ECLI:NL:TADRAMS:2025:18 Raad van Discipline Amsterdam 24-502/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2025:18 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-01-2025 |
Datum publicatie: | 03-02-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-502/A/A |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 27 januari 2025
in de zaak 24-502/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 26 augustus 2024 op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 21 november 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 2 juli 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2281409/JS/YH
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 26 augustus 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter
van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze
beslissing is op 26 augustus 2024 verzonden aan partijen.
1.4 Op 23 september 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van
de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 25 september 2024 ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 december 2024. Daarbij
was klager aanwezig. Verweerder was zoals door hem aangekondigd niet aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen
het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd
en van het verzetschrift. De raad heeft ook kennisgenomen van de door klager nagezonden
stukken, ontvangen op 27 november 2024.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
Na het lezen van een interview met onder andere verweerder, is het klager duidelijk
dat verweerder overleg pleegt met de officier van justitie en hem/haar bij zijn afspraken
betrekt, zo ook in de zaak van klager. Verweerder heeft over de camerabeelden van
15 augustus 2022 eerst overleg gepleegd met de officier van justitie en waarover hij
wel en niet kan praten. Volgens klager heeft verweerder opdracht gekregen van de officier
van justitie om over bepaalde zaken geen rechtsmiddel in te dienen bij de cassatieschriftuur
en heeft hij bewust stukken en camerabeelden achtergehouden. De voorzitter had de
klacht gegrond moeten verklaren.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van
een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet
slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft
rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter
heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. De
argumenten die klager in het verzet aandraagt, zijn niet wezenlijk anders dan waar
de voorzitter in de beslissing een oordeel over heeft gegeven. Een herhaling van deze
argumenten kan niet tot een gegrondverklaring van de klacht in verzet leiden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. C.S. Schoorl, voorzitter, mrs. J.C. Ellerman en J.H. Stek, leden, bijgestaan door mr. K.J. Verschueren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 27 januari 2025