Zoekresultaten 651-700 van de 1499 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:28 Raad van Discipline Amsterdam 24-947/A/A
- Datum publicatie: 13-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:28
Voorzittersbeslissing; klacht van een advocaat over de advocaat wederpartij in een medische tuchtprocedure. De stelling van verweerster dat klaagster een kruistocht voert tegen haar cliënte (een vertrouwensarts) kwalificeert binnen de context van het geschil niet als onnodig grievend. De klacht is in zoverre kennelijk ongegrond. Voor zover klaagster verweerster verwijt onvoldoende professionele distantie te behouden tot haar cliënte is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:24 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2484
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:24
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft een beugelbehandeling met aligners bij klaagster uitgevoerd. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en het eindresultaat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en overwogen dat voor een tandarts weliswaar geen resultaatsverplichting geldt, maar de inspanningsverplichting die de tandarts heeft vergt dat hij regelmatig nagaat of het hetgeen hij doet wel zinvol is en of het ook resultaat heeft. De tandarts is hierin naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege tekortgeschoten. Hij heeft de situatie van het gebit van klaagster onderschat en zijn eigen expertise overschat. De tandarts heeft geen goede diagnose gesteld en zijn daaropvolgende behandeling is niet juist is geweest en heeft ook niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ter zitting heeft de tandarts verklaard dat hij gelet op zijn opgedane kennis en ervaring de behandeling nu wellicht anders zou doen. Het ontbreekt de tandarts echter aan voldoende inzicht, want hij stelt ook dat zijn diagnostiek en behandeling in de basis goed was en technisch in orde en dat het niet schadelijk voor klaagster is geweest. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen gegrond en legt aan de tandarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat alleen klachtonderdeel c gegrond is, en legt aan de tandarts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6745
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:22
Huisarts. Klacht: schenden rechten patiënt door niet aanpassen medisch dossier (1), beschadigen vertrouwensrelatie (2), handelen vanuit tunnelvisie (3).College: ongegrond. Verweerster was eerst bereid tot aanpassen dossier. Later wel weigering verwijderen gegevens, maar terecht want weigeringsgrond. Klager had niet volhard in verzoek, inmiddels duidelijk dat klager vanwege onvrede over verweerster naar klachtenfunctionaris SKGE was gegaan en klacht tegen besnijdenisarts ging indienen bij RTG. Geen tunnelvisie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:25 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2549
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:25
Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat zij niet voortvarend heeft gehandeld met het plaatsen van een nieuwe brug, nadat de eerdere brug in 2014 was verwijderd. Daarnaast verwijt klaagster de tandarts dat zij als praktijkhouder niet een tandarts (beklaagde in zaak C2024/2550) met een visuele beperking in dienst had mogen hebben. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de tandarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door niet direct een nieuwe brug te plaatsen. De tandarts uit de zaak met nummer C2024/2550 is als zelfstandige werkzaam en niet in loondienst. Voor de gedragingen van hem als behandelend tandarts is de tandarts niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Wel dient zij zich ervan te vergewissen of tandartsen die werkzaam zijn bij haar praktijk, bevoegd en bekwaam zijn te handelen als tandarts. Aan deze vergewisplicht heeft de tandarts naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege voldaan. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:26 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2550
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:26
Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar onvoldoende heeft geïnformeerd voordat hij een brug heeft geplaatst, dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld met het plaatsen van de brug en onvoldoende nazorg heeft geleverd, onvoldoende heeft genoteerd in het medisch dossier en dat hij door zijn visuele handicap geen patiënten had mogen behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de tandarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de bekwaamheid van de tandarts. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7119
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:19
De inspectie verwijt de verpleegkundige dat zij jegens de cliënt grensoverschrijdend en in strijd met de voor haar geldende beroepsnormen heeft gehandeld. De verpleegkundige is kort na diens behandeling een vriendschappelijk relatie met de cliënt aangegaan en heeft samen met hem drugs gebruikt en dit gebruik zelfs gefaciliteerd, terwijl hij kampte met en werd behandeld voor drugsproblematiek, bij welke behandeling zij was betrokken. Zij meende dat het gebruik van deze drugs hem zou kunnen helpen bij het verwerken van zijn trauma’s. Het college acht de klacht gegrond en legt de maatregel van een schorsing voor de duur van zes maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6990
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:20
De inspectie doet een voordracht tot doorhaling van de verpleegkundige van diens inschrijving in het BIG-register dan wel tot het treffen van een andere voorziening, vanwege de ongeschiktheid van de verpleegkundige tot het uitoefenen van zijn beroep. De verpleegkundige werkt sinds 2006 in de zorg en sinds 2019 als verpleegkundige. In de periode van augustus 2020 tot april 2023 is sprake van vijf ontslagen van de verpleegkundige bij verschillende zorginstellingen. Deze instellingen hebben ook allemaal een melding gedaan bij de inspectie vanwege disfunctioneren en/of het wegnemen en gebruiken van opiaten tijdens werktijd. De verpleegkundige heeft het wegnemen en het gebruik van de medicatie tijdens werktijd erkend. Het college ontzegt de verpleegkundige gedeeltelijk de bevoegdheid zijn beroep uit te oefenen inhoudende dat hij niet meer werkzaam mag zijn in een organisatie of omgeving waar middelen zoals bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet voorhanden zijn en stelt daarnaast voor een periode van vijf jaar aanvullende voorwaarden aan zijn beroepsuitoefening.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:23 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2289
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:23
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in 2017 twee verstandskiezen bij klager verwijderd. Daarna heeft klager pijnklachten gekregen. Klager verwijt de tandarts dat hij hem voorafgaand aan de behandeling niet goed heeft geïnformeerd over de behandeling en de risico’s en dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door – onder meer – onvoldoende onderzoek te verrichten voorafgaand aan de extractie, niet naar de medische situatie van klager te vragen en geen preventieve maatregelen te treffen om de kans op complicaties te verkleinen. Ook verwijt klager de tandarts dat hij onzorgvuldig is geweest in zijn dossiervorming en zich zowel in de klachtenprocedure als in de geschillenprocedure niet toetsbaar heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege acht het klachtonderdeel over de dossiervoering gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond en legt geen maatregel op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6991
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:21
De inspectie dient een klacht in tegen een verpleegkundige omdat hij medicatie voor eigen gebruik heeft weggenomen en onder invloed van opiaten zorg heeft verleend. De verpleegkundige werkt sinds 2006 in de zorg en sinds 2019 als verpleegkundige. In de periode van augustus 2020 tot april 2023 is sprake van vijf ontslagen van de verpleegkundige bij verschillende zorginstellingen. Deze instellingen hebben ook allemaal een melding gedaan bij de inspectie vanwege disfunctioneren en/of het wegnemen en gebruiken van opiaten tijdens werktijd. De verpleegkundige heeft het wegnemen en het gebruik van de medicatie tijdens werktijd erkend. Het college is van oordeel dat de verpleegkundige tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld zodat de klachtonderdelen gegrond worden verklaard. Als maatregel wordt een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid zijn beroep uit te oefenen opgelegd, te weten dat de verpleegkundige niet meer werkzaam mag zijn in een organisatie of omgeving waar middelen zoals bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet voorhanden zijn.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-462/AL/MN
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:45
Raadsbeslissing. Klacht ingediend door korpschef van politie Oost Nederland. De klacht gaat over de bejegening van een politieambtenaar door verweerder. Het persoonlijk karakter van het advocatentuchtrecht brengt mee dat alleen deze politieambtenaar bij de deken kan klagen over de wijze waarop verweerder haar heeft bejegend en te woord heeft gestaan. De korpschef van de politie Oost Nederland mist hier een rechtstreeks eigen belang bij het verwijt dat verweerder wordt gemaakt over zijn onheuse bejegening van de politieambtenaar. Het mag zo zijn dat de politieambtenaar in dienst is van de politie en dat de korpschef, als vertegenwoordiger van de politie Oost Nederland, wil dat politieambtenaren met respect worden behandeld, zoals ter zitting is gesteld, maar dat betekent niet dat de korpschef in dit geval een eigen klachtrecht toekomt als bedoeld in de Advocatenwet. Klacht niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7478
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 11-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:17
Klacht tegen een psychotherapeut ongegrond. Verweerder was regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook verweerder hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat verweerder geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat verweerder zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het college is van oordeel dat verweerder gegeven de omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er was sprake van een gewichtige reden voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst omdat klager ook na nadrukkelijke begrenzing contact bleef zoeken met de vorige behandelaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-869/AL/NN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:40
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als 5e opvolgend advocaat van klaagster in een erfrechtelijke procedure opgetreden. Naar het oordeel van de voorzitter is niet komen vast te staan dat verweerster klaagster daarbij heeft gemanipuleerd of onder druk heeft gezet. KLaagster heeft ingestemd met de door verweerster gevolgde strategie. De wijze van onttrekking als advocaat heeft op zorgvuldige wijze plaatsgevonden met oog voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7220
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 11-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:18
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster was patiënt in de huisartsenpraktijk waar de huisarts werkzaam is. Klaagster kwam bij de praktijk vanwege pijnklachten en problemen met lopen. Zij verwijt de huisarts, samengevat, dat hij onvoldoende adequaat heeft gehandeld bij de behandeling van haar klachten.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-901/AL/NN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:41
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:42
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-359/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:43
De raad verklaart klacht over belangenstrengeling en een inhoudelijke klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-446/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:44
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter is in zijn beslissing op de stellingen van klagers ingegaan en heeft de daarop gebaseerde klachtonderdelen ongegrond verklaard. De omstandigheid dat klagers het daarmee niet eens zijn, betekent niet dat de beoordeling van de voorzitter onjuist is. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7427
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 11-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16
Klacht tegen een gezondheidszorg-psycholoog ongegrond. Verweerder was regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook verweerder hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat verweerder geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat verweerder zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het college is van oordeel dat verweerder gegeven de omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er was sprake van een gewichtige reden voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst omdat klager ook na nadrukkelijke begrenzing contact bleef zoeken met de vorige behandelaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-832/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:39
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder klaagster in zijn correspondentie ontoelaatbaar onder druk heeft gezet. Hij heeft als partijdige belangenbehartiger opgetreden en correcte bewoordingen gebruikt. Verweerder mocht daarbij afgaan op van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/04 VB 2024/05
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:1
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante, die was opgenomen en behandeld voor nierproblemen. De kat is uiteindelijk, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand en een slechte prognose, geëuthanaseerd. De klachten gaan onder meer over de uitgevoerde behandeling en de dossiervoering. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht van appellante tegen de ene dierenarts ongegrond verklaard en tegen de andere dierenarts deels gegrond. Het Veterinair Beroepscollege verwerpt de beroepen.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/07
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:2
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege. De klacht is gericht tegen een dierenarts en gaat over het uitvoeren van een gebitsbehandeling bij de hond van appellante. Aanvankelijk betrof het een gebitsreiniging en uiteindelijk zijn 19 elementen verwijderd. Kort na de behandeling is de hond, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand, geëuthanaseerd. De verwijten zien op het handelen voor, tijdens en na de behandeling van de hond. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard. In beroep komt het Veterinair Beroepscollege tot het oordeel dat het Veterinair Tuchtcollege de klacht – voor zover appellante daarvan in beroep komt – ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Naar het oordeel van het Veterinair Beroepscollege heeft de dierenarts verwijtbaar gehandeld. Dit betreft de informatieverstrekking over de behandeling, de wijze waarop de diagnose tot stand is gekomen en de behandeling zelf is uitgevoerd, de nazorg en de dossiervoering. Het beroep is gegrond en aan de dierenarts wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:23 Hof van Discipline 's Gravenhage 240259
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:23
Artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Afwijzing door de deken een (nieuwe) advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. De eerder door de deken aangewezen advocaat heeft tijdig hoger beroep ingesteld en klaagster kan op de mondelinge behandeling verschijnen zonder advocaat. Daarnaast heeft zij onvoldoende onderbouwd dat de dienstverlening door haar eerdere advocaat ondermaats is geweest of dat sprake is van medische urgentie. Dat klaagster de correcte handelwijze van haar eerdere advocaat niet wil volgen is geen reden om een andere advocaat aan te wijzen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:24 Hof van Discipline 's Gravenhage 240177
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:24
Klacht over de eigen advocaat. Het gaat in deze tuchtzaak over de rechtsbijstand door verweerder aan klager in een (strafrechtelijke) herzieningsprocedure bij de Hoge Raad. Klager heeft bij de raad vier klachtonderdelen geformuleerd. Klachtonderdelen a) en b) zijn door de raad gegrond verklaard. Klager verwijt verweerder met klachtonderdelen c) en d) dat verweerder al na twee weken na een gesprek bij de deken op 17 oktober 2022 een negatieve beslissing van de Hoge Raad over het herzieningsverzoek heeft doorgezonden en dat verweerder klager en zijn familie meerdere malen heeft beledigd. Deze klachtonderdelen zijn door de raad ongegrond verklaard. Omdat klachtonderdelen a) en b) door de raad gegrond zijn verklaard, liggen in het hoger beroep van klager uitsluitend klachtonderdelen c) en d) voor. Het Hof van Discipline (hierna: het hof) is het – met betrekking tot deze klachtonderdelen - eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:22 Hof van Discipline 's Gravenhage 250039
- Datum publicatie: 07-02-2025
- Datum uitspraak: 06-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:22
De voorzitter stelt vast dat een eerdere klacht van klager over mr. (X) heeft geleid tot een voorzittersbeslissing bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, inhoudende dat die klacht niet-ontvankelijk is omdat de klacht is ingediend na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn. Het verzet van klager tegen de voorzittersbeslissing is ongegrond verklaard door die raad. Uit de klacht van 24 januari 2025 kan worden opgemaakt dat klager nog steeds vindt dat verweerder met een dekenbezwaar had moeten komen. Het recht om een klacht in te dienen tegen de deken is niet bedoeld om ongenoegen over de wijze waarop de deken zijn werk uitvoert of laat uitvoeren tot uiting te brengen. Klager gebruikt het klachtrecht echter wel op deze wijze. Daarmee zet hij het klachtrecht in voor een ander doel (persoonlijk ongenoegen) dan waarvoor het is bedoeld (waarborging van de kwaliteit van de beroepsgroep). De voorzitter zal de klacht daarom niet verwijzen
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7698
- Datum publicatie: 07-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klager is een huisarts en klaagt namens zijn huisartsenpraktijk/huisartsenpost. De zorgverzekeraar heeft naar aanleiding van de door de huisartsenpost ingediende declaraties een materiële - en detailcontrole uitgevoerd. Voor de detailcontrole heeft de zorgverzekeraar een huisarts als medisch adviseur ingeschakeld. Klager verwijt deze huisarts dat zij verwijtbaar heeft gehandeld door onpartijdigheid en onpartijdige uitlatingen. Zij heeft volgens klager de Nederlandse Triage Standaard niet toegepast. De voorzitter oordeelt dat klager niet ontvankelijk is, omdat er geen sprake is van een rechtstreeks belang of handelen onder de eerste of tweede tuchtnorm. Klager kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7322
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:11
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7323
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:12
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerster. Klager verwijt verweerster onder meer dat de door haar aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7324
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:13
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7325
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:14
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerster. Klager verwijt verweerster onder meer dat de door haar aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7286
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:15
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6595
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:16
Bedrijfsarts wordt verweten dat hij heeft geëist dat klaagster met hem praat terwijl zij dit niet kon door PTSS. Advies bedrijfsarts zou hebben geleid tot een loonstop van de werkgever. College: eis om te praten met bedrijfsarts onder deze omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar. De bedrijfsarts had moeten onderzoeken welke andere mogelijkheden er waren. Waarschuwing. Publicatie. Klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:11 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:11
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-492/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een huurkwestie. Verweerder heeft zijn cliënten geadviseerd de kamer die klaagster bij hen huurde te ontruimen, terwijl daarvoor geen titel was. Verweerder heeft zijn cliënten daarmee geadviseerd tot onrechtmatig handelen en heeft daarbij onvoldoende oog gehad voor klaagsters belangen. Tuchtrechtelijk laakbaar advies. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6021
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:17
Bedrijfsarts wordt verweten dat zij heeft gezegd dat klager beter ander werk kon zoeken, zonder verdere uitleg en terwijl er tussen klager en de werkgever nog niets was uitgesproken, een arbeidsdeskundig onderzoek heeft voorgesteld terwijl op dat moment nog geen sprake was van voldoende herstel, heeft nagelaten om tijdelijke begeleiding ter overbrugging te regelen nadat de aanvraag voor psychische hulp was afgewezen, onvoldoende zicht heeft gehad op en/of rekening heeft gehouden met de impact die de opmerkingen over de klachten tijdens de twee functioneringsgesprekken hebben gehad hoewel klager telkens aangaf dat deze opmerkingen hem diep geraakt hadden, in de communicatie en wijze van begeleiding niet voldoende rekening heeft gehouden met het feit dat klager autisme heeft door geen oog te hebben voor de stress die het drinken van een kopje koffie bij klager veroorzaakte.College: advies om ander werk te gaan zoeken/onderzoeken of er andere passende functies waren binnen bedrijf niet verwijtbaar. Bedrijfsarts heeft zich ingespannen om psychische hulp te regelen voor klager, dat dit niet is gelukt is haar niet te verwijten. Bedrijfsarts had oog voor situatie van klager, maar communicatie met klager verliep moeilijk. Advies koffie drinken op de werkplek goed bedrijfsgeneeskundig handelen. Het was voor de bedrijfsarts niet duidelijk waarom klager hier moeite mee had. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-232/DH/GLD
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:12
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-827/DH/DH/D
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:19
Raadsbeslissing na ambtshalve voortzetting klacht. Genoegzaam is gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening door verweerder langdurig (zeer) beneden peil is geweest. Verweerder heeft daarmee laten blijken onvoldoende op de hoogte te zijn geweest van het recht, maar ook dat het hem herhaaldelijk niet is gelukt om het standpunt van de cliënt op goede wijze voor het voetlicht te brengen. Verweerder heeft daarmee herhaaldelijk in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Dit gebrek aan deskundigheid acht de raad onacceptabel. Anders dan door de deken is verzocht, is de raad van oordeel dat het noodzakelijk is om daarom een maatregel op te leggen aan verweerder. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7001
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:18
Verweerder, internist, wordt verweten: de zorg die door verpleegkundigen was gegeven, onvoldoende contact tussen verweerder en klaagster en de dochter van klaagster, het niet regelen van overplaatsing tijdens een ziekenhuisopname, het niet tijdig regelen van ambulancevervoer. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:13 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-243/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:13
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:36 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-673/AL/OV
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:36
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Ook als wel sprake zou zijn van een vriendschap tussen verweerster en haar cliënte betekent dat niet meteen dat verweerster zich niet onafhankelijk zou kunnen opstellen ten opzichte van haar cliënte en het geschil tussen haar cliënte en klager. Toevoegen e-mails klager aan dossier voor opvolgend advocaat niet klachtwaardig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-845/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:20
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:14 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-244/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:14
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:37 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-674/AL/OV
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:37
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, verweerster heeft de wederpartij van klager niet bijgestaan. Het toevoegen van e mails van klager aan het dossier voor de opvolgend advocaat is niet klachtwaardig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:21 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-846/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:21
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de (voormalig) eigen advocaat over optreden in een eerdere tuchtklachtzaak van klager tegen verweerder gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk gelet op de vervaltermijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:15 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-278/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:15
Raadsbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil met een verhuurder. Niet gebleken is dat verweerster klager verkeerd heeft geadviseerd, dat zij tekort is geschoten in haar werk en/of afspraken niet is nagekomen. De raad acht het niet onbegrijpelijk dat verweerster haar werkzaamheden voor klaagster heeft stopgezet. Zij heeft dat op zorgvuldige wijze gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:38 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-032/AL/ZWB/W
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:38
De wrakingskamer verklaart een verzoek tot wraking kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:22 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-849/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:22
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij (de Staat) in een geschil over het verhaal van een reeds vastgesteld ontnemingsbedrag kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:16 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-365/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:16
Raadsbeslissing. Verweerder heeft klaagsters dossier via een juridisch adviesbureau doorverwezen gekregen. Hij heeft vervolgens, ook na e-mail en telefoontjes van klaagster, niet gereageerd. Hiervan kan hem een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel omdat verweerder in de betreffende periode arbeidsongeschikt was, naar klaagster nooit de indruk heeft gewekt dat hij haar zaak in behandeling heeft genomen en verweerder al tweemaal eerder onherroepelijk geschrapt is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:23 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-882/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij (de Staat) in een geschil over het verhaal van een reeds vastgesteld ontnemingsbedrag kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:17 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-449/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:17
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure gegrond. Verweerder heeft bij de belangenbehartiging in een familierechtelijke procedure onvoldoende gewaakt voor het voorkomen van polarisatie. Zo heeft verweerder ernstige, weinig tot niet onderbouwde, beschuldigingen gedaan aan het adres van klager en heeft hij een onvoldoende actieve houding aangenomen waardoor opnieuw spanning en frustratie is ontstaan bij de ex-partners. Verweerder heeft vervolgens een wrakingsverzoek gedaan waarvan het hem op voorhand duidelijk had moeten zijn dat dit te laat was ingediend. Daarmee heeft hij ondoelmatig gehandeld jegens de wederpartij, maar ook richting de rechtbank. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-906/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:33
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een arbeidszaak kennelijk ongegrond.