ECLI:NL:TNORARL:2025:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435855 / KL RK 24-60

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2025:16
Datum uitspraak: 24-02-2025
Datum publicatie: 02-05-2025
Zaaknummer(s): C/05/435855 / KL RK 24-60
Onderwerp: Overig, subonderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Wegens gebrek aan redelijk belang wordt klager in één klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van een van de klachtonderdelen zijn de stellingen van klager onvoldoende onderbouwd. Het derde klachtonderdeel ziet op het overleg tussen klager en de notaris over de inzage in het protocol van een oud-notaris, met wie de notaris een maatschap heeft gehad. De notaris heeft zich hierin zeer welwillend opgesteld, hetgeen maakt dat ook dat klachtonderdeel van de klacht van klager ongegrond is.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/435855 / KL RK 24-60

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam klager],

[vestigingsplaats klager]

klager

gemachtigde: [naam gemachtigde klager]

tegen

[naam notaris],

[vestigingsplaats notaris]

gemachtigde: [naam gemachtigde notaris]

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt u

  • de klacht, met bijlagen, van 3 mei 2024 en de aanvulling hierop, met bijlagen, eveneens van 3 mei 2024;
  • het verweer van de gemachtigde van de notaris van 1 augustus 2024, met bijlagen
  • de brief van [naam gemachtigde klager] van 3 januari 2025, met bijlagen;
  • de e-mail van de notaris van 6 januari 2025, met bijlagen.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 17 januari 2025 behandeld, waarbij zijn verschenen partijen en hun gemachtigden. De gemachtigden hebben spreekaantekeningen voorgedragen en van het overige verhandelde is aantekening gehouden door de secretaris.

2. De feiten

2.1 Oud-notaris [naam oud-notaris] vormde eerder samen met de notaris een maatschap. De toenmalig fungerend voorzitter van de Kamer voor het Notariaat (hierna: de kamer) heeft bij beslissing van 14 juli 2022 [naam oud-notaris] bij wijze van ordemaatregel in de uitoefening van zijn ambt geschorst. Hierbij werd [naam zware waarnemer 1] per 15 juli 2022 tot zware waarnemer in het protocol van [naam oud-notaris] benoemd.

2.2 De dossieradministratie van de notaris en die van [naam oud-notaris] (het digitale protocol) waren ondergebracht in hetzelfde digitale pakket en dusdanig vervlochten dat geen aparte toegang tot die administraties kon worden verstrekt.

2.3 De notaris heeft bij e-mail van 15 juli 2022 zijn automatiseerder verzocht de administraties van hem en [naam oud-notaris] te ontvlechten. Op verzoek van [naam zware waarnemer 1] en haar waarnemer, [naam waarnemer zware waarnemer 1], heeft de notaris dit proces on hold gezet. Zij zijn hier beiden niet meer op terug gekomen.

2.4 [naam waarnemer zware waarnemer 1] is, bij afwezigheid van [naam zware waarnemer 1], op 22 juli 2022 bij de notaris op kantoor langs geweest ter inzage van het protocol en de administratie van [naam oud-notaris].

2.5 Na het ontslag van [naam zware waarnemer 1], waartoe zij heeft verzocht op 30 november 2022, is klager tot zware waarnemer in het protocol van [naam oud-notaris] benoemd. De kern van zijn opdracht was over te gaan tot het separeren van het protocol en dit voegingsklaar te maken voor een andere notaris.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klager verwijt de notaris dat hij zich niet heeft gedragen zoals van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag worden verwacht. Bij de mondelinge behandeling is de klacht teruggebracht tot de volgende klachtonderdelen.

I) de notaris heeft zich (op diverse momenten) negatief uitgelaten over klager;

II) de notaris heeft (onbelemmerde) toegang tot het protocol van [naam oud-notaris] onmogelijk gemaakt;

III) de notaris handelt in bredere zin niet zoals een behoorlijk notaris betaamt.

3.2 Op het verweer van de gemachtigde van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

Ontvankelijkheid

4.1 Voordat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht kan toekomen, moet eerst (ambtshalve) worden beoordeeld of klager als belanghebbende kan worden aangemerkt. In artikel 99 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) staat dat klachten tegen notarissen door een ieder met enig redelijk belang kunnen worden ingediend. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een rechtstreeks belang niet zonder meer is vereist, ook een indirect of afgeleid belang van klagers kan grond zijn voor ontvankelijkheid. Hiermee is een ruime toegang tot de tuchtrechtelijke klachtprocedure door de wetgever beoogd.

4.2 In het derde klachtonderdeel verwijt klager de notaris dat hij in bredere zin niet handelt zoals een behoorlijk notaris betaamt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van klager dit klachtonderdeel nader toegelicht en onderbouwd middels de bij de klacht gevoegde verklaringen van derden over uitlatingen die de notaris jegens hen zou hebben gedaan.

4.3 De kamer overweegt dat de omstandigheid dat de notaris mogelijk uitlatingen jegens derden heeft gedaan, waarvan klager klaarblijkelijk op de hoogte is geraakt, niet met zich brengt dat klager een indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht over het al dan niet handelen zoals het een behoorlijk notaris betaamt ten aanzien van deze uitlatingen. De kamer verklaart klager ten aanzien van klachtonderdeel III dan ook niet-ontvankelijk.

4.4 Dit geldt niet voor de klachtonderdelen I en II. De kamer zal deze klachtonderdelen dan ook inhoudelijk beoordelen.

Beoordelingskader

4.5 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Inhoudelijke beoordeling

Klachtonderdeel I

4.6 Klager verwijt de notaris dat hij zich op meerdere momenten negatief heeft uitgelaten over hem en onderbouwt dit door middel van een e-mail die hij zelf heeft geschreven over het eerste bezoek van hem aan de notaris. Hij schrijft daarin dat hij een tirade van de notaris heeft gehad waarin hij voor van alles wat mooi en lelijk is, is uitgemaakt. De notaris ontkent dit en stelt dat het gesprek constructief was en dat hij hierin heeft getracht tot een goede samenwerking met klager te komen, maar dat dit niet is gelukt.

4.7 De kamer overweegt dat klager zijn stelling voor wat betreft de negatieve uitlatingen jegens klager niet nader heeft onderbouwd. De kamer kan – gelet op de betwisting van de notaris– niet vaststellen dat van dergelijk gedrag sprake is geweest en/of dat de notaris hierin tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De kamer zal de klacht voor wat betreft klachtonderdeel I dan ook ongegrond verklaren.

Klachtonderdeel II

4.8 Klager verwijt de notaris dat hij hem geen onbelemmerde toegang tot het protocol van [naam oud-notaris] heeft gegeven, terwijl hij tot zware waarnemer in het protocol van [naam oud-notaris] was benoemd. Klager kon immers geen onvoorwaardelijk inzicht krijgen in de digitale dossieradministratie van [naam oud-notaris], aldus klager.

4.9 De notaris heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd het volgende verklaard. De dossieradministratie van de notaris en die van [naam oud-notaris] waren op het moment dat klager zware waarnemer was in het protocol van [naam oud-notaris] ondergebracht in één en hetzelfde digitale pakket. Het was dus niet mogelijk om enkel en alleen toegang te krijgen tot de dossieradministratie en financiën van [naam oud-notaris], zonder dat ook toegang werd verkregen tot de (geïntegreerde) dossieradministratie en financiën van de notaris zelf. De notaris heeft deze ongelimiteerde toegang tot het digitale systeem dan ook niet toegestaan wegens privacy- en bedrijfseconomische redenen. Tot de onvoorwaardelijke toegang tot het protocol van [naam oud-notaris] behoort immers niet de toegang tot een derdengeldenrekening en de lopende rekening van de notaris. Om toch de toegang tot het protocol van [naam oud-notaris] voor klager zo goed mogelijk te laten verlopen heeft de notaris verschillende voorstellen gedaan aan klager voor het maken van werkafspraken.

4.10 De gemachtigde van de notaris heeft op 13 februari 2023 een e-mail aan klager gezonden. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende.

‘(…)

Wel doe ik voor u beiden graag een voorzet over welke werkafspraken helpen om tot een ordentelijke afwikkeling van het protocol te komen, en ook de kosten van de waarneming zoveel als mogelijk te beperken.

1. De offerte van KNB voor het ontvlechten van de administratie wordt zo spoedig mogelijk geaccordeerd. Notaris [naam notaris] is bereid om de helft van deze kosten voor zijn rekening te nemen. U heeft daarmee op afstand digitaal toegang tot het protocol van notaris [naam oud-notaris].

2. Om (hoge) verhuiskosten nog te voorkomen, is notaris [naam notaris] bereid om het fysieke protocol op zijn kantoor te laten liggen, totdat een structurele oplossing is gevonden. Verzoeken het fysieke protocol aangaande, kunnen worden uitgevoerd door een medewerker van notaris [naam notaris]. De kosten hiervan worden tegen het lage tarief van EUR xxx aan u doorbelast. Dit is vele malen goedkoper dan heen en weer rijden naar [vestigingsplaats] en aldaar zelf de stukken doorzoeken.

3. Voor zover er derdengelden van notaris [naam oud-notaris]hebben gelopen over de derdengeldenrekening van notaris [naam notaris] krijgt u daarvan een integraal overzicht. Naar verwachting gaat het om geen of enkele dossiers (notaris [naam oud-notaris]heeft altijd zijn eigen derdengeldenrekeningen gehad en gehouden en de periode van samenwerking is uitermate kort geweest), maar u krijgt hiervan een integraal overzicht. Mochten er dan nog nadere vragen zijn, dan is notaris [naam notaris] u daarbij van dienst.

4. Notaris [naam notaris] spant zich op dit moment via mijn tussenkomst in bijzonder mate in om met (de advocaat van) notaris [naam oud-notaris]tot overeenstemming te komen over de financiële afrekening van de reeds beëindigde maatschap. Daarmee wordt een situatie bereikt waarbij geschillen met notaris [naam oud-notaris]in relatie tot zijn notarispraktijk niet langer bestaan (voor zover zij al bestonden). Er is dan ook geen bezwaar om de waarneming over te dragen aan notaris [naam notaris]. Daarmee worden de kosten van de waarneming vele malen lager, omdat er geen reis- en verblijfkosten meer gemaakt behoeven te worden.

5. Notaris [naam notaris] spant zich er voor in om te voorkomen dat het protocol gaat zweven, en is bereid om een verzoek tot het laten toewijzen van het protocol aan hem, onder de gebruikelijke voorwaarden met betrekking tot de kostendekking vanuit het kwaliteitsfonds voor zwevende protocollen, in beraad te nemen.

(…)”

4.11 Op 17 februari 2023 is klager bij de notaris op diens kantoor geweest. Partijen hebben een geheel andere ervaring van hoe deze ontmoeting is verlopen. Klager heeft zijn ervaring van die dag uiteengezet in een e-mail naar de gemachtigde van de notaris.

4.12 In reactie op de e-mail van klager heeft de gemachtigde van de notaris op 19 februari 2023 het beeld van de notaris geschetst over de ontmoeting. In deze e-mail is verder onder meer geschreven:

“1. notaris [naam notaris] zal maandag de automatiseerder opdracht geven om de digitale dossieradministratie betreffende de twee protocollen te ontvlechten. Wie daarvan de kosten moet dragen, dat parkeren we maar even. Notaris [naam notaris] zal deze voorschieten.

2. u kunt inzage krijgen in de derdengeldenrekening als 1) Rabobank daar een schriftelijk akkoord op geeft en de rekening alsdan ongemoeid laat en 2) u garandeert van deze rekening geen betalingen te zullen verrichten.

3. het fysieke protocol kan naar keuze van u en/of kwaliteitsfonds worden opgehaald, dan wel kan het bij notaris [naam notaris] blijven staan en kan hij een medewerker ter beschikking stellen die waar nodig akten kan inscannen voor cliënten die daar om vragen.”

4.13 Na telefonisch overleg tussen de gemachtigde van de notaris en klager, stuurde klager de gemachtigde van de notaris op 21 februari 2023 een e-mail waarin hij hem informeerde over de door hem genomen stappen voor de ontvlechting van het protocol van [naam oud-notaris]. In deze e-mail staat onder meer:

“Naar mijn mening zijn er nu twee opties om nog in enige harmonie af te ronden:

(…)1. OPTIE 1

We zetten de ontvlechting van het protocol (verder) voort, zoals hiervoor nu aangegeven en de heer [naam notaris] verleent daartoe alle medewerking, zonder enig voorbehoud. Natuurlijk zal ik bij de ontvlechting van de geautomatiseerde omgeving ook rekening houden met de belangen van het kantoor van de heer [naam notaris], mits redelijk, omdat die ontvlechting sowieso tot enige overlast zal leiden.

2. OPTIE 2

Wij komen overeen dat ik mij er voor zal inspannen dat uw cliënt het protocol van [naam oud-notaris] aan zich toe kan laten voegen met de daarbij behorende verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsrekeningen die behoren tot het protocol van [naam oud-notaris]en alle cliënten gelden behorende bij dat protocol, inclusief p/a rekeningen en eventuele af te dragen overdrachtsbelasting. Derhalve alle rechten en verplichtingen die daarbij horen en zonder enige verdere vergoeding daarvoor aan uw cliënt van uit het Kwaliteitsfonds of anderszins. Voor wat betreft de afwikkeling van de onderneming van de heer [naam oud-notaris]en/of zijn aandeel in de (ontbonden) maatschap/samenwerking met uw cliënt en hetgeen daarbij hoort kan ik geen toezeggingen doen, zodat ik mij alleen kan inspannen voor wat betreft de toevoeging van het notariële protocol met toebehoren, dat geen deel uit zal maken van een boedel in een eventueel faillissement.

(…)”

4.14 In navolging van deze e-mail heeft op 1 maart 2023 een overleg tussen klager, de gemachtigde van [naam oud-notaris] en de gemachtigde van de notaris plaatsgevonden. In dit overleg is optie 2 besproken. Na het overleg heeft klager aangegeven dat hij de bespreking reeds op hoofdlijnen had afgestemd met de KNB en het Kwaliteitsfonds. Hij verwachtte hierin geen belemmeringen. Klager en de notaris hebben optie 2 gedetailleerder uitgewerkt en zij hebben afgesproken dat klager een vaststellingsovereenkomst zou maken welke aan het Kwaliteitsfonds zou worden voorgelegd. Klager heeft op 17 maart 2023 een e-mail aan de gemachtigde van de notaris gestuurd waarin onder meer is vermeld:

“Ik heb het voorstel voorgelegd aan het Kwaliteitsfonds. Volgens mij zijn wij er wel uit.”

4.15 De gemaakte afspraken zijn vervolgens door klager vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst welke is voorgelegd aan het KNB en het Kwaliteitsfonds dat goedkeuring zocht bij het BFT en het ministerie. Het overleg tussen het KNB en het ministerie werd meermaals uitgesteld. Uiteindelijk is op 22 juni 2023 duidelijk geworden dat het Kwaliteitsfonds niet wenste in te stemmen met de vaststellingsovereenkomst. Dit is vervolgens opgelost door twee aparte overeenkomsten te maken: één tussen klager en het Kwaliteitsfonds en één tussen de notaris en klager.

4.16 Ondanks de gemaakte afspraken inhoudend dat hij zelf de vragen over dossiers van [naam oud-notaris] zou oppakken, is klager cliënten van [naam oud-notaris] naar de notaris blijven doorverwijzen, zo blijkt uit een e-mail van 29 juni 2023. Klager heeft tot die tijd nog geen enkel dossier van [naam oud-notaris] opgevraagd.

4.17 De kamer overweegt dat uit de e-mails van de gemachtigde van de notaris en klager zelf blijkt dat de notaris zich bereidwillig heeft opgesteld om klager toegang tot zowel het fysieke als het digitale protocol van [naam oud-notaris] te verstrekken. Klager heeft deze toegang ook verkregen onder de door hem zelf gestelde voorwaarden. De notaris heeft voor klager een medewerkster van zijn kantoor beschikbaar gesteld tot wie hij zijn verzoeken tot het inzien dan wel verstrekken van stukken uit het fysieke protocol van [naam oud-notaris] kon wenden. Uit de bijlagen bij het verweerschrift blijkt echter, dat klager hier nimmer gebruik van heeft gemaakt. Het verwijt dat klager de notaris maakt, dat hij toegang tot het protocol überhaupt onmogelijk heeft gemaakt is dan ook feitelijk onjuist.

4.18 Bovendien gaat de onbelemmerde toegang die een notaris die tot zware waarnemer in een protocol is benoemd heeft tot dat protocol niet zo ver dat deze toegang voortdurend, ongelimiteerd en onvoorwaardelijk moet zijn. De kamer concludeert dat de notaris redelijke voorwaarden heeft gesteld aan de toegang van klager tot het protocol van [naam oud-notaris]. De notaris heeft zich bereid getoond om hierover afspraken te maken en klager is ook met deze afspraken akkoord gegaan. De kamer oordeelt dan ook dat de notaris zich hierin buitengewoon correct heeft opgesteld en dat hem op dit klachtonderdeel geen verwijt valt te maken.

4.19 Gelet op al het voorgaande oordeelt de kamer dat ook klachtonderdeel II ongegrond is.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart klager ten aanzien van klachtonderdeel III niet-ontvankelijk;

- verklaart de klacht voor zover deze ziet op klachtonderdelen I en II ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mr. R.C.C. van Leest en mr. M.R.H. Goossens, leden, en in tegenwoordigheid van mr. E.W.A. Nabbe, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2025.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.