Zoekresultaten 1501-1550 van de 1639 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-209/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:238
Klagers (een inmiddels gefailleerd bedrijf en eigenaar daarvan) beklagen verweerder die jarenlang bijstand heeft verleend in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Een deel van de klachten is niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Daarnaast zijn een aantal klachten ongegrond. Het is de raad gebleken dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen in het belang van zijn cliënt en op deskundige wijze de belangen heeft behartigd. Naar het oordeel van de raad is verweerder wel tekortgeschoten in zijn zorgplicht doordat uit de stukken niet is gebleken dat verweerder voor klagers in de strafzaak een ureninschatting heeft gemaakt en duidelijkheid heeft gegeven over de taakverdeling met de ingehuurde strafrechtadvocaat. Verder is voor de raad een beeld naar voren gekomen dat verweerder over langere tijd vooral reactief heeft gehandeld. Bij verweerder lijkt de regie te hebben ontbroken, evenals een plan van aanpak dat telkens aan nieuwe situaties werd aangepast. Daardoor heeft verweerder, ondanks herhaalde verzoeken van klagers over de kosten in verhouding tot de omvang van de fiscale zaak, niet telkens opnieuw gewaarschuwd voor de snel oplopende omvang van de kosten en het risico van te hoge kosten. Naar het oordeel van de raad is verweerder onvoldoende transparant geweest richting klagers over de aard en noodzaak van de werkzaamheden, de gevolgen daarvan en de (snel oplopende) kosten daarvoor. Het besteden van de door verweerder gedeclareerde uren acht de raad dan niet in een redelijke verhouding staan tot de opgedragen werkzaamheden. Gelet daarop is de raad van oordeel dat de declaraties als excessief zijn te beschouwen in die zin dat een gelet op alle omstandigheden onredelijk honorarium aan klagers in rekening is gebracht. Klagers hebben betwist dat verweerder uitleg heeft gegeven over het effect van het notarieel laten verlijden van een een schuldbekentenis ten gunste van het kantoor en de executiemogelijkheden. Stukken die dat onderbouwen, ontbreken. Naar het oordeel van de raad heeft het optreden van verweerder op dat punt geleid tot een ontoelaatbare druk op klager, hetgeen een advocaat niet betaamt. Alle omstandigheden samen resulteren daarin dat naar het oordeel van de raad aan verweerder een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor acht weken moet worden opgelegd met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741863 DW RK 23/394 MdV/SM
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:103
Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er over dat zij sinds de beslaglegging nog geen betalingen heeft ontvangen. Klaagster heeft aan de gerechtsdeurwaarders gevraagd wanneer er betaald gaat worden, maar heeft hier geen antwoord op gekregen. Dat klaagster lange tijd geen afdrachten heeft ontvangen lag aan de omstandigheid dat sprake was van een preferent beslag. Dit beslag is, in tegenstelling tot de reguliere gang van zaken, niet ingediend bij de gerechtsdeurwaarders door de voormalige coördinerend gerechtsdeurwaarder, waardoor de gerechtsdeurwaarders hiervan niet op de hoogte waren. De kamer acht dit in dit geval niet verwijtbaar. Bovendien hebben de gerechtsdeurwaarders geprobeerd te achterhalen waarom de afdrachten zo lang op zich lieten wachten.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-211/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:239
Klaagster beklaagt zich over de gevolgen voor haar van het optreden van verweerder als (toenmalige) advocaat van het (toenmalige) bedrijf van haar echtgenoot in een fiscaal-strafrechtelijke kwestie. Haar echtgenoot en diens bedrijf hebben daarover ook over verweerder geklaagd. In die zaak (24-209/AL/Gld) doet de raad gelijktijdig uitspraak. Klaagster is niet-ontvankelijk in een deel van de klachten omdat zij daarbij geen eigen rechtstreeks belang heeft. Of klaagster terecht door verweerder is aangesproken tot betaling van openstaande declaraties van haar echtgenoot en diens toenmalige bedrijf is niet ter beoordeling van de tuchtrechter. Een dergelijk oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Die kan oordelen over de juridische vraag of sprake was van onrechtmatige beslaglegging door verweerder onder klaagster en van gebruik van onrechtmatige rechtsmiddelen door verweerder richting klaagster. De raad kan zich voorstellen dat klaagster de rechtsmaatregelen tegen haar als zeer heftig heeft ervaren en het gevoel heeft gehad dat zij in andermans geschil is getrokken. Dat neemt echter niet weg dat verweerder, gegeven zijn toelichting en daarin genoemde redenen om ook beslag onder klaagster te leggen en haar tot afgifte van de auto te dwingen, naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door te handelen zoals hij heeft gedaan. Dat hij de grenzen van het betamelijke heeft overschreden, is de raad niet gebleken. De overige verwijten worden dan ook ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-690/DH/RO/D
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:163
Verzoek artikel 60ab Advocatenwet. Verweerder is (nog niet onherroepelijk) veroordeeld wegens schending van het beroepsgeheim. De verweten gedraging is dermate ernstig dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. Anders dan door de deken is verzocht, gaat de raad niet over tot het opleggen van een onmiddellijke, algehele schorsing in de uitoefening van de praktijk. Het individuele belang van verweerder wordt daarmee disproportioneel en onevenredig geraakt. De raad acht het treffen van een voorlopige voorziening, als bedoeld in artikel 60ab Advocatenwet, passend, in dier voege dat verweerder zijn werkzaamheden dient te verrichten onder het toezicht van een door de deken goed te keuren advocaat die erop toeziet dat verweerder geen cliënten in voorlopige hechtenis bijstaat.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-684/DB/GLD/W
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 07-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:134
Wraking kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739313 / DW RK 23/322 MdV/SM
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:104
Klacht gegrond. Afzien van opleggen maatregel. De gerechtsdeurwaarder heeft de e-mail van de opdrachtgever, waarin akkoord is gegaan met het voorstel tegen finale kwijting van klager, in het dossier van klager geplaatst, zonder dat klager daarvan op de hoogte is gebracht. Dit klachtonderdeel is (daarom) terecht voorgesteld.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735996 DW RK 23/236 MdV/SM
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:105
Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er samengevat over dat er maandelijkse teveel wordt ingehouden op zijn AOW-uitkering. Volgens klager valt hij onder de 5% regeling. Klager lijkt enkel uit te gaan van zijn eigen inkomen bij de vaststelling van de beslagvrije voet en niet van het gezamenlijke inkomen met zijn partner.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-556/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:240
Herzieningsverzoek. De herzieningskamer verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749104 / DW RK 24/150 MdV/SM
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:106
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders misbruik maken van hun recht om beslag te leggen op bankrekeningen van klager. Er is geen vonnis van de rechtbank, akte of contract waaruit blijkt dat klager een schuld heeft bij de schuldeiser. Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. Het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:253 Hof van Discipline 's Gravenhage 240011
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:253
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over gebrekkige dienstverlening in strafzaken ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:107 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747462 / DW RK 23/102 MdV/SM
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:107
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder vanuit het niets beslag op zijn inkomen heeft gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-208/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:236
Klagers beklagen zich over een (voormalig) kantoorgenoot van de (voormalige) eigen advocaat. In de door klagers over de eigen advocaat ingediende klacht doet de raad gelijktijdig uitspraak (24-209/AL/GLD). Klagers zijn door de kantoorgenoot van verweerder jarenlang bijgestaan in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Verweerder is bij deze kwestie betrokken geraakt in zijn hoedanigheid van bestuurder van het advocatenkantoor en tevens collega-advocaat. Verweerder heeft aan de voortzetting van de rechtsbijstand aan klagers de voorwaarde verbonden dat klagers eerst de achterstallige declaraties moesten betalen. Verweerder heeft zekerheden van klagers geëist ter dekking van de openstaande declaraties. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in de specifieke omstandigheden van het geval ontoelaatbare druk op klagers uitgeoefend om tot betaling van de declaraties over te gaan of daarvoor zekerheid te stellen. Verweerder heeft de kwestie als een doorsnee incasso aangemerkt en heeft daarbij alle middelen die hij had ingezet, voorbijgaand aan het feit dat het om een cliënte ging, die bovendien reeds veel had betaald, die nog een lopende zaak had en voor wie de beslagleggingen bij het bedrijf en in privé tot veel schade leidde, en eens te meer voor wie de faillissementsaanvraag van de vennootschap desastreuze gevolgen had. Verweerder heeft zich van dit alles geen rekenschap gegeven, althans dat blijkt nergens uit en dat had wel van hem mogen worden verwacht. Hierbij verdient vermelding dat deze raad de declaraties van zijn collega-advocaat in de parallelle zaak als excessief heeft aangemerkt, hetgeen des te navranter maakt dat verweerder alle mogelijke middelen heeft ingezet om deze te innen. Klacht in zoverre gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:198 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6893
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:198
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij geen gevolg heeft gegeven aan zijn verzoek om uitschrijving uit de praktijk. De huisarts heeft geen gevolg aan dat verzoek gegeven omdat klager nog niet door een andere huisarts was geaccepteerd. Het college merkt op dat het overschrijven naar een andere huisartsenpraktijk niet na enkel een (telefonisch) verzoek van een patiënt daartoe kan worden gedaan. Een patiënt kan pas worden overgeschreven wanneer de andere huisarts de patiënt accepteert. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts zorgvuldig heeft gehandeld. Nog los van de omstandigheid dat de wijze waarop klager om uitschrijving heeft gevraagd geen blijk geeft van een weloverwogen besluit, had klager nog geen contact met een andere huisarts opgenomen om te onderzoeken of hij daar zou worden geaccepteerd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:161 Raad van Discipline Amsterdam 24-535/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:161
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder klagers belangen ter zitting onvoldoende heeft behartigd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:157 Raad van Discipline Amsterdam 24-534/A/A 24-542/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:157
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening; Van schending van de geheimhoudingsplicht is ook niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:158 Raad van Discipline Amsterdam 24-614/A/NH
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 26-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:158
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend over klager uitgelaten.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6621
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:195
Gegronde klacht tegen een huisarts. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat de huisarts aan klaagster medicatie heeft voorgeschreven met een contra-indicatie bij zwangerschap en borstvoeding - terwijl klaagster zwanger was. Zoals de huisarts ook zelf heeft erkend, heeft zij zeven fluconazol capsules 150 mg voorgeschreven aan klaagster terwijl dat gecontra-indiceerd was vanwege de zwangerschap van klaagster. Hiermee staat vast dat de klacht gegrond is. Het college ziet desondanks geen aanleiding om de huisarts een maatregel op te leggen. Daarbij heeft het college in aanmerking genomen dat de huisarts, op het moment dat zij erachter kwam dat zij een fout had gemaakt, haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Zij is in gesprek gegaan met klaagster en heeft haar excuses gemaakt. Verder heeft de huisarts contact opgenomen met de apotheek om te overleggen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Daarnaast heeft de huisarts een melding gemaakt in het VIM-systeem (Veilig Incident Melden) van de praktijk en de gebeurtenis besproken met collega’s. De huisarts heeft verschillende verbetermaatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Bovendien heeft de huisarts aangegeven lering te hebben getrokken uit wat er is gebeurd. Gelet hierop is het tuchtcollege van oordeel dat het opleggen van een maatregel geen redelijk tuchtrechtelijk doel dient.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:159 Raad van Discipline Amsterdam 24-564/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:159
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de vervaltermijn van drie jaar.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6769
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:196
Ongegronde klacht tegen een arts. Klager is de zoon van de inmiddels overleden patiënte. Patiënte is een dag na haar val verwezen naar het ziekenhuis voor het maken van een röntgenfoto. Aan klager werd door de verzorging gevraagd om zijn moeder in de rolstoel van het verzorgingstehuis naar het naastgelegen ziekenhuis te brengen. In het ziekenhuis werd een heupfractuur vastgesteld. Klager verwijt de arts onder andere dat zij patiënte niet met een ambulance naar het ziekenhuis heeft laten overbrengen, terwijl er mogelijk sprake van een bekken-of heupfractuur en dat patiënte hierdoor extra pijn heeft geleden.Het college kan verweerster volgen in haar beslissing over het vervoer. Over de exacte afstand tussen het verzorgingstehuis en het ziekenhuis verschillen partijen van mening. Op basis van de foto’s die klager heeft toegezonden heeft het college geen aanleiding om aan te nemen dat vervoer in de rolstoel niet verantwoord was. Het college is verder van oordeel dat verweerster goed heeft gereflecteerd op haar handelen. Zoals verweerster tijdens de zitting terecht heeft opgemerkt was het beter geweest als zij zelf met de familie had gebeld en dit niet had overgelaten aan de verzorging. Op die manier had zij haar beleid zelf kunnen toelichten en bij bezwaren eventueel kunnen heroverwegen. Dat zij klager niet zelf heeft gebeld is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is voor het overige ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:197 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6883
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:197
Ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster verwijt de arts dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. De arts ontkent dat hiervan sprake is geweest. Het college stelt vast dat de stellingen van klaagster geen objectieve steun vinden in de stukken. De exacte bewoordingen die de arts tijdens de behandeling heeft gebruikt en de context daarvan zijn voor het college niet te achterhalen, omdat alleen klaagster en verweerder aanwezig zijn geweest bij de behandelingen. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:160 Raad van Discipline Amsterdam 24-543/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:160
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen eigen advocaat. Klager heeft zijn klacht onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:132
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6983
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:107
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een consult in het kader van een spoedvoorgeleiding bij de rechtbank. Klager is via de telefoon gehoord, omdat beeldbellen niet mogelijk was. De psychiater heeft toen op basis van wat ze tijdens dat gesprek heeft gehoord en de beschikbare (schriftelijke) informatie advies gegeven. Volgens klager heeft de psychiater een advies uitgebracht zonder dat er een gesprek heeft plaatsgevonden. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-325/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:133
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft middels de declaratie ten bedrage van € 13.310,00 in de zaak waarin hij klager op basis van een toevoeging bijstond, honorarium op basis van een uurtarief in rekening heeft gebracht. Dit handelen is in strijd met gedragsregel 18 lid 2. Verweerder heeft voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar en in strijd met de kernwaarde (financiële) integriteit gehandeld door te dreigen met beslaglegging op roerende en onroerende zaken van klager en van klagers moeder, indien betaling van de declaratie ten bedrage van € 13.310,00 zou uitblijven. Verweerder wist immers dat een deugdelijke grondslag van de declaratie waarvan hij betaling verzocht, ontbrak. In zoverre gegrond. De klacht over de kwaliteit van de dienstverlening is ongegrond. De raad is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht van oordeel dat klager, mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, onvoldoende concreet heeft gesteld en onderbouwd op welke punten verweerder steken heeft laten vallen. Naar het oordeel van de raad getuigt de bijstand zoals geschetst, niet van een kwaliteit van dienstverlening die onder de maat blijft van wat van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. Omdat verweerder nog niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld is de raad van oordeel dat kan worden volstaan met oplegging van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:129 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-301/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:129
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6994
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:104
Klacht tegen verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager verwijt de verpleegkundige in de penitentiaire inrichting dat zij ten onrechte geweigerd heeft klager naar de psycholoog te verwijzen. Ook verwijt klager haar dat hij andere astma-medicatie heeft ontvangen en geen medische controle kreeg door de longarts.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:130 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-416/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:130
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. Verweerder heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 25. Gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7110
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:105
Klacht tegen verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager verwijt de verpleegkundige in de penitentiaire inrichting dat zij ten onrechte geweigerd heeft klager naar de psycholoog te verwijzen. Ook verwijt klager haar dat hij zijn afsprakenbriefje na het spreekuurcontact heeft moeten inleveren.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-432/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:131
Raadbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. De raad overweegt dat het de taak van verweerder was om de belangen van zijn cliënt te behartigen en in dat verband in de procedure die standpunten naar voren te brengen en die stukken en getuigenverklaringen in het geding te brengen waarmee naar zijn oordeel de belangen van zijn cliënt het beste werden gediend. Dat verweerder daarbij de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, is de raad niet gebleken. Klager verwijt verweerder dat hij in het gerechtsgebouw tegen klager heeft gezegd: “Jij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. Verweerder heeft erkend dat hij in klagers bijzijn heeft gezegd “hij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. In zoverre staat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel vast. De raad is van oordeel dat verweerder er weliswaar beter aan had gedaan om andere bewoordingen te bezigen, maar dat, gezien de context waarbinnen de uitlating is gedaan, van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6822
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:106
klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de enkel van klaagster geopereerd. Klaagster bleef klachten houden en de enkel begon schever te staan. Klaagster verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft ingezet en een onprofessionele sfeer tijdens een consult heeft gecreëerd. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:126 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-626/DB/LI
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:126
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn uit artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-620/DB/LI
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:127
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in haar brief van 7 februari 2024 bewust gebruik heeft gemaakt van onjuiste informatie en zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-513/DB/OB
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 26-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:128
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van executeur kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster mist als erfgename een eigen, rechtstreeks betrokken belang. Verweerder behartigt als executeur de belangen van de nalatenschap. Hij behartigt niet de belangen van klaagster. Verweerder dient eerst rekening en verantwoording af te leggen over de afwikkeling van de nalatenschap. Pas daarna komt de afwikkeling van de nalatenschap, inclusief de declaraties van verweerder, vast te staan. Pas op dat moment ondervindt klaagster daarvan de feitelijke gevolgen en wordt zij ook rechtstreeks in haar belangen getroffen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2259
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:153
Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2260
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:154
Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2271
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:155
Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft civiel forensisch psychologisch onderzoek bij klager verricht en daarvan een rapportage opgesteld. Klager vindt dat de gz‑psycholoog haar werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Hij verwijt haar onder meer dat zij geen professionele houding richting hem heeft gehad, dat zij ondeugdelijk onderzoek heeft gedaan en een ondeugdelijk rapport heeft opgemaakt, dat zij hem onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn rechten en dat zij het concept-rapport onbeveiligd digitaal aan hem heeft gestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het laatste klachtonderdeel gegrond en de overige klachtonderdelen ongegrond en legt de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen een deel van deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2405
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:156
Klacht tegen huisarts. Klaagster is patiënte de huisartsenpraktijk waar de huisarts als praktijkhouder werkzaam is. Klaagster verwijt de huisarts dat zij klaagster onnodig een hartfilmpje heeft laten maken, dat zij haar beroepsgeheim en andere patiënten rechten van klaagster heeft geschonden en dat zij heeft gehandeld uit andere belangen dan het belang van de gezondheidszorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:249 Hof van Discipline 's Gravenhage 240010
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:249
Klacht over belangenverstrengeling. Hoger beroep ingesteld door klager. Klager is al jaren gedetineerd in de Verenigde Staten. Hij probeert met bijstand van mr. I, zijn advocaat in Nederland, eveneens al jaren om te worden overgedragen naar Nederland. Mr. I en verweerder hebben in 2014 contact gehad over de zaak van klager. In 2018 heeft verweerder aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) een advies uitgebracht over de zaak van klager. Volgens klager heeft verweerder zich met zijn werkzaamheden in 2014 en later in 2018 schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Het hof is van oordeel dat, hoewel omtrent de werkzaamheden van verweerder in 2014 er geen formele opdrachtrelatie tussen verweerder en klager heeft bestaan, en verweerder niet als advocaat voor klager heeft opgetreden, in de gegeven omstandigheden wel kan worden vastgesteld dat sprake was van een hieraan gelijk te stellen situatie. In 2018 bestond naar het oordeel van het hof tussen verweerder en BuZa een advocaat-cliënt relatie. Het hof stelt vast dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat verweerder vertrouwelijke documenten heeft gebruikt bij de advisering aan BuZa. De klacht van klager spitst zich toe op de vraag of verweerder tegen een cliënt of een voormalig cliënt heeft opgetreden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Klager en BuZa hadden van aanvang af hetzelfde, gemeenschappelijke belang. Niet is in geschil immers dat er zowel in 2014 als in 2018 gekoerst werd op het terug naar Nederland halen van klager. Het hof is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verweerder ‘tegen’ een voormalig cliënt heeft opgetreden. Bekrachtiging beslissing raad (klacht ongegrond).
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6949
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:192
Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klager een phalloplastiek (penisopbouw) met plasbuisverlenging uitgevoerd. Klager verwijt de plastisch chirurg dat hij ernstige, verminkende littekens heeft overgehouden aan de operatie. Het college oordeelt dat klager adequaat is geïnformeerd over het optreden van littekenvorming. De plastisch chirurg heeft geprobeerd de zichtbaarheid van de littekens te beperken, maar hij heeft geen invloed op het uiteindelijke resultaat. Dat er bij klager uitgebreide littekenvorming is opgetreden valt dan ook niet toe te rekenen aan verwijtbaar handelen van de plastisch chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6648
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:193
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft klager gezien voor uitleg na excisie van een zwelling bij de schouder. De chirurg heeft klager onderzocht en een controle over zes maanden geadviseerd. Vier jaar later heeft klager een collega-chirurg bezocht vanwege toenemende klachten. Klager is toen verwezen voor verdere behandeling van een tumor. Klager verwijt de chirurg dat hij hem niet tijdig heeft geïnformeerd over de aard van de tumor, er geen vervolgafspraak en MRI is gemaakt en dat hij klager niet heeft doorverwezen. Afgaande op de verslaglegging heeft het college geen aanleiding te twijfelen aan de door verweerder gevolgde handelswijze en beoordeling. De verantwoordelijkheid voor het maken van een vervolgafspraak lag bij klager. Het niet maken van een MRI is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien de MRI niet bedoeld was voor diagnostiek, maar uitsluitend als nulmeting voor volgende onderzoeken. Er was destijds geen medische noodzaak tot doorverwijzing. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2414
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:152
Klacht tegen een huisarts. Klaagster bezocht de huisarts met een ernstige zwelling in de linkerborst. Daarna heeft een screening plaatsgevonden bij een ziekenhuis bij klaagster in de buurt. Klaagster wilde niet naar dat ziekenhuis, maar heeft daar op aandringen van de huisarts in verband met de vereiste spoedige diagnostiek wel mee ingestemd. Uit dit onderzoek kwam een vermoeden op een maligne lymfoom naar voren. Klaagster wilde niet verder in het nabijgelegen ziekenhuis behandeld worden, maar wilde worden verwezen naar een ander, academisch ziekenhuis. Klaagster verwijt de arts dat hij haar heeft tegengewerkt in haar wens om te worden verwezen naar het andere ziekenhuis, door summiere informatie aan dat ziekenhuis te verstrekken. Volgens klaagster heeft deze nalatigheid tot een ernstige vertraging in haar behandeling geleid en daarmee haar genezing belemmerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:251 Hof van Discipline 's Gravenhage 240013
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:251
Klacht tegen eigen advocaat. Beroep ingesteld door klager. Een huurgeschil tussen klager en de verhuurder van zijn woning met een voor klager teleurstellende afloop – ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning – vormt de aanleiding voor deze klacht. Verweerder heeft klager bijgestaan in een procedure tussen klager en de verhuurder en volgens klager was de bijstand van verweerder ontoereikend. Bekrachtiging beslissing raad, inhoudende ongegrondverklaring beide klachtonderdelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6647
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:194
Klacht tegen plastisch chirurg deels verjaard en deels ongegrond. De plastisch chirurg heeft bij klager een zwelling op de rug operatief verwijderd. Klager vindt dat verweerder geen goed onderzoek heeft verricht voordat hij overging tot de operatie en hij vindt ook dat verweerder niet heeft zorggedragen voor een goede/volledige overdracht aan de oncologisch chirurg. De klacht over het onderzoek voorafgaand aan de operatie is verjaard. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Het college kan niet vaststellen dat klager niet is geïnformeerd over de aard van de tumor. In het dossier staat dat klager wel is geïnformeerd en het college heeft geen aanleiding om te twijfelen aan deze aantekening. De plastisch chirurg heeft de uitslag in de overdracht naar de oncologisch chirurg correct weergegeven. Met de overdracht is de behandelingsovereenkomst tussen klager en de plastisch chirurg geëindigd. De plastisch chirurg kan niet worden verweten dat hij niet meer de situatie heeft omgekeken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:252 Hof van Discipline 's Gravenhage 240016
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:252
Klacht tegen advocaat wederpartij. Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft de ex-partner van klaagster bijgestaan in een familiekwestie. Klaagster heeft hierover geklaagd omdat verweerder een bekende was van klaagster en de echtgenote van verweerder een dubbelrol heeft gespeeld omdat zij zowel juridisch medewerkster is op het kantoor van verweerder als een goede vriendin van de ex-schoonmoeder van klaagster is en bovendien ook zelf contact heeft gezocht met klaagster na haar relatiebreuk. Klaagster is van mening dat verweerder onvoldoende onafhankelijk kan optreden ten opzichte van klaagster in de familiekwestie tussen zijn cliënt en klaagster. Het hof is van oordeel dat verweerder zijn onafhankelijkheid in gevaar heeft laten komen. Schijn van belangenverstrengeling. Beroepsgronden verworpen. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende: berisping), proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:246 Hof van Discipline 's Gravenhage 240031
- Datum publicatie: 30-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:246
In deze zaak is aan de orde of verweerder klager voldoende heeft geïnformeerd over zijn recht op gefinancierde rechtsbijstand. Daarnaast verwijt klager verweerder dat hij bij aanvang van de opdracht geen inschatting heeft gegeven van de te verwachten kosten en hem ondanks zijn verzoek daartoe het dossier niet heeft toegezonden. Het beroep tegen de beslissing van de raad inzake de laatste twee klachtonderdelen wordt ongegrond verklaard. Het beroep tegen de beslissing van de raad inzake de eerste klacht slaagt. Aan verweerder wordt (alsnog) de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:124 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-591/DB/LI
- Datum publicatie: 30-09-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 12 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over de kwaliteit van verweerders dienstverlening tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 12 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. De voorzitter zal de klacht op grond van het voorgaande met toepassing van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:248 Hof van Discipline 's Gravenhage 230390
- Datum publicatie: 30-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:248
Klacht over eigen advocaat. Klagers zijn als groep één van de deelnemers geweest aan het gebiedsontwikkelingsproject “Oosterwold” van de gemeente Almere. De gemeente heeft op 4 januari 2019 de grondprijs van het project verhoogd. De gemeente heeft daarbij voor deelnemers die al vóór 4 januari 2019 met de gemeente een intentieovereenkomst hadden getekend een coulanceregeling gehanteerd op basis waarvan die deelnemers aanspraak konden maken op de oude grondprijs. Klagers stellen dat zij door vertraging van de kant van de gemeente pas ná januari 2019 hun intentieovereenkomst hebben kunnen tekenen waardoor zij geen aanspraak konden maken op de lagere grondprijs. Volgens klagers is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klagers en in zijn advisering. Klagers verwijten verweerder – voor zover in hoger beroep bij het hof nog van belang - dat hij klagers niet heeft afgeraden om op 30 januari 2020 de koopovereenkomst met de gemeente met daarin de hogere grondprijs – zonder enig voorbehoud – te ondertekenen en hen te adviseren een kort gedingprocedure tegen de gemeente te voeren terwijl dit kansloos was. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat hij meerwerk heeft gefactureerd terwijl er een fixed-fee was afgesproken en dat hij in zijn communicatie hierover een indringende toonzetting heeft gebezigd. Het hof is anders dan de raad van oordeel dat verweerder niet is tekortgeschoten in zijn advisering. Het oordeel van de raad dat verweerder wel financieel onzorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig hierover heeft gecommuniceerd blijft wel in stand. Gelet op de bijzondere omstandigheden in dit geval, ziet het hof aanleiding om te volstaan met de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:125 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-554/DB/LI
- Datum publicatie: 30-09-2024
- Datum uitspraak: 26-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:125
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Uitganspunt is dat verweerster mag uitgaan van de informatie die zij van haar cliënt heeft ontvangen. Verweerster kwam de vrijheid toe om een gerechtelijke procedure te starten voor haar cliënt.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-903/AL/MN
- Datum publicatie: 27-09-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:233
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over (gestelde) grievende en onjuiste mededelingen wordt door de raad ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-002/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-09-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:234
ongegrond verzet