ECLI:NL:TNORDHA:2025:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-21

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2025:4
Datum uitspraak: 19-02-2025
Datum publicatie: 25-03-2025
Zaaknummer(s): 24-21
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris heeft laten weten dat zij erflaatster uitgebreid onder vier ogen heeft gesproken op het notariskantoor en de gevolgen van de wijzigingen van het testament met haar heeft doorgenomen. Mevrouw [G] bleef achter in de wachtkamer. De notaris heeft op verschillende manieren vragen aan erflaatster gesteld, waarop door erflaatster consistent werd geantwoord. Ook bleken de wijzigingen overeen te komen met de wijzigingen die erflaatster met haar advocaat had besproken. Daarna is het concept verstuurd naar erflaatster en met haar toestemming naar haar advocaat gestuurd. Hoewel de notaris geen twijfel had over de wilsbekwaamheid heeft zij volledigheidshalve, omdat de afspraak van erflaatster met de neuroloog al gepland stond, gewacht op een verklaring van deze arts. Daarin werd de wilsbekwaamheid bevestigd. Tijdens het passeren bleven [D] en [G] in de wachtkamer achter. Onder vier ogen heeft de notaris nogmaals gecontroleerd of de wijzigingen van het testament conform de wensen van erflaatster waren. Toen dat het geval bleek, heeft de notaris de akte gepasseerd. De Kamer is van oordeel dat niet gebleken is dat de notaris onzorgvuldig is geweest in haar beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflaatster direct voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van het testament. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 19 februari 2025 inzake de klacht onder nummer 24-21 van:

[klager],

hierna: klager,

tegen:

[notaris],

notaris, gevestigd te [vestigingsplaats],

gemachtigde: mr. M.J.G. Boender-Lamers, advocaat te Rotterdam,

hierna: de notaris.

1. Het procesverloop

1.1 De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 9 april 2024.

1.2 De Kamer heeft het antwoord van de notaris, met bijlage, ontvangen.

1.3 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 januari 2025. Daarbij waren aanwezig klager bijgestaan door [A], en de notaris bijgestaan door mr. M.J.G. Boeder-Lamers. Van de mondelinge behandeling zijn schriftelijke aantekeningen gemaakt.

2. De feiten

2.1 Op 13 juni 2023 is mevrouw [B] (hierna te noemen: erflaatster) overleden. Erflaatster had geen kinderen. De echtgenoot van erflaatster, de heer [C] , was op 21 juni 2018 overleden.

2.2 De notaris heeft op 22 november 2018 een testament van erflaatster gepasseerd, waarin erflaatster aan klager een bedrag van € 80.000,- heeft gelegateerd en de heren [D] en [E] zijn benoemd tot enig erfgenamen, ieder voor gelijke delen, alsmede tot executeurs.

2.3 Klager heeft in november 2023 mr. S.W. Autar-Matawlie (hierna: mr. Autar), advocaat te Den Haag, verzocht om namens hem nadere informatie te verkrijgen van de notaris over de totstandkoming van het testament.

3. De klacht

3.1 Klager kende erflaatster al ruim vijfentwintig jaar en was met haar en haar echtgenoot bevriend. Na het overlijden van haar echtgenoot was klaagster voor de zorg voor haar financiën afhankelijk van de heer [D] . Erflaatster had klager altijd gemeld dat zij hem goed verzorgd zou achterlaten en voor zijn pensioen zou zorgen. Erflaatster heeft op 7 juni 2018 (en daarvoor in 1987, 1988 en 2010) een testament gemaakt, gepasseerd door [F], notaris te [vestigingsplaats]. In het testament van 2018 had erflaatster aan klager een bedrag van € 150.000,- gelegateerd. Klager was daarom verbaasd toen hij vernam dat het legaat ten nadele van hem was gewijzigd in het testament van 22 november 2018.

3.2 Klager verwijt de notaris het volgende:

1. de notaris heeft klager opzettelijk onjuist voorgelicht over het door haar gevolgde Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening (hierna: het Stappenplan);

2. de notaris had alert moeten zijn. Er waren signalen van ouderenmisbruik (de notaris kende erflaatster niet, erflaatster was als 83-jarige met Parkinson rolstoel gebonden, zij had geen familie, een advocaat is een ongebruikelijke professional bij het opstellen van een testament, de wijzigingen in het testament waren ingrijpend en de nalatenschap betrof een aanzienlijk vermogen van twee miljoen euro);

3. de notaris heeft ten onrechte de naam van de advocaat en de door erflaatster en de advocaat gemaakte afspraken niet kenbaar gemaakt aan klager. Erflaatster had nooit eerder een advocaat ingeschakeld en in de familie en vriendenkring zaten ook geen advocaten. De notaris verschuilt zich achter haar geheimhoudingsplicht;

4. de notaris heeft tegenstrijdige informatie aan klager verstrekt over het wel of niet aanwezig zijn van de advocaat van erflaatster bij de besprekingen met de notaris;

5. de notaris heeft geen rekening gehouden met de rechten van klager als derde van wie het legaat was verlaagd;

6. de notaris heeft ten onrechte de artsenverklaring niet aan klager verstrekt. Zij verschuilt zich achter haar geheimhoudingsplicht.

4. Het verweer

4.1 De notaris betwist dat zij haar zorgplicht heeft geschonden. Zij stelt zich kort gezegd op het standpunt dat zij ten tijde van het passeren van het testament voldoende zorgvuldig is geweest bij het vaststellen van de wilsbekwaamheid van erflaatster. De notaris heeft met in achtneming van – de strekking van – het Stappenplan beoordeeld dat erflaatster wilsbekwaam was.

4.2 De notaris heeft verder betoogd dat zij zorgvuldig is omgegaan met de klacht van klager. Zij heeft geen informatie achtergehouden en heeft klager niet onjuist geïnformeerd. De naam van de advocaat van erflaatster heeft zij inmiddels verstrekt. De artsenverklaring kan zij niet aan klager verstrekken. Klager heeft – tot slot – niet onderbouwd op welke wijze de notaris zijn belangen heeft geschaad.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2 De Kamer stelt voorop dat als uitgangspunt geldt dat iedereen aan wie op grond van de wet de bekwaamheid daartoe niet is ontzegd, bij testament uiterste wilsbeschikkingen kan maken. Een notaris dient daaraan in beginsel haar ministerie te verlenen en moet op verlangen van een testateur doen wat is vereist om zijn uiterste wilsbeschikkingen in een testament vast te leggen. Zoals bij elke akte moet de notaris de wilsbekwaamheid van de betrokkene beoordelen. Het komt daarbij in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris, die daarbij een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen. Het Stappenplan biedt hiervoor een handreiking.

5.3 In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Als een notaris – ook al heeft zij kennis van het bestaan van één of meer indicatoren – geen aanleiding behoeft te hebben om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van een cliënt, dan hoeft zij het Stappenplan niet te volgen. Van belang hierbij is onder meer de indruk die een cliënt in een gesprek maakt. Ook als achteraf uit een rapport van een deskundige of getuigenverklaringen valt af te leiden dat een cliënt op het moment van de bespreking of passeren van de akte (mogelijk) niet als wilsbekwaam kon worden aangemerkt, betekent dit nog niet zonder meer dat dit ook aan de notaris duidelijk had moeten zijn geweest. Of dit zo is, hangt af van de omstandigheden van het geval.

5.4 Verder is van belang of de notaris voldoende alert is geweest op de mogelijkheid van beïnvloeding. Het behoort tot de kernverantwoordelijkheid van een notaris om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van degene die een testament maakt. Een notaris dient dan ook al het nodige te doen om zich ervan te vergewissen dat de betrokkene bij het vormen en uiten van zijn of haar wil niet op ongewenste wijze is of wordt beïnvloed door (de aanwezigheid van) een derde. Een notaris heeft de vrijheid om te bepalen op welke wijze zij uitvoering geeft aan deze verantwoordelijkheid.

5.5 De notaris heeft laten weten dat zij erflaatster uitgebreid onder vier ogen heeft gesproken op het notariskantoor en de gevolgen van de wijzigingen van het testament met haar heeft doorgenomen. Mevrouw [G] bleef achter in de wachtkamer. De notaris heeft op verschillende manieren vragen aan erflaatster gesteld, waarop door erflaatster consistent werd geantwoord. Ook bleken de wijzigingen overeen te komen met de wijzigingen die erflaatster met haar advocaat had besproken. Daarna is het concept verstuurd naar erflaatster en met haar toestemming naar haar advocaat gestuurd. Hoewel de notaris geen twijfel had over de wilsbekwaamheid heeft zij volledigheidshalve, omdat de afspraak van erflaatster met de neuroloog al gepland stond, gewacht op een verklaring van deze arts. Daarin werd de wilsbekwaamheid bevestigd. Tijdens het passeren bleven [D] en [G] in de wachtkamer achter. Onder vier ogen heeft de notaris nogmaals gecontroleerd of de wijzigingen van het testament conform de wensen van erflaatster waren. Toen dat het geval bleek, heeft de notaris de akte gepasseerd. De Kamer is van oordeel dat niet gebleken is dat de notaris onzorgvuldig is geweest in haar beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflaatster direct voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van het testament. Klachtonderdeel 2. is ongegrond.

5.6 Klager verwijt de notaris dat zij geen rekening heeft gehouden met zijn belangen als legataris van wie het legaat werd verlaagd. Erflaatster heeft een testeervrijheid en de notaris heeft een ministerieplicht. De enige rol van een notaris is het controleren of de testateur de gevolgen van haar handelen kan overzien en of de wijzigingen conform de eigen wil zijn en dat heeft de notaris gedaan. Ook klachtonderdeel 5. is ongegrond.

5.7 Verder oordeelt de Kamer dat de notaris correct is omgegaan met klagers klacht. Het staat haar vanwege haar geheimhoudingsplicht niet vrij om de artsenverklaring met klager te delen, net zoals zij geen mededeling mag doen van de inhoud van haar gesprekken met erflaatster. Ook de overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

BESLISSING

De Kamer voor het notariaat:

verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. F.A.M. Veraart voorzitter, R.R. Roukema en M.R.H. Krans, in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.