Zoekresultaten 751-800 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2421
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:2
Klacht tegen psychiater. Bij klager is eind 2012 de diagnose ASS (PDD-NOS) gesteld. De psychiater heeft klager in 2014 in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de diagnose ASS bevestigd en dat in een adviesgesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager twijfelt aan de diagnose en kan zich er niet in vinden dat de psychiater autisme als een stoornis bestempelt. Voor klager heeft de diagnose een negatieve invloed op zijn zelfbeeld, studie en privéleven. Hij vond de psychiater agressief en defensief op zijn gesprek. Klager verwijt de psychiater dat zij: a. ten tijde van de behandeling niet BIG-geregistreerd was, b. een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en hem schade heeft berokkend en c. hem onheus heeft bejegend door grievende uitspraken te doen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:3 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-326/DB/OB
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:3
Verzet. De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2461
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:3
Gedeeltelijk gegronde klacht van nabestaande tegen een arts. Waarschuwing. Klager klaagt namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie gegrond verklaard. De klacht ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:292 Hof van Discipline 's Gravenhage 240159
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:292
Klacht over advocaat wederpartij. Het hof stelt vast dat de raad een beslissing heeft gewezen terwijl zij geen acht hebben geslagen op stukken uit het procesdossier van de deken. Het hof verwijst de zaak terug naar de raad voor een inhoudelijke beoordeling.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:4 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-870/DB/LI
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:4
Raadbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 27 september 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Dat klager niet eerder heeft kunnen klagen is niet gebleken. Klager heeft zich immers (onder meer) bij brief van 27 december 2017 bij verweersters kantoor beklaagd, zodat vast staat dat klager in ieder geval reeds op die datum bekend was met hetgeen waarover hij in de onderhavige klachtzaak klaagt. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is kortom geen sprake. De raad verklaart de klacht op grond van het voorgaande niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2474
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:4
Klacht tegen een chirurg die als medisch adviseur is verbonden aan een rechtsbijstandverzekeraar. Klager heeft op een aanvraagformulier voor een rechtsbijstandsverzekering één vraag in strijd met de waarheid beantwoord. De rechtsbijstandverzekeraar wilde klager hierop weigeren. Klager heeft zich beroepen op zijn fysieke en psychologische toestand, waardoor er bij hem geen opzet was. De rechtsbijstandverzekeraar heeft hierop klager aangeboden de chirurg als medisch adviseur te laten onderzoeken of klager de vragen van het aanvraagformulier goed kon begrijpen. Klager verwijt de chirurg dat a) er geen inzage-, correctie- en blokkeringsrecht is gegeven over het uitgebrachte advies en b) het advies niet voldoet aan de eisen die het tuchtcollege stelt aan rapportages. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a) gegrond, legt de chirurg geen maatregel op en verklaart klachtonderdeel b) ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager in het beroep niet-ontvankelijk voor zover dit gaat over klachtonderdeel a) en het niet opleggen van een maatregel, en verwerpt het beroep voor zover dit gaat over klachtonderdeel b.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:293 Hof van Discipline 's Gravenhage 240136
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:293
klacht over eigen advocaat. Klaagster klaagt dat verweerder een factuur heeft gestuurd, terwijl zij hem geen opdracht heeft gegeven voor rechtsbijstand. Het verweer dat verweerder verder werkte onder de opdrachtbevestiging van zijn kantoorgenoot slaagt niet. Gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:3 Accountantskamer Zwolle 24/2414 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:3
Betrokkene was samenstellend accountant van een onderneming over het boekjaar 2022. In die hoedanigheid heeft hij foutherstel toegepast ten aanzien van de verwerking onderhandenprojecten in de vergelijkende cijfers van 2021. Klager, die zijn aandelen in deze onderneming had verkocht en die een garantieverklaring had afgegeven aan de koper, meent dat ten onrechte foutherstel is toegepast, onder meer omdat daarvoor onvoldoende onderbouwing aanwezig was. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft onvoldoende onderbouwd dat hij kritisch heeft gekeken naar de informatie die hij van het management had ontvangen. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid had hij extra werkzaamheden moeten verrichten alvorens tot foutherstel over te gaan.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7568
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:8
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij hem onder dwang aripiprazol toedient waarvan hij ernstige bijwerkingen, met name aan zijn gebit, ondervindt. Het college ziet geen aanleiding om te concluderen dat de verpleegkundige verwijtbaar heeft gehandeld. Het college kan de verpleegkundige volgen in haar motivering waarom zij, ondanks de bezwaren van klager, van mening is dat de medicatie – die op basis van een zorgmachtiging aan klager wordt verstrekt - aan klager moet blijven worden verstrekt. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7169
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:9
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht bestaat uit twee onderdelen; het verwijt dat de verpleegkundige tweemaal seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld tijdens zijn werkzaamheden bij een abortuskliniek en dat hij tijdens zijn werkzaamheden in de ambulancezorg en als burgerhulpverlener niet professioneel en onzorgvuldig heeft gehandeld. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. Het college is van oordeel dat aannemelijk is dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de verpleegkundige jegens twee patiënten. Het handelen van verweerder is onverenigbaar met het werk van de verpleegkundige, in het bijzonder ten opzichte van de kwetsbare patiënten die aan zijn zorg waren toevertrouwd. Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel constateert het college dat er sprake is van een patroon in het handelen van de verpleegkundige waarin hij herhaaldelijk de grenzen van het toelaatbare opzoekt en daar overheen gaat. De verpleegkundige ging niet alleen voorbij aan de protocollen, richtlijnen en kwaliteitskaders van de diverse organisaties waarvoor hij werkzaam is geweest, maar ook in meer algemene zin aan de veiligheid van patiënten en/of burgers door zijn eigenstandige werkwijze en zijn omgang met medische hulpmiddelen. Het college heeft zorgen over het gebrek aan reflecterend en lerend vermogen van de verpleegkundige en heeft niet de indruk dat de verpleegkundige zich voldoende realiseert welke impact zijn handelen heeft gehad dan wel had kunnen hebben op patiënten en burgers. Vanwege de aard van het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen en de wijze waarop de verpleegkundige dit handelen lijkt goed te praten, ook nog ter zitting is het college van oordeel dat met de maatregel van het verbod tot wederinschrijving (de verpleegkundige heeft zichzelf laten uitschrijven uit het BIG-register) het risico op herhaling onvoldoende is weggenomen. Het college legt daarom naast een verbod op wederinschrijving ook een algeheel beroepsverbod op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:1 Raad van Discipline Amsterdam 24-642/A/A
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:1
Raadsbeslissing; ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:2 Hof van Discipline 's Gravenhage 240115D
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:2
Verweerder is opgetreden als advocaat van een aangehouden verdachte in wiens woning een groot contant geldbedrag werd aangetroffen. Aan deze verdachte zijn bij diens inverzekeringstelling beperkingen opgelegd. Uit zogeheten Encrochat-berichten is gebleken dat derden, terwijl deze beperkingen nog golden, op de hoogte waren van de proceshouding van de verdachte tijdens diens verhoor en, bij benadering, van de hoogte van het inbeslaggenomen contante geldbedrag. Het oordeel van het hof in deze zaak gaat over de vraag of verweerder tijdens de opgelegde beperkingen die beperkingen geschonden heeft door derden informatie te verschaffen over diens proceshouding tijdens diens verhoor en de hoogte van het inbeslaggenomen geldbedrag.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:2 Raad van Discipline Amsterdam 24-750/A/A
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:2
Verzoek art. 8e Advocatenwet toegewezen. Verweerder oefent al meer dan een jaar niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. De raad schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:3 Raad van Discipline Amsterdam 24-699/A/A
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:3
Raadsbeslissing; gegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak. Verweerder heeft zonder hier voldoende onderzoek naar te hebben gedaan op stellige wijze beschuldigingen geuit over klager die niet alleen naar objectieve maatstaven als kwetsend kunnen worden ervaren, maar bovendien berusten op vermoedens en niet op actuele feiten. Verweerder heeft hiermee onvoldoende acht geslagen op gedragsregels 7 en 8 en daarnaast onvoldoende gewaakt voor onnodige polarisatie tussen klager en zijn ex-vrouw. Verweerder heeft daardoor de belangen van klager onnodig geschaad. Een waarschuwing is op zijn plaats.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:1 Accountantskamer Zwolle 24/2448 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:1
Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene is de kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing en een aanvullende hertoetsing uitgevoerd. Zowel bij de hertoetsing als bij de aanvullende hertoetsing is een aantal dossiers onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Accountantskamer kamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. In dit geval volstaat een berisping omdat de tekortkomingen zijn geconstateerd in twee vrijwillige controleopdrachten en het accountantskantoor naar aanleiding van de hertoetsing heeft besloten om deze opdrachten niet meer uit te voeren. Het kwaliteitssysteem ten aanzien van de beoordelings- en samenstellingsopdrachten is uiteindelijk bij de hertoetsingen wel voldoende bevonden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:4 Raad van Discipline Amsterdam 24-670/A/A
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:4
Raadsbeslissing; klacht gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft in een privégeschil, waarin hij naar eigen zeggen niet als advocaat optrad, gebruik gemaakt van het briefpapier van zijn kantoor. Hiermee heeft verweerder onduidelijkheid gecreëerd over de hoedanigheid waarin hij acteerde en door zijn statuur als advocaat te gebruiken bewust het risico genomen dat klaagster dat als intimiderend zou ervaren. Een waarschuwing met kostenveroordeling is passend en geboden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:2 Accountantskamer Zwolle 24/1996 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:2
Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één jaar opgelegd. Betrokkene is (mede)eigenaar en kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor met twee vestigingen. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De vier getoetste dossiers zijn onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De toetsers hebben veelal basale tekortkomingen geconstateerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7174
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:2
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. De klacht heeft betrekking op de behandeling van klaagsters moeder op een gesloten afdeling voor dementiepatiënten. Klaagster maakt de specialist ouderengeneeskunde meerdere verwijten over de behandeling van patiënte. Daarnaast klaagt zij erover dat zij buiten de zorg voor patiënte werd gehouden en dat de specialist ouderengeneeskunde weigerde met haar in gesprek te gaan na het overlijden van patiënte. De voorzitter verklaart klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht omdat volgens de voorzitter moet worden getwijfeld aan het uitgangspunt dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt. Voor het overige verklaart de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7175
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:3
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde in hoedanigheid van bestuurder. De klacht heeft betrekking op de behandeling van klaagsters moeder op een gesloten afdeling voor dementiepatiënten. Verweerster is bestuurder van de stichting waaronder ook de instelling valt waar patiënte verbleef. Na het overlijden van patiënte heeft klaagster een klacht ingediend bij de klachtenfunctionaris van de stichting. Naar aanleiding van deze klacht heeft verweerster, in haar hoedanigheid van bestuurder, bij brief van 12 december 2023 een reactie aan klaagster gestuurd. De klacht van klaagster heeft betrekking op deze brief. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6730
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 02-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:1
Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij zonder duidelijke diagnose krachtoefeningen heeft gegeven die bovendien niet helpend waren en dat hij verkeerde informatie in het dossier heeft opgenomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7070
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:8
Verwijt aan huisarts dat klager zijn medicatie niet heeft ontvangen en dat hij niet heeft gedaan waar klager om vroeg. Verzoek om herhaalrecepten. Niet duidelijk welke medicatie herhaald moest worden. Geen reden om aan verzoek te voldoen in verband met aanwezigheid voorraad bij apotheek. Misverstanden in communicatie. Bedoeling klager niet duidelijk. Huisarts heeft het verzoek van klager anders begrepen en kunnen begrijpen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:288 Hof van Discipline 's Gravenhage 240131
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:288
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich onnodig grievend uitgelaten tegen klager 3 die (ook) de gemachtigde van klagers 1 en 2 is. De klacht is in zoverre gegrond. Dat verweerder een onvolledig uittreksel uit het handelsregister heeft overgelegd acht het hof niet onbetamelijk. Dat het een onvolledig uittreksel was, was duidelijk en het gaat om openbare, voor ieder eenvoudig raadpleegbare informatie. Dit deel van de klacht acht het hof, anders dan de raad, ongegrond. Het hof matigt de door de raad opgelegde maatregel (berisping) tot een waarschuwing
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6868
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:9
Patiënt kwam met krampende pijnen op de borst, in de maagstreek en braakklachten naar de huisartsenpost. In verband met het overlijden van patiënt later in de nacht wordt huisarts op huisartsenpost verweten dat hij bij de behandeling van patiënt nalatig is geweest en patiënt naar het ziekenhuis had moeten doorverwijzen. NHG standaard ‘misselijkheid en braken’. Goede anamnese en behoorlijk lichamelijk onderzoek. De conclusies en gestelde werkdiagnose zijn aannemelijk en navolgbaar. Het ingezette beleid is aanvaardbaar. Geen alarmsignalen. Huisarts hoefde niet bedacht te zijn op een onderliggende, ernstige aandoening en op het ernstige en zeldzame beloop. Geen aanleiding om patiënt op dat moment naar het ziekenhuis te verwijzen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:289 Hof van Discipline 's Gravenhage 240288
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:289
Het hof bepaalt de ingangsdatum van een schorsing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:1 Hof van Discipline 's Gravenhage 240234
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 16-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:1
Beklag ex artikel 13 (beklag tegen beslissing deken om geen advocaat aan te wijzen). Klaagster heeft in deze zaak al een advocaat aangewezen gekregen en zij heeft daarin het vertrouwen in de aangewezen (en voor haar tweede) advocaat opgezegd. Het hof ziet onvoldoende grond voor het door klaagster opzeggen van het vertrouwen in haar aangewezen advocaat. Daarmee heeft klaagster niet voldaan aan een door de deken gestelde voorwaarde. Van de deken kan dan ook niet verlangd worden een tweede advocaat aan te wijzen in dezelfde kwestie. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5901
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4
Klager ondergaat een besnijdenis om cosmetische redenen. Klager verwijt de chirurg het opzettelijk fout uitvoeren van de operatie, grensoverschrijdend gedrag, liegen over eerdere prestaties en onvoldoende voorlichting. De chirurg ontkende de verwijten en betoogt dat de operatie juist is uitgevoerd.Het college oordeelt dat de klachtonderdelen over de uitvoering van de operatie, grensoverschrijdend gedrag en het liegen over eerdere prestaties ongegrond zijn. Wel heeft de chirurg klager vooraf onvoldoende geïnformeerd over de risico’s en gevolgen van de operatie. Er kon niet worden volstaan met het toesturen van een zeer algemeen opgestelde, summiere toestemmingsverklaring en een link naar een pdf met informatie over de nazorg. Vooral niet waar het - zoals hier - gaat om wensgeneeskunde (niet noodzakelijke ingrepen, zoals cosmetische ingrepen). Er is daarom sprake van onvoldoende informed consent. In zoverre is de klacht gegrond. Volgt de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:290 Hof van Discipline 's Gravenhage 240077
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:290
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft bij hem en zijn cliënt bekende informatie in een civiele procedure tegen klaagster achtergehouden, terwijl deze informatie (evident) van doorslaggevend belang was. Verweerder heeft zich hiermee te weinig onafhankelijk van zijn cliënt opgesteld. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5500
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:5
Arts wordt verweten dat hij in zijn deskundigenrapportage leidraad, richtlijn en model geldend in civiele zaken niet heeft gevolgd, dat hij onvolledig onderzoek heeft gedaan en vooringenomen en partijdig was. Ook wordt hem verweten geen antwoord te hebben gegeven op de 34 vragen van klager. Enkele regels van leidraad niet in acht genomen. Rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Geen oordeel over de vraag of er beter had kunnen worden onderzocht en gerapporteerd. Vooringenomenheid of partijdigheid kan niet worden vastgesteld. Geen verplichting om alle vragen te beantwoorden. Voldoende inzichtelijk gemaakt wat de vragen waren en hoe daarmee is omgegaan. Gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:291 Hof van Discipline 's Gravenhage 240092
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:291
Klacht over de eigen advocaat. Klaagster heeft aan een aannemer een forse aanbetaling gedaan voor de bouw van een prefab woning. De aannemer leverde vervolgens niet. Klaagster heeft daarop verweerder ingeschakeld. Verweerder heeft de belangen van klaagster veronachtzaamd door in de spoedeisende kwestie met een groot (geldelijk) belang onvoldoende voortvarend te handelen. Verweerder is daarnaast tekortgeschoten in de communicatie met klaagster over zijn werkzaamheden en de te volgen strategie in de zaak. Verweerder heeft daarmee niet de deskundigheid getoond die van hem als ervaren advocaat op het gebied van aannemingszaken kan worden verwacht. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5432
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:6
Verwijten aan specialist ouderengeneeskunde over het ontbreken van een intake- en evaluatiegesprek, de communicatie, het verstrekken van medicatie, het verstrekken van het medisch dossier en informatie over de coronavaccinatie. Rommelig verloop op opnamedag. Het ontbreken van een intakegesprek kan verweerster niet verweten worden. Nalaten van communicatie naar aanleiding van omissies die hadden moeten worden opgemerkt in de voorbereiding van een te organiseren MDO. Medicatie is niet door verweerster gewijzigd. Verweerster mocht afgaan op wat haar collega had genoteerd. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6847
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:7
Verwijt aan huisarts dat hij tijdens een telefoongesprek een domme opmerking heeft gemaakt en dat hij niet op een e-mail van klager heeft gereageerd. Mondelinge communicatie. Bespreking van een gevoelig onderwerp. Subjectieve beleving van klager. Mededeling van klager in e-mail. Geen aanleiding om direct contact met klager op te nemen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:1 Hof van Discipline 's Gravenhage 240234
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2025:1
Beklag ex artikel 13 (beklag tegen beslissing deken om geen advocaat aan te wijzen). Klaagster heeft in deze zaak al een advocaat aangewezen gekregen en zij heeft daarin het vertrouwen in de aangewezen (en voor haar tweede) advocaat opgezegd. Het hof ziet onvoldoende grond voor het door klaagster opzeggen van het vertrouwen in haar aangewezen advocaat. Daarmee heeft klaagster niet voldaan aan een door de deken gestelde voorwaarde. Van de deken kan dan ook niet verlangd worden een tweede advocaat aan te wijzen in dezelfde kwestie. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:224 Raad van Discipline Amsterdam 24-475/A/NH
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 30-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:224
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:287 Hof van Discipline 's Gravenhage 240129
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:287
Klacht tegen eigen advocaat. In deze zaak is verweerder ernstig tekort geschoten in zijn zorgplicht jegens klager. Het hof heeft ernstige zorgen over de praktijkvoering door verweerder. Verweerder toont geen enkel zelfinzicht en heeft bovendien een uitvoerig tuchtrechtelijk verleden. Het hof verzwaart daarom de maatregel en legt verweerder de maatregel van schrapping op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:225 Raad van Discipline Amsterdam 24-605/A/A
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 30-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:225
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:1 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-377/AL/MN
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:1
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. De raad verklaart de klachtonderdelen over de communicatie gegrond. De raad heeft de klacht van klaagster gedeeltelijk gegrond verklaard en geoordeeld dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Bij de beantwoording van de vraag welke maatregel aan verweerder moet worden opgelegd, is mede van belang dat verweerder weliswaar in strijd met gedragsregel 16 heeft gehandeld, maar dat het ook om een veeleisende cliënte ging. Verder weegt de raad mee dat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld en dat hij op de zitting zelfinzicht heeft getoond. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:226 Raad van Discipline Amsterdam 24-851/A/A
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 30-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:226
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft de vrijheid die hij als advocaat wederpartij geniet niet overschreden. Verweerder bepaalt niet de gang van zaken op zitting. Ook heeft verweerder niet bewust onjuiste feiten verkondigd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-793/AL/MN
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:2
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over het niet uitvoeren van de opdracht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:283 Hof van Discipline 's Gravenhage 240214
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:283
Beklag ex artikel 13 (beklag tegen beslissing deken geen advocaat aan te wijzen). Klager heeft niet meegewerkt aan het verzoek van de deken om inzage in de processtukken van de zaak waarin hij een advocaat aangewezen wenst te zien. Reeds op die grond is beklag ongegrond. Bovendien heeft klager onvoldoende onderbouwd dat de gewenste procedure redelijke kans van slagen heeft. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-794/AL/MN
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:3
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de klachtfunctionaris kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:284 Hof van Discipline 's Gravenhage 240096D
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 22-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:284
Dekenbezwaar. De deken verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met de kernwaarde integriteit doordat hij een studiekostenbeding heeft gesloten met zijn stagiair, waarbij verweerder niet de Beleidsregel stage en patronaat 2018 heeft gevolgd. Daarnaast verwijt de deken verweerder dat hij hem daarover consequent onjuist heeft geïnformeerd, terwijl verweerder had moeten weten dat het gesloten studiekostenbeding niet was toegestaan. De klacht is gegrond. Verweerder is nalatig geweest door dit studiekostenbeding te sluiten met zijn stagiair en de deken daarover consequent onjuist te informeren. Het hof acht een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken en een geldboete van € 5.000,- passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:4 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-798/AL/OV
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:4
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder met voldoende aandacht voor de wensen van klaagster op deskundige wijze in de procedure in hoger beroep haar belangen behartigd in haar geschil met een aannemer. Het is niet aan de tuchtrechter om inhoudelijk over de civiele zaak te oordelen. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter. Dat verweerder tuchtrechtelijk bezien fouten zou hebben gemaakt, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken en heeft verweerder ook gemotiveerd weersproken. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:285 Hof van Discipline 's Gravenhage 240215
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 29-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:285
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klager wenst bijstand in een procedure bij de kantonrechter. De verplichting voor de deken om op grond van artikel 13 Advocatenwet een advocaat aan te wijzen geldt alleen voor personen die een advocaat zoeken voor een procedure waarbij een advocaat verplicht is of voor een procedure waarin zij uitsluitend door een advocaat kunnen worden bijgestaan. Dat is hier niet het geval want voor een procedure bij de kantonrechter is geen sprake van verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:223 Raad van Discipline Amsterdam 24-095/A/A
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 30-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:223
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij ter zitting mededelingen heeft gedaan over de inhoud van de tussen partijen gevoerde schikkingsonderhandelingen. Hiermee heeft verweerder in strijd met gedragsregel 27 gehandeld. De raad acht hiervoor de oplegging van een waarschuwing passend, waarbij wordt meegewogen dat in de lange carrière van verweerder hij geen eerdere tuchtrechtelijke veroordeling heeft gehad en hij inmiddels inziet dat hij beter anders had kunnen handelen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:286 Hof van Discipline 's Gravenhage 240309 240310
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:286
Beroep tegen een ongegrond verklaard verzet. Het beroep is te laat ingediend en er zijn geen gronden om het appelverbod te doorbreken. Beroep niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7311
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 07-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7
Gedeeltelijke gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar tijdens het maken van röntgenfoto’s en bij de extractie van een kies ruw en onprettig heeft behandeld. Verder verwijt zij hem dat hij tegen haar wil een wortelkanaalbehandeling is gestart (endo-start) en dat er door zijn onzorgvuldige behandeling bij de extractie een holte in haar kaakbeen is ontstaan die ontstoken is geraakt. De klacht over het zonder toestemming uitvoeren van de eerste fase van een wortelkanaalbehandeling is gegrond. Klaagster had eerder kenbaar gemaakt dat zij, in het geval het nodig zou zijn, geen wortelkanaalbehandeling wenste, maar de kies wilde laten verwijderen. De tandarts stelt dat hij, op het moment dat hij constateerde dat de cariës tot de pulpa reikte, een endo-start moest uitvoeren om klaagster zo pijnvrij mogelijk te houden. Naar het oordeel van het college waren er andere mogelijkheden voorhanden om de wens van klaagster te respecteren zonder een endo-start als noodoplossing. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:207 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2367
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:207
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het eerste bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:201 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2429
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:201
Klacht van een dochter van een patiënt met vasculair parkinsonisme tegen een specialist ouderengeneeskunde. De patiënt verbleef sinds september 2023 in een woonzorginstelling. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest bij het bepalen en het voeren van het medicatiebeleid. Verder verwijt zij de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest in de communicatie over – onder meer – de medicatie en het negeren van een volmacht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:208 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2368
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:208
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het tweede, derde en vierder bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het feit dat de traumachirurg klaagster bij haar vierde bezoek aan de polikliniek niet zelf zag tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht daarom alsnog gedeeltelijk gegrond. Aan de traumachirurg wordt geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:202 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2430
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:202
Klacht van een dochter van een patiënt met vasculair parkinsonisme tegen een specialist ouderengeneeskunde. De patiënt verbleef sinds september 2023 in de woonzorginstelling waar de specialist ouderengeneeskunde werkte. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde onzorgvuldige communicatie na een uitspraak van de Geschillencommissie Zorg, waarbij de specialist ouderengeneeskundige zich volgens klaagster niet toetsbaar heeft opgesteld en er geen ruimte is geweest voor een gesprek over het gevoerde medicatiebeleid. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.