ECLI:NL:TADRARL:2024:282 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-859/AL/NN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2024:282 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-11-2024 |
Datum publicatie: | 25-11-2024 |
Zaaknummer(s): | 23-859/AL/NN |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | De raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 25 november 2024
in de zaak 23-859/AL/NN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 5 februari 2024 op de klacht van:
klaagster
gemachtigde: mr. E.W. Franken
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 31 juli 2023 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 11 december 2023 heeft de raad het klachtdossier van de deken ontvangen.
1.3 In een beslissing van 5 februari 2024 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 4 maart 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 20 september 2024. Daarbij waren klaagster, de gemachtigde van klaagster en verweerder aanwezig.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail met bijlagen van klaagster van 12 september 2024.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet zijn genoemd in het verzetschrift en nader toegelicht op de zitting van de raad. De gronden houden, zakelijk weergegeven, in dat verweerder, al dan niet door een gebrek aan deskundigheid in dit soort zaken, onnodig de belangen van klaagster heeft geschaad en klaagster onnodig op kosten heeft gejaagd.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. S.M. Bosch-Koopmans,
P. Rijnsburger, M. Tijseling en H.J. Voors, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok
als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 november 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 25 november 2024