ECLI:NL:TAHVD:2025:17 Hof van Discipline 's Gravenhage 250025

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2025:17
Datum uitspraak: 23-01-2025
Datum publicatie: 03-02-2025
Zaaknummer(s): 250025
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen: Verwijzing
Inhoudsindicatie: De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.

Beslissing van de voorzitter van
het Hof van Discipline

van 23 januari 2025
in de zaak 250025

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET VERZOEK

1.1 De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 6 januari 2025 van de deken van de Orde van Advocaten Rotterdam met bijgevoegd de klacht van 26 december 2024.

1.2 Klager heeft een klacht ingediend tegen verweerder. Verweerder heeft aan de voorzitter van het hof verzocht de klacht in behandeling te nemen.

2 DE BEOORDELING

2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet en artikel 12.1 van het procesreglement wordt een klacht tegen een deken in beginsel naar een deken van een andere orde verwezen. De voorzitter zal deze klacht echter niet verwijzen en licht dit als volgt toe.

2.2 De voorzitter wijst op de beslissing van 8 september 2023 ECLI:NL:TAHVD:2023:234. Deze beslissing betreft eveneens een klacht van klager. In die beslissing heeft het hof overwogen dat het klachten van klager tegen dekens niet meer in behandeling neemt. Redengevend is dat klager op lichtvaardige gronden, gebrekkig gemotiveerde en daarmee lastig te begrijpen klachten indient. Met een brief van 13 februari 2018 heeft het hof klager erop gewezen dat klachten gericht tegen dekens niet meer voor onderzoek verwezen zullen worden.


2.3 De onderhavige klacht is op het gebruikte webformulier als volgt geformuleerd:

“ Wat is uw klacht?

Samenspanning met Vastenland advocaten .eerste aanleg. Samenspannen met Dekenorde Midden Nederland m r (..). samenspannen met de griffier Rechtbank Rotterdam mr (..) smaad en laster over bewezen straf rechterlijk handelen beroepsgroep advocaten D.F. J eerste en tweede aanleg.”

De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.

2.4 Klager moet er rekening mee houden dat volgende, vergelijkbare klachten gericht tegen dekens of advocaat-medewerkers van de ordebureaus (bijvoorbeeld een stafjurist of een lid van de raad van de orde) niet in behandeling zullen worden genomen.

3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek tot verwijzing van de klacht tegen verweerder af.


Deze beslissing is genomen op 23 januari 2025 door mr. J.D. Streefkerk, plaatsvervangend voorzitter.


Plaatsvervangend voorzitter

De beslissing is verzonden op 23 januari 2025.