ECLI:NL:TGDKG:2025:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750139 / DW RK 24/180 HE/WdJ
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2025:52 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-06-2025 |
Datum publicatie: | 18-06-2025 |
Zaaknummer(s): | C/13/750139 / DW RK 24/180 HE/WdJ |
Onderwerp: | Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klager beklaagt zich over het laat reageren op het betalingsvoorstel van klager, de in rekening gebrachte incassokosten en de termijn die hem is gegeven voor het indienen van een nieuw betalingsvoorstel. Klacht ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 18 juni 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/750139 / DW RK 24/180 HE/WdJ ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 30 april 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 17 juni 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 mei 2025 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 18 juni 2025.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Bij e-mail van 14 maart 2024 is klager verzocht tot betaling van de openstaande vordering over te gaan dan wel binnen vijftien dagen een betalingsregeling te treffen.
- Bij e-mail van 27 maart 2024 heeft klager een betalingsregeling van € 100,- per maand voorgesteld.
- Bij e-mail van 22 april 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat niet akkoord is gegaan met het betalingsvoorstel van klager en is klager in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 28 april 2024 een beter en aanvaardbaar betalingsvoorstel te doen.
- Hierop heeft klager niet gereageerd.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er samengevat over dat:
a: hij binnen de gegeven termijn heeft gereageerd om een betalingsvoorstel in te dienen en vervolgens ruim een maand heeft moeten wachten op een antwoord;
b: de gerechtsdeurwaarder het betalingsvoorstel van klager heeft afgewezen en daarbij nog een aanzienlijk hoog bedrag bij de originele schuld heeft opgeteld, zonder enige uitleg;
c: hij vervolgens is gevraagd om binnen vijf dagen met een nieuw betalingsvoorstel te komen.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Gerechtsdeurwaarders zijn op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met deze wet en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. In deze beslissing wordt beoordeeld of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a stelt de kamer vast dat uit de overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder het door klager op 27 maart 2024 ingediende betalingsvoorstel op diezelfde dag aan klager heeft bevestigd, met de mededeling dat er zo snel mogelijk op de e-mail van klager zal worden gereageerd. Het betalingsvoorstel is vervolgens op diezelfde dag aan de opdrachtgever voorgelegd. Op 19 april 2024 heeft de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat er niet akkoord kan worden gegaan met het betalingsvoorstel van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft klager hierover bij e-mail van 22 april 2024 geïnformeerd. De kamer overweegt dat het de gerechtsdeurwaarder niet kan worden verweten dat de opdrachtgever ruim drie weken later op het betalingsvoorstel van klager heeft gereageerd. Deze termijn is niet dermate lang dat van de gerechtsdeurwaarder had mogen worden verwacht een rappel naar de opdrachtgever te sturen. Er kan de gerechtsdeurwaarder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt op dit klachtonderdeel.
5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de kamer het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft klager in de brief van 14 maart 2024 verzocht om binnen vijftien dagen het verschuldigde bedrag te betalen. Hierbij is aangekondigd dat indien klager niet op tijd en/of niet het volledige bedrag betaalt, de vordering wordt verhoogd met incassokosten en wettelijke rente. In de brief is tevens aangegeven dat indien klager de vordering niet ineens kan betalen, hij binnen vijftien dagen een betalingsregeling kan proberen te treffen. Klager heeft binnen de gegeven termijn een betalingsvoorstel gedaan, welk voorstel is afgewezen door de opdrachtgever. Dat de vordering is verhoogd met de aangekondigde incassokosten en wettelijke rente is niet tuchtrechtelijk laakbaar, nu klager de vordering niet binnen de gegeven termijn heeft voldaan. Dat klager binnen de gegeven termijn een betalingsvoorstel heeft gedaan maakt dat niet anders.
5.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door klager in de brief van 22 april 2024 een reactietermijn van vijf dagen te geven. Klager is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
5.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.H.J. Evers, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W.D. Bom en mr. O.J. Boeder, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.