Zoekresultaten 1-50 van de 13834 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2781
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte aantekeningen, en dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd door onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. De huisarts mocht weigeren om gegevens in het medisch dossier te vernietigen en de huisarts heeft voldoende inspanningen geleverd om klager zijn medisch dossier en de logging-gegevens van zijn medisch dossier te verstrekken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2671
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:107
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2672
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:108
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7539
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74
Ongegronde klacht tegen oogarts. Vitrectomie na netvliesloslating. Volgens klager had de operatie eerder moeten plaatsvinden vanwege risicofactoren, is er niet adequaat gereageerd op de verergering van zijn klachten en is er onvoldoende verslaglegging. Spoedindicatie. Geen urgentie verhogende argumenten om van standpunt NOG af te wijken. Conclusies onafhankelijke onderzoekscommissie onvoldoende onderbouwd. Op goede gronden afgezien van suboptimale alternatieven. Geen dossieraantekeningen over tussentijdse telefonische hulpvraag van klager en medische afhandeling daarvan. Niet kan worden vastgesteld dat oogarts op de hoogte was. Geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de verslaglegging op dit punt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2522
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:110
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een langlopende letselschade procedure na een ongeval een (derde) deskundigenrapport opgesteld. De conclusie in dat rapport is dat er bij klager sprake is van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis die niet het gevolg is van het ongeval. Klager is het niet eens met de wijze waarop de psychiater tot haar conclusies is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het rapport van de psychiater op drie punten niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit betreft de manier waarop de psychiater de door haar verkregen informatie heeft samengevat, de wijze van formuleren waardoor de schijn van vooringenomenheid is ontstaan en de onderbouwing van de diagnose (vermoedelijke) persoonlijkheidsstoornis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van de psychiater.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:104
De klacht tegen een psychotherapeut is deels verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Drie maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de psychotherapeut maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat klachtonderdelen a) en b) verjaard zijn en dat klachtonderdelen c) en d) wel inhoudelijk kunnen worden beoordeeld maar kennelijk ongegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2694
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:111
Klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klaagster is de zus van de psychiater. De verhoudingen tussen klaagster en haar familie is sinds jaren verstoord. De vader van klaagster en de psychiater (hierna: de vader) is in september 2012 opgenomen in een verpleeghuis. In augustus 2015 is vader overleden. Klaagster is daarna een erfrechtelijke procedure gestart tegen de psychiater en haar (andere) broer. De klacht van klaagster bestaat uit 6 klachtonderdelen. Zij verwijt de psychiater onder andere dat hij vader in 2012 wilsonbekwaam heeft verklaard en een geantedateerde schuldbekentenis heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in drie klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in één klachtonderdeel en de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2566
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:105
Klacht tegen een psychiater. Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager zijn ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onafhankelijk onderzoek te verrichten naar zijn psychische gesteldheid met betrekking tot de intrekking van die vergunning en akte. De psychiater heeft dit onderzoek namens het medisch adviesbureau uitgevoerd. Klager klaagt onder meer over de deskundigheid van de psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:112 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2693
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:112
Ongegronde klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klager is de partner van de zus van de psychiater. De zus heeft de psychiater en zijn broer in rechte betrokken in een civiele procedure over de nalatenschap. Klager verwijt de psychiater dat hij in die procedure een valse verklaring heeft gegeven over de geestelijke gesteldheid en gezondheid van klager. Volgens klager heeft de psychiater hierdoor zijn beroepstitel misbruikt en de KNMG-gedragscode geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2670
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:106
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie gehad. Klager verwijt de huisarts dat zij een onjuiste prognose heeft gegeven over het herstel na de besnijdenis, dat zij hun vertrouwensrelatie heeft beschadigd en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2711 verzet
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:113
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige: het stellen van een onjuiste diagnose (schizofrenie), het geven van onvoldoende informatie over de diagnose schizofrenie en het verstrekken van medicatie waarvan klaagster bijwerkingen heeft ondervonden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in verband met verjaring en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster tegen deze beslissing verworpen. Het verzet tegen die beslissing is door het Centraal Tuchtcollege niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7828
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:167
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts onder meer dat hij haar niet heeft ingelicht over het feit dat een brug niet zonder verdikking kon worden gemaakt. Naar het oordeel van het college was het noodzakelijk om voorafgaand aan de behandeling aan de hand van een aantal kleurenfoto’s een goede inschatting te maken van de (on)mogelijkheden voor een oplossing. Daarnaast was het noodzakelijk om voorafgaand aan de behandeling een duidelijk en volledig zorgplan op te maken aan de hand waarvan klaagster geïnformeerd had moeten worden over de mogelijkheden, maar vooral de onmogelijkheden. Hieraan heeft het ontbroken. Voor het overige is de klacht ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7780
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:168
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon en over nalatigheden bij het bijhouden van het dossier. Het college overweegt dat de kroon bij de controles geen potentieel probleem vormde en dat nadere diagnose niet nodig was. Er was geen aanleiding om klaagster te verwijzen naar een implantoloog of om haar de optie van een second opinion aan te bieden. Het college heeft geen bijzonderheden geconstateerd in de verslaglegging van de controles die de tandarts heeft uitgevoerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7781
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:169
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft klaagster bij twee periodieke controles gezien. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon in het gebit van klaagster en nalatigheden bij de dossiervorming. Het college overweegt dat de kroon bij de controles geen potentieel probleem vormde en dat nadere diagnose niet nodig was. Er was geen aanleiding om klaagster te verwijzen naar een implantoloog of om haar de optie van een second opinion aan te bieden. Het college heeft geen bijzonderheden geconstateerd in de verslaglegging van de twee periodieke controles. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7782
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:170
Gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster maakt de tandarts verschillende verwijten over de behandeling van een kroon en over nalatigheden bij het bijhouden van het dossier. Dat een spoedafspraak is afgezegd, omdat niet het juiste gereedschap in de praktijk aanwezig was, is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het valt de tandarts wel aan te rekenen dat zij er ten onrechte van is uitgegaan dat een nieuwe afspraak niet nodig zou zijn, en dat zij dit niet bij klaagster heeft geverifieerd. Een deel van de gebeurtenissen lijkt verder te wijten te zijn aan het functioneren van de balie van de tandartspraktijk. De tandarts heeft als praktijkvoerder onvoldoende haar verantwoordelijkheid genomen bij het aansturen van de medewerksters van de balie. Beide klachtonderdelen gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6643
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:171
Ongegronde klacht tegen een orthopedagoog-generalist. De orthopedagoog-generalist heeft een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd bij de dochter van klaagster. Daarna vonden adviesgesprekken plaats met klaagster en haar ex-partner over de bevindingen vanuit het onderzoek. Klaagster verwijt de orthopedagoog-generalist dat zij onprofessioneel heeft gehandeld en onvoldoende regie heeft gehouden. Daarnaast verwijt klaagster haar dat zij onterecht een melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Het eerste klachtonderdeel is deels verjaard, dus klaagster is voor dat deel niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht ongegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de orthopedagoog-generalist onprofessioneel heeft gehandeld dan wel onvoldoende regie heeft gehouden. Van partijdigheid of onzorgvuldigheid is niet gebleken. De orthopedagoog-generalist heeft naar voren gebracht dat zij wellicht na afronding van het psychodiagnostisch onderzoek had moeten stoppen met het traject met de beide ouders, ondanks dat klaagster haar had gevraagd de begeleiding voort te zetten. Het college onderschrijft dit, maar is tevens van oordeel dat dit niet voldoende is om een tuchtrechtelijk verwijt op te leveren. Voor wat betreft de Veilig Thuismelding is het college is van oordeel dat de orthopedagoog-generalist voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat zij bij het doen van de melding het stappenplan uit het afwegingskader heeft gevolgd en een zorgvuldige afweging heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7028
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:165
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft een arterielijn geplaatst in de rechteronderarm van klaagster. Als gevolg van een complicatie na het inbrengen van de arterielijn heeft klaagster een spoedoperatie moeten ondergaan en is er blijven schade ontstaan. Niet kan worden vastgesteld dat de arts bekend was met de wens van klaagster geen arterielijn in de rechterarm geprikt te krijgen. Geen aanwijzingen dat de ingreep niet zorgvuldig is uitgevoerd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8581
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:72
Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7917
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 01-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:166
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster een kies (element 46) verwijderd. Bij klaagster is een tandkasontsteking opgetreden. Ook kreeg zij te maken met losse botstukjes. Klaagster verwijt de kaakchirurg dat hij de operatie onjuist heeft uitgevoerd en onvoldoende nazorg heeft geboden. Het college heeft geen aanwijzingen dat de uitvoering van de operatie niet volgens de beroepsnormen is uitgevoerd. In verband met de klachten heeft klaagster gebruikelijke medicatie voorgeschreven gekregen. Het kan de kaakchirurg niet worden aangerekend dat zij allergische reacties op de medicatie kreeg. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8584
- Datum publicatie: 01-07-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:73
Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7671
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160
Gegronde klacht van de IGJ tegen een arts. De IGJ is ontvankelijk en het rapport wordt in de beoordeling betrokken. De arts is werkzaam als arts aan gedetineerden en arrestanten. Het is aannemelijk geworden dat de arts twee bezoeken heeft afgelegd aan een patiënt met pijnklachten. Het verweer van de arts, dat hij patiënt maar één keer heeft gezien, is onvoldoende onderbouwd. De arts heeft op onzorgvuldige wijze off-label methadon verstrekt aan de patiënt die acute pijn had. Hij is daarmee afgeweken van de relevante richtlijnen en protocollen, zonder deugdelijke motivering. Daarnaast heeft de arts met betrekking tot de patiënt geen medisch dossier bijgehouden van zijn behandelcontacten met hem en de in dat kader voor de zorgverlening verrichte handelingen. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met omschrijving van bijzondere voorwaarden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7529
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager stelt dat de orthopedisch chirurg ten onrechte en zonder deugdelijk informed consent is overgegaan tot operatieve stabilisatie van zijn schouder. Volgens de orthopedisch chirurg vormde de ernstige pijnklachten van klager de belangrijkste indicatie voor de operatie en is een uitgebreide informed consent procedure gevolgd. Het college overweegt dat over de vraag wanneer bij chronische instabiliteit van de schouder tot een operatie moet worden overgegaan discussie mogelijk is. Er bestaan hiervoor geen richtlijnen. De vraag rijst of in dit geval niet te snel is besloten tot een AC-reconstructie, een in de ogen van het college ingewikkelde operatie met een onzekere uitkomst. Het is het college niet duidelijk geworden welke fysiotherapeutische behandeling klager precies heeft gehad. Mogelijk was in dit geval op zijn plaats geweest om in eerste instantie wat uitgebreider een afwachtend beleid te voeren, met gerichte behandeling door een schouderfysiotherapeut, waarna altijd nog tot een operatie had kunnen worden besloten. Daar staat tegenover dat klager ernstige pijnklachten had. Gelet op de bandbreedte die bestaat ten aanzien van de indicatiestelling is het college van oordeel dat het de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk niet kan worden verweten in dit geval tot operatie te hebben geadviseerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7582
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft bij klaagster een triple artrodese uitgevoerd, een operatie waarbij botten in de voet aan elkaar worden vastgezet. Tijdens de operatie is er sprake van zodanig bloedverlies dat de operatie niet volledig kan worden uitgevoerd zoals gepland. Zes weken na de operatie moet klaagster bovendien opnieuw worden geopereerd om een schroef (anker) uit de enkel te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat een verkeerde behandelkeuze is gemaakt, dat de operatie onzorgvuldig is uitgevoerd en dat de nazorg tekortschoot. Daarnaast vindt klaagster dat geen deugdelijk dossier is bijgehouden en dat de communicatie onduidelijk is geweest. Het college komt tot het oordeel dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/8034
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:163
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg in opleiding. De 16-jarige zoon van klaagster en zwager van klager (hierna: de patiënt), heeft een scoliose correctie ondergaan, waarna een ernstige complicatie is ontstaan en de patiënt is overleden. De arts is als zaalarts bij de zorg voor de patiënt betrokken geweest. Klagers verwijten hem onvoldoende aandacht te hebben gehad voor de toestand van de patiënt en voor de zorgen die klaagster uitte. Het college is van oordeel dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld. Het gaat hier om een patiënt met een complexe gezondheidssituatie en een zeer zeldzame complicatie. Aan de hand van het medisch dossier en de verklaringen van partijen stelt het college vast dat er geen alarmsignalen zijn geweest die de arts heeft gemist. Hij heeft de patiënt tijdens zijn betrokkenheid elke dag gezien en – zo heeft hij ter zitting verklaard – ook dagelijks overleg gehad met zijn supervisor. Hij heeft de juiste stappen gezet en meerdere specialisten in consult gevraagd. Ook de kinderarts heeft op 11 juni 2020 de situatie niet als acuut beoordeeld en uit de röntgenfoto die dag bleek niet dat er sprake was van een darmperforatie. Het verloop daarna en de uitkomst is tragisch, maar dit valt de arts niet aan te rekenen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7827
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft een re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Vanwege aanhoudende pijnklachten is klaagster doorverwezen naar de pijnpoli en vervolgens naar een ziekenhuis. Circa een jaar na de operatie is geconcludeerd dat er sprake is van een beschadiging van de nervus suralis in de rechterenkel. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij deze zenuw heeft beschadigd tijdens de operatie en dat zij daar niet eerlijk over is geweest. Het college overweegt het volgende. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster bevestigd dat zij over de risico’s van de operatie is geïnformeerd. Ook heeft zij verklaard dat zij er niet aan twijfelt dat de orthopedisch chirurg de operatie zorgvuldig en volgens de richtlijnen heeft uitgevoerd. Het college onderschrijft dit. De orthopedisch chirurg heeft zowel in haar verweerschrift als in het operatieverslag zorgvuldig toegelicht hoe de operatie is verlopen en het college ziet daarin geen aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt. Dat de zenuw in de rechterenkel van klaagster tijdens de operatie beschadigd is geraakt, is zeer ongelukkig voor klaagster, maar het betreft een complicatie, die ook bij zorgvuldig handelen kan optreden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8424
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:74
Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7733
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:69
De IGJ verwijt de huisarts dat zij ongeoorloofd off-label ivermectine heeft voorgeschreven voor preventie en/of behandeling van COVID-19 in de periode juli 2021 en december 2021. Daarnaast heeft de huisarts volgens de IGJ in strijd met de tweede tuchtnorm gehandeld door zich tussen november 2020 en mei 2023 bij uitingen in diverse (sociale) media niet te houden aan de voor haar als huisarts geldende professionele beroepsnormen. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en de klacht gegrond is. Het college legt de huisarts de maatregel van berisping op en besluit tot openbaarmaking van die maatregel in het BIG-register.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8389
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70
Vijfde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7676
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71
Klacht tegen een huisarts gegrond. De klachten hebben betrekking op de zorg die de huisarts als waarnemer heeft verleend aan de echtgenoot van klaagster (patiënt). Patiënt kwam bij de huisarts met diverse klachten en uiteindelijk is hij een aantal weken later overleden aan de gevolgen van gemetastaseerd adenocarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts onjuiste dossiervoering. Het college komt tot het oordeel dat de uitgevoerde onderzoeken niet voldoen aan de professionele standaard en dat de dossiervoering onder de maat is. Het college legt de huisarts de maatregel op van een berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7660
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154
Deels gegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de betrokken ANIOS zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Nu de internist ten tijde van het verweten handelen dienst had als superviserend internist, en de ANIOS zijn handelen met haar heeft afgestemd, wordt de tekortkoming de internist tuchtrechtelijk aangerekend. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7228
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in totaal 24 kronen bij klager geplaatst. De klacht bestaat uit zes klachtonderdelen, waarvan er twee betrekking op de op de tandheelkundige behandelingen van klager en/of de daarvoor in rekening gebrachte bedragen. Klager is in vier klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze onvoldoende verband houden met het belang van de individuele gezondheidszorg. De overige twee klachtonderdelen zijn (gedeeltelijk) gegrond. De tandarts heeft klager ten onrechte extra kosten in rekening gebracht. Daarnaast heeft de tandarts een niet verwaarloosbaar aantal röntgenfoto’s zonder noodzaak gemaakt. Het college legt een berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7724
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:156
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. Verweerster was destijds als arts-assistent op de SEH betrokken bij de opname en behandeling van klaagster. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat verweerster adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. Zij heeft op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen (na overleg met haar supervisor) het juiste beleid ingezet. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7744
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:157
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De internist was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Interne. Klaagster maakt de internist verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen het met de internist afgestemde beleid juist was. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7745
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:158
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De neuroloog was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Neurologie. Klaagster maakt de neuroloog verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de neuroloog adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat zij in redelijkheid tot de werkdiagnose migraine met aura kon komen. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7657
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:152
Ongegronde klacht tegen een arts (ANIOS). De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de arts zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Gelet op zijn positie als ANIOS binnen het ziekenhuis, waarbij hij zijn handelen heeft afgestemd met zijn supervisor, valt deze tekortkoming hem echter niet persoonlijk tuchtrechtelijk aan te rekenen. De klacht is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7746
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De arts was als arts-assistent van de afdeling Interne betrokken bij de behandeling van klaagster. Klaagster maakt de arts verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de arts adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7659
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153
Ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis, waar zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college stelt vast dat de internist geen bemoeienis heeft gehad bij het ontslaggesprek en evenmin bij het voorschrijven van de medicatie en de informatie daarover aan de thuiszorg en de huisarts. De klacht is dan ook (in alle onderdelen) ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7722
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:151
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is tekort geschoten in de zorg aan patiënte, moeder van klagers, door niet beter te kijken naar de mobiliteit van het been en de mogelijke oorzaak van het feit dat zij niet meer kon lopen. De huisarts heeft zich ook niet voldoende vergewist van de zorgvraag en had hier extra navraag naar kunnen doen. De huisarts had klagers niet hoeven informeren over zijn aanstaande vakantie, nu hij een waarnemer had geregeld, maar hij had patiënte wel warm moeten overdragen aan de waarnemer. Grotendeels gegronde klacht. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de huisarts wordt in plaats van een berisping een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7384
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:68
Ongegronde klacht tegen huisarts. Klager had vanaf maart 2023 meerdere keren contact met de huisarts wegens pijn aan zijn ribben en later (ook) aan zijn rug. Na diverse onderzoeken bleek in juni 2024 dat klager longkanker met uitzaaiingen had. Klager verwijt de huisarts, samengevat, dat zij zijn klachten heeft geminimaliseerd en onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Het college oordeelt op grond van hetgeen door partijen naar voren is gebracht en de aantekeningen in het dossier dat de huisarts de klachten niet heeft geminimaliseerd en voldoende onderzoek heeft gedaan respectievelijk heeft aangevraagd. De huisarts treft geen verwijt.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7522
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:64
Klacht tegen anesthesioloog kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest en uiteindelijk geopereerd. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de anesthesioloog.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7523
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:65
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7524
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:66
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest, waar hij door de chirurg is geopereerd. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7750
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:67
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7543
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73
Klacht tegen orthopedisch chirurg ongegrond. Klaagster, de patiënt, verwijt de orthopedisch chirurg dat hij een onzorgvuldige operatie heeft uitgevoerd en onvoldoende zorg heeft verleend tijdens een consult door zich te beperken tot pijnbestrijding. Het college oordeelt dat de operatie zorgvuldig is uitgevoerd. Dat de dog bone is uitgebroken en de pijnklachten aanhielden, betekent niet dat de orthopedisch chirurg onzorgvuldig en medisch onjuist heeft gehandeld. Daarna heeft de orthopedisch chirurg kunnen besluiten tot een conservatief beleid. Zijn argumenten daarvoor zijn navolgbaar en goed onderbouwd. De orthopedisch chirurg heeft tijdens het consult ook adequaat gereageerd op de (pijn)klachten van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7354
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72
Ongegronde klacht tegen neuroloog. Klaagster, patiënte, verwijt verweerster dat verweerster heeft geweigerd om klaagster te behandelen. Klaagster is bekend met epilepsie en is onder behandeling van verweerster. Het college stelt vast dat verweerster zich heeft ingespannen, weigering door verweerster is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7821
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts in opleiding. De bedrijfsarts i.o heeft klager in zijn ziekteverzuimperiode begeleid. Klager verwijt de bedrijfsarts i.o dat zij hem, kort samengevat, niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de supervisor van de bedrijfsarts (zaaknummer A20247823), worden ongegrond verklaard. Dat het traject met de werkgever niet succesvol is geweest is betreurenswaardig, maar daarvan kan de bedrijfsarts i.o. geen verwijt worden gemaakt
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7823
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts was de supervisor van de arts in opleiding tot specialist bedrijfsgeneeskunde (hierna: bedrijfsarts i.o., zaaknummer A2024/7821), die klager in zijn ziekteverzuimperiode heeft begeleid. Klager stelt dat de bedrijfsarts heeft toegelaten dat de bedrijfsarts i.o. hem niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Meer in het bijzonder verwijt klager de bedrijfsarts dat hij als supervisor zijn verantwoordelijkheden niet heeft genomen. Het college is van oordeel dat de werkwijze rondom taakdelegatie en supervisie niet in strijd is met de voor de bedrijfsarts geldende beroepsnorm en dat de mogelijkheid van toezicht daarmee in beginsel voldoende is gewaarborgd. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de bedrijfsarts i.o., worden ongegrond verklaard. Daarmee strandt ook het verwijt aan de supervisor dat hij niet heeft ingegrepen of bijgestuurd bij deze werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2586
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:102
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2585
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:103
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/8142
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen medisch adviseur in verband met advies aan zorgverzekeraar over de vergoeding van de behandeling van klager in het buitenland. Geen weerslag op de individuele gezondheidszorg. Financieel (declaratie)geschil. Klager kennelijk niet ontvankelijk.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 277
- Volgende pagina zoekresultaten