ECLI:NL:TADRSGR:2025:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-890/DH/RO
ECLI: | ECLI:NL:TADRSGR:2025:27 |
---|---|
Datum uitspraak: | 12-02-2025 |
Datum publicatie: | 20-02-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-890/DH/RO |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in zaken over onder meer gezag. Klager heeft zijn klacht, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van verweerster, onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van
12 februari 2025 in de zaak 24-890/DH/RO
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerster
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) van 3 december 2024 met kenmerk R 2024/108 en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 69. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de e-mail met bijlage van klager van 8 januari 2025.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 Klager heeft drie kinderen. Klager is belast met het ouderlijk gezag over
de oudste twee kinderen. Deze kinderen wonen bij hem. Klager en de moeder zijn gezamenlijk
belast met het gezag over het jongste kind.
1.2 Bij beschikking van 8 april 2024 heeft de rechtbank de ondertoezichtstelling
van alle drie de kinderen uitgesproken. Klager is in deze zaak bijgestaan door mr.
P. Verweerster heeft, namens klager, hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
1.3 Op 10 juni 2024 heeft verweerster klager ter zitting bijgestaan bij de rechtbank.
1.4 Bij beschikking van 10 juni 2024 heeft de rechtbank een machtiging tot uithuisplaatsing
van het jongste kind bij de moeder verleend. Klager is in deze zaak bijgestaan door
verweerster.
1.5 Bij beschikking van 14 juni 2024 heeft de rechtbank een spoed machtiging
tot uithuisplaatsing van de oudste twee kinderen voor de duur van twee weken verleend.
Klager is in deze zaak bijgestaan door verweerster.
1.6 Bij beschikking van 20 juni 2024 heeft de rechtbank een machtiging tot uithuisplaatsing
van de oudste twee kinderen tot 14 december 2024 verleend. Klager is in deze zaak
bijgestaan door mr. B.
1.7 Op 16 mei 2024 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.
1.8 Op 4 juni 2024 heeft klager een aanvullende klacht ingediend over verweerster.
1.9 Op 24 juli 2024 is er een (digitale) bespreking geweest, waarbij onder meer
klager, verweerster en een lid van de Raad van de Orde aanwezig waren. Daarbij is
afgesproken dat verweerster contact opneemt met mr. G om overname van de zaken van
klager te bewerkstelligen.
1.10 Op 26 juli 2024 schrijft verweerster in een e-mail aan de deken (en cc aan
klager) dat mr. G na zijn vakantie op 1 augustus contact met haar zal opnemen.
1.11 Op 12 augustus 2024 laat verweerster aan de deken (en cc aan klager) weten
dat ze overleg heeft gehad met mr. G en dat ze de dossiers die dag zal overdragen.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk
verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt
verweerster het volgende.
1) Verweerster (en/of de medewerkers van haar kantoor) bejegenen klager niet
op gepaste wijze.
2) Verweerster reageert (niet) tijdig en is slecht bereikbaar.
3) Verweerster komt afspraken niet na.
4) Verweerster heeft geen hoger beroep ingesteld.
5) Verweerster heeft niets gedaan in de zaak betreffende het gezag en het kort
geding uithuisplaatsing.
6) Verweerster heeft zonder overleg met klager stukken verstuurd.
7) Verweerster heeft klager ter zitting uitermate slecht verdedigd.
8) Verweerster heeft niets gedaan tegen het vonnis van 1 december 2023.
9) Verweerster heeft dossiers verslonsd en klager daarmee in diskrediet gebracht.
10) Verweerster heeft geen prestatie geleverd, ondanks betaling van de toevoeging.
11) Verweerster heeft opzettelijk traag klagers dossiers overgedragen.
12) Verweerster heeft de zaak slecht voorbereid door niet met klager te overleggen
over de pleitnota.
3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd.
Zij stelt dat zij klager de afgelopen maanden heeft bijgestaan in een artikel 12 Sv-procedure
en verschillende familierechtelijke zaken met betrekking tot zijn minderjarige kinderen.
Verweerster heeft klager bijgestaan op 10 juni 2024 ter zitting bij de rechtbank.
Verweerster stelt dat het hoger beroep tijdig is ingediend, evenals het verweerschrift
in de voogdijzaak. In de procedures is altijd binnen de termijn gehandeld en klager
ontvangt altijd een kopie van de stukken en correspondentie.
3.2 Verweerster stelt verder dat klager veelvuldig belt, mailt en appt naar kantoor.
Als hij telefonisch contact opneemt, wordt er altijd opgenomen en hij wordt dus dagelijks
meerdere malen te woord gestaan. Het secretariaat van het kantoor wilde klager behulpzaam
zijn door voor hem een aanvraag bijzondere bijstand in te dienen voor de kosten van
de eigen bijdrage. Klager weigerde echter om hiervoor een machtiging te tekenen.
3.3 De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING
Toetsingskader
4.1 De klacht ziet op de kwaliteit van dienstverlening van verweerster. Bij de
beoordeling hiervan dient rekening te worden gehouden met de vrijheid die de advocaat
heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes waar
de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Deze vrijheid
is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer
in de uitvoering van de opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat
zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele
standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid
die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden
mag worden verwacht.
Beoordeling klacht
4.2 De voorzitter overweegt dat het aan klager is om de feiten waarop de klacht
wordt gebaseerd voldoende aannemelijk te maken en ten minste aanknopingspunten aan
te dragen voor de juistheid van stellingen. Dat heeft klager op veel punten niet gedaan.
Verweerster heeft de klacht bovendien betwist en uitgelegd dat zij klager in drie
zaken heeft bijgestaan (een artikel 12-procedure, een procedure betreffende gezag
en een procedure betreffende ondertoezichtstelling). Dat verweerster klager ook in
andere zaken heeft bijgestaan of zou bijstaan, is de voorzitter op grond van het klachtdossier
niet gebleken.
4.3 Verweerster heeft gemotiveerd toegelicht dat zij in de door haar behandelde
zaken steeds (tijdig) een procedure is gestart, (tijdig) stukken heeft ingediend en
klager steeds een kopie van alle correspondentie en stukken heeft gestuurd. Klager
heeft zijn verwijten, tegenover de gemotiveerde betwisting van verweerster, niet verder
geconcretiseerd en onderbouwd. Dat verweerster bij de behandeling van klagers zaken
onbetamelijk heeft gehandeld, is de voorzitter niet gebleken.
4.4 Waar de verwijten zien op de communicatie c.q. bejegening door verweerster
en haar medewerkers, heeft verweerster ook hier gemotiveerd de juistheid van klagers
verwijten betwist. Klager heef zijn klacht ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd
en onderbouwd.
4.5 Dat verweerster de overdracht van klagers dossiers aan mr. G heeft vertraagd,
blijkt niet. Uit de overgelegde correspondentie blijkt juist dat zij dat met voldoende
voortvarendheid heeft gedaan.
4.6 De voorzitter kan de juistheid van (al) klagers verwijten op grond van het
klachtdossier en gelet op de gemotiveerde betwisting van verweerster niet vaststellen.
De klacht is daarom in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 februari 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 12 februari 2025