Zoekresultaten 301-350 van de 21578 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-498/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:30
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster enkele dagen voor kerst heeft doen dagvaarden, zonder gelijktijdig haar advocaat te informeren. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de wederpartij van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen daarvan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Verweerster heeft dit nagelaten. Door na te laten gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding aan klaagster te sturen, heeft verweerster naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met gedragsregel 25 lid 2. In zoverre is de klacht gegrond. De raad is, anders dan klaagster, van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de dagvaarding op 21 december 2023, dus enkele dagen voor kerst, aan klaagster is betekend. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat klaagsters belangen daardoor nodeloos zijn geschaad. In zoverre is de klacht ongegrond. De raad ziet in de aard en ernst van het gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijt en in de omstandigheden dat verweerster ter zitting van de raad heeft aangegeven dat zij in retrospectief er beter aan had gedaan om klaagsters advocaat gelijktijdig te informeren en dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk werd veroordeeld, aanleiding om af te zien van oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-731/AL/GLD
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:51
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in een langlopende procedure de advocaat van klaagster vooraf niet geïnformeerd over het uitbrengen van de dagvaarding, het aanbrengen van de dagvaarding en de betekening van het verstekvonnis. Verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster om zich behoorlijk tegen de vordering van de cliënt van verweerder te verweren. De belangen van klaagster zijn hierdoor onnodig geschaad. De optelsom van de feitelijke omstandigheden in deze zaak in onderling verband en in samenhang bezien leidt tot de conclusie dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-677/DB/LI
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:26
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De klacht dat verweerder klagers belangen niet naar behoren heeft behartigd en hem niet dan wel onvoldoende heeft geinformeerd is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-528/DB/LI
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:27
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet. Verweerder heeft zonder toestemming van klaagster zijn honorarium verrekend met aan klaagster toekomende gelden en daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarden (financiële) integriteit. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-058/AL/ZWB/W
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:50
Wrakingsverzoek. De wrakingskamer verklaart het verzoek kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:33 Raad van Discipline Amsterdam 25-081/A/NH
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:33
Verzoek tot opheffing schorsing artikel 60b Advocatenwet toegewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:30 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-945/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:30
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:31 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-951/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:25 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-878/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:25
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil over omgang met een jong kind. Verweerster heeft gehandeld binnen de ruime mate van vrijheid die haar toekomt als partijdig belangenbehartiger van haar cliënt. Van het nodeloos schaden van klaagsters belangen is niet gebleken. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:26 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-881/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:26
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de bijstand in een pensioenkwestie en in een arbeidszaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-890/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:27
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in zaken over onder meer gezag. Klager heeft zijn klacht, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van verweerster, onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:28 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-872/DH/RO 24-902/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:28
Voorzittersbeslissing. Klachten tegen de eigen advocaten over de kwaliteit van de bijstand in diverse zaken kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-935/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:29
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat die heeft opgetreden voor een VVE. Klager is een van de leden van die VVE. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst opgesteld die door alle VVE leden is ondertekend. De klacht van klager over de inhoud van die vaststellingsovereenkomst is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:24 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-775/DH/RO/D
- Datum publicatie: 19-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:24
Het dekenbezwaar is gericht tegen verweerder, die als advocaat vooral strafzaken behandelt. De deken verwijt verweerder dat hij de kernwaarden van de advocatuur heeft geschonden door vertrouwelijke informatie te delen met een derde.Het openbaar ministerie vervolgt verweerder strafrechtelijk voor deze feiten. Dat heeft geleid tot een vonnis van 17 september 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant waarbij verweerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, voor schending van zijn beroepsgeheim en zijn wettelijke geheimhoudingsplicht. Verweerder heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld. Op het hoger beroep is nog niet beslist.Volgens de deken blijkt uit het onderliggende strafdossier dat verweerder heimelijk een derde heeft laten meeluisteren bij het politieverhoor van zijn cliënt. Op dat moment golden beperkingen. Ook zou verweerder daar € 500,- betaald voor hebben gekregen. Dat is volstrekt onacceptabel. Niet alleen heeft verweerder zijn eigen integriteit te grabbel gegooid, maar ook heeft hij het vertrouwen beschaamd dat de samenleving en politie en justitie in advocaten moeten kunnen hebben. De deken vindt daarom dat verweerder geen advocaat meer mag zijn. Hij vraagt de raad om verweerder te schrappen van het tableau.Verweerder heeft allereerst gevraagd om de uitkomst van zijn strafzaak in hoger beroep af te wachten en daarna pas dit dekenbezwaar te behandelen en voert daarnaast een aantal formele verweren. Daarnaast heeft verweerder betwist dat hij wist van de beperkingen dan wel deze beperkingen heeft geschonden. Tot slot heeft verweerder de raad gevraagd om, als het dekenbezwaar wel gegrond wordt verklaard, hem niet te schrappen als advocaat.De raad ziet geen aanleiding om met deze tuchtprocedure te wachten totdat in hoger beroep is beslist in de strafzaak van verweerder, verwerpt de formele verweren en komt tot een inhoudelijk oordeel over het dekenbezwaar. Dat oordeel luidt dat met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verweerder wist dat zijn cliënt de maatregel van beperkingen opgelegd had gekregen. Ook stelt de raad vast dat verweerder een derde op zijn kantoor heimelijk heeft laten meeluisteren met een politieverhoor van deze cliënt. Daarmee heeft verweerder in strijd gehandeld met de advocatuurlijke kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid. De raad acht dit een ernstig tuchtrechtelijk vergrijp en een onvergeeflijke fout. Tegelijk is de raad er wel voldoende van overtuigd geraakt dat dit als een eenmalige misstap moet worden beschouwd. Om die reden acht de raad het opleggen van de ultieme maatregel van schrapping niet gepast. Wel is een aanzienlijke (deels voorwaardelijke) schorsing passend en noodzakelijk. De raad legt daarom de maximale schorsing van één jaar (52 weken) op, waarvan de helft (26 weken) voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-953/AL/OV
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:48
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat mediator in een familie zaak niet ontvankelijk, omdat deze na de vervaltermijn is ingediend.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-942/AL/GLD
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:49
Voorzittersbeslissing. De klachten over de kwaliteit van de dienstverlening en communicatie zijn niet-ontvankelijk vanwege te late indiening ervan. De klacht over de afgifte van de op het kantoor van verweerster achtergebleven tas van klaagster met administratie aan de toenmalige bewindvoerder van klaagster is kennelijk ongegrond. Verweerster kon en behoorde die documenten op verzoek van de bewindvoerder af te geven.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-083/DB/MN/W
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:25
Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-941/AL/NN
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:47
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familiezaak gedeeltelijk niet ontvankelijk vanwege het verstrijken van de vervaltermijn. De klacht is, voor zover ontvankelijk, kennelijk ongegrond vanwege het ontbreken van een feitelijke onderbouwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:28 Hof van Discipline 's Gravenhage 240186
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:28
Verweerder heeft beroep ingesteld. Verweerder heeft de ex-partner van klager bijgestaan in een familiekwestie. Het hof is, met de raad, van oordeel dat verweerder onvoldoende kritisch is geweest ten aanzien van de ernstige beschuldigingen en niet nader onderbouwde stellingen van zijn cliënte over klager en dat hij zich teveel heeft vereenzelvigd met zijn cliënte, waardoor hij de belangen van klager onnodig heeft geschaad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:29 Hof van Discipline 's Gravenhage 240168
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:29
Klacht tegen advocaat wederpartij. klager verwijt verweerder dat hij een in een vaststellingsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsclausule heeft geschonden door de VSO als productie over te leggen in een procedure met een derde. De raad heeft geoordeeld dat het verweerder niet vrij stond de VSO op 29 november 2022 in een procedure in te brengen. Verweerder had primair toestemming aan klager moeten vragen en, bij gebreke van toestemming, overleg met de deken moeten zoeken. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het hof oordeelt dat zelfs in het geval verweerder geen bemoeienis heeft gehad met het in het geding brengen van de VSO het, na de melding van klager op 13 juli 2020, op zijn weg lag om uit te zoeken hoe de schending van het geheimhoudingsbeding door zijn kantoorgenoot heeft kunnen plaatsvinden en ervoor zorg te dragen dat het niet nog een keer zou gebeuren. Voor het overige sluit het hof zich aan bij het oordeel van de raad. Het hof ziet aanleiding om de zwaardere maatregel van berisping op te leggen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:30 Hof van Discipline 's Gravenhage 240154
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:30
Klacht tegen de eigen advocaat. Klager heeft beroep ingesteld. De raad heeft de klacht deels gegrond verklaard en heeft een berisping opgelegd. Het hof is van oordeel dat verweerder, naast de door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen, ook tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zijn facturen aan klager onvoldoende inzichtelijk te maken. De overige beroepsgronden van klager slagen niet. Het hof ziet geen aanleiding om tot een verzwaring van de maatregel te komen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:31 Hof van Discipline 's Gravenhage 230385
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:31
Klacht over advocaat als voorzitter van een hoorcommissie in een bezwaarprocedure. De raad heeft geoordeeld dat geen sprake was van een onafhankelijke bezwaaradviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb, en dat daarom niet was vereist dat verweerster onafhankelijk was. De kernwaarde partijdigheid weerhield verweerster in dit geval niet ervan om de hoorcommissie te leiden. De raad heeft daarnaast geoordeeld dat verweerster niet onprofessioneel of vooringenomen heeft gehandeld en heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad. Het hof voegt hieraan nog toe dat alle procedurele aspecten die klager opwerpt, thuishoren in de procedure bij de bestuursrechter. In die procedure kan klager zijn bezwaar dat verweerster ten onrechte heeft geweigerd getuigen te horen aan de orde stellen, alsook de rechtbank verzoeken (alsnog) zelf getuigen te horen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:25 Hof van Discipline 's Gravenhage 240265
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:25
klaagster gebruikt het klachtrecht voor een ander doel dan waarvoor het bedoeld is. Klaagster klaagt over de inhoud van het advies van de deken. Het dekenstandpunt is op geen enkele wijze bindend. Het betreft de zienswijze van de deken aan de hand waarvan klaagster haar positie/kansen in een verdere tuchtprocedure kan bepalen. Als klaagster het met die zienswijze niet eens is, kan zij de klacht door betaling van het griffierecht laten voorleggen aan de tuchtrechter (de Raad van Discipline). De Raad van Discipline zal de klacht vervolgens zelfstandig en onafhankelijk van het dekenstandpunt beoordelen. Naar het hof begrijpt is de klacht van klaagster inmiddels ook doorgezonden naar de Raad van Discipline. Het hof verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-932/DB/OB/D
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:24
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft een lange periode gebankierd met zijn derdengeldenrekening voor privédoeleinden. Ook is verweerder op meerdere punten tekortgeschoten in zijn kantoororganisatie, door onder meer geen twee-handtekeningenvereiste in werking te hebben en geen of onvoldoende aandacht te hebben voor de Wwft. Schorsing van 26 weken waarvan 14 weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:26 Hof van Discipline 's Gravenhage 240228
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:26
Wat het beklag betreft tegen de beslissing van de deken is het hof met de deken van oordeel dat een procedure tegen de gemeente wegens onrechtmatig handelen (door een ambtenaar) geen redelijke kans van slagen. Onvoldoende is gebleken dat er redelijke gronden zijn om de (ten overstaan van de rechtbank) getroffen schikking aan te vechten. Van dwaling of bedrog is niet gebleken. De met de gemeente getroffen regeling om de vorderingen tegen de gemeente in te trekken staat er aan in de weg om die vordering op nieuw in te stellen. Klager zal in dergelijke procedure zeer waarschijnlijk niet ontvankelijk worden verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-548/AL/GLD
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:46
Verweerster heeft zich op een zitting als gemachtigde advocaat gepresenteerd, zonder daadwerkelijk door klager, aan wie zij ambtshalve was toegevoegd, maar met wie zij geen contact heeft gehad voorafgaand aan de zitting, te zijn gemachtigd. Ook heeft zij nagelaten om een aanhoudingsverzoek te doen, terwijl dat in deze zaak wel had gemoeten. Verweerster heeft hiermee gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet en met de kernwaarde deskundigheid. Hoewel het positief is dat verweerster stelt dat zij lering uit deze zaak heeft getrokken, twijfelt de raad er aan - mede gelet op haar verklaring op de zitting van de raad waarin ze stelt dat het belang van haar cliënt relevant is voor de vraag of een advocaat gemachtigd is - of zij werkelijk en volledig begrijpt wat zij in deze zaak verkeerd heeft gedaan. De raad acht het overigens zorgelijk dat verweerster deze casus op haar kantoor heeft besproken en dat verweerster en haar kantoorgenoten kennelijk gezamenlijk tot de conclusie zijn gekomen dat dit handelen van verweerster toelaatbaar is. De raad is rekening houdend met alle feiten en omstandigheden van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:29 Raad van Discipline Amsterdam 24-949/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:29
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De voorzitter is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld binnen de vrijheid die zij heeft als advocaat van de wederpartij van klager. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:30 Raad van Discipline Amsterdam 24-965/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:30
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de voormalig advocaat. De voorzitter heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder een usb-stick van klager achterhoudt en daarmee onbetamelijk handelt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:31 Raad van Discipline Amsterdam 24-962/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:31
Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij. Op verweerder rust geen verplichting om op e-mails van klaagster te reageren. Bovendien is het in lijn met gedragsregel 25 om niet rechtstreeks met een wederpartij (klaagster) te communiceren als die zich laat bijstaan door een advocaat, hetgeen bij klaagster in de onderliggende procedure het geval was. De klacht is in zoverre kennelijk ongegrond. Verder heeft klaagster een onvoldoende rechtstreeks eigen belang bij haar verwijt over de wijze van factureren van verweerder aan zijn cliënte. De klacht hierover is kennelijk niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar ingediend en daarmee niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:32 Raad van Discipline Amsterdam 24-972/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:32
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van een door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:27 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:27
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerster gebruik heeft gemaakt van ongeoorloofde middelen of dat zij de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid op enige andere wijze heeft overschreden, wordt niet gevolgd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:28 Raad van Discipline Amsterdam 24-947/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:28
Voorzittersbeslissing; klacht van een advocaat over de advocaat wederpartij in een medische tuchtprocedure. De stelling van verweerster dat klaagster een kruistocht voert tegen haar cliënte (een vertrouwensarts) kwalificeert binnen de context van het geschil niet als onnodig grievend. De klacht is in zoverre kennelijk ongegrond. Voor zover klaagster verweerster verwijt onvoldoende professionele distantie te behouden tot haar cliënte is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-462/AL/MN
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:45
Raadsbeslissing. Klacht ingediend door korpschef van politie Oost Nederland. De klacht gaat over de bejegening van een politieambtenaar door verweerder. Het persoonlijk karakter van het advocatentuchtrecht brengt mee dat alleen deze politieambtenaar bij de deken kan klagen over de wijze waarop verweerder haar heeft bejegend en te woord heeft gestaan. De korpschef van de politie Oost Nederland mist hier een rechtstreeks eigen belang bij het verwijt dat verweerder wordt gemaakt over zijn onheuse bejegening van de politieambtenaar. Het mag zo zijn dat de politieambtenaar in dienst is van de politie en dat de korpschef, als vertegenwoordiger van de politie Oost Nederland, wil dat politieambtenaren met respect worden behandeld, zoals ter zitting is gesteld, maar dat betekent niet dat de korpschef in dit geval een eigen klachtrecht toekomt als bedoeld in de Advocatenwet. Klacht niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-869/AL/NN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:40
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als 5e opvolgend advocaat van klaagster in een erfrechtelijke procedure opgetreden. Naar het oordeel van de voorzitter is niet komen vast te staan dat verweerster klaagster daarbij heeft gemanipuleerd of onder druk heeft gezet. KLaagster heeft ingestemd met de door verweerster gevolgde strategie. De wijze van onttrekking als advocaat heeft op zorgvuldige wijze plaatsgevonden met oog voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-901/AL/NN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:41
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:42
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-359/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:43
De raad verklaart klacht over belangenstrengeling en een inhoudelijke klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-446/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:44
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter is in zijn beslissing op de stellingen van klagers ingegaan en heeft de daarop gebaseerde klachtonderdelen ongegrond verklaard. De omstandigheid dat klagers het daarmee niet eens zijn, betekent niet dat de beoordeling van de voorzitter onjuist is. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-832/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:39
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder klaagster in zijn correspondentie ontoelaatbaar onder druk heeft gezet. Hij heeft als partijdige belangenbehartiger opgetreden en correcte bewoordingen gebruikt. Verweerder mocht daarbij afgaan op van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:23 Hof van Discipline 's Gravenhage 240259
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:23
Artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Afwijzing door de deken een (nieuwe) advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. De eerder door de deken aangewezen advocaat heeft tijdig hoger beroep ingesteld en klaagster kan op de mondelinge behandeling verschijnen zonder advocaat. Daarnaast heeft zij onvoldoende onderbouwd dat de dienstverlening door haar eerdere advocaat ondermaats is geweest of dat sprake is van medische urgentie. Dat klaagster de correcte handelwijze van haar eerdere advocaat niet wil volgen is geen reden om een andere advocaat aan te wijzen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:24 Hof van Discipline 's Gravenhage 240177
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:24
Klacht over de eigen advocaat. Het gaat in deze tuchtzaak over de rechtsbijstand door verweerder aan klager in een (strafrechtelijke) herzieningsprocedure bij de Hoge Raad. Klager heeft bij de raad vier klachtonderdelen geformuleerd. Klachtonderdelen a) en b) zijn door de raad gegrond verklaard. Klager verwijt verweerder met klachtonderdelen c) en d) dat verweerder al na twee weken na een gesprek bij de deken op 17 oktober 2022 een negatieve beslissing van de Hoge Raad over het herzieningsverzoek heeft doorgezonden en dat verweerder klager en zijn familie meerdere malen heeft beledigd. Deze klachtonderdelen zijn door de raad ongegrond verklaard. Omdat klachtonderdelen a) en b) door de raad gegrond zijn verklaard, liggen in het hoger beroep van klager uitsluitend klachtonderdelen c) en d) voor. Het Hof van Discipline (hierna: het hof) is het – met betrekking tot deze klachtonderdelen - eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:22 Hof van Discipline 's Gravenhage 250039
- Datum publicatie: 07-02-2025
- Datum uitspraak: 06-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:22
De voorzitter stelt vast dat een eerdere klacht van klager over mr. (X) heeft geleid tot een voorzittersbeslissing bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, inhoudende dat die klacht niet-ontvankelijk is omdat de klacht is ingediend na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn. Het verzet van klager tegen de voorzittersbeslissing is ongegrond verklaard door die raad. Uit de klacht van 24 januari 2025 kan worden opgemaakt dat klager nog steeds vindt dat verweerder met een dekenbezwaar had moeten komen. Het recht om een klacht in te dienen tegen de deken is niet bedoeld om ongenoegen over de wijze waarop de deken zijn werk uitvoert of laat uitvoeren tot uiting te brengen. Klager gebruikt het klachtrecht echter wel op deze wijze. Daarmee zet hij het klachtrecht in voor een ander doel (persoonlijk ongenoegen) dan waarvoor het is bedoeld (waarborging van de kwaliteit van de beroepsgroep). De voorzitter zal de klacht daarom niet verwijzen
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:11 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:11
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-492/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een huurkwestie. Verweerder heeft zijn cliënten geadviseerd de kamer die klaagster bij hen huurde te ontruimen, terwijl daarvoor geen titel was. Verweerder heeft zijn cliënten daarmee geadviseerd tot onrechtmatig handelen en heeft daarbij onvoldoende oog gehad voor klaagsters belangen. Tuchtrechtelijk laakbaar advies. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-232/DH/GLD
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:12
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-827/DH/DH/D
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:19
Raadsbeslissing na ambtshalve voortzetting klacht. Genoegzaam is gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening door verweerder langdurig (zeer) beneden peil is geweest. Verweerder heeft daarmee laten blijken onvoldoende op de hoogte te zijn geweest van het recht, maar ook dat het hem herhaaldelijk niet is gelukt om het standpunt van de cliënt op goede wijze voor het voetlicht te brengen. Verweerder heeft daarmee herhaaldelijk in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Dit gebrek aan deskundigheid acht de raad onacceptabel. Anders dan door de deken is verzocht, is de raad van oordeel dat het noodzakelijk is om daarom een maatregel op te leggen aan verweerder. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:13 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-243/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:13
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:36 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-673/AL/OV
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:36
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Ook als wel sprake zou zijn van een vriendschap tussen verweerster en haar cliënte betekent dat niet meteen dat verweerster zich niet onafhankelijk zou kunnen opstellen ten opzichte van haar cliënte en het geschil tussen haar cliënte en klager. Toevoegen e-mails klager aan dossier voor opvolgend advocaat niet klachtwaardig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-845/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:20
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:14 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-244/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:14
Verzet ongegrond.