ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7827

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164
Datum uitspraak: 27-06-2025
Datum publicatie: 27-06-2025
Zaaknummer(s): A2024/7827
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft een re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Vanwege aanhoudende pijnklachten is klaagster doorverwezen naar de pijnpoli en vervolgens naar een ziekenhuis. Circa een jaar na de operatie is geconcludeerd dat er sprake is van een beschadiging van de nervus suralis in de rechterenkel. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij deze zenuw heeft beschadigd tijdens de operatie en dat zij daar niet eerlijk over is geweest. Het college overweegt het volgende. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster bevestigd dat zij over de risico’s van de operatie is geïnformeerd. Ook heeft zij verklaard dat zij er niet aan twijfelt dat de orthopedisch chirurg de operatie zorgvuldig en volgens de richtlijnen heeft uitgevoerd. Het college onderschrijft dit. De orthopedisch chirurg heeft zowel in haar verweerschrift als in het operatieverslag zorgvuldig toegelicht hoe de operatie is verlopen en het college ziet daarin geen aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt. Dat de zenuw in de rechterenkel van klaagster tijdens de operatie beschadigd is geraakt, is zeer ongelukkig voor klaagster, maar het betreft een complicatie, die ook bij zorgvuldig handelen kan optreden.

A2024/7827
Beslissing van 27 juni 2025


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing in raadkamer van 27 juni 2025 op de klacht van:

A,
wonende te B,
klaagster,

tegen

C,
orthopedisch chirurg,
werkzaam te D,
verweerster, hierna ook: de orthopedisch chirurg,
gemachtigde: mr. E.E. Rippen, werkzaam te Utrecht.

1. De zaak in het kort
1.1 De orthopedisch chirurg heeft een re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Vanwege aanhoudende pijnklachten is klaagster doorverwezen naar de pijnpoli en vervolgens naar het E. Circa een jaar na de operatie is geconcludeerd dat er sprake is van een beschadiging van de nervus suralis in de rechterenkel. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij deze zenuw heeft beschadigd tijdens de operatie en dat zij daar niet eerlijk over is geweest. De orthopedisch chirurg betwist dat haar iets te verwijten valt.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 12 november 2024;
- het verweerschrift met de bijlage;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek gehouden op 26 februari 2025, met daaraan gehecht de pleitnotitie van klaagster en de brief van 13 maart 2025 met opmerkingen bij het proces-verbaal van de gemachtigde van verweerster.

2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. Wat is er gebeurd?
3.1 Op 18 augustus 2022 heeft klaagster een operatie aan haar rechterenkel ondergaan (een posterieure arthroscopie) bij een orthopedisch chirurg, niet zijnde verweerster. Na deze operatie is een wondinfectie opgetreden waardoor klaagster pas vier weken na deze operatie kon starten met het oefenen van de mobiliteit van de rechterenkel.

3.2 De orthopedisch chirurg die op 18 augustus 2022 de arthroscopie van de rechterenkel heeft verricht, heeft klaagster op 2 januari 2023 voor een second opinion doorverwezen naar F, waar verweerster werkzaam is.

3.3 Op 16 februari 2023 heeft verweerster klaagster gezien. Over dit consult heeft zij het volgende genoteerd (alle citaten voor zover van belang en letterlijk weergegeven):
“(…) Conclusie: Pijn en stijfheid bij vermoeden op post-operatief littekenweefsel na posterieure enkel scopie
Beleid: Patiente mag niet in de MRI vanwege neurostimulator
Er volgt een nieuwe echo ter beoordeling van hoeveelheid littekenweefsel, ligament van Rouviere erg verdikt? Tendinitis FHL/FDL/TP? Andere verklaring voor pijn en stijfheid? Voorstel tot behandeling via onze fysiotherapeuten
Uitleg dat re-operatie met verwijderen littekenweefsel ook weer zorgt voor nieuw littekenweefsel en dat het moeilijk te voorspellen is of de pijn en stijfheid daarna beter worden. Kan ook slechter worden.”

3.4 Op 21 februari 2023 is een echo gemaakt van de rechterenkel van klaagster. Ook is zij die dag opnieuw gezien door de orthopedisch chirurg. Naar aanleiding van de bevindingen van de echoscopist en het consult heeft de orthopedisch chirurg genoteerd:
“(…)
Op echo littekenweefsel aan laterale zijde. Daar drukpijnlijk, maar ook mediaal pijnlijk. Daar nu geen evident littekenweefsel.
Beleid: Verwezen naar onze fysiotherapeuten voor poging tot verbeteren mobiliteit, stabiliteit en loop patroon.
Indien onvoldoende effect dan valt re-operatie te overwegen met verwijderen littekenweefsel. Dit kan ook weer zorgen voor nieuw littekenweefsel. Ook mogelijkheid op opnieuw infectie. moeilijk te voorspellen of de pijn en stijfheid daarna beter worden.
Kan ook slechter worden.”

3.5 Op 29 maart 2023 heeft de orthopedisch chirurg klaagster opnieuw gezien. De behandeling bij de fysiotherapeut heeft niet tot verbetering geleid. Er wordt vervolgens in
gezamenlijk overleg besloten om tot een re-operatie over te gaan. De orthopedisch chirurg heeft hierover genoteerd: “(…) Beleid: Er werd uitleg gegeven over de operatie (posterieure enkel scopie met athrolyse), het post-operatieve beloop (…) en de mogelijke complicaties (infectie, nabloeding, zenuwschade, CRPS, DVT/LE, stijfheid.) Uitleg dat re-operatie met verwijderen littekenweefsel ook weer zorgt voor nieuw littekenweefsel en dat het moeilijk te voorspellen is of de pijn en de stijfheid daarna beter worden. Kan ook slechter worden. Patiënt begrijpt dit, gaat akkoord en werd op wachtlijst geplaatst.”

3.6 Op 21 juni 2023 heeft de orthopedisch chirurg de re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Uit het operatieverslag volgen geen bijzonderheden.

3.7 Op 29 juni 2023 is klaagster op haar verzoek door de orthopedisch chirurg gezien. Klaagster had pijnklachten en maakte zich zorgen. De orthopedisch chirurg heeft na lichamelijk onderzoek geconcludeerd dat er mogelijk sprake was van de chronische pijnaandoening CRPS. Zij heeft klaagster ter beoordeling doorverwezen naar de pijnpoli voor de beoordeling, en indien mogelijk behandeling, van CRPS.

3.8 Op 9 augustus 2023 heeft de orthopedisch chirurg klaagster weer gezien. De pijnpoli had geconcludeerd tot een hoge verdenking van CRPS II. In dit consult is afgesproken dat verdere controle op indicatie zou plaatsvinden. De orthopedisch chirurg heeft klaagster hierna niet meer gezien.

3.9 De behandelend anesthesioloog bij de pijnpoli heeft klaagster op haar verzoek op 24 januari 2024 doorverwezen naar het E waar zij op 31 mei 2024 door een neuroloog is gezien. De neuroloog heeft aanvullend onderzoek gedaan bestaande uit een EMG en een zenuwechografie. Het EMG paste bij een suralis neuropathie rechts met volledige uitval. De echografie liet een fors verdikte omvang van de zenuw zien, een neuroom of een uiting van zenuwschade anderszins.

4. De klacht en de reactie van de orthopedisch chirurg
4.1 Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat:
a. zij tijdens de operatie aan de rechterenkel van klaagster op 21 juni 2023 een zenuw (nervus suralis) dermate heeft beschadigd dat klaagster daar levenslang lichamelijke en geestelijke schade aan overhoudt;
b. zij desgevraagd niet eerlijk heeft gezegd dat zij de zenuw heeft geraakt.

4.2 De orthopedisch chirurg heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.


5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?

5.1 De vraag is of de orthopedisch chirurg de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende orthopedisch chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de orthopedisch chirurg geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Klachtonderdeel a – tijdens de operatie de zenuw beschadigd
5.2 In haar klaagschrift benoemt klaagster dat de orthopedisch chirurg volgens haar een fout heeft gemaakt. Zij verwijt de orthopedisch chirurg de nervus suralis te hebben beschadigd. De orthopedisch chirurg voert aan dat het feit dat klaagster klachten heeft overgehouden na de re-arthroscopie zeer te betreuren is voor klaagster, maar niet wil zeggen dat er iets fout is gegaan. Zij stelt de operatie lege artis te hebben uitgevoerd. Complicaties zijn echter mogelijk, en daar is klaagster dan ook vooraf over geïnformeerd.

5.3 Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster bevestigd dat zij over de risico’s van de operatie is geïnformeerd. Ook heeft zij verklaard dat zij er niet aan twijfelt dat de orthopedisch chirurg de operatie zorgvuldig en volgens de richtlijnen heeft uitgevoerd. Het college onderschrijft dit. De orthopedisch chirurg heeft zowel in haar verweerschrift als in het operatieverslag zorgvuldig toegelicht hoe de operatie is verlopen en het college ziet daarin geen aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt. Dat de zenuw in de rechterenkel van klaagster tijdens de operatie beschadigd is geraakt, is zeer ongelukkig voor klaagster, maar het betreft een complicatie, die ook bij zorgvuldig handelen kan optreden.

5.4 Klachtonderdeel a is ongegrond.

Klachtonderdeel b – onterecht niet geïnformeerd over de zenuwbeschadiging
5.5 Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij in het contact met klaagster na de operatie niet heeft erkend dat zij de zenuw heeft beschadigd. Klaagster stelt dat zij de orthopedisch chirurg driemaal heeft gevraagd ‘Heeft u mijn zenuw geraakt tijdens deze operatie?’ waarop de orthopedisch chirurg ontkennend heeft geantwoord. De orthopedisch chirurg zegt zich de precieze vraag van klaagster niet te herinneren - en dus ook niet hoe zij heeft geantwoord - maar dat er zowel tijdens als na de operatie geen aanwijzingen waren om aan een zenuwbeschadiging te denken.

5.6 Het verwijt van klaagster impliceert dat de orthopedisch chirurg tijdens de operatie dan wel daarna zich ervan bewust is geweest dat zij de zenuw beschadigd heeft en zij dit heeft verzwegen. Het college heeft geen aanknopingspunt om te veronderstellen dat dit zo is. Zoals hiervoor is overwogen is de operatie zorgvuldig uitgevoerd. Tijdens een dergelijke operatie is het mogelijk dat met de spreiding van de weke delen de zenuw wordt gekneusd, maar een beschadiging is niet aannemelijk. Daar komt bij dat een zenuwbeschadiging gedurende de operatie voor de orthopedisch chirurg niet te zien of te merken is. Dit valt pas te constateren na afloop, naar aanleiding van de klachten die een patiënt heeft. Dat de orthopedisch chirurg gelet op de klachten van klaagster niet dacht aan een zenuwbeschadiging maar aan CRPS, kan het college goed volgen. De operatie was immers op de gebruikelijke wijze uitgevoerd en zonder complicaties verlopen, zodat een zenuwbeschadiging niet voor de hand lag.

5.7 Klachtonderdeel b is ongegrond.

Slotsom
5.8 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is.

6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 27 juni 2025 door M.M. van ‘t Nedereind, voorzitter, J.C.J. Dute, lid-jurist, T.S. Oei, H.W.J. Koot en H.W.B. Schreuder, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door R. van der Vaart, secretaris.