ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7582

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162
Datum uitspraak: 27-06-2025
Datum publicatie: 27-06-2025
Zaaknummer(s): A2024/7582
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft bij klaagster een triple artrodese uitgevoerd, een operatie waarbij botten in de voet aan elkaar worden vastgezet. Tijdens de operatie is er sprake van zodanig bloedverlies dat de operatie niet volledig kan worden uitgevoerd zoals gepland. Zes weken na de operatie moet klaagster bovendien opnieuw worden geopereerd om een schroef (anker) uit de enkel te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat een verkeerde behandelkeuze is gemaakt, dat de operatie onzorgvuldig is uitgevoerd en dat de nazorg tekortschoot. Daarnaast vindt klaagster dat geen deugdelijk dossier is bijgehouden en dat de communicatie onduidelijk is geweest. Het college komt tot het oordeel dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

A2024/7582
Beslissing van 27 juni 2025

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 27 juni 2025 op de klacht van:

A,
wonende in B,
klaagster,

tegen

C,
orthopedisch chirurg
werkzaam in B,
verweerster, hierna ook: de orthopedisch chirurg,
gemachtigde: mr. D, werkzaam te B.

1. De zaak in het kort
1.1 Klaagster heeft in het verleden een CVA doorgemaakt. Sinds enkele jaren is zij onder controle van een revalidatiearts in verband met spasticiteit van het linkerbeen na de CVA. Haar revalidatiearts heeft haar doorverwezen naar de orthopedisch chirurg. Er werd besloten tot het uitvoeren van een triple artrodese, een operatie waarbij botten in de voet aan elkaar worden vastgezet. Tijdens de operatie is er sprake van zodanig bloedverlies dat de operatie niet volledig kan worden uitgevoerd zoals gepland. Zes weken na de operatie moet klaagster bovendien opnieuw worden geopereerd om een schroef (anker) uit de enkel te verwijderen.

1.2 Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat een verkeerde behandelkeuze is gemaakt, dat de operatie onzorgvuldig is uitgevoerd en dat de nazorg tekortschoot. Daarnaast vindt klaagster dat geen deugdelijk dossier is bijgehouden en dat de communicatie onduidelijk is geweest. De orthopedisch chirurg betreurt de teleurstellende uitkomst van de operaties, maar vindt dat haar geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

1.3 Het college komt tot het oordeel dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 3 september 2024;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van de orthopedisch chirurg van 8 november 2024 met als bijlage een DVD;
- het proces-verbaal van het op 8 januari 2025 gehouden mondelinge vooronderzoek.

2.2 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 16 mei 2025. De partijen zijn verschenen. De orthopedisch chirurg werd bijgestaan door haar gemachtigde. De partijen en de gemachtigde hebben hun standpunten mondeling toegelicht.

3. De feiten
3.1 Klaagster, 59 jaar oud, heeft in 1991 een CVA doorgemaakt. Hieraan heeft zij een aantal restverschijnselen overgehouden, waaronder een zwakke linkerkant van haar lichaam en een linker onderbeen dat is verlamd vanaf de knie. Sinds enkele jaren volgt zij een revalidatietraject onder toezicht van revalidatieartsen. In verband met aanhoudende klachten aan de linkerenkel wordt zij doorverwezen naar de orthopedisch chirurg, die werkzaam is in het E.

3.2 Op 30 november 2020 vindt een eerste consult plaats bij de orthopedisch chirurg. Deze noteert daarover (alle citaten voor zover van belang en letterlijk weergegeven): “Reden verwijzing: (…) meerdere vasculaire events (…) spasticiteit linkerbeen, meerdere malen botox, FDL, Tib post, FHL meer last van laterale voetrand, mogelijk fractuur MT 5 in het verleden. operatieve opties? Anamnese: Klachten linkerbeen. Botox helpt wel, want minder spasmen in de nacht. Maar houdt stekende pijn aan de binnenkant van de enkel. (…) Loopt met een kruk, loopafstand 15-20 minuten en op goede dagen een uur. Loopt meerdere malen per dag buiten met de hond. (…) Heeft orthopedische schoenen sinds een jaar. Dit helpt voor het lopen. (…) Lichamelijk onderzoek: kan zonder orthopedische schoen linker enkel niet goed belasten varusstand linker achtervoet
adductie voorvoet geen actieve aansturing van de voet de varus / adductus kan nagenoeg volledig gecorrigeerd worden (…) Aanvullend onderzoek: X linker enkel en voet: varuskanteling talus met afname mediale gewrichtsspleet varusstand achtervoet, adductie midvoet Conclusie: beginnende artrose met varuskanteling linker enkel bij varus-adductie bij
spasticiteit na CVA
Beleid: besproken triple AD met achillespees verlenging zorgen hoe het na de operatie moet, is alleen, zorg voor hond? infectie, wondgenezing, neuroom, DVT, pseudoartrose 6+6 wkn gips
B/ nadenken over hoe te doen na de operatie. Patiente overlegt met dr F
cptel half januari icc vaatchirurg”

3.3 Op 12 januari 2021 heeft een telefonisch consult plaatsgevonden waarin klaagster heeft ingestemd met de operatie, namelijk een triple artrodese met verlengen van de achillespees. De orthopedisch chirurg noteert dat klaagster heeft gesproken met de revalidatiearts. Klaagster was geschrokken van het operatievoorstel, zij wil graag de operatie maar maakt zich zorgen over hoe zij de eerste zes weken moet doorkomen als zij de enkel niet mag belasten. De orthopedisch chirurg brengt klaagster in contact met bureau nazorg van het ziekenhuis, dat regelt dat klaagster na de operatie naar een verpleeghuis kan om te herstellen. Als doel van de operatie wordt genoteerd: “operatie om: - voet beter/makkelijker op de grond te krijgen; - om degeneratie te voorkomen”.

3.4 Op 15 juli 2021 is de operatie aan de linkerenkel gepland. De dag ervoor neemt het planbureau van het ziekenhuis contact met klaagster op omdat vanwege een spoedpatiënt de operatie mogelijk niet door kon gaan. Uiteindelijk valt een andere patiënt uit, waardoor de ingreep van klaagster alsnog kan plaatsvinden.

3.5 De operatie wordt uitgevoerd door de orthopedisch chirurg. Tijdens de operatie is sprake van zodanig bloedverlies dat de operatie niet kan worden uitgevoerd zoals was gepland. In het operatieverslag staat onder meer: “(…) bloedleegte bovenbeen 250 mmHg percutane achillespeesverlenging 3 steekincisies incisie tip fibula naar basis MT4 vanaf begin veel bloedend afprepareren ext brevies, blijft bloden bloedleegte af, hoog houden, bloedleegte 300mmHg openen subtalair, fors bloedend uitruimen sinus tarsi, botspreide post middelste en ant facet wordt ontdaan van kraakbeen en sclerose procedure blijft lastig door bloeden besloten subtalaire dese te doen en niet de triple 2 6.5 schroeven vanuit hiel in de talus onder doolichting goede grip mediaal, tenotomie tib post lateraal: mitek in fibnula, hechten enkelbanden (…)”

3.6 De enkel werd ingegipst. Na de operatie gaat de orthopedisch chirurg bij klaagster langs. Zij legt uit hoe de operatie is verlopen. De dag erna is de orthopedisch chirurg vrij, en de dag daarna gaat zij op vakantie.

3.7 Op 16 juli 2021 wordt een controle röntgenfoto van de enkel gemaakt. De radioloog schrijft in zijn verslag: “X-enkel/achtervoet links in twee richtingen. Opnamen in gips. Vergeleken met 12/07/2021 status na artrodese van het onderste spronggewricht met twee schroeven. Tevens een meeting anker projecterend ter plaatse van de fibula tip. Geen aanwijzingen voor postoperatieve complicaties. Geringe talaire tilt in varus.”

3.8 In de ontslagbrief van 20 juli 2021 aan de huisarts en de revalidatiearts staat dat een operatie is uitgevoerd: “subtalaire artrodese, percutane achillespeesverlenging, hechten laterale enkelbanden, tenotomie tibialis post links”. Tevens is vermeld: “De operatie en opname verliepen ongecompliceerd”.

3.9 Op 29 juli 2021 is de eerste postoperatieve controle en krijgt klaagster nieuw gips. Klaagster wordt op 3 augustus 2021 gezien op de poli in verband met pijnklachten. Er wordt weer nieuw gips aangebracht.

3.10 Op 26 augustus 2021, zes weken na de operatie, vindt opnieuw een controle plaats. Er wordt dan ook een röntgenfoto gemaakt. De arts die klaagster die dag gezien heeft, noteert: ”A/ +6wkn. Maakt zich zorgen over stand voet nu uit gips. LO/ voet links: littekens fraai. Staat iets in varus/inversie (niet eerder door mij gezien). Veot komt fraai plantigraad. AO/ X-voet: onveranderde stand. anker fibula intraarticulair? P/ voet in eversie ingipsen ip 6 wkn OBLG en start belasten overleg X en dan pte nog bellen”
De radioloog schrijft: “RX enkel links: vergeleken wordt met onder 16/07/2021 en eerder. Status na artrodese onderste spronggewricht door middel van tweetal gecanuleerde schroeven. Ongewijzigde positie van de schroeven. Geen tekenen van loslating. Consolidatie is lastig te bepalen, mogelijk posterieur al reeds tekenen van overbrugging. Ongewijzigd positie anker distale fibula. Enige varisatie van de talus met iets wijd imponerende centrale enkelvork. Verder aan weke delen geen bijzonderheden.”
De arts overlegt met de orthopedisch chirurg en er wordt besloten om het aangebrachte anker te verwijderen. Klaagster wordt hierover diezelfde dag door de arts die het consult heeft gedaan, geïnformeerd.

3.11 De operatie om het anker te verwijderen wordt gepland op 2 september 2021, maar kan die dag wegens spoedoperaties niet doorgaan. Klaagster wordt vervolgens op 3 september 2021 geopereerd door een collega van de orthopedisch chirurg. De operatie verloopt ongecompliceerd.

3.12 Daarna vinden verschillende controles plaats, waarbij wordt geconstateerd dat sprake is van een traag en moeizaam herstel. De enkel is weinig stabiel.

3.13 In april 2022 verzoekt klaagster via e-mail om een verwijzing voor een second opinion. De orthopedisch chirurg stelt de volgende dag de verwijzing op. Op 30 mei 2022 vindt een consult plaats bij de orthopedisch chirurg. Het gaat op dat moment nog niet goed. Afgesproken wordt om het advies van de second opinion arts af te wachten. Een later consult wordt uitgesteld, in afwachting van de bevindingen van de second opinion. Daarna heeft er geen contact meer plaatsgevonden.

4. De klacht en de reactie van de orthopedisch chirurg
4.1 Klaagster heeft uitgebreid uiteengezet wat zij de orthopedisch chirurg verwijt. Het college vat dit samen tot de volgende klachtonderdelen. a) De orthopedisch chirurg heeft een verkeerde behandelkeuze gemaakt door deze operatie uit te voeren. Er was daarbij geen sprake van gezamenlijke besluitvorming en informed consent. b) De orthopedisch chirurg heeft de operatie onzorgvuldig uitgevoerd en onvoldoende nazorg geboden. c) De dossiervoering voldoet niet aan de eisen. d) Er was sprake van slechte en onduidelijke communicatie en de orthopedisch chirurg heeft geen verantwoording afgelegd en zich onvoldoende toetsbaar opgesteld.

4.2 De orthopedisch chirurg realiseert zich dat klaagster dagelijks pijn en hinder aan haar enkel ondervindt, beperkt is in haar mobiliteit en een verslechterde kwaliteit van leven ervaart doordat het resultaat van de behandelingen is tegengevallen. Zij vindt echter dat zij heeft gehandeld conform de professionele standaard en zij heeft het college daarom verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.


5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de orthopedisch chirurg de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende orthopedisch chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden. Hierbij geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.

Klachtonderdeel a) behandelkeuze, besluitvorming en informed consent

5.2 Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij heeft gekozen voor het uitvoeren van een operatie. Zij stelt dat de arts die een second opinion heeft uitgevoerd haar twijfel over de juistheid van deze keuze heeft uitgesproken. Klaagster vindt bovendien dat de orthopedisch chirurg bij de behandelkeuze onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van klaagster en met klaagster de verschillende behandelopties had moeten bespreken en samen met haar tot een beslissing had moeten komen. Volgens klaagster heeft de orthopedisch chirurg onvoldoende informatie gegeven over de operatie die zou worden uitgevoerd en de risico’s ervan, zodat geen sprake is van informed consent.

5.3 De orthopedisch chirurg kan zich niet vinden in deze verwijten. Zij voert aan dat de voorgestelde operatie een gangbare aanpak is die past bij de specifieke klachten van klaagster. Goede alternatieven waren er eigenlijk niet, afgezien van de eerdere conservatieve behandeling die onvoldoende opleverde. Voorafgaand aan de beslissing om te opereren hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden, waarbij onder andere is gesproken over de persoonlijke omstandigheden van klaagster en de daarmee samenhangende zorg en hulp die nodig zou zijn na de operatie. Ook voorzienbare risico’s en complicaties zijn besproken, waaronder de mogelijke noodzaak van een hersteloperatie, zij het dat dat in een ander verband was dan uiteindelijk aan de orde is geweest. Klaagster heeft ook overleg gehad met haar eigen revalidatiearts en pas na meerdere gesprekken is in gezamenlijk overleg gekozen om te gaan opereren.

5.4 Het college merkt op dat de geplande ingreep door complicaties tijdens de operatie uiteindelijk niet (volledig) kon worden uitgevoerd. Omdat dit klachtonderdeel gaat over de fase voorafgaand aan de operatie, beoordeelt het college op dit punt de voorgenomen ingreep en niet de ingreep die uiteindelijk is uitgevoerd. Het college acht de verwijten uit dit klachtonderdeel ongegrond. Voor de triple artrodese-operatie met achillespeesverlenging die zou worden uitgevoerd, bestond een goede indicatie. Klaagster had namelijk pijnklachten aan haar voet en enkel en er was sprake van instabiliteit van de enkel en een dwangstand van de voet: de enkel was naar binnen gedraaid en de voet naar beneden en naar binnen, waardoor klaagster op de voorkant en zijkant van haar voet stond. Er was sprake van slijtage van het enkelgewricht. Aangezien de conservatieve behandeling met orthopedische schoenen en botox onvoldoende zorgde voor een correctie van de stand van de voet, was een triple artrodese een goede vervolgstap. Bij die operatie worden de botten namelijk in een stand vastgezet, ter verbetering van de stabiliteit en de scheefstand. Het college merkt nog op dat uit de brief van de arts die de second opinion heeft uitgevoerd, niet blijkt dat deze arts twijfelde over de juistheid van de gekozen behandeling.

5.5 Het college stelt verder vast dat de gang van zaken voorafgaand aan de operatie, zoals deze volgt uit het medisch dossier en door de orthopedisch chirurg is toegelicht, zorgvuldig is te noemen. Uit de notities van de orthopedisch chirurg in het dossier van 30 november 2020 en 12 januari 2021, die op zich niet door klaagster zijn weersproken, blijkt dat klaagster door haar behandelend revalidatiearts is doorverwezen met een vraag naar operatieve opties. Er staat dat tijdens het eerste en tweede consult is gesproken over de persoonlijke omstandigheden van klaagster in relatie tot de mogelijk uit te voeren operatie (‘zorgen over hoe het na de operatie moet, is alleen, zorg voor hond?’ en ‘wil graag operatie maar maakt zich zorgen hoe de eerste 6 wkn door te komen na de operatie, bij niet belasten. Tijdelijk verpleeghuis? Overleg patiente met bureau nazorg. Patiente advies overleg zorgverzekering over zorghotel’). Tijdens het eerste consult zijn daarnaast risico’s en mogelijke complicaties besproken (‘infectie, wondgenezing, neuroom, DVT, pseudartrose’). Verder is tijdens het eerste consult nog geen beslissing genomen over de operatie. Er werd daarentegen een tweede consult ingepland en afgesproken werd dat klaagster zou overleggen met haar verwijzend revalidatiearts. Pas tijdens dat tweede consult werd de beslissing genomen om te gaan opereren. Uit deze gang van zaken blijkt onvoldoende grond voor de verwijten van klaagster.

5.6 Klaagster schrijft dat de orthopedisch chirurg tijdens het eerste consult heeft gezegd dat klaagster in een rolstoel zou komen als zij niet geopereerd zou worden. Hierdoor was zij erg geschrokken en angstig geraakt, wat haar beoordelingsvermogen heeft aangetast. De orthopedisch chirurg heeft weersproken dat zij klaagster onder druk heeft gezet. Zij heeft niet gesproken over een rolstoel, maar wel dat de loopfunctie in de toekomst achteruit zou kunnen gaan. Nu partijen hierover van mening verschillen, kan het college niet vaststellen wat er precies is gezegd. Los van de exacte bewoordingen is het echter terecht dat de orthopedisch chirurg heeft benoemd dat er zonder een operatie een risico bestond op verdere achteruitgang. Uit de hierboven beschreven gang van zaken blijkt, zoals al geoordeeld, dat de orthopedisch chirurg de tijd heeft genomen en klaagster de ruimte heeft gegeven om met haar revalidatiearts te overleggen, voordat werd besloten tot een operatie. Het verwijt dat de orthopedisch chirurg door beïnvloeding het beoordelingsvermogen van klaagster heeft aangetast, acht het college dan ook niet terecht.

5.7 Het eerste klachtonderdeel is ongegrond.

Klachtonderdeel b) onzorgvuldige uitvoering van de operatie en onvoldoende nazorg
5.8 De operatie van klaagster was gepland op 15 juli 2021. De avond ervoor werd zij gebeld dat de operatie waarschijnlijk niet door kon gaan. In de ochtend van 15 juli 2021 werd klaagster gebeld of zij toch onmiddellijk naar het ziekenhuis kon komen, zodat zij die middag geopereerd kon worden. Klaagster heeft het gevoel dat haar operatie er voor de vakantie van de orthopedisch chirurg nog tussen gepropt is. De operatie zelf is volgens haar evident mislukt omdat het anker onterecht dan wel onjuist is geplaatst. Klaagster heeft hierdoor veel fysieke, maar ook emotionele en sociale schade opgelopen. Verder vindt zij de nazorg niet goed. Er was geen afspraak bij de orthopedisch chirurg voor een controle na de operatie en er is pas laat geconstateerd dat het anker onjuist is geplaatst. De orthopedisch chirurg heeft geen actie ondernomen op het verkeerd geplaatste gips na de hersteloperatie. Klaagster heeft zelf moeten vragen om een brace voor ’s nachts en de verwijzing voor de nachtbrace was eerst verkeerd.

5.9 De orthopedisch chirurg heeft de verwijten weersproken. De geplande operatie kon aanvankelijk niet doorgaan in verband met een spoedoperatie, en kon uiteindelijk toch doorgaan omdat een andere patiënt uitviel. Zij realiseert zich dat deze operatieplanning voor klaagster belastend is geweest, maar het is niet zo dat de operatie van klaagster ertussen is gepropt voor de vakantie van de orthopedisch chirurg. Tijdens het eerste deel van de operatie werd de achillespees verlengd en dat verliep zoals gepland. Bij het vastzetten van het eerste spronggewricht trad echter een bloeding op waardoor de operatie niet kon worden voortgezet zoals was gepland. Deze bloeding kon niet worden gestopt door het opnieuw aanleggen van de bloedleegte. De orthopedisch chirurg heeft toen de inschatting gemaakt dat klaagster, als alternatief, baat zou hebben bij het strak zetten van de enkelbanden door middel van een anker in het kuitbeen. Tijdens de operatie is gewerkt onder doorlichting en na de operatie is de locatie van de schroeven en het anker door middel van een röntgenfoto gecontroleerd. Het klopt dus niet dat de schroeven en het anker onjuist geplaatst zijn. Het anker is helaas wel op enig moment verschoven, maar op dat moment werd de enkel niet belast en dat heeft dan ook niet tot schade kunnen leiden. Na de operatie is de orthopedisch chirurg langs klaagster gelopen en heeft zij uitgelegd wat er niet en wel gedaan was. Daarbij heeft zij gemeld dat de enkelbanden zijn strak gezet, maar het kan zijn dat zij niet expliciet genoemd heeft dat daarbij een anker is gebruikt. Na de operatie waren wel controles gepland en die hebben ook plaatsgevonden, alleen niet bij de orthopedisch chirurg zelf maar bij collega’s, wat in een academisch ziekenhuis niet ongebruikelijk is. Zodra bleek van de verschuiving van het anker, heeft klaagster meteen gehandeld en besloten dat een heroperatie nodig was. Ook daarna heeft de orthopedisch chirurg zich steeds ingespannen.

5.10 Het college stelt voorop dat het heel spijtig is dat de operatie zoals die was gepland door bloedverlies tijdens de operatie niet volledig kon worden uitgevoerd. Er zijn echter geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de orthopedisch chirurg hiervan een verwijt kan worden gemaakt. Haar inschatting dat het niet verantwoord was om door te gaan met de geplande ingreep vanwege het slechte zicht door het bloedverlies en de overweging om in plaats daarvan te kiezen voor het strak zetten van de enkelbanden, kan het college volgen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft klaagster bevestigd dat de orthopedisch chirurg na de operatie aan haar heeft uitgelegd wat er was gebeurd, dat zij door het bloedverlies de triple artrodese niet kon afmaken en dat zij de enkelbanden heeft strak gezet. Het college overweegt dat verschillend kan worden gedacht over de vraag of hierbij aan klaagster had moeten worden verteld dat bij het strak zetten van de enkelbanden een anker is gebruikt. Gelet op het feit dat hierover in de beroepsgroep geen duidelijke norm bestaat en met name het feit dat klaagster voorafgaand aan de operatie al wel was verteld dat schroeven zouden worden aangebracht, acht het college het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat tijdens dat gesprek niet expliciet is gezegd dat een anker als schroefmateriaal is aangebracht.

5.11 Het college moet vervolgens de vraag beantwoorden of het verwijt dat het anker onjuist is geplaatst terecht is. Daarbij overweegt het allereerst dat op basis van de röntgenopnames niet met zekerheid is vast te stellen of het anker wel of niet te diep zat aangezien het gaat om tweedimensionale opnames van een driedimensionaal gewricht. De orthopedisch chirurg heeft toegelicht dat tijdens de operatie een en ander onder doorlichting is geplaatst, maar helaas zijn daar geen opnamen van gemaakt zodat het college deze niet kan beoordelen. Het college kan evenmin goed vaststellen of het anker daadwerkelijk is verschoven, er is namelijk geen evident verschil te zien tussen de eerste en de tweede röntgenopname. Het college kan wel goed volgen dat er op basis van de klachten en de röntgenopname twijfel is ontstaan of het anker juist zat en dat de orthopedisch chirurg vervolgens heeft besloten tot verwijdering van het anker door middel van een heroperatie. Ook de timing van die heroperatie acht het college juist: tot na de tweede röntgenopname bestond er geen duidelijke indicatie voor omdat de enkel in het gips zat en niet werd belast. Bovendien is het verstandig om een net geopereerde wond niet te openen, tenzij dat strikt noodzakelijk is. Van een dergelijke noodzaak was geen sprake.

5.12 Ten aanzien van de nazorg stelt het college vast dat op de gebruikelijke termijnen na de operatie controles zijn ingepland. Het college acht het niet verwijtbaar dat dit deels bij collega’s van de orthopedisch chirurg is geweest. Het college ziet voor het overige ook geen aanknopingspunten dat de nazorg door de orthopedisch chirurg onvoldoende is geweest. Specifiek over het feit dat klaagster zelf heeft geopperd dat zij een brace nodig had, overweegt het college dat het juist de bedoeling is dat een arts met een patiënt bespreekt waar behoefte aan is. Gebleken is dat de orthopedisch chirurg klaagster ook op dit punt serieus heeft genomen.

5.13 Gelet op het bovenstaande is ook het tweede klachtonderdeel ongegrond.

Klachtonderdeel c) de dossiervoering

5.14 Het belangrijkste verwijt dat klaagster over de dossiervoering aan de orthopedisch chirurg maakt, is dat in het dossier niet is vermeld dat de geplande operatie op 15 juli 2021 niet volledig is uitgevoerd. Het gevolg is dat de revalidatiearts hier niet van op de hoogte was en hij er bij zijn behandelingen geen rekening mee heeft kunnen houden.


5.15 De orthopedisch chirurg voert aan dat zij in het operatieverslag duidelijk heeft vermeld dat en waarom een andere operatie is uitgevoerd dan gepland. In de ontslagbrief aan de huisarts en de revalidatiearts is wel vermeld welke operatie uiteindelijk is uitgevoerd, maar daarbij is niet expliciet vermeld dat dit anders was dan de bedoeling was. Deze brieven zijn echter niet door haarzelf opgesteld.

5.16 Het college stelt vast dat in het operatieverslag van 15 juli 2021 inderdaad is vermeld dat de geplande procedure door het bloedverlies lastig was om uit te voeren en dat daarom is gekozen voor het aanpassen van de geplande operatie. Die informatie ontbreekt in de ontslagbrief die is geschreven op 20 juli 2021. Daarin staat wel welke procedure uiteindelijk is uitgevoerd en de brief is dus in zoverre juist, maar er is ook vermeld dat de operatie en opname ongecompliceerd verliepen. Het was beter geweest als expliciet was vermeld dat vanwege bloedverlies tijdens de operatie uiteindelijk is gekozen voor een andere ingreep dan was gepland, zodat de opvolgende behandelaren hier rekening mee konden houden. De ontslagbrief is echter niet opgesteld door de orthopedisch chirurg zelf, zodat haar daarvan geen verwijt kan worden gemaakt. Zij heeft toegelicht dat zij op dat moment op vakantie was, dat zij de zorg voor klaagster aan collega’s had overgedragen en dat tijdens een teamoverleg na de operatie uitgebreid is besproken dat de operatie anders was verlopen dan was gepland. Het college komt tot het oordeel dat het operatieverslag duidelijk is en dat uit de toelichting van de orthopedisch chirurg blijkt dat ook een deugdelijke overdracht aan haar collega’s heeft plaatsgevonden.

5.17 De overige verwijten die klaagster in dit klachtonderdeel maakt, acht het college van ondergeschikt belang en leiden niet tot het oordeel dat de orthopedisch chirurg niet heeft voldaan aan haar verplichting om een deugdelijk dossier bij te houden. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.

Klachtonderdeel d) communicatie
5.18 Onder dit klachtonderdeel benoemt klaagster dat zij de communicatie regelmatig onduidelijk vond. Zo was er bij beide operaties onduidelijkheid over het doorgaan ervan en werd klaagster regelmatig niet door de orthopedisch chirurg zelf maar door een collega gebeld. Klaagster vindt verder dat de orthopedisch chirurg zich niet toetsbaar heeft opgesteld door onvoldoende duidelijkheid te geven over wat er precies was misgegaan en dat zij te veel een afwachtende houding heeft aangenomen.

5.19 De orthopedisch chirurg erkent dat het voor klaagster heel vervelend is dat bij beide operaties er onduidelijkheid was of de operatie op de geplande dag kon doorgaan. In beide gevallen had dit te maken met spoedgevallen, hetgeen onvermijdbaar is. Het klopt verder dat klaagster meermaals niet door de orthopedisch chirurg zelf maar door de dienstdoende arts in opleiding tot specialist of het polisecretariaat is gebeld. Dit is wel steeds in overleg met haar gebeurd. Achteraf gezien had zij liever zelf gebeld, al was op dat moment voor haar niet duidelijk dat klaagster hier niet tevreden over was. De orthopedisch chirurg bestrijdt dat zij zich niet toetsbaar heeft opgesteld. Zij heeft bijvoorbeeld alle medewerking verleend aan een second opinion, en was graag met klaagster in gesprek gegaan over haar onvrede. Zij was daarvan totdat de tuchtklacht werd ingediend echter niet op de hoogte.

5.20 Het college overweegt dat klachten over communicatie soms lastig te beoordelen zijn omdat het bij de gesprekken niet aanwezig is geweest en daarom de feiten niet kan vaststellen. Het college heeft er begrip voor dat de operaties voor klaagster veel impact hebben gehad en dat het voor haar belastend is geweest dat daarover onduidelijkheid en onzekerheid is ontstaan. Dat is alleen een gevolg van helaas onvermijdelijke verstoringen van de planning, wat niet aan de orthopedisch chirurg verweten kan worden. Het college acht het evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de orthopedisch chirurg niet elke keer persoonlijk met klaagster heeft gebeld. Dat de uitkomst van de behandelingen teleurstellend was, is tussen partijen wel besproken, maar het is jammer dat zij niet eerder dan tijdens deze tuchtprocedure in gesprek zijn geraakt over de verwijten die klaagster de orthopedisch chirurg maakt. Ook op dat punt is het college echter niet van oordeel dat de orthopedisch chirurg het gesprek uit de weg is gegaan of onvoldoende open is geweest, zij kwam pas door de tuchtklacht op de hoogte van de onvrede bij klaagster. Tijdens de tuchtklachtprocedure heeft de orthopedisch chirurg zich naar het oordeel van het college toetsbaar opgesteld.

5.21 Het college komt tot het oordeel dat ook het laatste klachtonderdeel ongegrond is.

Slotsom
5.22 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn.

6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht ongegrond.


Deze beslissing is gegeven door M.M. van ‘t Nedereind, voorzitter, J.C.J. Dute, lid-jurist, T.S. Oei, H.W.J. Koot, H.W.B. Schreuder, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door R. van der Vaart, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025.