan Vitesse c.s. over de leveringsakte 2003 terwijl de notaris wist of behoorde te weten dat daarover een geschil bestond en waarbij de notaris heeft nagelaten: i) om klaagster (als eigenaresse van het stadion en als procespartij) op de hoogte te brengen van het voornemen tot het geven van de verklaring, en: ii) om klaagster in de gelegenheid te stellen om te reageren. 2) de notaris onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het opstellen en passeren van de leveringsakte 2003 nu deze de bedoeling van de partijen niet juist weergeeft, althans zo onduidelijk dat daarover een geschil is ontstaan,De kamer is van oordeel dat de notaris geen verklaring heeft afgelegd, maar alleen antwoord heeft gegeven aan een collega, een kandidaat-notaris van een ander kantoor. In deze context is er sprake van collegiaal overleg en mag de notaris antwoord geven op vragen. De notaris heeft aangevoerd dat door de kandidaat-notaris ook werd gevraagd om toezending van stukken. Deze heeft de notaris niet verstrekt. Daarmee heeft de notaris ook zorgvuldig gehandeld. Daarbij acht de kamer ook van belang dat de procedure tussen klaagster en Vitesse c.s. al liep, zodat de verklaring van de notaris ook niet de aanleiding vormde tot het geschil.Klachtonderdeel 1 is ongegrond.Klachtonderdeel 2 is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/430282 KL RK 24-4
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 29-10-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:38
Klaagster verwijt de notarissen dat zij niet hebben voldaan aan hun onderzoeksplicht en zorgplicht die voorschrijft dat een notaris geen akten opmaakt en inschrijft zonder voorafgaand deugdelijk onderzoek te verrichten. Klaagster voert aan dat de notarissen hadden moeten controleren of de vordering (van € 1.316.441,00) van klaagster op de man daadwerkelijk was betaald door overdracht van de aandelen in de Spaanse vennootschappen. Zij hebben niet geverifieerd of klaagster en de man daadwerkelijk bij een Spaanse notaris zijn geweest om te verklaren wat is vermeld in de Spaanse verklaringen. Zij hadden moeten nagaan of de aandelen daadwerkelijk waren overgedragen én of er documenten zijn waaruit blijkt dat de aandelen een waarde van € 1.316.441,00 vertegenwoordigden. De akte stemt niet overeen met de inhoud van de Spaanse verklaringen. De kamer oordeelt dat de notarissen niet hoefden te twijfelen aan de Spaanse verklaringen en dat zij voldoende voortvarend en adequaat navraag hebben gedaan over de discrepantie die zij signaleerden. De klacht is ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/436260 KL RK 24-69
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:39
Tot de huwelijksgoederengemeenschap van klaagster en haar ex-partner behoorde een woning en een parkeerplaats. Klaagster had de man geen toestemming gegeven voor verkoop van de parkeerplaats en ook uit het kort gedingvonnis blijkt die toestemming niet, zodat de notaris een onwettig koopcontract heeft laten inschrijven. Klaagster verwijt de notaris dat hij in strijd heeft gehandeld met zijn zorgplicht en het beginsel van onpartijdigheid omdat hij 1) de koopovereenkomst heeft geregistreerd bij het kadaster 2) de akte van levering heeft gepasseerd 3) de levering van de woning heeft verzorgd voor een prijs die ongeveer € 50.000,00 lager is dan de marktprijs 4)klaagster niet tijdig en niet volledig heeft geïnformeerd over de verkoop 5)vooringenomen is zodat het depot niet op zijn kwaliteitsrekening mag blijven staan.De kamer is van oordeel dat de notaris ten aanzien van alle klachtonderdelen op een correcte wijze heeft gehandeld en alles heeft gedaan wat klaagster van de notaris mocht verwachten.De notaris was benaderd door de man om de levering te verzorgen en de man was hiertoe (ten aanzien van de woning) bevoegd – ook namens klaagster – volgens het kort gedingvonnis. De notaris diende hieraan mee te werken gezien zijn ministerieplicht.Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/429806 KL RK 23-146
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:37
Klager stelt dat als gevolg van de wijziging van de huwelijksvoorwaarden, het vermogen van zijn bedrijf is betrokken bij het bepalen van de erfbelasting, waardoor hij nu veel meer erfbelasting verschuldigd is dan de bedoeling was van partijen. Klager verwijt de oud-notaris dat hij 1) inhoudelijk fouten heeft gemaakt bij het opstellen van twee akten van huwelijksvoorwaarden 2)niet tijdig inhoudelijk reageert op de aansprakelijkheidsstelling.Klachtonderdeel 1: klacht is te laat ingediend en daarmee kennelijk niet-ontvankelijkKlachtonderdeel 2: De notaris heeft tijdig gereageerd op de aansprakelijkheidsstelling. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/430826 / KL RK 24-14
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:2
Klagers verwijten de notaris dat zij in strijd heeft gehandeld met de eisen van zorgvuldigheid en met de artikelen 3 lid 2 en artikel 17 lid 1 van de Wna doordat: 1) de notaris erfenisfraude heeft gefaciliteerd door een woonhuis tegen verouderde en onjuiste waarde te laten passeren 2) de notaris onrechtmatig de waardepeildatum voor de verdeling van de nalatenschap heeft verlegd 3) de notaris huurbaten uit het onroerend goed ten onrechte niet tot het privévermogen heeft gerekend en ten onrechte schenkingen van de gemeenschap met de nalatenschap heeft verrekend 4) de akte van verdeling rekenfouten, dubbeltellingen en een anachronisme bevat, wat heeft geresulteerd in onjuist berekende erfdelen 5) de notaris erflaatster bij ophoging van het opvullegaat onvoldoende heeft geïnformeerd over de noodzaak van die ophoging. 6) de notaris een te korte reactietermijn heeft gehanteerd voor de conceptakte en zich in de akte op onjuiste aannames heeft gebaseerd; 7) de klacht bij het kantoor van de notaris niet naar tevredenheid is afgehandeld.De kamer oordeelt dat de notaris heeft voldaan aan haar zorgplicht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/22
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:2
Ontvankelijkheid: klachttermijn en redelijk belang. Klacht over schending informatieplicht bij akte van geldlening. Deze was verstrekt door een B.V. die door de vader van klager en diens tweede echtgenote was opgericht met het oog op het verstrekken van die lening. Na het overlijden van vader heeft klager de klacht ingediend in verschillende hoedanigheden. Als opvolgend bestuurder van de B.V. oordeelt de kamer dat de klachttermijn is verstreken, ook als ervan uit wordt gegaan dat vader ten tijde van het passeren van de akte niet wilsbekwaam was en – als potentiële klager – niet in staat was een klacht in te dienen. Voor zover klager de klacht heeft ingediend als zoon en als executeur/afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van vader en van klagers nadien overleden broer (die erfgenaam is in de nalatenschap van vader) oordeelt de kamer dat klager niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/436969 KL RK 24-75
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:36
Klager bekritiseerde de kandidaat-notaris over het gebruik van WhatsApp en privé e-mail, het gebrek aan grondig onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflater en dat hij geen inzage kreeg in het testament. De kamer oordeelt dat het gebruik van WhatsApp en privé e-mail in dit specifieke geval aanvaardbaar was, omdat klager ermee ingestemd had. De kandidaat-notaris heeft ook op de andere klachtonderdelen zorgvuldig gehandeld. Klacht op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418364 /KL RK 23-35 C/05/422786/KL RK 23-76
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 16-02-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:4
Klager kan, als verwachter in het testament, als belanghebbende bij de klacht worden aangemerkt. De kamer verklaart de klacht ongegrond. Klager heeft slechts bedenkingen geuit over de kopie van de aan het testament gehechte brief van erflater. De stelling van klager dat die brief vals zou zijn, wordt niet door hem onderbouwd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/437032 KL RK 24-76
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:1
Klagers verwijten de notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij een akte van levering. Klagers waren geen partij bij de akte en daarom geen belanghebbenden. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/24
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:1
De notaris had weliswaar gegronde reden om het aan klaagster toekomende deel van de overwaarde van de woning in depot te houden, maar hij heeft verzuimd klaagster hierover naar behoren uitleg te geven en hij heeft vervolgens onvoldoende regie gevoerd om de ontstane situatie in goede banen te leiden. Daarmee heeft de notaris niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en hij heeft daardoor de belangen van klaagster veronachtzaamd. In zoverre is de klacht gegrond. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-25 en 24-26
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:20
Klager verwijt notaris [B] dat hij de akte van verdeling heeft medeondertekend. Vast staat dat notaris [A] de akte van verdeling heeft gepasseerd als toegevoegd notaris in het protocol van notaris [B]. Op het afschrift van de akte staat daarom de stempel van notaris [B]. Noch uit de klacht noch uit de stukken blijkt van enige concrete bemoeienis van notaris [B] met dit dossier. Nu de klacht jegens notaris [B] feitelijke grondslag mist en niet met redenen is omkleed is die niet-ontvankelijk.Klager verwijt notaris [A] dat hij de akte van verdeling niet had mogen passeren, omdat de berekeningen niet klopten. De waarde van de woning zou door schade aan de woning veranderd zijn. Klager stelt daardoor benadeeld te zijn en heeft dat op allerlei manieren geduid, ook als fraude. Het verweer van notaris [B] leidt tot geen ander oordeel dat klager, na uitleg en ruggenspraak, door het tekenen van de akte met de inhoud daarvan heeft ingestemd. Hij heeft kwijting en decharge verleend. Niet valt in te zien op welke wijze de notaris klachtwaardig zou hebben gehandeld bij of door het passeren van de akte. Dat het niet tekenen van de akte negatieve gevolgen zou hebben, maakt niet dat in juridische zin van dreigen sprake is. Juist de uitleg van de gevolgen onderstreept de uitgebreidheid van de Belehrung en de zorgvuldigheid van de notaris. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-20
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:21
De erfgenamen hebben eind april 2021 een VSO gesloten waarin is opgenomen dat uiterlijk binnen twee maanden de verdelingsakte waarbij de woning aan klaagster wordt toebedeeld wordt gepasseerd. In de vaststellingsovereenkomst kan geen volmacht aan enige notaris tot het verlijden van de akte worden gelezen. Ook kan die volmacht niet uit de bedoeling van partijen de woning binnen twee maanden toe te delen of anderszins uit de bewoordingen van de overeenkomst worden afgeleid, zoals de notaris met zijn beroep op een impliciete volmacht heeft betoogd. Zelfs als dat anders was, dan was tussen het moment van het sluiten van de VSO in 2021 en de door de notaris gepasseerde akte in 2023 ruim twee jaar verstreken. De notaris had dan op zijn minst nader onderzoek moeten doen of klaagster nog steeds achter de levering van de woning stond.De privatieve bevoegdheid van de afwikkelingsbewindvoerder, waarop de notaris wijst, leidt niet tot een ander oordeel over de volmacht. Die bevoegdheid om – kort gezegd – namens de boedel te handelen ziet op het leveren/toedelen, niet op het geleverd/toegedeeld krijgen. Klaagster was niet enkel bij de akte betrokken als een van de erfgenamen aan de leverende kant, maar ook als partij aan de ontvangende kant. In die hoedanigheid had zij met de levering/toedeling moeten instemmen. Dit klachtonderdeel is gegrond.Klaagster verwijt de notaris verder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de levering van de woning noch de inhoud van de akte en dat hij haar geen afschrift heeft verstrekt. Vast staat dat de notaris op de hoogte was van de VSO uit 2021 en van de afspraken die de erfgenamen onderling hadden gemaakt over de verdeling van de nalatenschappen van erflater en erflaatster. Klaagster had recht op een concept van de akte. Dat had ze niet enkel als degene die als zelfstandige partij de woning kreeg toegedeeld, maar ook als een van erfgenamen die door de afwikkelingsbewindvoerder werd vertegenwoordigd. Hoewel de bevoegdheid te leveren aan die bewindvoerder toekwam en in zoverre verzoeksters instemming niet nodig was, is dergelijke informatie voor een erfgenaam van belang om daar desnoods op een andere wijze tegen op te kunnen komen. Aangezien klaagster niet op de hoogte was van het passeren van de akte en de overgang van de eigendom van de woning op haar was het van belang dat zij zo snel mogelijk daarvan op de hoogte werd gesteld. Gelet daarop en zeker nu de notaris de complexiteit van de afwikkeling van deze nalatenschap kende, had hij het verstrekken van het afschrift niet aan de executeur mogen overlaten. Dit klachtonderdeel is gegrond.De klacht over de vermelding van de partijen in de akte is ook gegrond. De notaris heeft miskend dat de executeur-afwikkelingsbewindvoerder niet alleen namens zichzelf handelde, maar in onderhavig geval ook namens klaagster en haar andere broer. Alle partijen hadden, wat er ook zij van de bevoegdheid om zonder hun instemming te handelen, als deelgenoot in de akte moeten worden opgenomen.De Kamer heeft de notaris de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/433590 KL RK 24-35
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 20-11-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:35
De notaris is onvoldoende transparant geweest over zijn tariefstelling. Indien een cliënt vragen stelt over het honorarium, dient een notaris met een correcte onderbouwing de hoogte van de nota uit te kunnen leggen. De hoogte van het tarief zal worden beoordeeld door de Geschillencommissie Notariaat.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:21 Kamer voor het notariaat Amsterdam 748995 / NT 24-9
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:21
Het betoog van de notaris dat zij en de notarisklerk klagers mondeling uitdrukkelijk hebben gewezen op het publiekrechtelijke beperkingenbesluit, hetgeen klagers uitdrukkelijk betwisten, leidt niet tot een ander oordeel. Juist om zeker te stellen dat een koper op de hoogte is en een situatie als de onderhavige, waarin de verklaringen van partijen over wat er wel of niet is besproken lijnrecht tegenover elkaar staan, te voorkomen, ligt het op de weg van de notaris om het bestaan van een dergelijke beperking ten aanzien van het registergoed schriftelijk vast te leggen. De klacht is dus gegrond voor zover deze betrekking heeft op schending van de informatieplicht en de waarschuwingsplicht.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745297 / 24-2
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 28-11-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:22
Uit het voorgaande volgt dat er voor de notaris geen aanwijzingen waren om aan de volledigheid en juistheid van de boedelbeschrijving door de toegevoegd executeur te twijfelen. Dit betekent dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door deze boedelbeschrijving in de akte op te nemen. Van enige partijdigheid van de notaris is de kamer ook niet gebleken. Dit betekent dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 752533 / NT 24-16
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 03-12-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:23
De kamer vat klachtonderdeel (ii) niet alleen op als een klacht over de hoogte van de declaratie, maar ook als een klacht over het ontbreken van een deugdelijke specificatie van de gewerkte uren. Zie onder meer de onder 2.13 geciteerde brief van [A] van 25 september 2023 waar dit ook aan de orde wordt gesteld. De kamer acht de klacht op dit onderdeel gegrond. Dat de notaris de declaratie in dit geval naar eer en geweten heeft opgesteld, zoals hij heeft aangegeven, is onvoldoende. De specificatie die door de notaris bij zijn declaratie was gevoegd bevat enkel een opsomming van het aantal gewerkte uren en de naam van de notaris of de medewerker (veelal in hele of halve uren en met blokken van meerdere uren tot aan 6:00, 6:30 en 8:30 op een dag), maar een omschrijving van de werkzaamheden die in die uren zijn verricht ontbreekt. De specificatie maakt dus in het geheel niet inzichtelijk en controleerbaar waar de tijd die in rekening is gebracht aan is besteed. Op de mondelinge behandeling van deze klacht heeft de notaris nog een aanvullende specificatie laten zien aan de kamer en aan klaagster (dit stuk is overigens niet toegevoegd aan het dossier), maar dit betrof volgens de notaris zelf een intern stuk dat evenmin een voldoende verantwoording van de gewerkte uren bevatte. Het op deze wijze opstellen van een declaratie acht de kamer tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat in het geheel niet controleerbaar is waar de in rekening gebrachte tijd aan is besteed.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 58
- Volgende pagina zoekresultaten