ECLI:NL:TNORARL:2025:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439697 / KL RK 24-106 C/05/439698 / KL RK 24-107
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2025:14 |
---|---|
Datum uitspraak: | 03-03-2025 |
Datum publicatie: | 22-04-2025 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Klacht gegrond zonder maatregel |
Inhoudsindicatie: | Klaagster verwijt de notarissen dat zij hun informatieplicht, wilscontroleplicht en waarschuwingsplicht hebben geschonden bij het opstellen en passeren van de notariële akte van uitgifte van aandelen. De klacht tegen de notaris is ongegrond. De klacht tegen de kandidaat-notaris is gegrond, zonder dat er een maatregel wordt opgelegd. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: C/05/439697 / KL RK 24-106 en C/05/439698 / KL RK 24-107
beslissing van de kamer voor het notariaat
op de klacht van
[naam]
te [plaats],
klaagster,
gemachtigde: mr. E. Koekoek,
tegen,
1. mr. [naam],
notaris te [plaats],
hierna afzonderlijk te noemen: de notaris,
2. mr. [naam],
kandidaat-notaris te [plaats],
hierna afzonderlijk te noemen: de kandidaat-notaris,
gemachtigde: mr. L. Wijnbergen.
Partijen worden hierna klaagster en (gezamenlijk) de notarissen genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de klacht, met bijlagen, ingekomen op 7 augustus 2024,
- het verweerschrift van de notarissen, ingekomen op 15 oktober 2024,
- het bericht van 15 januari 2025 van klaagster met productie 3.
1.2. De klachtzaak is ter zitting van 27 januari 2025 behandeld, waarbij klaagster met haar gemachtigde en de notarissen met hun gemachtigde zijn verschenen. De standpunten van partijen zijn over en weer toegelicht, mede aan de hand van pleitnotities.
2. De feiten
2.1. Klaagster is de persoonlijke holding van de heer [naam] (hierna: X).
2.2. Klaagster was investeerder/aandeelhoudster van Holland Norway Lines B.V. (hierna: HNL). HNL exploiteert sinds 7 april 2022 een veerdienst van en naar Noorwegen.
2.3. Op 28 oktober 2022 heeft er een spoedbijeenkomst van alle aandeelhouders van HNL plaatsgevonden omdat HNL technisch failliet was. In het kader van de beoogde reddingsoperatie/herstructurering van HNL is op 9 november 2022 HNL Group B.V. (hierna: HNL Group) opgericht. Daarnaast is aan de aandeelhouders, waaronder klaagster, gevraagd welke financiële commitment zij wilden geven.
2.4. Op 9 november 2022 heeft de kandidaat-notaris een e-mail ontvangen van de heer
[naam] (hierna: Y), één van de aandeelhouders van HNL, waarin het volgende is geschreven:
“(…)Zoals zojuist telefonisch besproken graag een document per investeerder om te tekenen zodat afgesproken commitment vastligt.
(…)
[X], 2.000.000 waarvan 750.000 per direct en 1000.000 als bankgarantie voor bijv. de benkeraar. 250.000 zsm maar ten minste voor 1 januari.
(…)
Investeerders verwerven een evenredig deel van de inleg aan aandelen (…) en gaan ermee akkoord dat nieuwe investeerders tot 1 maart 2023 zonder adh besluit kunnen instappen totdat de 10 mio is bereikt. (…)”
2.5. Op dezelfde dag heeft klaagster, net als alle andere aandeelhouders van HNL, tijdens een digitale aandeelhoudersvergadering toestemming gegeven voor de overdracht van haar aandelen in HNL naar HNL Group.
2.6. Op 12 november 2022 heeft klaagster een bedrag van € 500.000,- overgemaakt aan HNL Group onder de mededeling “Voorlopige agiostorting”. Op of omstreeks 15 november 2022 heeft klaagster een bankgarantie van € 1.000.000,- gesteld ten behoeve van de brandstofleverancier van HNL Group.
2.7. Op 18 november 2022 heeft de kandidaat-notaris per e-mail een aantal in het Engels opgestelde conceptstukken, waaronder de koopovereenkomst, de akte van levering van aandelen en akte van uitgifte van aandelen, aan onder meer klaagster toegestuurd. In de artikelen 4.2 en 4.3 van de concept koopovereenkomst is opgenomen dat aan klaagster 2000 aandelen uitgegeven zullen worden door HNL Group tegen een uitgifteprijs van € 1.000,- per aandeel.
2.8. Op 23 november 2022 heeft de kandidaat-notaris opvolgende conceptstukken aan onder meer klaagster toegestuurd. In de concept akte van uitgifte van aandelen is onder meer opgenomen dat aan klaagster 2000 gewone aandelen in het kapitaal van HNL Group worden uitgegeven tegen een uitgifteprijs van € 2.000.000,-, dat dat bedrag is verrekend met de vordering van klaagster van € 500.000,- en dat klaagster het restant als volgt heeft betaald: een betaling van € 500.000,- en een lening/schuldbekentenis van € 1.000.000,- vanaf 1 januari 2023 tegen nader overeen te komen voorwaarden.
2.9. Op 25 november 2022 heeft de kandidaat-notaris een videogesprek gevoerd met [X]. Tijdens dit gesprek heeft de kandidaat-notaris onder meer toegelicht dat de definitieve akte van uitgifte van aandelen op basis van een volmacht zal worden ondertekend. [X] heeft tijdens dit gesprek een in het Engels opgestelde volmacht voor de camera getekend.
2.10. Bij e-mail van 2 december 2022 van 08:50 uur heeft de directeur van HNL Group B.V. aan klaagster laten weten dat de definitieve stukken snel zullen worden gedeeld en dat deze onmiddellijk geretourneerd moeten worden, omdat alles getekend en betaald moet zijn vóór 10:00 uur dezelfde dag. De kandidaat-notaris heeft de definitieve stukken vervolgens aan klaagster toegestuurd. Klaagster heeft de definitieve stukken op dezelfde dag om 09:26:32 uur geopend en om 09:30:02 heeft klaagster de akte van uitgifte van aandelen (via Validsign) geaccordeerd.
2.11. Op 2 december 2022 heeft de notaris de notariële akte van uitgifte van aandelen in het vermogen van HNL Group (hierna: de akte) verleden. In de akte staat, voor zover voor de beoordeling van belang, het volgende:
“(…)
COMPANY
1. HNL GROUP B.V. (…)
SUBSCRIBERS
2. a. (…)
b. [X]. (…);
INTRODUCTION
(…)
2. The general meeting of the Company resolved to issue:
- (…)
- two thousand (2,000) ordinary shares in the capital of the Company with a par value of one eurocent (€ 0,01) each, numbered 2,0001 up to and including 4,000 to [X] (Ordinary Shares [X]);
(…)
ISSUANCES
5. In order to effect the foregoing the Company hereby:
(…)
- issues the Ordinary Shares [X] to [X], and [X] hereby accepts the same from the Company;
(…)
7. The Ordinary Shares are issued against the following issue prices:
(…)
- the Ordinary Shares [X] are issued against an issue price of two million euros (€ 2,000,000.00) (Issue Price Ordinary Shares [X]);
(…)
9. The Issue Prices Ordinary Shares have been paid as follows:
(…)
- the Company and [X] have agreed [X]’s obligation to pay the Issue Price Ordinary Shares [X] is hereby settled (verrekend) with [X]’s claim on the Company in the amount of one million euro (€ 500,000.00) resulting from the payments of part of the Issue Price Ordinary Shares [X] made upfront by [X] to the Company directly, as a result whereof both obligations will cease to exist up to their mutual amount (gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet).
The Company and [X] hereby agree that the remaining part of [X]’s obligation to pay the Issue Price Ordinary Shares [X] after the settlement referred to above will be paid by [X] to the Company directly ultimately on the first day of January two thousand twenty-three;
(…)
10. The difference between the Issue Prices Ordinary Shares and the par value of the Ordinary Shares shall be treated as non-stipulated share premium (niet bedongen agio) and shall be added to the share premium reserve that shall be maintained in the books of the Company for the benefit of the holders of ordinary shares in the capital of the Company.
(…)”
2.12. Op 22 februari 2023 heeft klaagster een bestuursbesluit van de HNL Group B.V. ondertekend waarin, voor zover van belang, het volgende is vastgelegd:
“(…)
(C) Op 2 december 2022 heeft [klaagster] zich verplicht tot storting van in totaal EUR 2.000.000 (de Stortingsverplichting) op de door haar gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van HNL Group (de Aandelen). Tot de kapitaalstorting hebben de aandeelhouders van HNL Group op 2 december 2022 besloten.
(D) [klaagster] heeft op 27 december 2022 van [naam]B.V. en [naam] B.V. ieder een bedrag geleend van EUR 500.000, waarvan blijkt uit aangehechte tijdelijke leningsovereenkomsten (Bijlage). Deze bedragen zijn bestemd voor de nakoming (deels) van de Stortingsverplichting.
(E) Ter uitvoering van de Stortingsverplichting is gestort op het bankrekeningnummer van Holland Norway Lines, houdende voor HNL Group:
(i) op of omstreeks 2 december 2022: door [klaagster] een bedrag van EUR 500.000; en
(ii) Op 27 december 2022: voor rekening van [klaagster] door [naam] B.V. en [naam] B.V. ieder een bedrag van EUR 500.000, derhalve in totaal EUR 1.000.000,
(tezamen de Stortingen).
(F) Na de Stortingen resteert als Stortingsverplichting een bedrag van EUR 500.000.
STELLEN VAST EN BESLUITEN HIERBIJ
1. HNL Group heeft de Stortingen aanvaard en het bedrag als zodanig in haar boeken verwerkt.
2. HNL Group verleent [klaagster] hierbij kwijting voor voldoening aan
de Stortingsverplichting voor een bedrag gelijk aan de Stortingen.
(…)”
2.13. Op 19 september 2023 is het faillissement van HNL Group uitgesproken.
De curator van HNL Group heeft klaagster aangesproken tot betaling van een bedrag van
€ 500.000,- uit hoofde van de op 2 december 2022 verleden akte.
2.14. De curator van HNL Group is een civiele bodemprocedure gestart tegen klaagster.
In die procedure heeft klaagster het kantoor van de notarissen in vrijwaring opgeroepen.
De bodemprocedure is op 18 december 2024 geëindigd met een vaststellingsovereenkomst waarin de curator en klaagster hebben afgesproken dat klaagster € 240.000,- aan de curator betaalt. Bij vonnis van 8 januari 2025 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem in de vrijwaringsprocedure kort gezegd overwogen dat sprake is van een beroepsfout van het kantoor van de notarissen en is het kantoor van de notarissen onder meer veroordeeld tot betaling van voornoemd bedrag.
3. De klacht en het verweer
3.1. Klaagster verwijt de notarissen dat zij hun zorgplicht hebben geschonden.
Omdat klaagster ter zitting een klachtonderdeel heeft ingetrokken, bestaat de klacht thans
– samengevat – nog uit de volgende twee onderdelen:
- De notarissen hebben de informatieplicht en wilscontroleplicht ex artikel 43 lid 1 Wna geschonden. De notarissen hebben klaagster op geen enkel moment geïnformeerd over de inhoud van de akte en hebben nimmer gecontroleerd of klaagster zich bewust was van het feit dat er met het passeren van de akte een afdwingbare betalingsverplichting van € 2.000.000,- zou ontstaan.
- De notarissen hebben de waarschuwingsplicht geschonden. De notarissen hebben klaagster niet gewaarschuwd voor de uit de akte voortvloeiende verplichtingen en risico’s voor klaagster.
3.2. De notarissen hebben verweer gevoerd. Op het verweer van de notarissen zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling
Toetsingsmaatstaf
4.1. De kamer stelt bij de beoordeling van deze klacht voorop dat de tuchtrechter niet gebonden is aan de uitspraak die de civiele rechter in deze kwestie heeft gedaan. Op grond van artikel 93 lid 1 Wna moet de kamer in deze tuchtzaak toetsen of de notarissen in
overeenstemming hebben gehandeld met het bepaalde in de Wna en de andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.
4.2. De twee klachtonderdelen (hierna ook wel genoemd: de klacht) zullen hierna gezamenlijk worden behandeld vanwege hun onderlinge samenhang.
Ten aanzien van de notaris
4.3. Klaagster heeft haar klacht onder meer gericht tegen de notaris. De kamer is van oordeel dat deze klacht tegen de notaris onvoldoende (feitelijke) grondslag kent. Hierna zal worden uitgelegd waarom.
4.4. Klaagster heeft niet concreet gesteld en onderbouwd wat zij de notaris nu precies verwijt. Dit kan in ieder geval niet uit het klaagschrift worden afgeleid en ook ter zitting is dit niet geheel uit de verf gekomen. Zoals ter zitting is gebleken draait deze zaak voor haar in de kern immers om ‘een beroepsfout’ van de kandidaat-notaris omdat hij degene is die geen uitvoering heeft gegeven aan zijn wilscontroleplicht.
4.5. Voor zover klaagster ter zitting heeft bedoeld te stellen dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij bij het passeren van de akte niet nog eens heeft geverifieerd of de wil van klaagster overeenstemde met de inhoud van de akte, wordt zij daarin niet gevolgd. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.6. Vaststaat dat de notaris niet (inhoudelijk) betrokken is geweest bij de reddingsoperatie/herstructurering van HNL en evenmin bij het opstellen van de akte.
Zoals klaagster heeft aangegeven, heeft al het contact met de kandidaat-notaris plaatsgevonden. De notaris heeft alleen, nadat de definitieve akte door klaagster is ondertekend, de akte (bij volmacht) gepasseerd. Dit brengt mee dat de ‘Belehrung’ in dit geval (vooral) vóór die tijd – en dus door de kandidaat-notaris – heeft moeten plaatsvinden. Daarbij geldt wel dat de notaris bij het passeren van de akte ervan overtuigd moet zijn (geweest) dat klaagster voldoende is voorgelicht en dat klaagster heeft begrepen wat de inhoud van de akte voor haar betekent.[1] Volgens de notaris bezat hij de hiervoor bedoelde overtuiging. Daartoe heeft hij aangevoerd dat het vast kantoorbeleid is dat de wilscontrole in dit soort gevallen door de (ervaren) kandidaat-notaris wordt uitgevoerd, dat hij met de kandidaat-notaris heeft besproken of er bijzonderheden in het dossier zijn en dat hij ook geen reden had om aan (de werkwijze van) de kandidaat-notaris te twijfelen. Klaagster heeft daartegen niets ingebracht. De kamer ziet ook geen reden om het bestaan van de hiervoor bedoelde overtuiging bij de notaris in twijfel te trekken.
4.7. Het voorgaande brengt mee dat de klacht van klaagster tegen de notaris ongegrond wordt verklaard.
Ten aanzien van de kandidaat-notaris
4.8. De kamer is het met klaagster eens dat de kandidaat-notaris haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de inhoud van de akte en de gevolgen die daaruit voor klaagster voortvloeien. Dit zal hierna worden toegelicht.
4.9. Op grond van artikel 43 Wna rust er op de kandidaat-notaris een informatieplicht, wilscontroleplicht en (onder omstandigheden) waarschuwingsplicht. Dit betekent dat de kandidaat-notaris klaagster tijdig tevoren de gelegenheid moet bieden om van de inhoud van de akte kennis te nemen en dat de notaris de zakelijke inhoud van een akte moet mededelen en daarop een toelichting moet geven, maar ook dat de notaris zo nodig wijst op de gevolgen die voor klaagster uit de inhoud van de akte voortvloeien. Of er op de notaris een (bijzondere) waarschuwingsplicht rust, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Hiervoor is relevant wat de ervaring en deskundigheid van partijen is, hoe hun onderlinge verhouding eruit ziet en in welke verhouding zij staan tot de notaris. Naarmate de gevolgen voor klaagster nadeliger of riskanter zijn, wint de waarschuwingsplicht aan gewicht.[2]
4.10. De kandidaat-notaris betoogt dat er in dit geval slechts sprake was van een beperkte informatie-, wilscontrole- en waarschuwingsplicht, waaraan hij heeft voldaan. Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat hij alle concepten heeft opgesteld op instructie van het bestuur en (een deel van) de aandeelhouders, hij alle concepten steeds met klaagster heeft gedeeld en heeft gevraagd om de stukken te controleren en zo nodig vragen te stellen en hij de concepten voorafgaand aan het passeren door klaagster expliciet heeft laten goedkeuren. Er bestond in dit geval ook goede grond om aan te nemen dat klaagster, net als de andere aandeelhouders, exact wist wat de rechtsgevolgen waren van de akte, aldus de kandidaat-notaris.
4.11. De kamer volgt dit betoog niet.
4.11.1. Juist in een situatie als deze, waarbij er onder tijdsdruk moet worden gehandeld, er forse bedragen door klaagster worden geïnvesteerd ter voorkoming van een faillissement en er ook nog eens meerdere en inhoudelijk gewijzigde conceptakten zijn gedeeld, is het van belang dat de kandidaat-notaris zich ervan vergewist dat klaagster op de hoogte is van (de gevolgen van) de inhoud van de uiteindelijk te passeren akte en daarmee instemt. In dat kader is het niet voldoende dat de kandidaat-notaris klaagster na toezending van de conceptstukken heeft uitgenodigd om daarop te reageren en vragen te stellen. Hoewel klaagster een eigen verantwoordelijkheid heeft om vragen te stellen aan de kandidaat-notaris – waarover hierna meer – brengt het enkele nalaten daarvan niet mee dat de kandidaat-notaris op dit vlak ‘stil kan gaan zitten’. Dit geldt temeer nu de concepten later weer zijn gewijzigd en ook niet gesteld of gebleken is dat de kandidaat-notaris aan klaagster heeft gevraagd of zij de concepten heeft gelezen, begrepen en akkoord heeft bevonden.
4.11.2. Ook de omstandigheid dat klaagster een professionele ondernemer is met zeer veel ervaring in het doen van investeringen, ontslaat de kandidaat-notaris in dit geval niet van de hiervoor genoemde verplichtingen. Daartoe is van belang dat de kandidaat-notaris alleen met de bestuurder van HNL en andere aandeelhouders heeft gesproken over de bedoeling van de reddingsoperatie en nooit aan klaagster zelf heeft gevraagd of en in hoeverre zij betrokken was bij het maken van de afspraken en/of in hoeverre zij op de hoogte was van de inhoud daarvan. Dit brengt mee dat de kandidaat-notaris er niet zomaar vanuit mocht gaan dat klaagster exact wist wat de rechtsgevolgen voor haar waren van de akte.
4.11.3. De kamer is dan ook van oordeel dat het op de weg van de kandidaat-notaris had gelegen om in ieder geval voorafgaand het uploaden van de definitieve versie van de akte aan klaagster uit te leggen welke verplichtingen er voor haar uit de akte voortvloeien. Dit heeft de kandidaat-notaris niet gedaan. Sterker nog, vaststaat dat de kandidaat-notaris klaagster op geen enkel moment heeft gevraagd of zij op de hoogte is van de inhoud van de akte en de financiële gevolgen daarvan voor klaagster. Weliswaar heeft de kandidaat-notaris op 25 november 2022 een videogesprek met klaagster gevoerd maar dat klaagster daarbij is gesproken, laat staan geïnformeerd over de inhoud van de akte en de daaruit voor klaagster voortvloeiende verplichtingen is niet komen vast te staan. Dit videogesprek is kennelijk (enkel) benut voor de identificatie van [X] en het geven van uitleg over en tekenen van de volmacht.
4.12. De conclusie is dat de klacht gegrond wordt verklaard.
Geen maatregel
4.13. De vraag is vervolgens of deze gegrondverklaring moet leiden tot oplegging van een maatregel tegen de kandidaat-notaris. De kamer is van oordeel dat dit niet het geval is en acht daartoe het volgende van belang.
4.14. Vooropgesteld wordt dat hetgeen is vastgelegd in de definitieve akte niet fundamenteel afwijkt van de (oorspronkelijke) afspraak zoals die tussen klaagster en HNL Group is gemaakt. De kernverplichting van klaagster, namelijk het doen van een investering in HNL Group ter hoogte van in totaal € 2.000.000,-, is immers hetzelfde gebleven. De crux zit hem in het – voor klaagster wezenlijke – moment waarop het totale bedrag aan HNL Group moet zijn betaald. Vaststaat dat de passage in de akte die daarover gaat uiteindelijk is gewijzigd. Daargelaten dat de kandidaat-notaris klaagster zoals hiervoor is overwogen op deze wijziging had moeten attenderen, is de in de akte opgenomen passage ten opzichte van de eerdere conceptakten volgens de kandidaat-notaris juist gunstiger voor klaagster; klaagster hoefde nu pas 1,5 miljoen vóór 1 januari 2023 te voldoen in plaats van € 500.000 op de transactiedatum en 1 miljoen vóór 1 januari 2023.
4.15. Verder kent de kamer in dit kader gewicht toe aan het feit dat klaagster de aangepaste akten niet heeft bekeken, laat staan gelezen. Klaagster heeft ook nimmer vragen gesteld over inhoud van de akte en de gevolgen die daaruit voor haar voortvloeien, terwijl dit bij het doen van een dergelijk forse investering wel voor de hand ligt. Klaagster is tijdens de gehele reddingsoperatie blind afgegaan op de mededelingen en instructies van [Y] en heeft zich dat opzicht wel erg passief gedragen. Daar komt bij dat kandidaat-notaris ter zitting heeft erkend dat hij beter iedere investeerder een afzonderlijke e-mail had kunnen sturen waarin wordt uitgelegd wat de gevolgen van de akte zijn en hij het de volgende keer anders zal aanpakken. De kamer ziet in de gegeven omstandigheden dan ook geen aanleiding over te gaan tot oplegging van een maatregel.
Vergoeding griffierecht aan klaagster
4.16. Omdat de kamer de klacht tegen de kandidaat-notaris gegrond verklaart, moet de kandidaat-notaris het door klaagster betaalde griffierecht van € 50,00 op grond van artikel
99 lid 5 Wna aan klaagster vergoeden.
4.17. De kandidaat-notaris dient het griffierecht binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klaagster te voldoen. Klaagster dient daarvoor tijdig een rekeningnummer aan de kandidaat-notaris door te geven.
4.18. Al het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden
- verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond;
- verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris gegrond, zonder dat er een maatregel wordt opgelegd;
- veroordeelt de kandidaat-notaris tot betaling aan klaagster van een bedrag van € 50,00 in verband met het door klaagster betaalde griffierecht en bepaalt dat dit bedrag moet worden betaald op de wijze en binnen de termijn die hiervoor onder 4.17 is bepaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. O. Nijhuis, mr. B.B. van Dis, mr. C.G. Zijerveld en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. L.E. de Jong, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2025. | ||
De secretaris |
De voorzitter | |
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. | ||
[1] gerechtshof Amsterdam 20 september 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BT2343 en gerechtshof Amsterdam 5 maart 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3928.
[2] Hoge Raad 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:165.