ECLI:NL:TGZCTG:2025:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2668
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2025:96 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-06-2025 |
Datum publicatie: | 11-06-2025 |
Zaaknummer(s): | C2024/2668 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in een GGZ-instelling, waarna een mentor en een bewindvoerder over hem zijn benoemd. Het mentorschap is in 2021 opgeheven. In 2023 liep een procedure om ook het bewind op te heffen, waarvoor klager een verklaring wilsbekwaamheid nodig had. Hierover heeft klager zich meerdere malen tot de huisarts gewend. Klager verwijt de huisarts dat zij geen lijst van onafhankelijke artsen heeft willen geven, geen juiste gegevens over het mentorschap in het dossier heeft staan, in het dossier heeft genoteerd dat zij “er helemaal klaar mee” was en zonder zijn toestemming een uitdraai van het medisch dossier aan de onafhankelijke arts heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2668 van:
A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,
tegen
C., huisarts, (destijds) werkzaam te B., verweerster in beide instanties, gemachtigde: mr. H.B.M. Vrieling, verbonden aan VvAA Legal te Utrecht.
1. De kern van de zaak
1.1 Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in een GGZ-instelling, waarna een mentor en een bewindvoerder over hem zijn benoemd. Het mentorschap is in 2021 opgeheven. In 2023 liep een procedure om ook het bewind op te heffen, waarvoor klager een verklaring wilsbekwaamheid nodig had. Hierover heeft klager zich verschillende keren tot de huisarts gewend. Klager verwijt de huisarts dat zij geen lijst van onafhankelijke artsen heeft willen geven, geen juiste gegevens over het mentorschap in het dossier heeft staan, in het dossier heeft genoteerd dat zij “er helemaal klaar mee” was en zonder zijn toestemming een uitdraai van het medisch dossier aan een onafhankelijke arts heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
2. Verloop van de procedure in beroep
2.1 Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Hertogenbosch van 27 september 2024 met nummer H2024/7068. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing. De huisarts heeft een verweerschrift in beroep ingediend.
2.2 De zaak is op de zitting van het Centraal Tuchtcollege van 14 mei 2025 behandeld. Klager en de huisarts waren op de zitting aanwezig. De huisarts werd bijgestaan door mr. E.E. Rippen, kantoorgenoot van mr. Vrieling. Partijen hebben vragen van het college beantwoord en hun standpunten nader toegelicht. De spreekaantekeningen die klager daarbij heeft gebruikt zijn aan het dossier toegevoegd.
3. De feiten
3.1 Het Centraal Tuchtcollege gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de feiten zoals weergegeven in overweging “3. De feiten” van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Deze weergave is in beroep niet of in elk geval onvoldoende, bestreden.
4. Beoordeling van het beroep
Waar gaat het in beroep over
4.1 Het beroep van klager spitst zich toe op het vierde klachtonderdeel, namelijk het verwijt dat de huisarts zonder toestemming van klager medische gegevens aan een onafhankelijke arts heeft verstrekt.
4.2 De huisarts heeft verweer gevoerd en verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep van klager te verwerpen.
Inhoudelijke beoordeling
4.3 Op basis van de stukken en de mondelinge toelichting daarop komt het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht (in al haar onderdelen) terecht ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de behandeling van de zaak in beroep geen aanleiding geeft tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege en neemt datgeen wat het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De overwegingen van het college’ heeft overwogen hier over. Het Centraal Tuchtcollege is net als het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dit betekent dat het beroep zal worden verworpen.
5. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door C.H.M. van Altena, voorzitter, Y. Buruma en M.W. Zandbergen, leden-juristen, en C.A. Lindeboom en W. de Ruijter, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E. van der Linde, secretaris.
Uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2025
Voorzitter w.g. Secretaris w.g.
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE ’s-HERTOGENBOSCH
Beslissing in raadkamer van 20 november 2024 op de klacht van:
A.,
wonende in B.,
klager,
tegen
C., huisarts,
destijds werkzaam in B.,
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. H.B.M. Vrieling, werkzaam in Utrecht
2. De zaak in het kort
2. Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in een GGZ-instelling (hierna: de
instelling), waarna een mentor en een bewindvoerder over hem zijn benoemd. Het mentorschap
is in 2021 opgeheven. In 2023 liep een procedure tot opheffing van het bewind, waarvoor
klager een verklaring wilsbekwaamheid nodig had. Hierover heeft klager zich meerdere
malen tot de huisarts gewend. Klager beklaagt zich erover dat de huisarts hem geen
lijst van onafhankelijke artsen heeft willen geven, geen juiste gegevens over het
mentorschap in het dossier heeft staan, in het dossier heeft genoteerd dat zij “er
helemaal klaar mee” was en zonder zijn toesteming een uitdraai van het medisch dossier
aan de onafhankelijke arts heeft verstrekt.
3. Het college komt tot het oordeel dat dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.
3. De procedure
3. De procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 2 april 2024;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlage;
- het verweerschrift met de bijlage;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 5 augustus 2024;
- de brief van klager van 26 augustus 2024, die aan het proces-verbaal is gehecht;
- de brief van de gemachtigde van de huisarts van 29 augustus 2024, die aan het proces-verbaal is gehecht.
2. Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.
4. De feiten
4.1 Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in de instelling en daaruit weer ontslagen nadat uit onderzoeken was gebleken dat geen opnameindicatie bestond. De toenmalige huisarts van klager heeft na ontvangst van het verslag van de psychiater op 18 mei 2018 in het medisch dossier genoteerd (alle citaten zijn letterlijk, inclusief type- en schrijffouten overgenomen):
“ingekomen, medisch. De behandelend Psychiater (), Opname bij psychosociale probl. Vooral vanuit persoonlijkheid en kwetsbaar breind. Aanvraag bewindvoering loopt.”
Enige tijd nadien is door de rechtbank een bewindvoerder aangesteld.
-
- Bij beschikking van 26 maart 2019 heeft de rechtbank een mentorschap ten behoeve van klager ingesteld. De rechtbank heeft het mentorschap op verzoek van klager opgeheven met ingang van 1 december 2021. In het medisch dossier van klager staat hierover:
“1-1-2050 P Mentor [naam], bij grote wijzigingen in beleid/ziekte mevrouw bellen 24/7
per dag bereikbaar op [nummer] (of voicemail achterlaten) mail [e-mailadres] à volgens meneer geen mentorschap meer is nu nog met bewindvoering nodig à sinds 2021 mentorschap opgeheven, meneer stuurt hier nog bewijs van.
P ingekomen, medisch, [klager]. Beschikking mentorschap.”
-
- De huisarts is sinds 2021 werkzaam in de huisartsenpraktijk waar klager als patiënt staat ingeschreven en heeft klager in de periode tot mei 2023 enkele malen op het spreekuur gezien. Vanaf mei 2023 is onder meer in het medisch dossier genoteerd:
“11-5-2023 S 7 jaar geleden paar maanden [naam instelling] geweest. Zaak voor opheffen mentorschap is al gewonnen. Nu is er een zaak over het stopzetten van bewindvoering. Hoger beroep in D.. Bent u wilsbekwaam?
P Heeft alles goed in de handen
Indien keuring gewenst is dan via advocaat of rechter officiele aanvraag ontvangen (via mail) dan eventueel [twee namen] in consult
3-7-2023 S Verwijzing psycholoog ouderen op verzoek advocaat
Kan zich nog herinneren dat ik in mei de naam [naam] al genoemd heb
(…)
13-7-2023 S [naam adviesbedrijf](…) neemt dit soort vragen niet in behandeling
VIA: [link VIA-register] (…) gebeld:
Gang van zake is zo: advocaat moet aanvraag doen rondom wilsbekwaamheid, hij moet vraagstelling indienen bij een van bovenstaande instanties (zie link)
GEEN verwijzing huisarts nodig
GEEN vergoeding van ziektekostenverzekering
P [klager] moet het zelf gaan regelen via eigen advocaat
Ik weet niet wat de kosten zijn
(…)
14-7-2023 S meneer belt: geeft aan dat de advocaat niets doet dat de huisarts alles moet regelen. Hij vraagt naar een naam en telefoonnummer van een psycholoog ouderen die hem verder moet helpen?
P [naam] is de psycholoog waar [de huisarts] had overhad, helaas mogen zij geen onafhankelijke keuring doen. De andere psychologen ouderenzorg die [de huisarts] heeft benaderd mogen dit ook niet doen. Even met de advocaat overleggen wie dit doet?
S pt belt; antwoord doorgegeven, (…)
18-7-2023 S (…) TC ivm zaak, voor mij niet duidelijk wat hij precies wil. Hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd, wij zeggen advocaat, daar hoort hij weer huisarts moet het regelen. (…)
S [Klager] wilt een uitspraak van een onafhankelijk arts over zijn wilsbekwaamheid in een zaak rondom het stoppen van mentorschap en bewindvoering. Dit is een onfhankelijke keuring, via het VIA register zijn deze artsen te vinden, zie de link op 13-7.
Deze consulten zijn voor eigen rekening, en deze consulten zijn ZONDER verwijsbrief. Wat belangrijk is voor de rechtsgeldigheid van de uitspraak, is dat de advocaat precies vraagt waar hij antwoord op wilt voor zijn client, (…)
[naam] (advocaat) vragen om contact op te nemen, dan kan ik de via register delen
19-9-2023 S (…) TC: heeft psychologisch onderzoek nodig ivm rechtzaak. Graag bellen. Advocaat [naam] moet het aanvragen via [link VIA-register]
mailtje sturen met toestemming [de huisarts]
P (…) graag wb regels van 13 en 14-7 mailen naar [e-mailadres advocaat]
[19-9-2023 14:02] = gedaan
3-10-2023 S (…) TC meerdere vragen rondom zitting. vragen psycholoog.
5 december is zitting in D.. advocaat 2x gebeld, maar geen gehoor. kan de zaak doorgaan of moet die verzet worden
6-10-2023 S pt vraagt over een bedrij [naam adviesbedrijf] of wij dit als advies aan advocaat hebben gegeven. uileg praktijk/ huisarts is onafhanklijk en mag nooit zeggen welk bedrijf ze meoetn inschakelen omtrent gegevenns
10-10-2023 S (…) TC vragen over psycholoog. [de huisarts] op vakantie maar heeft haast, 5 december zitting.
TC 10 minuten: zou niet bij [naam] terecht kunnen in E.? Niet voor particulieren? Daar zou een arts [naam] zitten maar die zit er niet? Heeft zsm andere psycholoog nodig, wie?
P Dit speelt al lang. [De huisarts] is betrokken en uit haar aantekeningen maak ik op dat verwijzing vanuit ons sowieso niet nodig is? Ik laat haar volgende week even bellen, nu kan ik helaas niets betekenen. We hebben nog tijd tot 5 dec.
18-10-2023 S TC over keuring mbt beindigen bewind.
Ik ben her helemaal klaar mee
samenvatting: [klager] heeft geen mentor meer, en wilt nu ook van bewindvoering af. Zitting is 5 december. ooit kwam de vraag vanuit hem/ zijn advocate [naam] of er een verklaring is of informatie rondom zijn wilsbekwaamheid.
Ik mag als huisarts alleen medische informatie delen na officiele aanvraag, die is nooit gekomen
Ik mag als huisarts geen keuringen doen
Ik mag als huisarts geen verwijzingen voor keuringen doen, omdat de aanvraag van de keuring komt vanuit rechter/advocaat/jurist en niet mijn hulpvraag of zorg voor de patient dient
P nu al meer werk gedaan dan nodig was, ik heb advocatenkantoor [naam] gebeld, terugbelverzoek ingedient. [Klager] weet dat hij zich voor deze vraag NIET meer bij ons moet melden. Ik spreek kort de advocate en zal haar vragen of er een vraag naar medische informatie is, dan aub aanvraag naar ons sturen, en dat als zij een keuring wilt ze die zelf moet regelen. En als zij geen keuring wilt en geen medische informatie dat zij dit aub met haar client doorspreekt zodat dit ook voor hem duidelijk is en wij geen onnodige belasting hebben.
19-10-2023 S Heeft nu contact gezocht met de gemeente, zij raadde een verwijzing aan naar [naam] GGZ voor “gesprek”. keuring. Heeft 5 december zitting bij rechtbank
20-10-2023 S Overleg met [de huisarts]. Meneer mag niet meer bellen over de zaak die hij heeft. Zijn advocaat moet alles oppakken. Wij of GGZ kunnen hier niks voor hem in betekenen
3-11-2023 S Meneer belt voor de vraag voor de oordruppels. (…) Nu kwam het hele verhaal weer van voor af aan over de zaak. Gezegd bel de advocaat dat zij ons belt dan plannen wij een bel afspraak in met [huisarts].
6-11-2023 S meneer belt: advocaat moet inderdaad de aanvraag doen.
9-1-2024 S (…) Er was een psycholoog betrokken maar dit is ingetrokken stond in brief advocaat. En toen heeft hij het ziekenhuis gebeld en hier zouden ook psychologen zijn die erkend zijn. Zij kunnen aan huis komen om onderzoek te doen maar dan moet de huisarts wel een verwijzing maken. Graag dhr daarna even op de hoogte stellen hiervan
gebeld gg
P IK DOE NIKS ALS HUISARTS MBT KEUNINGEN WILSBEKWAAMHEID. Ik beantwoord alleen vragen direct van de advocaat
F. gaat langs, dan dit nogmaals bespreken
26-1-2024 P (…) brief sturen naar meneer en digitaal naar [e-mailadres]
[26-01-2024 13.47] gedaan
�� S Medisch advies KNMG register wilsbekwaamheid
2 uur bezig geweest
hij maakt rapport voor de rechtbank
[naam] heeft de keuring gedaan à vraagt om uitdraai medisch dossier
Is ook al bij de notaris geweest, die heeft alles geregeld
P Verwijsbrief voor [e-mailadres] 26-01-2024”
5. De klacht en de reactie van de huisarts
5. Klager verwijt de huisarts dat zij:
- geen lijst van artsen, die staan ingeschreven in het ‘VIA Register Wilsbekwaamheid’ aan klager en zijn advocaat heeft willen geven;
- haar zaakjes niet op orde heeft, omdat zij niet de juiste gegevens over het mentorschap in het dossier van klager heeft vermeld;
- in het dossier van klager heeft vermeld dat zij er helemaal klaar mee is en in deze zaak meer gedaan heeft dan nodig is en dat klager zich over deze kwestie niet meer bij haar hoeft te melden;
- zonder toestemming van klager een uitdraai van het medisch dossier van klager, waarin informatie is opgenomen over diens opname bij de instelling, aan een onafhankelijke arts heeft verstrekt.
2. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college gaat hieronder waar nodig verder in op de standpunten van partijen.
6. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
-
- De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden.
De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling
wordt rekening gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen en andere professionele
standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd
genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt.
Klachtonderdeel a) verstrekking lijst artsen - Het college stelt voorop dat het verstrekken van een lijst met artsen, zoals klager
hier bedoelt, niet behoort tot de zorg die van een huisarts mag worden verwacht. Los
daarvan blijkt uit het medisch dossier dat de huisarts op 13 juli 2023 onderzoek gedaan
heeft naar de wijze waarop een onafhankelijke arts gevonden kan worden. Daarbij heeft
zij het ‘Via Register Wilsbekwaamheid’ aangetroffen, waarvan zij het website-adres
in het dossier genoteerd heeft. De huisarts heeft aangevoerd dat klager door haarzelf
en de assistentes op deze website is gewezen en dat het adres van de website, met
toestemming van klager, op 19 september 2023 aan de advocaat van klager is gemaild.
Dat laatste wordt door de aantekeningen van 19 september 2023 (zie hiervoor bij 3.3)
bevestigd. Dit klachtonderdeel is op grond van het voorgaande kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel b) gegevens mentorschap - De huisarts heeft aangevoerd dat zij in mei 2023 voor het eerst van klager hoorde dat het mentorschap was opgeheven. De huisarts heeft klager om bewijs daarvan gevraagd, maar dat niet gekregen. Pas in 2024 heeft klager een kopie van de beschikking verstrekt op verzoek van een collega van de huisarts, waarna deze aan het medisch dossier is toegevoegd. In het medisch dossier is een episode over het mentorschap toegevoegd met een datum ver in de toekomst (1-1-2050, zie hiervoor bij 3.2), zodat deze informatie bovenaan in het dossier staat, aldus de huisarts. Klager heeft betwist dat hij ooit een document over de opheffing van het mentorschap aan de huisarts heeft gegeven.
- Het college overweegt dat de huisarts niet in het dossier kon noteren dat het mentorschap was geëindigd, zolang zij daarvan niet op de hoogte was en daarover geen documentatie had. Klager heeft in mei 2023 voor het eerst gemeld dat het mentorschap was geëindigd. Het dossier is na ontvangst van een kopie van de beschikking aangevuld met het einde van het mentorschap. Dat de informatie over het mentorschap tot aan de datum van ontvangst van een kopie van de beschikking niet compleet (en dus enige tijd niet juist) is geweest, kan de huisarts niet verweten worden, nu zij door klager niet van de juiste stand van zaken op de hoogte was gesteld. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond
- De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden.
De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling
wordt rekening gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen en andere professionele
standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd
genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt.
Klachtonderdeel c) vermeldingen in dossier
-
- Dit klachtonderdeel betreft de notitie in het dossier van 18 oktober 2023 (zie hiervoor bij 3.3). De huisarts heeft erkend dat de formulering van deze notitie niet de schoonheidsprijs verdient. Klager had inmiddels al vele keren contact met de praktijk opgenomen over de wilsbekwaamheidsbeoordeling en zijn terugbelverzoeken werden steeds bij de huisarts neergelegd. De huisarts had klager echter al meerdere malen uitgelegd hoe hij zo’n verklaring moest aanvragen en dat zij daarin geen rol had. De notitie was niet aan klager gericht, maar betrof een verduidelijking voor haar collega’s, aldus de huisarts.
- Het college overweegt dat hier sprake is van een ongelukkige formulering van een uitleg aan de praktijkmedewerkers dat dit onderwerp al vaker aan de orde was geweest en dat de huisarts hierin niets voor klager kon betekenen. Uit het dossier blijkt ook dat klager de huisarts hierover al meerdere keren had benaderd en dat de huisarts klager (en zijn advocaat) had uitgelegd dat zij hierin geen rol had. De notitie betreft ook niet de zorg voor klager, maar de vermelding dat het een terrein is waarop de huisarts geen zorg kan bieden, omdat dat niet tot haar mogelijkheden en bevoegdheden behoort. De huisarts had er beter aan gedaan om deze notitie anders te formuleren, maar het college ziet hierin - gelet op het voorgaande - geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Dit klachtonderdeel is eveneens kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel d) verstekking medisch dossier aan onafhankelijke arts
6.7 Vast staat dat de huisarts op 26 januari 2024 telefonisch overleg heeft gevoerd
met klager over zijn verzoek om medische informatie te verstrekken aan de onafhankelijke
arts. Vast staat daarmee ook dat de huisarts met toestemming van klager informatie
aan de onafhankelijke arts heeft verstrekt. De huisarts heeft de onafhankelijke arts
uitsluitend de informatie uit het dossier verstrekt, die betrekking heeft op de wilsbekwaamheid
van klager en dus relevant was voor de beoordeling door de onafhankelijke arts. Daartoe
behoort ook het verslag van de instelling over de opname van klager in 2018, waarover
klager zich beklaagt. Als het college het goed begrijpt, is klager van mening dat
de huisarts niet het volledige verslag, maar een beknopte versie of een samenvatting
daarvan aan de onafhankelijke arts had mogen verstrekken en/of had klager zelf dit
verslag niet (meer) onder ogen willen krijgen. Het college kan niet vaststellen wat
klager en de huisarts precies hebben besproken tijdens het telefoongesprek van 26
januari 2024, nu zij daarover van mening verschillen. In ieder geval kan het college
niet vaststellen dat de huisarts had moeten begrijpen dat klager niet wilde dat zij
het (volledige) verslag van de instelling uit 2018 aan de onafhankelijke arts (en/of
aan klager) zou toezenden, ondanks dat het wel relevante informatie uit het dossier
betrof. Om die reden is ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond.
Slotsom
6.8 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.
7. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 20 november 2024 door A.H.M.J.F. Piëtte, voorzitter,
H.J. Weltevrede en E. Jansen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door N.A.M. Sinjorgo, secretaris.
secretaris w.g.
voorzitter w.g.
Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG):
- Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
- het college u geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.
Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
- Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
- Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.
U moet het beroepschrift richten aan het CTG, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te ‘s-Hertogenbosch. Het beroepschrift moet zijn ontvangen binnen zes weken nadat het RTG de beslissing aan u heeft verstuurd.
Vanwege mogelijke vertraging bij de bezorging van post, kunt u uw beroep ook per e-mail indienen. Dan weet u zeker dat het RTG uw beroep op tijd ontvangt. U stuurt dan binnen die zes weken uw e-mail naar TG-DenBosch@minvws.nl. U moet het originele beroepschrift nog wel per post nasturen.
U hoeft bij uw brief of e-mail niet meteen de reden(en) van uw beroep op te geven.
U ontvangt van het CTG bericht over de extra tijd die u krijgt om die redenen later
toe te sturen.
Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het CTG. U ontvangt
hierover bericht. Als u helemaal of voor een deel gelijk krijgt, ontvangt u het griffierecht
terug.