Zoekresultaten 1-50 van de 44989 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7543
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73
Klacht tegen orthopedisch chirurg ongegrond. Klaagster, de patiënt, verwijt de orthopedisch chirurg dat hij een onzorgvuldige operatie heeft uitgevoerd en onvoldoende zorg heeft verleend tijdens een consult door zich te beperken tot pijnbestrijding. Het college oordeelt dat de operatie zorgvuldig is uitgevoerd. Dat de dog bone is uitgebroken en de pijnklachten aanhielden, betekent niet dat de orthopedisch chirurg onzorgvuldig en medisch onjuist heeft gehandeld. Daarna heeft de orthopedisch chirurg kunnen besluiten tot een conservatief beleid. Zijn argumenten daarvoor zijn navolgbaar en goed onderbouwd. De orthopedisch chirurg heeft tijdens het consult ook adequaat gereageerd op de (pijn)klachten van klaagster.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750208 / DW RK 24/182 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:53
De klachten over de hoogte van de beslagvrije voet en het verzoek van de gerechtsdeurwaarder voor het doen van een acceptabel betalingsvoorstel zijn ongegrond. De gerechtsdeurwaarder kan wel worden verweten dat het UWV het gelegde beslag niet gelijk kon opheffen, na het verzoek hiertoe. De gerechtsdeurwaarder heeft zijn fouten erkend en heeft het dusdanig computersysteem aangepast dat dergelijke fouten niet meer voorkomen. Klacht gedeeltelijk gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-856/AL/MN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:156
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-04 (2025.V3-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:4
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De kapitein kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de chief officer, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maassluis en de Botlek, verliet de kapitein de stuurhut om naar het toilet te gaan. De chief officer had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de kapitein intussen weer in de stuurhut was. De betrokkene heeft voor deze reis het voyage plan opgesteld.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/751047 / DW RK 24/203 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:54
De gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat op de verzoeken van klager gereageerd, met name niet voor zover het betreft opheldering van de in rekening gebrachte “overige kosten” te krijgen. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder niet (tijdig) ope-mailberichten van klager gereageerd. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-855/AL/MN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:157
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/766049 / DW RK 25/78 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:55
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich over de hoogte van de beslagvrije voet, het bedrag waarvoor beslag is gelegd en de door de gerechtsdeurwaarders gedane ontruiming. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-280/AL/NN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:158
Voorzittersbeslissing. Verweerster staat de ex-partner van de zoon van klager bij in een echtscheidingsprocedure. In dat kader heeft verweerster uitlatingen over klager gedaan. Klager is ontvankelijk in zijn klacht. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de grenzen van de haar toekomende vrijheid niet overtreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-02 (2025.V1-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:2
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De betrokkene kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de chief officer, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maasluis en de Botlek, verliet betrokkene de stuurhut om naar het toilet te gaan. De chief officer had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de betrokkene intussen weer in de stuurhut was.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7354
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72
Ongegronde klacht tegen neuroloog. Klaagster, patiënte, verwijt verweerster dat verweerster heeft geweigerd om klaagster te behandelen. Klaagster is bekend met epilepsie en is onder behandeling van verweerster. Het college stelt vast dat verweerster zich heeft ingespannen, weigering door verweerster is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750139 / DW RK 24/180 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:52
Klager beklaagt zich over het laat reageren op het betalingsvoorstel van klager, de in rekening gebrachte incassokosten en de termijn die hem is gegeven voor het indienen van een nieuw betalingsvoorstel. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-03 (2025.V2-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:3
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De betrokkene had de zeewacht tijdens het aanlopen van de Maasmond. De kapitein kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de betrokkene, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maassluis en de Botlek, verliet de kapitein de stuurhut om naar het toilet te gaan. De betrokkene had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de kapitein intussen weer in de stuurhut was.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7821
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts in opleiding. De bedrijfsarts i.o, werkzaam bij ArboNed, heeft klager in zijn ziekteverzuimperiode begeleid. Klager verwijt de bedrijfsarts i.o dat zij hem, kort samengevat, niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de supervisor van de bedrijfsarts (zaaknummer A20247823), worden ongegrond verklaard. Dat het traject met de werkgever niet succesvol is geweest is betreurenswaardig, maar daarvan kan de bedrijfsarts i.o. geen verwijt worden gemaakt
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-264/DB/NN/W
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:97
Wraking kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7823
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts was de supervisor van de arts in opleiding tot specialist bedrijfsgeneeskunde (hierna: bedrijfsarts i.o., zaaknummer A2024/7821), die klager in zijn ziekteverzuimperiode heeft begeleid. Klager stelt dat de bedrijfsarts heeft toegelaten dat de bedrijfsarts i.o. hem niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Meer in het bijzonder verwijt klager de bedrijfsarts dat hij als supervisor zijn verantwoordelijkheden niet heeft genomen. Het college is van oordeel dat de werkwijze rondom taakdelegatie en supervisie niet in strijd is met de voor de bedrijfsarts geldende beroepsnorm en dat de mogelijkheid van toezicht daarmee in beginsel voldoende is gewaarborgd. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de bedrijfsarts i.o., worden ongegrond verklaard. Daarmee strandt ook het verwijt aan de supervisor dat hij niet heeft ingegrepen of bijgestuurd bij deze werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 250202
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 12-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:108
Een klacht tegen een deken is geen middel om de inhoud van een dekenvisie over de klacht tegen een andere advocaat ter discussie te stellen. Het klachtrecht is daarvoor niet bedoeld. Een klager kan de klacht tegen de andere advocaat, na betaling van het griffierecht, voorleggen aan de Raad van Discipline en laten beoordelen door de tuchtrechter. Klager heeft van die mogelijkheid ook gebruik gemaakt bij zijn klacht tegen mr. B. Binnen de kaders van die procedure kan klager naar voren brengen op welke punten de visie van de deken volgens hem niet deugt en dat de tuchtrechter tot een andere conclusie zou moeten komen dan verweerder. Nu klager het klachtrecht tegen verweerder gebruikt voor een ander doel dan waarvoor is het bedoeld zal de voorzitter de klacht tegen de deken wegens misbruik van klachtrecht niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2586
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:102
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2585
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:103
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/8142
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen medisch adviseur in verband met advies aan zorgverzekeraar over de vergoeding van de behandeling van klager in het buitenland. Geen weerslag op de individuele gezondheidszorg. Financieel (declaratie)geschil. Klager kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7551
- Datum publicatie: 13-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:148
Kennelijk ongegronde klacht tegen een KNO-arts. Klager verwijt de KNO-arts dat hij op 28 augustus 2020 verwijtbaar heeft gehandeld, omdat hij bij het uitvoeren van het oortoilet bij het linkeroor van klager dit linkeroor heeft `stukgezogen’. De KNO-arts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat de KNO-arts het oortoilet heeft mogen uitvoeren en dat dit in het geval van klager juist goed was. Het college ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de KNO-arts hierbij een fout heeft gemaakt. Het uitvoeren van een oortoilet is binnen de keel- neus- en oorheelkunde een routinemaatregel die meerdere keren per dag wordt uitgevoerd en die ook steeds op dezelfde manier wordt uitgevoerd. De KNO-arts is hierin gespecialiseerd. Klagers stelling dat in zijn geval geen oortoilet uitgevoerd had mogen worden omdat hij dunne, slappe trommelvliezen heeft met perforaties is onjuist. Het zijn juist de patiënten met die problematiek die bij de KNO-arts onder behandeling staan en in die zin was de situatie van klager niet dermate bijzonder. Ook bij deze patiënten is het gebruikelijk en juist om het oortoilet op deze manier uit te voeren. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747317 / DW RK 24 99 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:47
Op grond van artikel 50 Rv mag de gerechtsdeurwaarder betekenen aan het woonadres van een bestuurder van een BV. Dat klaagsters woonadres bekend is geworden aan familie van de onder bewindgestelde had klaagster kunnen voorkomen door haar adres als geheim te laten registreren in de BRP. Deze bekendwording komt daarom voor haar eigen risico en kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:96 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-353/DB/OV/W
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 12-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:96
wraking kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747649 / DW RK 24/108 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:48
De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij niet heeft gereageerd op twee brieven van de zijde van klagers. Maatregel van waarschuwing opgelegd ten aanzien van dit klachtonderdeel. Ten aanzien van de klacht over het innen van dwangsommen wordt overwogen dat de gerechtsdeurwaarder af mocht gaan op de informatie die was aangeleverd door de opdrachtgever. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 240227
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:106
Klager klaagt dat zijn advocaat hem bij het eerste gesprek (en ook later niet) heeft medegedeeld dat hij vervroegd met pensioen ging. De raad van discipline heeft zijn klacht ongegrond verklaard. Het Hof van Discipline bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7820
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:63
Klacht tegen een tandarts kennelijk ongegrond. De tandarts heeft bij klager een verblokte kroon geplaatst. Na de behandeling kreeg klager klachten en voerde de tandarts een wortelkanaalbehandeling uit. Klager schreef zich vervolgens uit bij de praktijk en ging naar de polikliniek kaakchirurgie, waar later een parotisabces werd geconstateerd. Klager verwijt de tandarts onder meer dat zij een voorbarige diagnose heeft gesteld en een onzorgvuldige behandeling heeft uitgevoerd. Het college is van oordeel dat de tandarts geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747839 / DW RK 24/113 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:49
Op grond vanI het bepaalde in artikel 46 Rv moet de volgende vraag worden gesteld: mocht de gerechtsdeurwaarder erop vertrouwen dat de persoon die hij aantrof het exploot ter hand zou stellen van klaagster? De minderjarige aan wie het exploot is overhandigd betrof klaagsters 17-jarige zoon. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat na zorgvuldige afweging is besloten dat deze persoon bekwaam was het dwangbevel in ontvangst te nemen aangezien het aannemelijk was dat deze persoon zou bevorderen dat het afschrift degene voor wie het exploot is bestemd, tijdig zou bereiken. Het enkele feit dat klaagsters zoon op dat moment minderjarig was, maakt dat niet anders. De gerechtsdeurwaarder heeft een bedrag van € 700 aan klaagster teruggestort, zonder contact met klaagster op te nemen dat het bedrag ten onrechte geïncasseerd was. De gerechtsdeurwaarder heeft geen uitleg gegeven noch verontschuldigen aan klaagster aangeboden voor de gang van zaken. De gerechtsdeurwaarder heeft een e-mail van klaagster pas na zeven weken beantwoord. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar gelet op de vaste jurisprudentie van de kamer waarin is bepaald dat een gerechtsdeurwaarder correspondentie binnen twee weken dient te beantwoorden in een dossier dat bij hem of haar in behandeling is. Geconcludeerd wordt dat de gerechtsdeurwaarder te laat en te weinig inhoudelijk (door een standaardbrief te sturen) heeft gecommuniceerd met klaagster. Maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240279
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:107
Verweerder heeft voor een vennootschap opgetreden terwijl hij daarbij slechts op instructies van één van de twee (indirect) zelfstandig bevoegde bestuurders afging. De raad van discipline heeft dat niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Wel wordt aan verweerder een waarschuwing opgelegd omdat verweerder bij het geven van een opdracht voor een onafhankelijk onderzoek bij de vennootschap er onvoldoende zorg voor heeft gedragen dat dit onderzoek op een evenwichtige wijze, met inachtneming van de posities van de beide bestuurders, zou zijn verricht. Tegen dit laatste oordeel is verweerder in hoger beroep gekomen. Verweerder verwijt de raad dat hij met het geven van een oordeel over -kortweg- het onderzoek buiten de reikwijdte van de klacht is getreden. Het Hof van Discipline komt tot diezelfde conclusie, vernietigt de beslissing van de raad op dit punt en verklaart de klacht ongegrond zoals die had moeten worden beoordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7111
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:70
Internist wordt door nabestaanden verweten dat patiënt geen chemotherapie met bleomycine had mogen krijgen omdat hij leed aan astmatische bronchitis, niet informeren van behandelteam over behandelrisico’s, signalen ouders omtrent hoesten patiënt niet serieus heeft genomen, zonder overleg bleomycine heeft hervat, niet uitvoeren longfunctietest waarmee bleomycinelong eerder had kunnen worden ontdekt, niet eerder in consult roepen longarts en gebrekkige dossiervorming/communicatie richting behandelteam. College: internist vervulde niet de rol van hoofdbehandelaar en was niet betrokken bij de zorgverlening aan de patiënt op de afdeling. Er was geen contra-indicatie voor het geven van chemotherapie met bleomycine noch advies om kuur zonder bleomycine te geven. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760440 / DW RK 24/414 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:50
Klaagster heeft meerdere malen verzocht om haar dossiers. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat klaagster concreet moet aangegeven welke stukken zij mist en heeft meerdere malen meegedeeld dat zij online inzage heeft in haar dossiers. Gebleken is echter dat digitaal alleen lopende dossiers en niet oudere, afgesloten dossiers kunnen worden ingezien. Bovendien heeft klaagster verklaard dat het haar niet lukt om in te loggen. Door te blijven benadrukken dat klaagster moet inloggen, miskent de gerechtsdeurwaarder dat niet elke debiteur over digitale mogelijkheden en vaardigheden beschikt. Klaagster is het overzicht over haar financiën in de loop der jaren kwijt geraakt en is niet in staat specifiek aan te geven welke stukken zij mist. De gerechtsdeurwaarder kan dan niet volstaan met de mededeling dat klaagster een concreet stuk moet noemen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder in voldoende mate heeft voldaan aan het verzoek van klaagster om haar de dossiers te doen toekomen. De kamer komt daarom tot het oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761806 / DW RK 24/442 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:51
Beslissing op verzet. Klaagster heeft in verzet nieuwe klachten aangevoerd, deze kunnen volgens vaste jurisprudentie in deze fase van de procedure niet worden beoordeeld. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klachten. Klaagster heeft bij de verkeerde instantie geklaagd over de verkeersboete, waardoor deze is komen vast te staan.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-216/AL/OV
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:154
Voorzittersbeslissing. Uit de stukken is de voorzitter niet gebleken dat verweerder in de zaak van klager als advocaat of als klachtenfunctionaris heeft opgetreden. Nu de feiten die klager aan het verwijt over verweerder ten grondslag legt onjuist zijn, wordt de klacht kennelijk ongegrond geoordeeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-249/AL/MN
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:155
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is uit de stukken niet gebleken dat verweerster zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager tijdens een zitting of in stukken. Verder mocht verweerster naar het oordeel van de voorzitter zonder nader onderzoek afgaan op de van haar cliënte G ontvangen informatie en die informatie tijdens de zitting op 2 november 2023 namens G voorlezen en verwerken in processtukken. Klager heeft tegen die vermeende onjuistheden en feiten verweer kunnen voeren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2595
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:94
De klacht van klager tegen de uroloog is door het Regionaal Tuchtcollege te ‘s-Hertogenbosch als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen omdat niet of onvoldoende duidelijk is geworden wat klager de uroloog precies verwijt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat klager in zijn klaagschrift voldoende duidelijk heeft gemaakt wat hij de uroloog verwijt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt daarom de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, verklaart klager na een inhoudelijke beoordeling deels niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat hij niet namens zichzelf over de behandeling van zijn echtgenote kan klagen en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:95 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-829/DB/LI
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:95
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:101 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2554
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:101
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg vanwege ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de plastisch chirurg de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register opgelegd. De plastisch chirurg heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De plastisch chirurg komt in beroep vooral op tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Dit beroep slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt de plastisch chirurg een schorsing op voor de duur van één jaar, de maximale schorsingsduur die het Centraal Tuchtcollege kan opleggen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:95 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2521
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:95
Ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft in het kader van een strafrechtelijke procedure een contra-expertise uitgevoerd naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij bij klager een waanstoornis heeft vastgesteld, gedurende het onderzoek onaangekondigd vijf maanden is weggebleven en dat hij heeft geweigerd om de gesprekken met klager op te nemen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:105 Hof van Discipline 's Gravenhage 240273
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:105
Klager heeft niet tijdig hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2668
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:96
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in een GGZ-instelling, waarna een mentor en een bewindvoerder over hem zijn benoemd. Het mentorschap is in 2021 opgeheven. In 2023 liep een procedure om ook het bewind op te heffen, waarvoor klager een verklaring wilsbekwaamheid nodig had. Hierover heeft klager zich meerdere malen tot de huisarts gewend. Klager verwijt de huisarts dat zij geen lijst van onafhankelijke artsen heeft willen geven, geen juiste gegevens over het mentorschap in het dossier heeft staan, in het dossier heeft genoteerd dat zij “er helemaal klaar mee” was en zonder zijn toestemming een uitdraai van het medisch dossier aan de onafhankelijke arts heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2660
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:97
Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts een onzorgvuldige verslaglegging met betrekking tot hoe patiënte na haar overlijden is aangetroffen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de verslaglegging op aspecten beter had gekund, maar dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, en heeft de klacht daarom ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat wél sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, omdat de huisarts zijn aantekeningen in het medisch dossier niet heeft gecorrigeerd toen het voor hem duidelijk werd dat een essentiële passage daarvan niet klopte. In beroep wordt de klacht daarom alsnog gegrond verklaard. Gelet op de omstandigheden wordt bepaald dat geen maatregel wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2499
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:98
Klacht tegen een SEH-arts. Na een incident komt een twaalfjarig meisje, samen met haar moeder, naar de SEH. De SEH-arts vermoedt een mogelijk onveilige thuissituatie en gaat over tot melding bij Veilig Thuis. Vader en moeder zijn gescheiden en hebben beiden ouderlijk gezag; vader, de klager, wordt pas achteraf per brief over de melding geïnformeerd. Hij acht dit in strijd met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling (verder: de meldcode) en maakt ook anderszins bezwaar tegen de melding. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2462
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:99
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klager heeft een behandeling voor genderdystrofie ondergaan. Tussen najaar 2020 en eind 2022 is klager veertig keer bij de plastisch chirurg op consult geweest en is hij negen keer geopereerd. Klager verwijt de plastisch chirurg in de kern dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Bovenal verwijt klager hem dat de pijnbestrijding niet adequaat was en dat zijn klachten niet serieus werden genomen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:94 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-131/DB/LI
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:94
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft onvoldoende zorg gedragen dat er geen misverstand bestond over de hoedanigheid waarin zij handelde. Zij heeft niet duidelijk gemaakt dat zij advocaat was, of zij in die hoedanigheid handelde en voor welke kwesties en of zij dat deed vanuit haar advocatenkantoor of haar eigen bedrijf. Ook heeft zij onbetamelijk gehandeld richting klager door hem kosten in rekening te willen brengen als hij e-mails aan het niet gewenste e-mailadres zou sturen. Deze tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen leveren op zichzelf niet zodanige afbreuk aan het vertrouwen in de advocatuur op dat dit zou moeten leiden tot een zware maatregel. Gelet op de wijze waarop verweerster heeft gereageerd in deze klachtprocedure, kan de raad niet anders concluderen dan dat verweerster herhaaldelijk heeft gelogen tegen de deken en de tuchtrechter. Daarnaast heeft verweerster ook voortdurend blijk gegeven onvoldoende onafhankelijk ten opzichte van haar cliënten te kunnen handelen. Door de tuchtklacht en de belangen van haar cliënte niet gescheiden te kunnen houden, heeft de raad grote vraagtekens of verweerster wel in staat is voldoende afstand en onafhankelijkheid ten opzichte van een cliënt te bewaren bij de behandeling van een zaak. Stuitend acht de raad het tot slot dat verweerster klager zelfs aansprakelijk heeft gesteld voor schade als gevolg van deze tuchtrechtelijke procedure en ongemotiveerd dreigt met het doen van aangifte tegen hem, waarbij zij zelfs zonder enige grondslag een kopie van zijn legitimatiebewijs vordert onder dreiging van inschakeling van de politie. Schrapping van het tableau.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2470
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:100
Klacht tegen een Physician Assisant. Klaagster heeft als (aansprakelijke) verzekeraar een klacht ingediend tegen de Physician Assistant, die als medisch adviseur, het slachtoffer en diens advocaat heeft geadviseerd in het kader van de letselschadezaak. Klaagster verwijt de Physician Assistant dat hij in zijn advies onjuistheden heeft geschreven en beoordelingen heeft gegeven buiten zijn deskundigengebied. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht omdat zij niet kan worden aangemerkt als een rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65a lid 1 wet BIG. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 250105
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:104
Artikel 13 beklag. Klager heeft een verzoek tot aanwijzing van een advocaat ingediend. De procedure die klager stelt te willen opstarten dient echter gevoerd te worden bij de rechtbank in een ander arrondissement dan het arrondissement van de deken waar hij het aanwijzingsverzoek heeft ingediend. De deken komt daarom geen bevoegdheid toe in het kader van artikel 13 Advocatenwet zodat de deken het verzoek van klager alleen al om die reden terecht heeft afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:111 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-964/DH/RO
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 02-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:111
Raadsbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder heeft klaagster volledig in de steek gelaten, terwijl zij wel het door verweerder bedongen voorschot heeft betaald. Verweerder reageert niet op verzoeken van de deken en laat ook bij de tuchtrechter verstek gaan. Sprake van meerdere soortgelijke zaken tegen dezelfde advocaat. Schrapping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:112 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-225/DH/DH
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 04-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:112
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen (voormalig) advocaat. Verweerder heeft na de procedure bij de rechtbank laten weten dat hij klager in de hoger beroepsprocedure niet kon en wilde bijstaan. Verweerder was niet gehouden te voldoen aan klagers daaropvolgende verzoeken, oa dat verweerder een stuk van klager zou ondertekenen en bij de rechtbank zou indienen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:98 Hof van Discipline 's Gravenhage 240258
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:98
Deze zaak betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klaagster stelt dat verweerder executoriaal derdenbeslag heeft gelegd zonder klaagster daarover voorafgaand te informeren en opgave te doen van het bedrag dat zij nog verschuldigd zou zijn. Klaagster is hierdoor onnodig op kosten gejaagd, ook omdat onder twee banken tegelijk beslag is gelegd. De Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (hierna: de raad) heeft de klacht deels gegrond, deels ongegrond verklaard zonder het opleggen van een maatregel. Klaagster komt in beroep tegen de onderdelen van haar klacht die ongegrond zijn verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-238/DH/DH
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 04-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:113
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerder over procedures waarin zij geen procespartij waren, maar waar wel over hen is geschreven en gesproken. Klagers zijn niet van de procedures op de hoogte gesteld en hebben zich niet kunnen verweren. Klagers stellen dat het verweerders verantwoordelijkheid was om hen te informeren en om hun stem en standpunt daarin te laten horen. Klacht deels niet-ontvankelijk, omdat die te laat is ingediend. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:99 Hof van Discipline 's Gravenhage 240321
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:99
Klaagster verwijt verweerder dat zij in een intakegesprek met verweerder onder druk is gezet om een opdrachtbevestiging te tekenen zonder dat zij volledig begreep wat zij ondertekende. Tevens verwijt klaagster dat verweerder kosten van zijn werkzaamheden aan haar in rekening heeft gebracht en dat verweerder voorafgaand aan en tijdens de bespreking niet transparant is geweest over de kosten. Deze twee klachtonderdelen zijn door de raad gegrond verklaard met oplegging van de maatregel van berisping. Hiertegen richt zich het hoger beroep van verweerder. Ook komt verweerder in beroep tegen de opgelegde maatregel. Het hof acht het tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar dat verweerder niet voorafgaand aan, en ook niet bij aanvang van, het intakegesprek, aan klaagster heeft uitgelegd dat het gesprek niet vrijblijvend was als er geen toevoeging werd verleend en welke bedragen in dat geval in rekening zouden worden gebracht. De klacht dat in de opdrachtbevestiging geen kostenbegroting was opgenomen is gegrond. De klacht dat werkzaamheden zijn gefactureerd aan klaagster terwijl op dat moment duidelijk was dat voor de zaak van klaagster een toevoeging was verleend aan een andere advocaat is gegrond. Het beroep tegen de maatregel slaagt niet. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:100 Hof van Discipline 's Gravenhage 250132
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:100
Verzoeker heeft een verzoek ingediend dat strekt tot wraking van de voorzitter van de raad die zijn klacht met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet kennelijk ongegrond heeft verklaard. Het wrakingsverzoek is niet in behandeling genomen, omdat in de klachtzaak van verzoeker reeds uitspraak was gedaan. Verzoeker komt in hoger beroep van deze beslissing op zijn wrakingsverzoek. Het hof oordeelt dat tegen een beslissing op een wrakingsverzoek geen rechtsmiddel meer kan worden ingesteld met een beroep op een doorbrekingsgrond. Het arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:918) is ook van toepassing als er nog een rechtsmiddel open staat, in dit geval verzet tegen een voorzittersbeslissing. Het beroep van verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 900
- Volgende pagina zoekresultaten