Zoekresultaten 351-400 van de 21578 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:37 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-674/AL/OV
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:37
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, verweerster heeft de wederpartij van klager niet bijgestaan. Het toevoegen van e mails van klager aan het dossier voor de opvolgend advocaat is niet klachtwaardig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:21 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-846/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:21
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de (voormalig) eigen advocaat over optreden in een eerdere tuchtklachtzaak van klager tegen verweerder gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk gelet op de vervaltermijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:15 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-278/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:15
Raadsbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil met een verhuurder. Niet gebleken is dat verweerster klager verkeerd heeft geadviseerd, dat zij tekort is geschoten in haar werk en/of afspraken niet is nagekomen. De raad acht het niet onbegrijpelijk dat verweerster haar werkzaamheden voor klaagster heeft stopgezet. Zij heeft dat op zorgvuldige wijze gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:38 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-032/AL/ZWB/W
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:38
De wrakingskamer verklaart een verzoek tot wraking kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:22 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-849/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:22
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij (de Staat) in een geschil over het verhaal van een reeds vastgesteld ontnemingsbedrag kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:16 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-365/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:16
Raadsbeslissing. Verweerder heeft klaagsters dossier via een juridisch adviesbureau doorverwezen gekregen. Hij heeft vervolgens, ook na e-mail en telefoontjes van klaagster, niet gereageerd. Hiervan kan hem een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel omdat verweerder in de betreffende periode arbeidsongeschikt was, naar klaagster nooit de indruk heeft gewekt dat hij haar zaak in behandeling heeft genomen en verweerder al tweemaal eerder onherroepelijk geschrapt is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:23 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-882/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij (de Staat) in een geschil over het verhaal van een reeds vastgesteld ontnemingsbedrag kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:17 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-449/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:17
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure gegrond. Verweerder heeft bij de belangenbehartiging in een familierechtelijke procedure onvoldoende gewaakt voor het voorkomen van polarisatie. Zo heeft verweerder ernstige, weinig tot niet onderbouwde, beschuldigingen gedaan aan het adres van klager en heeft hij een onvoldoende actieve houding aangenomen waardoor opnieuw spanning en frustratie is ontstaan bij de ex-partners. Verweerder heeft vervolgens een wrakingsverzoek gedaan waarvan het hem op voorhand duidelijk had moeten zijn dat dit te laat was ingediend. Daarmee heeft hij ondoelmatig gehandeld jegens de wederpartij, maar ook richting de rechtbank. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-906/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:33
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een arbeidszaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-919/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:34
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-575/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:35
Raadsbeslissing. Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Niet vastleggen van advies met daarin plan van aanpak, opties en gevolgen daarvan is klachtwaardig. Klaagsters mogen van hun advocaat verwachten dat een advies over een kwestie met een dermate grote impact op het voortbestaan van de onderneming, schriftelijk wordt vastgelegd. Ook bij de homologatie van het akkoord heeft verweerster haar advies aan klaagsters over de te volgen koers en de mogelijke risico’s daarvan, onvoldoende schriftelijk vastgelegd. Kernwaarde deskundigheid. Klacht over gebrek aan informeren cliënte is gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:30 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-897/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:30
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat in een strafzaak en een familiezaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:31 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-898/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de (kwaliteit van) dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-899/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:32
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingskwestie kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:20 Hof van Discipline 's Gravenhage 240270
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:20
Hoger beroep tegen 60ab-schorsing. De schorsing is inmiddels van rechtswege vervallen doordat de op het onderliggende dekenbezwaar gegeven beslissing van de raad in kracht van gewijsde is gegaan. Desondanks heeft verweerder belang bij een toetsing van de opgelegde schorsing. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:22 Raad van Discipline Amsterdam 24-523/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:22
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:16 Raad van Discipline Amsterdam 24-669/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:16
Klacht tegen eigen advocaat. Klacht gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft zijn declaraties verrekend met voor klager ontvangen derdengelden. Volgens verweerder heeft klager (mondeling) ingestemd met de verrekening tijdens een telefoongesprek, maar klager betwist dit. De raad oordeelt dat verweerder de instemming van klager schriftelijk had moeten vastleggen of bevestigen, om discussie achteraf te vermijden. Dit lag op de weg van verweerder als advocaat. Door dit na te laten, heeft verweerder de onduidelijkheden die nu zijn ontstaan, niet voorkomen en kan niet worden vastgesteld dat klager akkoord is gegaan met de verrekening. Daarmee is verweerder tekortgeschoten en dat kan hem tuchtrechtelijk worden aangerekend. Bovendien had verweerder beter schriftelijk moeten communiceren met klager over zijn declaraties. Volgens verweerder heeft hij klager mondeling steeds op de hoogte gehouden van zijn verrichte werkzaamheden en de bijbehorende declaraties, maar klager betwist dit en verweerder heeft nagelaten een schriftelijke verantwoording bij te houden. Dat had wel van verweerder mogen worden verwacht en door dit niet te doen heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:21 Hof van Discipline 's Gravenhage 230264 230265 230266
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:21
Wederzijdse klachten over advocaat wederpartij. Het gaat om het handelen van twee advocaten die zowel een vennootschap als de directeur-grootaandeelhouder bijstaan - hen wordt een belangenconflict verweten - tegenover het handelen van de advocaat van de minderheidsaandeelhouder die deze advocaten namens zijn cliënte persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld en de cliënte rechtstreeks had aangeschreven. Anders dan de raad overweegt het hof dat de minderheidsaandeelhouder wel degelijk kan klagen over een mogelijk belangenconflict van de advocaat wederpartij, maar de klacht is ongegrond. In zijn algemeenheid mag een advocaat wel de vennootschap en directeur-grootaandeelhouder bijstaan en in deze zaak is onvoldoende concreet gemaakt en onderbouwd dat sprake is van een belangenconflict waar klaagster door is benadeeld. De klacht dat de advocaat van de minderheidsaandeelhouder de andere advocaten persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld is door de raad terecht gegrond verklaard. Er moet een redelijke grond en concrete aanknopingspunten aanwezig zijn voor de stelling dat een advocaat onrechtmatig handelt in zijn rechtsbijstand voordat een zwaar middel als een persoonlijke aansprakelijkstelling gebruikt mag worden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:23 Raad van Discipline Amsterdam 24-564/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:23
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:15 Hof van Discipline 's Gravenhage 240197
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:15
Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft klaagster onvoldoende geïnformeerd over de processtrategie en over de gevolgen van een eisvermeerdering in hoger beroep voor een mogelijke proceskostenveroordeling. Ook heeft verweerster het budget, dat de rechtsbijstandsverzekeraar van klaagster ter beschikking had gesteld, onvoldoende bewaakt. De raad heeft de klacht op deze punten gegrond geoordeeld met oplegging van een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken. Het hof bekrachtigt de beslissing inhoudelijk, maar matigt de maatregel tot een schorsing van 13 weken waarvan 9 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:17 Raad van Discipline Amsterdam 24-742/A/DH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:17
Klacht tegen eigen advocaat. Onder de verantwoordelijkheid van verweerder is door de secretariële ondersteuning een fout gemaakt bij het invoeren van de gegevens van klaagster in het systeem, waardoor de afgegeven toevoeging niet aan het adres van klaagster is gestuurd, maar aan het adres van haar wederpartij. Nu het een eenmalige omissie van administratieve aard betreft, die verweerder bovendien direct nadat deze bekend was geworden heeft rechtgezet en waarvoor hij zijn excuses heeft aangeboden aan klaagster, voert het te ver om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:24 Raad van Discipline Amsterdam 24-504/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:24
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerster heeft binnen de aan haar toekomende vrijheid gehandeld door een kortgedingprocedure te starten over de vakantieregeling. Het was op dat moment nog onzeker of het gerechtshof tijdig uitspraak zou doen. Nadat het gerechtshof bij vervroeging toch arrest heeft gewezen, is het kort geding ingetrokken. Niet gebleken dat verweerster ondoelmatig handelde. Daarnaast heeft verweerster voldoende actief en voortvarend gehandeld nadat zij verzoeken van klagers advocaat ontving over de verblijfplaats van haar cliënt en de zoon. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:16 Hof van Discipline 's Gravenhage 240171
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:16
Klagers zijn de ex-schoonouders van de cliënt van verweerder. De cliënt van verweerder heeft met de dochter van klagers op het erf van klagers gewoond in een verbouwde schuur. Na de echtscheiding maakte de cliënt van verweerder aanspraak op vergoeding van de door hem in de (verbouwing van de) woning gestoken gelden. In een brief van 31 mei 2023 heeft verweerder onder meer aan klagers laten weten dat indien zij van mening zijn dat zij geen vergoeding hoeven te voldoen aan de cliënt van verweerder omdat van een legale woonsituatie geen sprake is, cliënt een verzoek zal indienen bij de gemeente om na te gaan of wel of geen sprake is van een legale woonsituatie. Klagers verwijten verweerder dat hij zich met de inhoud van zijn brief schuldig heeft gemaakt aan chantage. De raad is van oordeel dat verweerder met deze brief de grenzen van de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet heeft overschreden. Er is volgens de raad geen sprake van chantage. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat, indien hij daadwerkelijk een verzoek tot beoordeling van de woonsituatie bij de gemeente zou indienen, klagers onevenredig zouden worden benadeeld terwijl met indiening van een dergelijk verzoek ook geen redelijk doel zou worden gediend. De raad heeft geoordeeld dat de tuchtrechter over mogelijk toekomstig optreden geen tuchtrechtelijk oordeel kan geven en heeft klagers in dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat geen sprake is van chantage, maar oordeelt wel dat de woordkeuze van verweerder ongelukkig is geweest en grenst aan het ontoelaatbare.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:29 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-544/AL/GLD
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:29
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken van excessieve declaraties. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Verweerder heeft klaagster geïnformeerd over een overschrijding van de eerder door hem ingeschatte urenbesteding. Niet gebleken dat declaraties zodanig onduidelijk zijn ingericht dat klaagster niet kon vaststellen welke bedragen bij haar in rekening worden gebracht. Geen tuchtrechtelijk verwijt ten aanzien overdracht dossier. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:18 Raad van Discipline Amsterdam 24-502/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:18
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:25 Raad van Discipline Amsterdam 24-757/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:25
Raadsbeslissing. Verweerder heeft nagelaten het hoger beroep in te schrijven in het rechtsmiddelenregister. Dat moest hij volgens artikel 3:28 en 3:29 BW wel doen. Verweerder heeft erkend dat hij onvoldoende oog had voor die artikelen. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:17 Hof van Discipline 's Gravenhage 250025
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 23-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:17
De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:19 Raad van Discipline Amsterdam 24-503/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:19
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:26 Raad van Discipline Amsterdam 24-495/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:26
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:18 Hof van Discipline 's Gravenhage 240376
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 23-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:18
De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-967/DB/OB
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van voorzitter van een College van Beroep voor de Examens. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad door niet te reageren op klagers e-mail en niet mee te werken aan zijn verzoeken. Dekenonderzoek is niet gefrustreerd. Verweerder mag zelf bepalen door wie hij zich laat bijstaan in een tuchtklacht. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:20 Raad van Discipline Amsterdam 24-526/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:20
Geen verwijzing naar andere Raad van Discipline. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:19 Hof van Discipline 's Gravenhage 240162
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:19
Bekrachtiging gegrond verklaarde klacht van advocaat tegen advocaat wederpartij, die de cliënt van klaagster had benaderd en klaagster had beschuldigd van liegen. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:21 Raad van Discipline Amsterdam 24-614/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:21
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:14 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:14
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond nu niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:15 Raad van Discipline Amsterdam 24-929/A/A 24-930/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:15
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:21 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-944/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:21
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bindend adviseur in een geschil tussen klagers en de rechtsbijstandsverzekeraar. Verweerder heeft zijn onafhankelijke rol zo mogen uitleggen dat hij het niet passend achtte om klagers uitleg te geven over zijn tussenbeslissing. Evenmin was verweerder ertoe gehouden om in te gaan op de opmerkingen die klagers hadden op de tussenbeslissing. In zijn beslissingen is verweerder gegaan op de punten die klagers naar voren hebben gebracht. Verweerder is vervolgens tot andere conclusies gekomen dan klagers. Daarmee is het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:22 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-943/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:22
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerster de in de beschikking van 2 april 2024 aan de man opgelegde verplichting, om binnen zes weken aan te tonen dat hij de overname van de woning kan financieren, niet is nagekomen, althans heeft haar cliënt niet heeft aangespoord om deze verplichting na te komen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-517/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:27
Klacht van een advocaat over een andere advocaat. De raad verklaart de klacht wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-465/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:28
Klacht van een advocaat. De raad heeft één klachtonderdeel gegrond verklaard. De raad heeft hierover overwogen dat verweerster in strijd met gedragsregel 21 heeft gehandeld omdat zij tweemaal een bericht aan de rechtbank heeft gestuurd, zonder een afschrift van die berichten gelijktijdig aan klager (de advocaat van de wederpartij) te sturen. Hoewel de raad hierover heeft geoordeeld dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is, is bij de beoordeling van de ernst van dit handelen ook van belang dat verweerster zeer kort na het versturen van deze berichten klager alsnog een afschrift van deze berichten heeft gestuurd. Verder is van belang dat verweerster dit handelen heeft erkend. Gelet op alle feiten en omstandigheden ziet de raad aanleiding om te volstaan met een gegrondverklaring, zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-863/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:24 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-885/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:24
Voorzittersbeslissing. Klager - een advocaat- beklaagt zich over de wijze van klachtbehandeling door de toenmalige deken. Naar het oordeel heeft verweerder met zijn handelen als deken niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Naast de interne klachtenregeling en de procedure bij de Geschillencommissie Advocatuur kan ook een tuchtprocedure lopen. Verweerder was gebonden aan en beperkt door zijn wettelijke taak. Verweerder heeft zijn keuzes helder toegelicht. De daarbij door hem gebruikte bewoordingen richting klager worden niet als escalerend gekwalificeerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:25 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-886/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:25
voorzittersbeslissing. Klaagster - advocaat - beklaagt zich over de wijze van klachtonderzoek door een deken. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder met zijn optreden niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad. De door een deken ingenomen dekenvisie kan door de tuchtrechter terzijde worden geschoven. De tuchtrechter toetst zelfstandig. De tuchtprocedure kan naast een interne klachtbehandeling en procedure bij de Geschillencommissie Advocatuur lopen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:26 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-460/AL/OV
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:26
Klacht over eigen advocaat. De raad heeft vastgesteld dat verweerder heeft nagelaten om een arrest van het gerechtshof aan klaagster, zijn cliënte te sturen. Door dat nalaten is klaagster pas op het moment van de betekening door de deurwaarder op de hoogte gekomen van dat arrest, waarbij een in het voordeel van klaagster gewezen vonnis van de kantonrechter is vernietigd en klaagster is veroordeeld tot betaling van een substantieel bedrag. De dagen na die betekening heeft klaagster geen contact met verweerder kunnen krijgen. Verweerder heeft hiermee op ernstige wijze gehandeld in strijd met artikel 46, zoals onder meer uitgewerkt in gedragsregel 16. Dat nalaten neem de raad hem kwalijk. In het nadeel van verweerder houdt de raad rekening met het tuchtrechtelijke verleden van verweerder; hij is al verschillende keren door de tuchtrechter veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 2 weken voorwaardelijk passend en geboden is. De raad ziet gelet op de mate waarin verweerder jegens klaagster is tekortgeschoten en de inhoud van het klachtdossier aanleiding om te bepalen dat verweerder een deel van het gedeclareerde bedrag aan klaagster terug dient te betalen. Daarom zal de raad aan de voorwaardelijke schorsing een bijzondere voorwaarde verbinden, namelijk dat verweerder aan klaagster een vergoeding van € 2.500,- zal betalen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:19 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-621/DB/OB/D
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:19
Dekenbezwaar. Het tuchtrechtelijk verwijt van de deken aan verweerster houdt in dat de kantoornaam die zij hanteert, “[voornaam en achternaam verweerster] Bedrijfsjuridisch Advies”, niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda. Anders dan de deken heeft betoogd, wekt de door verweerster gehanteerde kantoornaam naar het oordeel van de raad niet de suggestie dat men met een bedrijfsjurist van doen heeft. Uit de kantoornaam vloeit voort dat verweersters kantoor bedrijven van juridisch advies voorziet, een dienst die niet is voorbehouden aan bedrijfsjuristen, maar ook door advocaten wordt verleend. In zoverre is de kantoornaam naar het oordeel van de raad dan ook niet misleidend. Daarbij komt dat bij de beantwoording van de vraag of de advocaat in zijn optreden naar buiten een onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken geeft, de kantoornaam in samenhang moet worden bezien met – onder meer – de inhoud van de website van het advocatenkantoor. Ter zake de (gewijzigde) website heeft de deken desgevraagd verklaard dat deze naar zijn oordeel in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda. De raad is van oordeel dat uit de tekst op de (gewijzigde) website van verweersters kantoor voldoende duidelijk blijkt dat verweerster advocaat is en een advocatenpraktijk voert. De raad is kortom van oordeel dat verweerster door de kantoornaam “[voornaam en achternaam verweerster] Bedrijfsjuridisch Advies” te hanteren, geen onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken heeft gegeven. Van strijd met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda is naar het oordeel van de raad dan ook geen sprake. Dekenbezwaar ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:20 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-636/DB/GLD/W
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:20
Wraking. Naar het oordeel van de wrakingskamer heeft verzoeker onvoldoende geadstrueerd waarom de rechterlijke onpartijdigheid van de gewraakte tuchtrechter schade zou kunnen lijden doordat hij in de eerdere klachtzaak een voorzittersbeslissing heeft gegeven. De enkele omstandigheid dat de gewraakte tuchtrechter al heeft beslist in de eerdere klachtzaak acht de wrakingskamer, onvoldoende om, objectief gezien, de vrees voor partijdigheid te rechtvaardigen. De wrakingskamer ziet in de omstandigheid dat die eerder klachtzaak speelde tussen dezelfde partijen geen reden om te vrezen voor schade aan de rechterlijke onpartijdigheid van de gewraakte tuchtrechter. Dat aan de in de zaak 24-045/AL/GLD aan de orde zijnde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt als aan de in de eerdere klachtzaak aan de orde zijnde klacht, is door de gewraakte tuchtrechter uitdrukkelijk weersproken en blijkt naar het oordeel van de wrakingskamer niet uit de overgelegde stukken, noch uit hetgeen verzoeker ter zitting naar voren heeft gebracht. Het enkele feit dat verzoeker in het door hem in de zaak 24-045/AL/GLD ingediende verzetschrift kritische opmerkingen heeft gemaakt over de kwaliteit van de door de gewraakte tuchtrechter in de eerdere zaak gegeven voorzittersbeslissing, geeft naar het oordeel van de wrakingskamer in objectieve zin geen grond om te vrezen dat de tuchtrechter vooringenomen en/of partijdig is. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:17 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-581/DB/ZWB
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:17
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen ervan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-658/DB/LI
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij heeft verzuimd de zittingsdatum aan klagers door te geven en een afschrift van de definitieve dagvaarding aan hen toe te sturen. Deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:14 Hof van Discipline 's Gravenhage 230348
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:14
Hoger beroep van verweerder. In deze zaak ligt de vraag voor of een advocaat, die een werkgever als verdachte bijstaat, in diezelfde zaak ook de werknemers van die werkgever, die door de politie als getuigen worden opgeroepen, mag bijstaan of dat door de afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever/verdachte en werknemers/getuigen sprake is van tegenstrijdige belangen dan wel een situatie waarin voorzienbaar is dat het op een tegenstrijdig belang kan uitlopen. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerder onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zowel de verdachte-werkgever als de getuigen-werknemers bij te staan. Het hof vernietigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:10 Raad van Discipline Amsterdam 24-215/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:10
Raadsbeslissing. Belangenconflict. Geen sprake van een situatie waarop gedragsregel 15 van toepassing is. Van belangenverstrengeling als bedoeld in gedragsregel 15 kan alleen sprake zijn als klaagster op enig moment de cliënte van verweerster is geweest, maar dat is niet gebleken. Klacht is ongegrond.